22 april 2018

Het gezin en het huis

Het gezin en het huis. 

Het gezin waaruit Oos vertrok, bestond uit paps, mams, en Lily, zijn zuster. Verder woonden er: in het souterrain de huishoudster, op zolder het kamermeisje en, eigenlijk in de kamer van Oos, die naar de zolder “verbannen” was, tante Anna een oudtante van Oos die bij het evacueren van de zeereep door de bezetter uit haar huis gezet was. Ten slotte, en dat was met de precaire situatie rond de kruitfabriek niet makkelijk, een Duitse officier, die daar, vanwege de grootte van huis, door de bezetter was ingekwartierd. De kat heette Chips.
Het huis van waar Oos vertrok stond in Utrecht aan de Maliebaan. Een riant herenhuis mag men het noemen. Gasten kwamen er binnen door een porte-brisée voordeur, zeven treden boven straatniveau. Via het halletje, met rechts de vestibule, kwam men op de belle etage met zijn verdiepinghoogte van meer dan drie meter, eerst in een groots trappenhuis. Daar bevonden zich, afgezien van de trappen en de glazen deur naar het halletje, vier deuren die toegang gaven tot: het toilet, de voorkamer, de achterkamer (deze twee uiteraard en suite) en de eetkamer. De keuken bevond zich in het souterrain, waar de huishoudster het eten bereidde, dat dan via een liftje naar de eetkamer ging. Die keuken was wat men anno 2018 een zeer ruime leefkeuken zou noemen maar had een verdiepinghoogte van niet veel meer dan twee meter, net als de rest van het als woning voor de huishoudster en haar man ingerichte souterrain. Aangezien de tuin aanmerkelijk lager lag dan de straat liep men vanuit het souterrain op gelijke hoogte de tuin in.
De tuin was niet bijzonder groot maar er stonden wel wat fruitbomen in. De oudste daarvan was en appelboom die nog bij de boomgaard van het klooster hoorde. De achterzijde van deze boomgaard grensde ooit aan de Maliebaan. Bij de aanleg van het Maliebaanspoor en de bouw van de huizen, was deze boom gespaard gebleven, en gaf, vermoedelijk uit dankbaarheid, ondanks zijn respectabele leeftijd, nog jaarlijks een riante oogst aan “kloosterappels”; zeer geschikt voor het maken van appelmoes.
Aan de achterzijde was, aan de belle etage, een houten serre gebouwd met daarop een balkon voor de slaapverdieping. Deze slaapverdieping had een inrichting ongeveer gelijk aan de verdieping er onder maar was minder hoog en in plaats van het toilet was een eigenlijk opvallend kleine badkamer, met daarin een toilet. De zolder was deels voorzien van een schuin dak, maar in het midden was het dak plat. Op deze zolder waren drie kamertjes afgeschoten, waarvan twee met wastafel, en er bleef nog een riante, als “zolder” te gebruiken ruimte over.
In tegenstelling tot gasten, moesten leveranciers rechts van het gebouw door een smal gangetje hun weg vinden naar de zijdeur, die, ter hoogte van het trappenhuis, toegang gaf tot het souterrain. Dit gangetje was van de straat gescheiden door een poortje dat ’s nachts op slot was, met daarboven een toog die bekroond was met gebroken glazen flessen die in metselspecie vast gezet waren. Dit om personen met verkeerde bedoelingen de gang naar de achtertuin te ontmoedigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...