Verslag ven de vergadering
Samenvatting van de lezing
31 augustus 2019
Donderdag 31 Augustus. Oos : Maar nu heeft hij weer geen dekens, en het weer is omgeslagen, ’s avonds is het koud ……
31 Aug 1944
Met het zelfde bloemetje heb ik
vorig jaar deze dag gevierd. Er gebeurt niets bijzonders alleen is Jan weer aan
het werk, Dr Jüngling ontving hem met de woorden: “Ha, Hern de Boer wieder da,
ein selten gesehen Gast”. ’s Avonds Spreekrans, voordracht van Bastiaanse die
sprak over de toekomst van ons land. Zijn voordracht was uitstekend. Soms leek
het meer een preek. Als alle Nederlanders zo bezadigd waren als hij, dan zouden
er niet veel problemen zijn. Het debat was ook erg animerend. Jaap Terborg
kwam, vóór het begin met het verzoek mee te mogen doen. Verdraaid aardig. Hij
moest dan ook wel verklaren een lezing te houden, wat ons weer van een probleem
af hielp. Groenhart laat niets meer van zich horen.
Frau Lizureck bood ons lakens aan
om de tafel wat op te smukken, het is toch een aardig mens.
Het verdere verloop v.d.
vergadering was ook erg aardig, nieuwe commissies enz. Ik had er geen spijt
van. Dat ik mijn nette pak aangetrokken had voor de gelegenheid.
De Italiaan heeft het nu wat
beter, hij zit met landgenoten in een eigen lager, met eigen bonnen. Maar nu
heeft hij weer geen dekens, en het weer is omgeslagen, ’s avonds is het koud ……
30 augustus 2019
Berlijn 30 Augusuts 1944 Vervolg Brief 114 115. Mams, we zullen de hoop Grand-père nog weer te zien niet verliezen.
30 Aug
Het doet me plezier dat jullie van het spek genoten hebben. Maar natuurlijk hebben jullie niet goed gezocht, en de photo’s van het vertrek van Cor Wiegers niet gevonden. Nogmaals wil ik jullie op het hart drukken toch vooral goed op de photo’s te passen, en ze liefst niet meer uit handen te geven. Het negatief is weg, en jullie zwijgen in alle talen, zodat ik de afdrukjes ook al zie verdwijnen, en dat zou erg jammer zijn. Wat doen jullie met alle boeken die ik stuur? Laat ze niet overal verspreid liggen, maar berg ze a.u.b. goed op in mijn kamer. Ze zijn toch in een taal geschreven die jullie niet aanstaat! De sleutel van het huis heb ik gevonden, hoor, ik loop zo naar binnen als het huis er nog staat.
115
Een dictaatcahier heb ik niet beslist meer nodig, ik heb er al iets anders op gevonden. Van Lily kreeg ik een leuke brief van 18 Aug, die nog echt in de stemming van het “geslaagd“ zijn geschreven was. Gelukkig dat je nu al een eind op weg bent voor je candidaats. Nu maar hopen dat de toestand na de oorlog zo is, dat je studeren kunt. Lees het boek “Fécondité” van Zola maar eens, dat is een goed boek voor deze tijd. Ik ben erg benieuwd naar de kiek van mijn geslaagde zus, stuur hem maar gauw op. Als het zo doorgaat, zal het verkeer met Holland binnen kort wel stop liggen, en dan zijn we afgesneden. Gelukkig heb ik mijn winterkleren hier, daar zit ik dus niet om verlegen.
Wat vervelend dat To nog zo lang moet liggen, deze keer. Ze schrijft erg trouw, en gezellige brieven, ze zal nu wel weer thuis zijn in de Maliebaan denk ik. Nu nog een kleinigheid: die 1 vóór Berlijn, is een één in een cirkeltje, en niet een of andere versiering met een niertje er in, zoals Mams er van maakt! De brieven komen natuurlijk wel terecht, maar het staat zo gek! Groetjes aan alle bekenden, ook de v.d. Heides, de Heukels, de Miliï en zo, en niet te vergeten Tante Anna die ik vaak vergeet te noemen.
Veel liefs
OswaldDit is de oplossing die Oos voor de dictaatcahiers gevonden heeft. Van blanco velletjes van de AEG, waarvan de kwaliteit steeds verder terug loopt, maakt hij zelf schriften om in te schrijven. Met een ijzerdraadje worden de bladen samengebonden. Het geheel wordt dan voorzien van een kaft gemaakt van de kunststof waar Oos mee bezig is.
Het ziet er na 75 jaar wonderlijk goed uit maar het materiaal is wel bros geworden.
Woensdag 30 Augustus 1944.Oos : De schrijver, een P.K. man, verdeelt de oorlog in verschillende perioden
30 Aug 1944
Een gestoorde nacht, om een uur
of half drie het bed uit voor de storingsvluchten van de Engelse vliegtuigen.
Jan heeft nog geen zin om er uit te komen, en blijft in bed liggen.
Dr Jüngling is vandaag weer in een
andere bui, zegt dat de oorlog nog lang kan duren. Die zegt me ook de ene dag
het tegengestelde van de vorige dag. Vandaag is een artikel in de
“Nachtausgabe” de aanleiding voor een heel gesprek. De schrijver, een P.K. man,
verdeelt de oorlog in verschillende perioden, de eerste periode was tot
Stalingrad, met D overwinningen, de tweede periode was nu aan de gang, en de
derde periode begint over een paar maanden. Omdat de derde periode met nieuwe
wapens de Duitse overwinning brengt, wil de tegenstander met de oude wapens in
de tweede periode nog de overwinning bevechten. Vandaar deze enorme inzet,
louter tijdnood van Churchill.
Schülz is met verlof. Ik kwam
vragen naar mijn briefje voor privé wonen, en daar merkte ik al dat hij er niet
was. Neen, morgen is mijnheer er niet. Het woord verlof mag natuurlijk niet
gebruikt worden! Paschen is ook met verlof, Kojafski sprak ik op de trap. Een
aardige man, maar wat is hij mager geworden! Die man werkt veel te hard.
Nughteren werd zeer gewaardeerd door de chef, zei hij. En verder: de meeste van
je vrienden zijn zeker al weer in Holland? Een complimentje dat niet zo bedoeld
was!
Die grosse Welt. Een aardig stuk,
modern en toch niet direct met overspel en zo. Aardige types, vlot gespeeld. Als
besluit van mijn schouwburg en opera bezoek is dit stuk eigenlijk niet waardig
genoeg maar enfin, we moeten het er maar mee doen.
Hoe goed kan men toch oordelen
over anderen. Wie heeft het voorbeeld gegeven met “aanbrengen”? Wie heeft het
eerst jacht op mensen gemaakt? Wie heeft de landwacht op onderduikers en Joden
laten jagen? De balk en de splinter, het oude verhaal.
29 augustus 2019
Berlijn 29 Augusuts 1944 Brief 114. Mams, we zullen de hoop Grand-père nog weer te zien niet verliezen.
114
Berlijn 29 Aug. ‘44
Lieve P.M. en L.
Sinds mij laatste brief zit ik
al weer een week langer op het eind v.d. oorlog te wachten. Gisterenavond kreeg
ik twee brieven van Mams, één van 21 Aug. en een andere voor Gr.père. Deze
laatste zal wel na het einde van deze verwarde periode in de Alpen aankomen
denk ik. Ik hoop dat Grand-père met tante Olga in contact kan komen, dat zou
tenminste al wàt zijn. Nu de oorlog wéér door Frankrijk gaat, wordt er
natuurlijk wéér veel vernield, en zal het wéér langer duren voor we er heen
kunnen. Mams, we zullen de hoop Grand-père nog weer te zien niet verliezen. Het
wachten valt anders hoe langer hoe moeilijker.
Oos breekt hier af. Morgen schrijft hij verder.
Dinsdag 29 Augustus 1944 Oos : En dan te bedenken dat de beter gesitueerden in Holland elkaar wijs maken dat het communisme niet zo erg is.
