30 november 2018

Jans kamer wordt weer opgezegd. Zijn salaris klopt weer niet.


Maandag 29 November 1943.
Vandaag weer een mooi staaltje beleefd van de voorkomendheid van de A.E.G. jegens de buitenlanders. Inzake de Kerstgratificatie kwam er een rondschrijven van Neumann, den bedrijfsleider. Van de gratificatie zelf is nog niets bekend notabene. In dit schrijven werden de schefs uitgenodigd de namen op te geven van de buitenlanders die naar hun mening door gedrag enz. enz. enz. niet in aanmerking kwamen voor de gratificatie. Over Duitsers die “Bummelschichte” en dergelijke maken, werd niet eens gesproken.
Vanavond kwam er ineene een donderslag bij heldere hemel voor me: Frau Reimann zegde me per 15 December de kamer op. We hadden nooit iets met elkaar gehad, en dat zei ze zelf ook, maar de oorzaak was, dat ze de lucht van mijn voeten niet kon verdragen.
Er zit nu niets anders op dan dat ik naar het lager ga. Ik hoop alleen in godsnaam dat er in het Angestelterlager plaats voor me is. Ik behoef onder de gegeven omstandigheden niet eens te proberen een kamer te krijgen met 500.000 daklozen.


Dinsdag 30 November 1943.
Mijn salaris over November bedroeg RM 184,49 Die stomme idioten op de administratie hadden natuurlijk vergeten dat ik verhuisd was, en ijskoud de 40 Mark huur bij Gees weer afgetrokken. Het is daar ook altijd wat. Ik heb nu 5 maanden mijn maandloon gehad, en alle 5 maal was er iets niet in orde. Ik heb nog nooit zoo’n stel hersenloze idioten gezien als op de administratie van het KWO.

29 november 2018

Berlijn – 29 Nov ‘43 Brief 21 Een paar seconden later viel er een bom in, de kelder is ingedrukt, de machines van vier verdiepingen liggen er in.

Maandag middag  Berlijn – 29 Nov ‘43
21
Lieve Paps Mams en Lily
Eindelijk kan ik jullie weer eens een rustige brief schrijven. Het was mijn plan dit Zaterdag of Zondag te doen maar daar is niets van gekomen, ik was nog was al te veel onder den indruk van het bombardement. Niet zo zeer van het bombardement zelf, maar meer van de ellende die daaruit voortgevloeid is Vooral het geval van Evert Hissink (een jaargenoot van me, die ik vrij goed ken, Lily kent hem ook wel). Ik weet niet of het in Holland al bekend is, wees in ieder geval voorzichtig met uitlatingen, voor het geval de ouders nog niet op de hoogte gesteld zijn. Het is vrijwel zeker dat hij onder het puin bedolven is. Drie studenten die dienst hadden zaten in een kelder (Maandag avond), en één van hen wilde nog even zijn papieren gaan halen. Een paar seconden nadat hij weg was viel een bom in, de kelder is ingedrukt, de machines van vier verdiepingen liggen er in. Van opruimen is dus voorlopig geen sprake. De ene overlevende vertelde dat hij Evert Hissink en nog een jongen van 17 jaar uit Nijmegen (Frits Korrwinkel) achter heeft gelaten in de kelder (met nog 50 anderen, Fransen en Russen). Jullie begrijpt dat ik erg onder de indruk was toen ik dit Zaterdag hoorde. Ik geloof dat dit de enige slachtoffers zijn onder de studenten, behalve dan dat er velen hun spullen kwijt zijn omdat hun lager verbrand is, maar dat is minder erg. Ik ben nog niet in de stad geweest na het bombardement, maar het is wel zo dat de meeste jongens danig onder den indruk zijn als ze er geweest zijn.