29 Aug 44
Het is de lieve Alexandra die me
vandaag een extra duwtje naar beneden geeft. Jan is ziek, ingewanden van
streek, en mijn eigen ingewanden maken het ook niet al te best. Vandaar ook dat
ik me moe en vervelend voel. Maar nu dan de lieve Alexandra, het Russische
studentetje dat in de cantine de borden weghaalt, en vroeger ook bediende. De
dagelijkse glimlach die ik krijg, was vandaag koud en triest. Natuurlijk heb ik
direct naar haar gezondheid gevraagd, maar daaraan mankeerde het niet. Ze vroeg
toen hoe lang de oorlog nog zou duren, en ik antwoordde “3 maanden, dan staan
de Russen hier”. Nee, nee, de Russen zouden nooit hier komen, de anderen
misschien wel, maar de Russen beslist niet. “Ga je weer naar Rusland als de
oorlog afgelopen is?” “Ik zou wel willen maar dat zal niet gaan. Voor jullie
betekent het einde van de oorlog: naar huis, maar voor ons niet”. Dat ze
gedwongen hier kwamen, en er niets aan kunnen doen, dat doet er niets toe, daar
kunnen ze geen rekening mee houden. Steeds hetzelfde verhaal, dat allen
vertellen die de toestand in Rusland kennen, zo erg is het beslist daar en
niets minder. Wat een verschrikkelijke toestand. En dan te bedenken dat de
beter gesitueerden in Holland elkaar wijs maken dat het communisme niet zo erg
is enz. enz. Ben ik nu suf, of is de wereld met blindheid geslagen? Moet ik
niet maken dat ik weg kom uit dit land, naar huis, of naar Amerika, of waarheen
ook? En, dezelfde overweging van een paar jaar terug, heb ik het in deze
pessimistische buien bij het goede einde, of in mijn vrolijke, onbezorgde buien?
Ik geloof dat ik vader maar eens
een brief ga schrijven, in een pakket meegestuurd. Het is waanzin om dergelijke
feiten van het eerste belang, te verzwijgen. Maar aan de andere kant schrijven
ze je natuurlijk terug dat je onder invloed van de propaganda komt, voor zover
ze nog willen antwoorden na zo’n brief.
Het is toch meer vervelend als Jan
er niet is, saai. Jan heeft macaroni voor me gebakken, ik heb dus bij mijn
thuiskomst nog een lekker hapje.
In deze periode wordt het handschrift van Oos al maar kleiner. Spreekt
hieruit angst voor wat er komen gaat?
Jan:
Dinsdag 29 Augustus 1944.
…
Ik heb vandaag
weer iets ontdekt, wat bevestigd dat de Engelschen toch wel absoluut de
heerschappij in de lucht hebben. Er wordt nl. elk uur door de radio bekend
gemaakt of er vijandelijke vliegtuigen boven Duitschland zijn. Vroeger heette
het als er niets was: “Uber dem Reichsgebiet befinden sich keine feindlische
Flugzeuge”. {Boven het rijk bevinden zich
geen vijandige vliegtuigen.} Tegenwoordig zeggen ze al: “Uber dem
Reigsgebiet befinden zich keine feindlischer Kampfverband”. {Boven het rijk bevinden zich geen vijandelijke gevechtsformaties”.}
Losse
storingsvliegtuigen worden dus blijkbaar niet eens meer meegeteld.
…
28 augustus 2019
28 Augustus 1944. Oh wat zullen ze dat ons kwalijk nemen als we weer thuis komen! En uit de krant : Schwere Abwehrkampfe ...
Toch kan het de inwoners van Berlijn, inclusief de buitenlanders, niet ontgaan dat de geallieerden in opmars zijn. In de kop van dit stuk uit de krant worden Seine en Marne genoemd. Wie zijn aardrijkskunde een beetje kent weet dat de Marne ten Oosten van Parijs ligt, meer dan 250 Km van de stranden in Normandië vandaan. Maar de vijand wordt nog steeds overal "met grote verliezen teruggeslagen". De ontruiming van de Franse Alpen is strategisch een goede zet vanwege de maquisards, het verzet daar.
Maandag 28 Augustus 1944 Oos : Zo’n troep Polen, gedeeltelijk in pelsjassen, met een P op de borst, allerlei leeftijden door elkaar.
Alarm 137 "Vannacht een half uurtje" er wordt geen tijd vermeldt.
28 Aug. 1944
28 Aug. 1944
Vandaag is Jan er weer. In deze
twee weken heb ik pas goed gemerkt wat het betekent een vriend op het lab te
hebben zitten. En hoe moet ik me wel voelen als ik misschien, in de toekomst
privé ga wonen, en iedere avond alleen ben?
Gisteren heb ik vergeten te
noteren dat een groep Poolse vluchtelingen weer een geweldige indruk op me
gemaakt heeft. Zo’n troep Polen, gedeeltelijk in pelsjassen, met een P op de
borst, allerlei leeftijden door elkaar, mannen voorop, vrouwen en kinderen
daarachter. Helemaal achteraan een paar armoedige karretjes met wat koffers van
de vrouwen. Een troosteloos gezicht. In Frankrijk ziet het er natuurlijk ook zo
uit. En in Holland misschien binnenkort ook.
Gespeeld met het motortje van de
Brabander. Na fabriekstijd naar de kapper. Ik vroeg of hij mijn haar wat wilde
uitdunnen, maar er zat al weinig op vond hij! Wat moet je toch altijd lang
wachten voor deze grapjes, anderhalf uur deze keer. Naar Köp. Gegeten in de
Keiserallee, en daarna naar Roselaar. Jan had geen zin, die is direct naar huis
gegaan na werktijd.
Bij Roselaar kwam ik net voor de
bui binnen, er was een windhoos, en daarna een enorm onweer. Iedereen was
helemaal angstig en ontdaan. Ik werd voorgesteld aan een Hollander, een
timmerman Klein, uit Eindhoven, die voor Roselaar een en ander timmert. Deze
man behoort tot de z.g “Bijbelvorschers” als ik het goed heb. Het is een heel
merkwaardige theorie, die hij er op na houdt. In ieder geval wordt hij alleen
zalig, en niemand anders! Hij heeft een lijst bij zich van bijbelteksten, waar
alles in staat. Al die kerken zijn duivelse instellingen. We moeten direct op
de bijbel staan, enz. enz. Het is een prachtvent en ik heb me kostelijk vermaakt.
Om half elf thuis. Slaperig en
moe.
Utrecht 21 Augustus 1944 van Mams : Alle brieven en kaarten zijn er, keurig netjes in orde. Géén dubbele nummers.
Utrecht 21-8- ‘44
Mijn lieve Oos,
Vanmorgen om half negen heb ik
het opschrift boven mij brief gezet, en nu is het kwart voor tien ’s avonds. Om
10 uur komt Corry de tafel klaarzetten, dus kan ik nog maar een klein
ogenblikje schrijven. Toen ik vanmorgen begon dacht ik: eerst even de laatste
kaarten en brieven overlezen. Ik ben bij No 90 ongeveer
begonnen en daar wij 106 hebben (en 107 vanavond) is al den tijd dien ik
beschikbaar had aan lezen heengegaan. Alle brieven en kaarten zijn er, keurig
netjes in orde. Géén dubbele nummers (je dacht dat je 95 dubbel had genummerd,
maar dat is niet waar) en niets ontbreekt. Het valt mijn erg mee. Dus de witte
jas is aangekomen, maar hoe is ’t nu met de sleutel? Heb je die niet gevonden,
in de zak van de jas? In mijn vorige brief schreef ik je den inhoud van ’t
verbrande pakje, zooals ik het gestuurd had. Nu heb ik bij één van de pakken
een dictaatcahier er bovenop gelegd en niet genoteerd, daar het pak al dicht
zat toen de kaart kwam waarin je er om vroeg. Het zat dus òp de doos en ònder
het pakpapier dat er omheen zat. Maar ik weet niet meer in welk pak dat gebeurd
is. Nu zal ik er nog maar een sturen. Deze
Verleden week stuurde ik nog een berichtje voor Gr.père, maar zou hij het ooit
nog krijgen? Ik heb ’t idee dat het niet lukken zal en dat wij gescheiden zijn.