Maandag avond
Ziezo, dat is over hetgeen we hier meemaken, en waarvan ik de indirecte gevolgen zeer somber inzie. Hier wordt op het ogenblijk een horde bezitlozen geschapen, die zeer groot is, en die de moraal in het algemeen wel zeer zal doen dalen. Bij ons in de buurt is alles betrekkelijk rustig geweest, en we hebben eigenlijk niets meegemaakt. We hebben de avond in de schuilkelder doorgebracht, en we zijn van de schrik blikjes gaan openen, en lekkere dingen gaan koken en bakken. Gisteren avond b.v. heb ik pannekoeken gebakken, voor het eerst van mijn leven overigens. Eerst wilde het natuurlijk niet, met dat gemengde meel, maar tenslotte lukte het toch wel. Verder heb ik wat blikjes gecondenseerde melk opgesnoept, een blikje Caramella of zoiets was voorzien van het opschrift “Uw kinderen zullen er van smullen” (daarom heeft Mams het natuurlijk gestuurd) en dit opschrift bevatte veel waarheid, hoor Mams!
Ik ben benieuwd hoelang jullie in de onzekerheid zitten over ons lot, schrijf maar eens welke berichten je het eerst bereiken. Jullie moeten zo maar eens een paar adressen opbellen van de lijststudenten die je van Mijnheer de M.K. gekregen hebt, er zijn soms mensen die op snelle wijze bericht naar huis zenden, en kunnen jullie daaruit afleiden hoe het met mij is. De brieven zullen er wel erg lang over doen denk ik, alleen al om Berlijn uit te komen zal wel een paar dagen kosten.
Steeds ben ik maar bang dat er een pakketje op één van de stations is afgebrand, dat zou heel erg zijn. Dit kon ook wel het geval zijn met het pakketje dat zoek geraakt is op weg naar jullie.
Door de consternatie van de vorige week heb ik geloof ik vergeten behoorlijk te bedanken voor het pakket van 2 Nov. Willen jullie bedanken voor de bouillionblokjes van Mevr. de Groot. Van dit spul kun je nooit te veel hebben, en vooral als je weer eens een ander merk krijgt smaakt het weer wat lekker.
De bruine bonen begin ik nu pas goed te waarderen, omdat ik ze kan koken als ik wil, en niet bang hoef te zijn dat de hospita opmerkingen maakt en afgemeten is. Ze smaken verrukkelijk, ik eet ze met suiker (bij gebrek aan stroop en spek!)
Ik ben tot de onaangename ontdekking gekomen dat ik wat ondergoed kwijt geraakt ben, waarschijnlijk in de was, ik heb die niet altijd geteld zie je. Dat zal ik nu in het vervolg wel doen, maar het is helaas te laat. Mijn wollen ondergoed was ik nu zelf, dat is beter ook, dan slijt het niet zo erg.
Nu lieverds, ik besluit maar weer, en ik hoop dat jullie niet veel meer in angst hoeft te zitten. De brief is wat erg verdeeld wat stemming betreft, aan het begin en het eind, maar dat begrijpen jullie hopelijk wel.

Tot schrijvens,
Oswald

28 november 2018

Utrecht 7 November 1943 van Arike Acht liter benzine in de maand is niet veel, al heb je nog zo’n klein auto’tje.



Utrecht 7 November 1943
Lieve Oos,
Dit is, geloof ik, de eerste brief van No 100 na de ontvangst van de jouwe. Uit naam van allen hartelijk dank daarom. Is het bij jullie ook zo koud en regenachtig als hier? We hebben verdraaid mooi weer gehad de laatste tijd, maar nu lijkt ’t wel huilen. Eergisteren zijn we naar een piano + zang avond van George van Renesse en Albert Douma geweest. ’t Was geweldig goed. A. Douma was helemaal gewoon in zijn doen en laten, helemaal geen groewal (kwal) zoals juffrouw Chevalier zegt. G. van Renesse was reuze. Je was er duetten in. Verder gaan we niet veel uit tot nu toe. Alleen zijn we naar een luchtbeschermingsavond geweest omdat dat moet.
To is vorige week Zondag naar het ziekenhuis in Zeist gegaan. ’t Bevalt haar maar matig, ze vond ’t vreselijk om al die dikke gatten van die vrouwen te moeten wassen; dan moet je zulke lieve bibsjes van kindertjes gewend zijn. ’s Avonds kan ze niet thuis komen omdat het donker is enz. enz. Bovendien stopt de zustertram ’s avonds niet meer bij de Donderstraat zodat ze helemaal naar de Voorstraat moet lopen, ook al bij ’t verlies dus. Jij mag ik ook wel onthouden, als je soms eens binnen kort onverhoopt thuis mocht komen. Alles kan.
Vind je dit papier niet hyper oorlogs? ’t Is in de Bijenkorf gekocht en ’t kaakt vreselijk! Weet je dat ik een foto heb laten maken dewelke goed gelukt is! Hoe is ’t mogelijk zul je zeggen maar ’t is zo. Alleen mijn kraagje zit vreselijk slordig. Mies vindt echter dat dat bij mij hoort, niet erg complimenteus. Hoe gaat ’t bij jullie in Berlijn. ’t Is echt misslijk van me, maar ik kan me zo verdraaid slecht voorstellen, hoe ’t bij jullie is. Heb je nou goede vrienden, waar je mee praten kunt, zodat ’t niet eens zo erg hindert, dat je onnozele brieven van mij krijgt? Je schrijft altijd nogal opgewekt naar huis, dat is goed zo maar ik zou me best kunnen voorstellen, dat je soms in hele andere stemming bent dan je zo laat merken. Probeer als je blieft deze winter opgewekt te blijven, Oos.’t Zal soms wel vervelend moeilijk zijn, maar ’t is enige manier om er te komen. En ’t is maar één winter moet je maar denken. Als je deze brief krijgt duurt ’t eigenlijk nog maar twee maanden voordat we de eerste lentedagen weer krijgen. En dan is alles gauw voorbij. Bovendien is ’t voor de anderen
Oos, ik ga nu naar beneden om, heel alledaags, een kopje thee te schenken. Anders doet Mams ’t en die holt toch al meer dan mij lief is. Paps eet tegenwoordig nooit meer gelijk met ons. Hij is altijd pas om een uur of 7, half 8 thuis. Helemaal niet gezellig, maar er is niets aan te doen. Acht liter benzine in de maand is niet veel, al heb je nog zo’n klein auto’tje. Tante Anna schommelt hier nog altijd om het huis en vanmiddag heeft ze geleerd, dat ze absoluut niet wist, hoe ze de tafel moest dekken. Snap je dat nou, als je een jaar ergens gegeten iedere dag gegeten hebt, als je dan nog niet weet waar de boel moet liggen? Ik geloof dat ze nog steeds een of andere afwijking heeft.
Dag en kusjes
Arike

Oos heeft een kaartje voor een vioolavond, vanavond. De controlestrook zit er alleen nog aan. Het ziet er dus naar uit dat de zaal afgebrand is.




27 november 2018

Berlijn 27 November 1943 (Brief 20) Als het alarm voorbij is zijn wij er van af, voor jullie begint de angst dan pas.


27 November 1943
Lieve Paps Mams en Lily

Ook gisterenavond was het weer betrekkelijk rustig in onze hoek. We liggen ver buiten het centrum. De eerste indruk van deze aanvallen is al wat vervaagd, maar het blijft even erg. Thijs H’inks is weer terecht, twee maal heeft zijn huis in brand gestaan. Of deze brieven jullie bereiken weet ik niet ik hoop dat ze binnen niet al te lange tijd in jullie bezit zijn. Als het alarm voorbij is zijn wij er van af, voor jullie begint de angst dan pas. Jullie kunt je niet voorstellen hoe onheilspellend de sirenes ons nu in de oren klinken. Morgen stuur ik wel een uitgebreide brief
Tot schrijvens
OB

25 november 2018

Berlijn Woensdag 24 Nov. ‘43 (Brief 19) De Philharmonie, de Staatsopera, de Gedächtnis Kirche, beschadigd of helemaal afgebrand.