Als nu Tante Olga hem maar bereiken kan! Anders is ’t heelemaal hopeloos. Maar
ik was toch blij met de berichten van hem van 7 Juli. Het leek mij dat hij het
betrekkelijk goed maakt. De appelen hebben dus toch wel geholpen. Fijn dat de
Aplona eindelijk aangekomen is. Ik heb de boeken uitgezocht en Paps neemt het
part van J. de B. morgen mee. Zaterdag en vandaag (Maandag) heeft hij nog
vacantie gehouden en is dus niet naar A’dam geweest. Het boek over de Raketten
heeft hij gelezen, zooals je wel begrijpt. Wij vonden de berichten van Gr.père
echt interessant. Wij hebben nog steeds erg mooi weer. De zwemmers gaan iedere
dag er op uit en spartelen in een plas die ontstaan is door het wegzuigen van
zand. Het water is er zoo helder als in Anecy. Gek hè? En ’t is wel 10 m . diep. Zij hebben ’t
gepeild. Terwijl zij zwemmen zit ik wel eens met Petertje aan de kant. ’t Is
een leukertje, die Petertje! En een guitige oogjes! Zij doet erg haar best om
te praten. Als een voertuig veel lawaai maakt roept zij heer hard “Trein!” Je
ziet dus dat zij aardig bij is. Wij maken het verder hier best. Zien smachtend
uit naar het eind van de oorlog. Jij zeker nog harder! In je briefkaart 107,
die wij vanavond kregen, schreef je over vervelende maatregelen. ’t Zal wel zoo
zijn dat de laatste loodjes het zwaarst zullen wegen. Maar lieve jongen, houd
je maar taai en geef de moed niet op, hoor. Je hebt je al die tijd zo goed
gehouden, nu die laatste loodjes ook maar torsen zonder den moed te verliezen.
Ziezoo, ’t is al 1 min over
tien en ik zit op mijn knieën te schrijven, dus zal ik er maar uitscheiden.
Morgen weer even verder. Mr Fischer heeft hier waarschijnlijk geen telefoon
meer. Zijn tante gaf ons tenminste een briefje dat hij je gesproken had en dat je
’t goed maakte. Prettig dat je daar zoo gezellig gegeten hebt en dat hij je zo
goed op de hoogte houdt van alles hier. Dag lieve, lieve Oosje! Een heel
stevige pakkert van je oude
Moes.
Dinsdagmorgen: Daar zou ik nog vergeten te zeggen hòe lekker
het spek gesmaakt heeft! Deze keer rauw op de boterham gegeten. Heb je nu wel
een beetje voedsel vooruit? Of kun je bergen? Ik zal maar weer eens een paar
blikjes sturen. Die kun je dan bewaren.
27 augustus 2019
Zondag 27 Augustus 1944 Oos : Erg gezellig maar Jan vond dat de resp. papa’s er bij moesten zijn!
27 Aug ‘44
Zondag morgen. Vergeefs een tijd
gewacht voor kaarten v.h. Operahaus. Jan komt nog met twee kaartjes voor me
thuis, Dinsdag en Woensdag kan ik nog naar de schouwburg, en dan is het uit.
’s Middags naar het theater i.d.
Saarlandstrasse, naar Prinzessin Turandot. Het is een parodie op het
toneelwezen uit vroeger jaren, waarin alle fouten belachelijk gemaakt worden. Werkelijk
grappig. Het prettige was vooral dat het in de zaal lekker fris was, iets wat
erg meetelt op een warme dag. Na afloop met Jan gegeten in het Operahaus. Erg
gezellig maar Jan vond dat de resp. papa’s er bij moesten zijn!
Vroeg naar bed. Natuurlijk alarm!
{Hier vermeldt Jan alleen dat er een half uur alarm geweest is. Helaas niet hoe laat.}
26 augustus 2019
Zaterdag 26 Augustus 1944 Oos : Hoe onbelangrijk deze gebeurtenissen ook mogen zijn, voornamelijk hieraan is die haat te danken.
{Alarm 135 van 00:00 tot 00:55 en 's avonds 136 van 23:15 tot middernacht}
Zaterdag
Erg slaperig, gisterenavond wel
vroeg naar bed, maar vannacht weer een uur alarm. Op de WC weer tweemaal
ongeveer een uur gesuft. Toch prettig, maar echt slapen kun je niet. Nu de AT
verhuisd is, is het erg rustig, er is geen mens, maar nog steeds loopt het
water niet overdag, zodat het stinkt.
Ik zit op het ogenblik dat ik dit
schrijf, te slapen over mij dagboek, het hoogst bereikbare ideaal bij de AEG,
slapen en privé werk in één.
Gisteren een aardige brief van
Lily, hoe lang zal het in Godnaam duren voor we weer naar huis kunnen? Soms kan
ik zo ontzettend naar huis verlangen, dat ik er beroerd van word. Wat leven ze
daar nog ongestoord en wat zal het een heksenketel worden als de oorlog ook
dáár komt.
Na thuis even snel wat gegeten te
hebben, als een haas naar Nikolassee, om te zwemmen en te zonnen. Ik ben wel
aardig kapot van al dat late naar bed gaan. In de Schlachtensee heerlijk
gezwommen en een uurtje uitgerust. Het was er heerlijk, maar het water was nu
niet bepaald helder.
Bij Borris is alles weer als van ouds,
heerlijk rustig en gezellig. Wat hebben die mensen een prachtige sfeer om zich
heen. Fr Wunsch is weer terug van een vacantiereis naar de Bodensee. Voor
Borris betekent de laatste “Arbeits einsatz” de genadeslag. Nu valt alleen nog
te hopen dat hij niet te slecht terecht komt. De voordracht was zeer
interessant, de variaties van Reger op Mozart en de 8e Synphnie van
Brüchner vormden de hoofdschotel. Op de piano is de muziek van Brüchner veel
begrijpelijker. Waarschijnlijk is dit de laatste voordracht, en we namen allen
met bloedend hart afscheid. Na een biertje buiten op een terrasje hebben we de
tocht naar huis weer aanvaard.
In de trein stapte een jongeman,
lid van het gezelschap en trouw bezoeker aan de voordrachten van Borris, in de
zelfde coupé. Het is een aardige vent, die ik graag beter zou leren kennen,
maar Jan en Hans vinden dat je zo iemand niet in het lager kunt uitnodigen. Ik
persoonlijk trek me niets van de anderen aan, wat dat betreft, maar ik geef toe
dat het wel een eigenaardige indruk zou maken.
Alarm; naar het Stad Bahnhof omdat
ik een voorgevoel had dat er veel kwam. De mensenzee, met huilende kinderen en
angstige grootmoedertjes is weer even afschuwelijk als altijd. Vannacht komt er
nog bij, dat er soldaten staan. In gelid. De mensen willen natuurlijk langs de
enige plaats waar wat ruimte over was, vóór de troep langs. Daar begint me de
baas van dat zaakje toch te schelden dat het verschrikkelijk is, en gooit ten
slotte een oudere dame tegen de grond. Het publiek was verontwaardigd. Een
kwartier later stond een juffrouw naast me nog steeds te schelden. Ik zelf
voelde op dat moment zo goed als nooit te voren, waar die grote haat toch wel
vandaan komt. Hoe onbelangrijk deze gebeurtenissen ook mogen zijn, voornamelijk
hieraan is die haat te danken.
25 augustus 2019
Vrijdag 25 Augustus 1944 Oos : Heel erg is het, dat er in Parijs straatgevechten zijn. Daar gaat die prachtige stad ook nog kapot.
Alarm nr 134 van 12:45 tot 13:30
25
De AEG brengt ondertussen een ABC van goed werknemersgedrag uit. Jan vindt enkele versjes de moeite waard om in zijn dagboek te plakken.
25
Of er vandaag wat te melden valt?
Heel veel zelfs. Ten eerste is de krant van vandaag een grote verrassing:
ingevoerd wordt de 60-urige werkweek voor kantoorpersoneel, alle theaters en
opera’s worden gesloten, uitgevers worden gesloten enz. enz. Er blijft niet
veel meer over om van te genieten.
Verder gaan er verhalen over
Frankrijk, dat de zuidelijke landingstroepen doorgestoten zijn naar boven, de
Rône langs, tot aan de Zwitserse grens. Heel erg is het, dat er in Parijs
straatgevechten zijn. Daar gaat die prachtige stad ook nog kapot, het is gewoon
om te huilen.
Op de WC een uurtje geslapen. In
het Troperaum durf ik niet meer, nu Rieß terug is. Alarm, maar er gebeurt weer
niets.
Hans informeert naar mijn zedelijk gedrag,
omdat ik al twee dagen alleen laat thuis kom!
Jan heeft aardappels voor me
gekookt, ik maak jus, en bak wat spek, en eet me daarna rond. Boven over de
toestand gesproken en zo en daarna wat uitgerust op bed. Ik heb enorme slaap,
en Japie heeft natuurlijk zijn speelavond op de piano. Het halve lager zit er
omheen, te bewonderen. Tap verzorgt het slagwerk. Die jongen begint me te
irriteren. Eerst komt Edzard me aan mijn voeten kietelen. Een poosje later
Paans, en daar word ik me toch boos … zo boos dat ik de man werkelijk
uitscheld. Later blijkt dat hij dacht origineel te zijn, en de anderen niets
gezegd hadden!
Eckert zegt vandaag, dat de
toestand “miess” is, en dat hij denkt dat het 5 minuten voor 12 is! In de VB
heeft gestaan dat de oorlog met grote schreden zijn einde nadert. Jüngling
heeft een conferentie meegemaakt in de TRO en is erg pessimistisch.
Hoe lang nog? Nog een nieuwe
arbeidskracht is er bij gekomen: een masseur, D, die “eingesetzt” is. Hij denkt
dat het niet lang meer kan duren. Zelf schat ik
……ja, wat schat ik eigenlijk. Sinds vanmorgen is Roemenië ook al
afgevallen, het kan dus hard gaan, maar zal dat ook gebeuren, of duurt het ook
de winter door nog? Ik schat: Nov. Dec.
In de schuilkelder een vrouw die
zin voor zin en woord voor woord de propaganda lectuur zat af te draaien. Wat
een prestatie om iemand zo ver te krijgen. Een oud strijder van 14-18 liet wel
merken dat hij het er niet mee eens was, maar erg voorzichtig. Het zou toch nog
wel 1945 worden dacht hij, voor de oorlog afgelopen was.
De AEG brengt ondertussen een ABC van goed werknemersgedrag uit. Jan vindt enkele versjes de moeite waard om in zijn dagboek te plakken.
Utrecht 18 Augustus 1944 van Lily : Ik had natuurlijk mijn boterhammetjes bij me, en ik kreeg een …..ei! Hoe vind je dat?
18 Aug 1944
Lievenoos,
Daar begin ik maar weer en
epistel; eindelijk heb ik mijn evenwicht weer een beetje teruggevonden, nadat
ik noodgedwongen een paar dagen rust heb moeten houden, omdat ik zo verkouden
was dat ik 2 à 3 dagen geen woord uit kon brengen omdat ik zo hees was. Zo’n
gekke verkoudheid heb ik nog nooit gehad. Ik dacht dat ik er minstens een
bronchitis aan over zou houden, maar nee, ’t zat alleen maar in mijn
stembanden. Overigens vervelend genoeg, als je de week daarop; moet zingen. Wonder
boven wonder kan ik nu al weer enig draaglijk geluid voortbrengen, tot aller
grote vreugde. Want de anderen zagen zich al het plezier van zelf niets te doen
en naar een ander te zitten luisteren door de neus geboord. Ik vind ’t toch
maar griezelig, ondanks ’t feit dat mijn stem de goedkeuring van enkele gekend
critische lieden weg kan dragen, o.a. mijnheer Milius en Piet L. die beiden
kort maar afdoende in hun beoordeling van stemmen zijn! (Brrr. Ik krijg de
bibberatie als ik er aan denk dat ik voor een kamer vol mensen sta te galmen.
Je ziet dat ik ondanks ’t feit dat ik ’t al meer gedaan heb, de plankenkoorts
nog niet te boven ben).
Ik weet eigenlijk helemaal niet
meer wat ik in mijn vorige brief geschreven heb, zodat ’t vrij moeilijk wordt
om niet 2x het zelfde of 2x helemaal niets te schrijven! Vandaag hebben Arike
en ik + nog 2 andere meisjes heerlijk gezwommen bij ons vroegere weitje. Het
water wordt wel vies, hoe het komt mag Joost weten maar er drijft petroleum op,
weinig wel is waar, maar toch genoeg om je te verbazen. Maar het klaverveldje
is nog altijd even heerlijk om op te liggen zonnen.
Ziezo lievenoos, nu zal ik toch
eens proberen om in een ruk dit epistel af te schrijven het is al zo lang
heerlijk weer, iedere dag zijn we gaan zwemmen in de poel bij Vechten, een
goddelijk natuurlijk aandoend meertje met helder groen water en wilgen langs de
kant, met overal kleine zandstrandjes. Jammer genoeg is het wel 20 min. fietsen
voor je er bent, maar dat moet dan maar, zolang het nog kan. Wat intens zielig
van die Belg die in de Spree verdronken is. Zo zie je alweer dat een
mensenverstand maar heel weinig bevatten kan, want waarom nu juist hij, die zo
goed leefde? Maar zulke dingen zie je tegenwoordig toch dagelijks, hier net zo
goed, al is het dan niet altijd door ongelukken dat ze gebeuren. De wereld is
stampvol problemen, en hoe harder je er over na gaat denken, hoe verder je in
de knoop raakt. J.l. Vrijdag ben ik naar A’dam geweest, naar Fransentje voor
mijn werk. Ik moet linguïstiek, omvattend vulgair Latijn en verder Frans, en
litteratuur doen. Voor mijn candidaats hoef ik maar 2 tentamens te doen:
litteratuur en litt. geschiedenis. De linguïstiek komt pas weer bij het
doctoraal op de proppen. Het diploma A dat ik heb, = klein candidaats + opstel,
dat we bij het klein cand. Niet hoeven te maken. Je ziet dat ik al een heel
eind ben met al die vrijstellingen. Ik ben vol goede moed. Vind je ’t niet
leuk?
Na Fransentje ben ik bij de v.d.
Heides koffie gaan drinken, ik had natuurlijk mijn boterhammetjes bij me, en ik
kreeg een …..ei! Hoe vind je dat? In geen jaren heb ik meer zoiets geproefd.
Roelof was thuis, en ’t geheel was reuze gezellig. Pa kwam half 2 pas, Henk zat
natuurlijk in Rotterdam in het Coolsingel ziekenhuis waaraan hij verknocht is.
R. zag er goed uit, hoewel hij afgekeurd is. Hij had een veel dikker gezicht
gekregen. In hun buurt staan verspreid over een breedte van zes flats, 9, zegge
negen, piano’s die allemaal “bespeeld” worden door mensen die nooit de moeite
nemen iets in te studeren. Niet om uit te houden lijkt me. Desondanks vond ik
het zo gezellig dat ik pas om kwart voor 4 vertrokken ben. Mevrouw is toch zo’n
gezellige dikkerd. Toen ze hoorde dat ik geslaagd was (ze hadden niet durven
informeren natuurlijk, zoals zoveel mensen!!) was ze zo blij dat ze gewoon
stond te huppelen, het was om je een ongeluk te lachen. Het doet je zo goed als
je merkt dat de mensen echt en heuselijk blij zijn. R. had natuurlijk verhalen “à
n’en plus finir” over Breslau. En je moet natuurlijk de groeten hebben van de
hele familie. Terug in de trein was ’t natuurlijk weer snikheet. Gelukkig is er
niets gebeurd, geen beschietingen e.d. iets waaraan je maar niet denken moet
als je eenmaal in de trein zit. Ik doe het dan ook nooit, maar ga ook nooit in de
trein als het niet echt nodig is. De Zaterdag daarop heb ik dan toch definitief
gegalmd en ’t ging wel goed, er was tenminste een algemene stemming voor een
toegift, hoorden we later, maar er was niemand zo actief om ’t meteen te
zeggen, zodat paps al aan ’t afscheidsspeechje was voordat er activiteit in die
richting aan de dag gelegd werd. De rest van het ensemble was buitengewoon
ingenomen met dit succes, en laat me nu niet meer los: “Ik zit er aan vast,
daar gaat niets van af”. De volgende keer doen we iets voor piano celen sopraan
van Berlioz. De eerste repetitie daarvan is in ‘t water gevallen, zou
eergisteren plaats vinden, maar de pianist liep met een in zeer dik verband
gewikkelde arm rond, en been idem idem omdat ze van mijn fiets gevallen was. Gezien
het feit dat bijna niemand meer telefoon of fiets bezit wordt het afspreken
iets buitengewoon vermoeiends, dat kun je je voorstellen temeer daar de lieden
in kwestie ook bijna nooit thuis zijn. Piet en ik zijn de enigen die nog
telefoon hebben, dat is één aanknopingspunt, en ik heb nog een fiets, de
cellist zo nu en dan, als zijn banden zo gewillig zijn om 10 minuten lucht
binnen te houden, maar meestal strandt hij halverwege, en Pit steelt zo nu en
dan die van zijn pa, omdat zijn vehikel een maand geleden gestolen is, iets
waarover je niet eens meer verontwaardigd hoeft te doen want dat zou werkelijk
al te vermoeiend worden. De 2 pianisten noch fiets noch telefoon, je ziet, ik
ben nogal goed bedeeld van aardse goederen vergeleken bij de rest.