Berlijn Woensdag 24 Nov. ‘43
Lieve Paps Mams en Lily,

Zoëven heb ik een briefkaart gepost, maar ik begin toch maar direct aan een brief, jullie zit natuurlijk te springen om nieuws, hetgeen niet te verwonderen is. Wat we hier beleven lijkt veel op datgene wat men zich voorstelt als men spreekt over het einde der wereld, althans, van de beschaving. Eerlijk gezegd hebben we hem gisteren aardig zitten knijpen, al was er eigenlijk niets aan de hand. Bij ons in de buurt is een vliegtuig naar beneden gekomen, en de bommen zijn verder zo hier en daar ontploft. Geen brand of zo alleen maar een paar kapotte ramen. En dan te bedenken dat er in de binnenstad nog duizenden mensen rondlopen die die nacht niet geslapen hadden, en met hun geredde spulletjes op straat stonden te wachten op hulp, vrouwen met koffer en kinderen, vergeefs proberend op een tram te komen, hele straten die nog in brand stonden, het was werkelijk vreselijk. Daarna, inde schuilkelder, met een koffer met kleren is het dan weer afwachten wat er komt. Gelukkig wordt er altijd vroegtijdig alarm gegeven, meestal 20 min. à ½ uur voordat de bommen vallen. Zodat er tijd is een schuilkelder op te zoeken. En dan komt er het geroffel van afweergeschut, en bommen, ruim een uur lang. Het wordt stil als de detonnaties dichterbij komen, en iedereen is dankbaar als alles de bommen wat verder weg vallen. Soms zie je door de deuropening het schijnsel van een vliegtuig dat brandend naar beneden komt, dan weer hoor je verslag van iemand die op de uitkijk staat, over huizen die in brand staan enz. enz. Dan is het een poos stil, de mensen in de schuilkelder krijgen weer moed, tenslotte de sirene die het sein “veilig” geeft.
Maandagavond dacht ik dat het niet zo erg was, omdat ik geen rode gloed zag, maar dat kwam alleen maar omdat het centrum te ver weg is, het was volkomen donker, met regen en mist. Met zulk weer voelden we ons veilig omdat de E. dan niet kwamen. Nu is dat anders.

Woensdagmiddag
Langzaam komen de berichten binnen van de mensen die op hun werk komen na eerst opruimingswerkzaamheden verricht te hebben. Een lager van de A.E.G. midden in Berlijn is afgebrand. De Philharmonie, de Staatsopera, de Gedächtnis Kirche enz. enz., Alles beschadigd of helemaal afgebrand. Verscheidene mensen missen huisgenoten die sinds Maandag niet thuis gekomen zijn, en ga zo maar door, het is niet te harden een dergelijke tijd.
Overigens merk ik dat het weinig zin heeft te schrijven, de post neemt niets meer aan op het ogenblik.
Van Jan Egberts heb ik nog niets gehoord, evenmin van de andere kennissen buiten het lager.
De telefoon werkt niet, en ik heb geen zin onderweg te zijn met een bombardement.
Het is jammer dat ik geen optimistische brief kan schrijven, maar het is nu eenmaal niet anders, en ik kan me over de gang van zaken helemaal niet verheugen.

Veel liefs
Oswald

24 november 2018

Berlijn 24 Nov. ‘43 (Brief 18) Ook de tweede vuurproef heeft ons gisterenavond gezond achter gelaten.


Berlijn 24 Nov. ‘43
Lieve Paps Mams en Lily,

Ook de tweede vuurproef heeft ons gisterenavond gezond achter gelaten er is een vliegtuig in de buurt neergekomen, en enkele bommen, verspreid in de omgeving. Deze kaart doe ik op de fabriek op de post, maar dan kan ik niet aantekenen vanavond stuur ik nog wel een aangetekende brief. Maar de post zal ook wel in de war zijn.
Veel liefs
Oswald

Jan in zijn dagboek:


Woensdag 24 November 1943.
Naar ik vanmorgen hoorde, is het gisteren weer een enorme ravage geweest. Vooral Charlottenburg heeft het zwaar te verantwoorden, en de binnenstad ook. Nowak en Hoffmeijer (de tweede chef-chemicus) zijn beide alle kwijt. De eerste door brand, de tweede door bominslag.
Van de AEG-KWO zijn 500 man opgevorderd voor de opruiming van het puin. Naar Reinartz vertelde zijn er om ongeveer kwart voor elf nog vliegtuigen boven de binnenstad (hier heeft Jan een deel van de zin overgeslagen) hebben gegooid. Er werd echter geen alarm gegeven.


Een vriend van Jan, ene Frits, is vorige week voor de tweede keer "ausgebombt" en weer alles kwijt. Sprake van verlof om kleren e.d. thuis in Holland te gaan halen is er niet.

23 november 2018

Berlijn 23 November 1943 Brief 17 Ik heb heel rustig in de “Splittergraben” gezeten, daar merk je niets van wat er gebeurt.