Ad den Besten is net nog even
geweest, ik vind hem een griezelige vent. Je pak is gearriveerd, met de boeken
van Jan de Boer en ’t boek voor zijn pa. Een reusachtig leuk idee van jullie!
Nu Oosel ik moet nu maar ophouden want straks ga ik weer zwemmen en deze brief
moet naar de post, ik moet naar ’t distributiekantoor en nog allerlei andere
boodschapjes doen ik heb ’t tegenwoordig druk als een ventje. Wanneer kom je
nou terug??? In ieder geval vóór volgend jaar dat weet ik wel. Groetjes een de
anderen, en kus van je zus.
Lily
P.S. Alles uit het pakket was er, ook het spek. Dank dank,
wat zullen we er van genieten, ik denk nog aan de vorige keer, wat was dat
lekker!!
Ik moet je de groeten doen van Ad en van Chips. Hij (Chips)
is wel weer eens in een gekke bui, al wordt hij de laatste tijd wel erg
oudeheerachtig. Is het bij jullie ook zo warm de laatste tijd? Ik heb een
vulling in een kies die piept (de vulling) erg lastig als je eet. Paps zegt dat
’t wel mooi uitkomt omdat ik toch zo muzikaal ben maar dat is alleen om me te
plaaagen! Ik word melig. Dag schattebout tot schrijvens. Ik ga een mooie kiek
van me laten maken dan kun je zien hoe ik er goed uitzie. Lily
24 augustus 2019
Donderdag 24 Augustus 1944 Oos : Avonden als deze kun je toch niet te vaak organiseren, totale kosten 15 Mark pp!
24
Jan vindt vandaag heel andere dingen belangrijk, maar hij was ook "ziek":
Alarm, om een uur of half twaalf. {nr 133} Het ziet er gevaarlijk uit maar het valt nogal mee, er gebeurt niets. Met Fr
Kuschel in de kelder de verschillende types in het lab bekritiseerd.
24 Aug.
De dag van vandaag is weer eens
vermeldenswaard, door de zeer typische gebeurtenissen. Om een uur of half tien
komt plotseling Nowak binnen, terwijl ik net bezig ben een nieuw inlegzooltje
voor mijn schoen te maken. Erg vervenend, Fr Schulz en Eckert staan toevallig
bij me te praten. Maar er wordt weer niets gezegd, en Nowak interesseert zich
alleen voor een tafeltje en een waskom. Er worden mensen bij elkaar getrommel,
Roll, de Italiaan, de Pool, en ik. Verder nog het Russinnetje (Staporskaja) van
het Lak-lab, en de twee Russinnetjes van Reuss. Rieß gaat ook mee, alles om een
kamertje voor Frau Plichter in te richten. Ik moet met Nowak mee lopen naar
voren, en hij is weer vertrouwelijk, klopjes op de schouder en zo. Eerst gaat
het over het kamertje dat hij tot zijn beschikking kreeg. “Ja, dat moet je dan
direct bezetten, anders gaat er een ander in zitten, en dan ben je het kwijt!
Dat zijn de methodes bij de AEG”. Daarna komt het gesprek op mijn kamer, mijn
privé wonen. Brunholl (?) de directeur v. het KWO heeft dit briefje twee weken
laten liggen. “Ich verstehe das nicht, die kümmern sich umjeden Scheißdreck,
und so etwas lassen die einfach liegen!” Mijn belangrijke aangelegenheden
blijven dus liggen. Hoe ver je een mens als Nowak toch wel krijgen kan met een
beetje geschikt, handig redeneren en handelen. De Jood in hem is wel ontwaakt,
ik begin op Maarten te lijken! Dan wordt er verhuisd, een kast wordt een
verdieping hoger gebracht, en nog wat stoelen en tafeltjes. Als het grootste
gedeelte boven is wordt ik bedankt en weggestuurd. Een intermezzo gaf het
“geval” van de schrijfmachine van Fr Plichter. De machine is de tijd dat ze in
Chm E zat niet nodig geweest, en in de kelder gezet. Een andere afdeling heeft
die toen “zolang” gebruikt, eerst met de belofte later natuurlijk alles terug
te geven. Maar……ondertussen stelde deze afdeling zich met Huter in verbinding,
en die gaf toestemming het ding verder te houden. Nowak heeft nu het nakijken,
al zal hij zich wel niet gewonnen geven en moord en brand schreeuwen.
’s Middags is het weer erg warm,
te warm om iets te doen. Bovendien heb ik slaap, maar nu Rieß er weer is wil ik
in het Tropenraum gaan slapen.
’s Avonds met Jan uit. Eerst wat
gegeten in Zum Spaten, en daarna naar de Zoo, waar we in “Femina” erg deftig
gezeten hebben. Het was net of we in Savoy zaten in A’dam. Het is echt een
nette tent, aardig omzichje en een paar juffrouwen, die zo nu en dan hun benen
en borsten laten zien, al zijn die niet altijd even goed gevormd. We hebben
zwaar geboomd, en waren het er over eens dat er gauw een eind moet komen aan de
oorlog. Avonden als deze kun je toch niet te vaak organiseren, totale kosten 15
Mark pp!
Jan vindt vandaag heel andere dingen belangrijk, maar hij was ook "ziek":
Donderdag 24 Augustus 1944.
Vanmorgen wilde
ik met Herman Frederiks naar de Zoo gaan. Toen we er echter kwamen bleek dat
het geval slechts ’s middags van 3-8 open was. Onderhand bleek dat het alweer
“dicke Luft” was, en daar Herman niet zo nonchalant op dat punt is als ik, liet
ik me om half elf meetronen in de groote flakbunker aan de Zoo. Dat zijn
complete vestingen! Ik zal het nooit vergeten hoe zoo’n ding er van binnen
uitziet. De begane grond verdieping is enorm hoog, en door allemogelijke
tussenmuurtjes ingedeeld. Op de vier verdiepingen zijn de schuilplaatsen. Langs
de wanden liggen kamertjes voor de luchtafweerdienst en in de hierop volgende
gangen worden de menschen ondergebracht. Ik schat dat er een 1500 menschen in
gaan. In het midden zijn weer dienstvertrekken en heelemaal in het centrum zijn
een aantal groote liften met een trappenhuis. Een enorm aantal diensten is er
ondergebracht, o.a. de staatsmusea, de Reichsbauinspektor der Reichshaubtstadt,
en een aantal scholen (gymnasia). Die hebben zelfs een eigen docentenkamer bij
een luchtaanval! Verder zitten er voor de luchtwachtdienst een complete meubelmakerij
en een broodbakkerij met cantine in. Alleen de luchtverversing is slecht. Het begon
er zoo tegen half twee knap benauwd te worden. Ook de ontruiming duurt lang,
vooral als je op de vierde etage zit. Het ding is voor de gewone bommen
absoluut safe, maar of het tegen de 6-tons bommen die ze onlangs tegen de onderaardsche
duikbootbasis in l’Orient gebruikt hebben, bestand is, staat te bezien.
Deze Flak-bunkers zijn eigenlijk een schoolvoorbeeld van vuile oorlogsvoering. Luchtaanvallen op de luchtafweerstelling op het dak, een legitiem militair doel, kan worden uitgelegd als een aanval op een burgerschuilkelder er onder, geen militair doel. In geval er zo'n 6-tonner, bedoeld voor de geschutstelling, door het dak breekt en daar onder af gaat vallen er vele honderden burger doden!
Helemaal onschendbaar waren ze niet, maar wel gevaarlijk voor de geallieerden.
23 augustus 2019
Berlijn 23 Augustus 1944 Brief 113 Jullie weet dat ik het “idee fixe” heb, dat ik met de fiets naar huis zal moeten.
113
23 Aug. 1944
Lieve P.M. en L.
Hoewel 113 een beroerd getal is,
en anderen beslist direct 114 geschreven zouden hebben, wil ik dit
ongeluksgetal zelfs met een lange brief bekronen. Ik geloof dat ik meer te
vertellen heb dan de vorige week. Allereerst dan de Vrijdagavond, een
Spreekrans avond waar we veel gehoord hebben over de Oekraïne en de bewoners
van dit veel omstreden stukje van de aarde. Na afloop van de voordracht hadden
we allemaal het gevoel van: wat hebben wij daar toch altijd rustig geleefd in
Holland. Zo nu en dan eens een zeeoorlog en verder niets. Als je dat vergelijkt
met de bewoners van de Balkan, Polen enz. enz. dan kun je je wel voorstellen
dat het geestelijk peil daar lager moet zijn dan bij ons. En wat hebben wij
altijd maar weinig gehoord over deze volken. Het was een zeer geslaagde
voordracht, en we hopen dat we nog meer dergelijke sprekers te pakken kunnen
krijgen.
Zaterdag heb ik een héél bijzonder
genoegen gehad. Jullie weet dat ik het “idee fixe” heb, dat ik met de fiets
naar huis zal moeten. Nu heb ik sinds Mei 1943 geen fiets meer in mijn handen
gehad, en het zou dus wel bezwaarlijk worden naar huis te fietsen in een paar
dagen. Op het lab waar ik werk was iemand bereid me een middag een fiets af te
staan, en daar ben ik direct op in gegaan. Jullie kunt je niet voorstellen wat
dat betekent, als je na meer dan een jaar plotseling weer een fiets onder je
hebt! Ik was wild van vreugde, dat kun je je voorstellen, en ik ben meteen
maar, op Zaterdagmiddag, tachtig kilometer gaan fietsen. Ik geloof dat ik die
jongen eeuwig dankbaar blijf voor dit gebaar. De omgeving is hier nog veel
prachtiger dan ik wist, omdat je met de fiets op plaatsen kan komen waar verder
geen mens is. In ieder geval kom ik best thuis als het moet, ik heb zelfs geen
spierpijn gevoeld de volgende dag.
Zondagmiddag heb ik met Jan
Egberts en de andere bewoners van Herzberge in de zon gelegen om wat bruiner te
worden. Jan heeft nog nooit zo’n lekker bruin kleurtje gehad als nu, hij werd
in Holland nooit anders dan sproeterig. Ik ben nog maar bleekjes hoor, ik kan
ook niet iedere dag in de zon liggen.
Zondagavond ben ik nog even bij
Kees geweest. Die heeft me daar een week vacantie gehad, en is een vriend op
wezen zoeken die ergens in het Sudetenland werkt. Het is en prachtig in de
bergen, en je voelt je er best, net als in vredestijd, behalve dan dat de
tegenstelling Tsjech – Duitser er een zeer onaangename sfeer schept. Kees zag
er best uit, het doet toch wel veel goeds, een weekje vacantie. Ik zal zelf ook
nog eens een poging wagen. Gewoon verlof zal wel niet doorgaan, maar een paar
dagen in Berlijn vrij rondlopen is toch ook niet te versmaden.
Maandagavond zijn Kees, Jan
Egberts en nog twee Herzbergenaren op bezoek geweest bij mij, in het lager. Die
leven daar als prinsen in een ziekenhuis, en weten helemaal niet wat er verder
te koop is in de wereld. Ik heb pannekoeken gebakken en bier geschonken, voor
deze bijzondere gelegenheid, want we spreken bijna altijd af dat we in
Herzberge bij elkaar komen. Het was erg gezellig.
Gisterenavond was er weer
Spreekrans, Brautigam, een nieuw lid in het gezelschap, wist ons het een en
ander te vertellen over de waardevastheid van het geld. Erg geslaagd was het
niet, maar het kan ook niet altijd goed zijn. Zo, jullie ziet al weer dat er
hier geen dag voorbij gaat, of we hebben iets belangrijks te doen. Vanavond ga
ik zwemmen, daar is ook je avond mee gevuld.
We hebben vanmiddag een nieuwe
arbeider gekregen, die uit Warschau komt. Volgens zijn zeggen kan er op het
ogenblik daar niemand meer wonen. De bevolking is gevlucht en hierheen
getransporteerd. Ik ben werkelijk bang dat de Hollanders hier ook nog eens
onder dergelijke omstandigheden komen te zitten.
Ik heb brieven ontvangen van mams van 8 Aug. en van Paps van 11 Aug. Over het lager zal ik maar geen
bijzonderheden vertellen, hoewel jullie er om vragen, het is er gezellig, maar
daar is alles mee gezegd. Ik ben blij dat het bij jullie altijd nog goed gaat,
en dat de oorlogsgebeurtenissen voorlopig ver weg zijn, al kan dit iedere dag
veranderen. Heeft Mams de brieven van Gr.père gevonden? {deze zijn kennelijk verloren gegaan} Het zijn de laatste die
ik ontvangen heb. Gr.père zit dus nog steeds in de bergen. Hoe is het mogelijk
dat mams nu al denkt aan het vertrek van haar dienstbode. Daar zijn we nog ver
vanaf hoor, ook al loopt de oorlog morgen af. Ik verwacht trouwens dat er na de
oorlog wel niet voldoende werkkrachten vrij zullen zijn om ook nog luxe
instellingen als dienstbodes in stand te houden. Maar ik zal je wel helpen
hoor! Al zal het jullie niet meevallen aan mijn keuken te wennen. Aan het opschrift “Geen gehoor” heb ik niet meer gedacht, Mams, maar als ik weer thuis
kom plak ik er wel wat overheen hoor! Wat een vooruitziende blik heb ik gehad
met dat opschrift, niet?
24 Aug.
De laatste dagen is het erg warm
geweest, gelukkig gaat het vandaag wat beter. Ik denk er over een week vacantie
te nemen, dat gaat tegenwoordig weer. Al mag ik dan Berlijn niet uit.
Veel liefs
Oswald.
Woensdag 23 augustus 1944 Oos : Op zijn propriété wil hij een windmolen zetten! Het is precies Grandpère met zijn fantasieën!
23 Aug.
Jan :
De Italiaan is weer terug. Hij is
een beetje ziek geweest. Spierpijn in zijn rug. Het is toch een zeer merkwaardige
figuur. Een typische Italiaan, met zijn br??enens, zijn kale hoofd met aan de rand
een barrière spierwitte haren. Wat heeft die man het toch moeilijk. We praten
wat over Holland, en hij vraagt me direct wat een windmolen kost. Op zijn
propriété wil hij een windmolen zetten! Het is precies Grandpère met zijn
fantasieën! Hij nodigt me nog eens uit in Italië te komen, en ik nodig hem uit voor
een tochtje door de nieuwe gebieden in de Zuiderzee. Als deze man het einde van
de oorlog maar overleeft. Dat geldt trouwens voor ons allemaal. Hé, wat heb ik
weer een pestbui vandaag.
Om een uur of twaalf komt Meinecke
met een nieuwe arbeidskracht aanzetten. Het blijkt een Pool te zijn uit
Warschaw. Alles is er kapot, verbrand. De gehele bevolking is naar D. gebracht!
Zo hadden de Hollanders ook hier kunnen komen. Dankzij de “goede Nederlanders”
die ook wel voor een revolutie gezorgd zouden hebben. Dat krijg je ervan. De D.
hebben kennelijk de stad met de grond gelijk gemaakt toen er opstand kwam. Het
Russ. front was dan ook maar een tiental km van de stad af op dat moment, zodat
het begrijpelijk is dat er opstand kwam, en ook dat er zonder pardon een einde
aan gemaakt is. Hoe de toestand op het ogenblik is, of er nog gevochten wordt
en zo, daarvan weet ik niets. Er heeft alleen in de krant een groot stuk over
de toestand gestaan, dat ik niet gelezen heb.
Verder niet veel gedaan. ‘s Avonds
met Helga, Werner en Godeliefje naar Grünau, zwemmen. Gezellig, het is ook erg
prettig weer eens te zwemmen. Vrij laat thuis, half twaalf in bed. In het
Steff. Bahnhoff zaten de mensen weer te wachten, omdat er één of twee
vliegtuigen boven D waren. Geen alarm.
Jan :
Woensdag 23 Augustus 1944.
…
’s Middags heb
ik Fred eens opgezocht. Die was juist in een ontzettend nijdige bui, daar hij
zooeven een pakketje van huis had gekregen, waarin o.a. peren zaten, die
natuurlijk aan het rotten waren geslagen. Alles was dik beschimmeld, zelfs de in
cellophaan gepakte drie-in-de-pans. En zijn kunsthoning was geheel uitgevloeid
natuurlijk.
…
22 augustus 2019
Dinsdag 22 Augustus 1944. Oos : Wanneer zijn we nu eens eindelijk klaar met dat ge-oorlog. Wat gaat er toch een hoop verloren.
22 Aug
Jan {de Boer} is nog steeds ziek. Hij heeft absoluut geen zin om te
gaan werken! Het bevalt hem uitstekend thuis. Voor mij is het ook wel prettig,
wat koken en boodschappen betreft. Op de fabriek is het vervelend. Ik kan niet
meer douchen, en vooral bij deze hitte verveel ik me. Ik weet werkelijk niet waar
ik moet blijven van de warmte. Het is hinderlijk, maar waar.
De herrie van gisteren, wat
betreft Ziegenhagen is weer bijgelegd, en Hoffmann is de kwade pier die bij
Nowak heeft gekletst. Enfin, mijn positie loopt nog geen gevaar, voor zover ik
kan beoordelen, maar het kan iedere dag mis lopen.
Het is ontzettend warm. Ik zit
tegenwoordig ‘s middags een half uurtje in het park met Helga. Ik ben benieuwd
of ik er nog wat over te horen krijg, vandaag of morgen. Na werktijd met Helga
naar het station gelopen. Die verhouding loopt langzamerhand naar een crisis
toe. Ofwel ik kruip bij haar in bed ofwel het is binnen kort uit. Het leven
zonder vrouw is niet makkelijk moet ik zeggen vooral niet als het zo lang
duurt, en alle herinneringen aan Holland en zijn vrouwen vervaagd zijn. En als
je dan nog helemaal geen houvast hebt in Holland, dan is het toch maar bar
moeilijk. Maar het is vooral oppassen dat je hier nergens aan vast blijft
zitten. En als het dan nog iemand was als “Dorientje Inselmann” of zo, een
geestelijk en moreel hoogstaand type, een beetje gesloten en wereldwijs, dan
zou het nog gaan. Daarmee zou je de wereld in kunnen. Maar met zo’n doodgewoon
karrepaard als Helga, dat in alle opzichten typisch Duits is, neen, dat is
beslist gevaarlijk.
Vanavond weer eens Spreekrans.
Intreerede van Brautigam. Wat een geklets in het begin. Later werd het beter,
maar op school heb ik toch al betere voordrachten gehoord.
Er zijn weer twee nieuwe bewoners
bijgekomen in onze afdeling van de Invalidenstrasse. Het intieme gaat er van
af.
Nu Jan er niet is op de fabriek,
en op weg naar huis, krijg ik weer van die pessimistische buien. Wanneer zijn
we nu eens eindelijk klaar met dat ge-oorlog. Wat gaat er toch een hoop
verloren, wat wordt er een leed geleden, het is verschrikkelijk. En als je dan,
zoals vanmorgen, helemaal alleen rustig in de 2e klas coupé naar de
fabriek reist, en de zon komt zo over de nog half slapende stad op, dan vraag
je je af wat je eigenlijk doet op de wereld. Een vraag die ik sinds twee jaar
niet meer aan mezelf gesteld heb.
21 augustus 2019
Maandag 21 Augustus 1944. Oos : Alle reten en kieren stop ik vol met formaline, maar het helpt allemaal niets.
Maandag 21 Aug.
Vannacht niet rustig kunnen
slapen, de wandluizen worden bij deze tempratuur onverdraagzaam, en zoeken je
overal op. Zelfs in de kleren die over mijn stoel hingen vond ik een wandluis!
Alle reten en kieren stop ik vol met formaline, maar het helpt allemaal niets.
Het bed stinkt naar formaline en bensol, zelf zal ik ook wel gaan stinken.
Vanmorgen heeft Ziegenhagen hier
weer eens vervelend gedaan. Wat een rot vent is dat, een klikspaan en bemoeial
dat het verschrikkelijk is. Vanmorgen heeft hij staan schelden omdat hier in
onze afdeling niets werd gedaan enz. enz. Alleen de angst opgeroepen te worden
voor de militaire dienst. Dan gaat hij bij Nowak klikken, en dan is hij de
grote man. Ik zal toch op moeten passen dat ik niet te veel tegen hem zeg. Hij
heeft Jan al een keer “verraden”, gezegd dat hij Jan gezien had op Bahnhoff Zoo
op een Vrijdag om 4 uur. Hoe dat wel kon, vroeg hij aan Dietlof. Het mooiste
was dat het om 6 uur was geweest, want ik was er bij en ik had tot 5 gewerkt!
Maar Jan had die dag niet gewerkt, hij kon dus niets zeggen. Het vervelende is
dat je chef zo een merkwaardige voorlichting heeft.
’s Middags wordt het langzamerhand
warmer, totdat we allemaal stikken. Er kan haast niet meer gewerkt worden. Zelfs
het dagboek komt in het gedrang.
’s Avonds, thuis gekomen, na was
afhalen in Köp, aardappels gebakken met spek. Het is in verhouding heerlijk
koel bij ons in het “Gemeinschaftsraum”. Daarna pannekoeken gebakken. Kees komt
en ik bak verder tot het deeg op is.
Merkwaardig, Kees zegt zonder dat
ik er op zinspeel: je hebt hier veel meer vrijheid dan in Holland! Toen ik dat
schreef aan Henk stond ik dus niet alleen kan het wel zijn dat we merkwaardige
opvattingen over “vrijheid” hebben gekregen.
Om negen uur komen Hans v Griffen,
Jan Egberts en Berto v Dijk aanzetten. De pannekoeken haal ik maar niet meer
tevoorschijn. Het is erg gezellig in mijn hoekje. Jan de Boer is naar Roselaar.
Jan Egberts blijkt weer uitstekend op de hoogte met het oorlogsnieuws. Hij doet
ook hele ochtenden niets anders dan de V.B. uitspellen, met de kaart er naast.
Zeist 9 Augustus 1944. van To : Ik ben niet doorgelicht, dus moet ik maar weer een week op mijn bed blijven.
Zeist 9 Augustus 1944
Lieve Oswald,
‘k Zal je maar weer eens
schrijven, hoewel ik denk dat je de vorige maar net gekregen hebt; ik hoorde
tenminste dat ze hem een paar dagen geleden pas op de post gebracht hadden. ‘k
Zal je uitvoerig verslag doen van mijn verjaardag; ik ben zo ontzettend
verwend, ik werd er gewoon verlegen van. ’s Nachts om 12 uur begon het festijn;
de wacht kwam me feliciteren met bloemen en soep; Greetje en Sineke waren eerst
van plan mij ’s morgens vroeg mijn cadeautje te geven, maar omdat we nu toch
eenmaal wakker waren kreeg ik ’t ook gelijk maar; van paps had ik de vorige dag
een pakje gekregen, dat ik de volgende morgen pas open mocht maken; we hadden
’t alle drie al terdege bevoeld en waren tot de conclusie gekomen dat er
chocolarepen in zaten; die hebben we toen ook maar soldaat gemaakt; waarop we
erg lekker geslapen hebben. Om ½7 al weer gewekt, dit maal met thee + beschuit
met suiker + een bloem door ’t oor van mijn kopje. Voor deze gelegenheid werd
mijn bed opgemaakt en mocht ik me dadelijk gaan wassen!! Bij ’t ontbijt geen
pap maar wel een ei! Na ’t ontbijt kwamen alle zusters mij een handje drukken,
ik werd er helemaal verlegen door; daarna zijn we maar gaan kuren om van de
emotie te bekomen. Bij de koffie (om 11 uur) kregen we chocola in plaats van
melk + 2 plakken cake! Onder deze bedrijven door werd ik niet geplaagd; Greetje
en Sineke hadden namelijk afgesproken dat dat voor deze ééne dag wel kon worden
overgeslagen. Om 12 uur mochten we binnen aan tafel eten; de tafel was ontzettend
gezellig versierd; slaatje vooraf en een reuze tros druiven toe. Na ’t eten
kwam dr. Wester uit het K.Z.H. me feliciteren namens alle zusters die ik daar
nog ken met een boek met alle namen er in en een grote bos bloemen. Erg leuk,
want ik had er absoluut niet op gerekend dat ze er aan zouden denken. Na ’t
rusten kreeg ik zo telkens een bos bloemen gebracht van vrienden en bekenden,
ik wist gewoon niet waar ik alles laten moest. En toen kwam mijn bezoek. Arike,
Lily, Kiek, Mams, tante Jeanette Kiers, mevr. Shielter, paps en ’s avonds paps
en de jouwe. Van ’t ziekenhuis schonken ze Perl en den gelijke voor mijn visite
en den kok had taartjes gebakken met mokka er op. Zo verrukkelijk! ‘k Kreeg
natuurlijk de nodige cadeautjes, maar die zal ik maar niet opsommen want dat
wordt zo saai. Van Zr. Valk kreeg ik een theelepeltje, echt snoezig van haar.
Na ’t bezoek hebben we weer aan tafel gegeten. Soep met room er door, puree met
ragout, aardappelen en puree met spinazie en sla van komkommer en tomaat, met
een ei, en toe vla met verrukkelijke compote. Na afloop zijn we een poosje
amechtig in ons bed gaan liggen. Na ’t bezoek ’s avonds, jouw en mijn pa zijn
geweest, kwamen er nog een stuk of wat zusters en directrice, die in hoogst eigen
persoon zich naast mijn bed neerzette en ik in mijn nopjes, dat begrijp je. Er
werd weer cake met limonade rondgedeeld, waar ik maar niet meer van gegeten heb
omdat ik nog zo vol was. Je snapt dat we lekker geslapen hebben na zo’n dag. Ik
had helemaal niet verwacht dat ‘t zo gezellig zou worden,want zolang ben ik
hier toch nog niet. Zr. Valk had zich zo uitgesloofd om ’t zo prettig te maken,
echt leuk van haar. In ’t begin was ik helemaal niet zo op haar gesteld, maar
dat zal wel van vreemdigheid geweest zijn. In ieder geval ben ik nu
buitengewoon gek op haar. Je hebt toch overal wel aardige mensen; in ’t K.Z.H.
heb ik ’t ook zo goed getroffen met de hoofdzuster en hier zijn ze ook engelen.
’t Zal natuurlijk nog wel eens tegen vallen als ‘k weer eenmaal aan ‘t werk
ben. Maar als ze je uitkafferen terwijl je weet dat ze je mogen is ’t toch weer
wat anders dan wanneer je denkt ze je
niet uit kunnen staan. ’t Gaat verder goed met me. ‘k Weet niet wanneer ik weer
doorgelicht word, misschien morgen, misschien volgende week pas.
‘k Heb nog wel vaak een naar en
akelig gevoel in mijn rug als ik een poosje rondgescharreld heb, maar dat zal
wel weer wennen als ik op ben. ‘k Kan er toch wel weer tegenop zien om naar
huis te gaan; niet dat ik het zo fijn vind om op bed te liggen, ik ben natuurlijk
weer heel graag helemaal beter, maar ’t idee dat ik nog niet weet hoeveel
maanden ik thuis moet rondscharrelen, vind ik ontzettend. Je mag niets doen
waar je moe van wordt en ik zit natuurlijk steeds alleen want iedereen heeft
zijn bezigheden; dan word ik vervelend en erger me overal aan. Als je al zo’n
tijd altijd met een heleboel andere mensen samen gewoond hebt en alles met zijn
allen gedaan hebt, is ’t niet geen
pretje om je thuis op je eentje met niets doen te moeten vermaken. Als ik met
Januari weer beginnen mag heb ik n.b. een heel jaar niets gedaan. Dat is ook
eens maar nooit weer! ‘k hoop tenminste dat je me als je terug bent weer goed
en wel, blozend en gezond aan ’t werk zult zien. We hebben hier een
wespenplaag; één nest is er al uitgeroeid, dat had zich gevestigd in de
rouwkamer. ’t Andere moet nog opgespoord worden; ’t zal er wel zijn, want we
hebben in een kopje met bessensap 41 wespen gevangen. En dan moet je weten dat
ik als de dood voor die beesten ben! En nu gaan we alweer eten, gebakken vis!
Je zal wel zitten watertanden bij deze brief; zelfs onze verwaande tongen appreciëren
dat nog en dat zegt wat.
Zaterdag mogen mijn pa en ma bij
me komen eten omdat ik jarig ben geweest. Aardig vind je niet. Nu Oos ik houd
eens op, misschien komt er morgen nog een eindje bij.
Ik ben niet doorgelicht, dus moet
ik maar weer een week op mijn bed blijven. ‘k Word er een beetje vervelend van,
zou er dan nooit een eind komen aan dat ziek zijn. ‘k Schrijf ook maar niet
verder, want ik ben toch niet gezellig en tegen de tijd dat jij dezen brief
krijgt ben ik al weer lang en breed kiplekker en vrolijk. Tot een volgende
keer.
Veel liefs van je
To
20 augustus 2019
Zondag 20 Augustus 1944 Oos : Nu het veld gemaaid is, kun je pas de trechters tellen. Wat zijn hier een bommen naar beneden gekomen!
Zondag (20)
Jan:
Heerlijk uitgeslapen. Blauwe plek
op achterste, en in de handpalmen. Overigens kip lekker. Wandluizen worden
brutaal, met formaline en bensol zijn ze niet eens weg te houden.
Aardappels opgewarmd, met vlees en
jusblokjes. Naar Jan Egberst toe weer de weg “achterom” genomen, langs de
spoorweg. Nu het veld gemaaid is, kun je pas de trechters tellen. Wat zijn hier
een bommen naar beneden gekomen! Heerlijk in de zon gelegen op een
ziekenhuisbed. Dat kan Jan nu iedere dag doen!
Jan gaat “Kultureel doen”. Naar de
Opera “Simone de Boccanegra”. Ik ga naar huis. Eerst wat gegeten in een kroegje
in de buurt van het lager. Daarna naar Kees, die net terug is van zijn
vacantie. Hij heeft het best gehad. Ik ben erg geladen en verdenk hem daarom
ook van grapjes met zijn hospita. Hij gaat met haar naar de bios. Ik ga eens
luisteren naar de Holl. jazz band in een kroeg daar vlak bij. Een mooi geheel!
De nieuwste Eng. moppen worden er gespeeld. Erg warm. Te warm om dagboek te
maken?
Jan:
Zondag 20 Augustus 1944.
Onze
bewegingsvrijheid heeft ook weer een beperking gekregen. Mochten we vroeger ons
over het hele gebied, dat door de S-Bahn bestreken werd, bewegen, nu zijn er
grenzen gesteld.
…
Abonneren op:
Posts (Atom)
Toegift 1945 - 1985
Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...