Berlijn 23 November 1943
17
Lieve Paps, Mams en Lily

Na mijn haastige briefkaart van vanmorgen (ongenummerd, bedoeld als No 16) {deze kaart is verloren gegaan} probeer ik vanmiddag nog een brief aangetekend weg te krijgen, in de hoop dat jullie niet te lang in ongerustheid zit. Jullie zult je nog wel ongeruster maken, dan alle andere keren samen. Ik heb heel rustig in de “Splittergraben” gezeten, daar merk je niets van wat er gebeurt.
Nogmaals mijn excuses voor de brief die ik door Bob heb laten posten, ik had op de fabriek een kaart gekregen voor een voordracht van prof. Justi, over strategische berekeningen van calorische waarden, een lezing uit een reeks, waarvan ik er al een gehoord had. Ik had mijn brief in de pauze geschreven, en ik wilde hem vanwege de onrustige nacht die we gehad hadden dezelfde dag nog gepost hebben. Ik had jullie overigens al gewaarschuwd, maar ik kan me voorstellen dat jullie het niet leuk vinden mijn eigen pootje te missen. Wat heb ik Zondag genoten van de Mattheus Passion. De uitvoering was onovertrefbaar, op één ding na, n.l. de piano die men gebruikte in plaats een clavecimbel. Dat was beslist jammer vooral die gesproken stukken verloren daardoor veel van hun attractie. De koren prachtig waarschijnlijk is dit wel de laatste uitvoering die ik daar hoor, het gebouw schijnt beschadigd te zijn.
Eigenlijk vergeet ik te vertellen hoe de voordracht was in de Technische Hogeschool. De voordracht zelf was erg interessant, maar daar hebben jullie niets aan, als ik daarover vertel. Wel dat de collegezaal zo groot is, dat die van Kögl er minstens 2 x in gaat, het is gewoon geweldig zo veel mensen als daar kunnen zitten.
Nu eerst eens antwoord op jullie brieven. Willen jullie precies schrijven welke boeken overgekomen zijn, de mankerende wil ik weer kopen en nogmaals sturen. Yvonne moet ik nog schrijven. De appels zijn heerlijk, een welkome afwisseling. Wat gek hè, jullie zitten te rillen en ik puf van de warmte, dit was de brief van 6 November van Mams.
Nu de brief van Paps van 28 Oct. Dank je voor je raadgevingen paps, zoals steeds voel ik veel voor je argumenten, maar ook jij zit nog te veel vast aan de principes, die er van uit gaan dat we niets gedaan hebben en dat men dus niets van ons verlangen kan. Naar mijn smaak tenminste. Misschien zou je er anders over denken als je ook mee maakte hoe hier in het algemeen over deze dingen gedacht wordt. Overigens zie ik de toekomst in het algemeen niet zo rooskleurig in, dat merken jullie misschien wel uit mijn brieven. Ik verwacht nog een “Umwertung aller Werten” die we ons niet voor kunnen stellen. De meest bestiale neigingen van den mens zijn zorgvuldig opgekweekt, en dat zal zich wreken.
Maar genoeg daarover. Ik hoop dat er geen pakjes op me liggen te wachten, want dan konden ze wel eens verbrand zijn. Ik hoop dat jullie niet zó optimistisch zijn dat jullie mijn verjaardag thuis nog hopen te vieren, ikzelf verwacht meer dat ik plezier heb met een pakketje in Köpenick.
Lieverds, ik ga deze brief maar weer eens posten, dan hebben jullie vlug bericht. De groep “Kabelwerk” van de studenten, waar jullie dus de lijst van hebben, is present, alleen Thijs Vinks heeft nog niets van zich laten horen, hij woont in een getroffen buurt.
Veel liefs
Oswald

P.S. Ingesloten de brief van Grandpère.
P.P.S. Hebben jullie al eens gezocht naar het gedicht honestum petimus usque? Ik zou het zo graag hier hebben.

22 november 2018

Utrecht 6 Nov ‘43 van Mans Jij houdt je zomergoed dáár. Denk je dan dat je het daar nog zal moeten hebben? Ik niet, hoor.



Utrecht 6 Nov ‘43
Mijn lieve Oosje. Deze week eerst je brief X en twee dagen daarna je brief IX aan Lilie ontvangen. De brief X was er vóórdat het pak wegging, zodat ik er nog wat koffie in kon doen en de zegels waar je om vroeg. Ik hoop dat het zaakje goed aankomt. Om den hoed in zijn vorm te houden heb ik er een rond blik in gedaan met de door ons gefabriceerde draagriem. Achteraf heb ik heel stom gedaan, want ik had een dergelijk rond blik met kaas en dat zou voor Gr. père heerlijk geweest zijn! Ik vind het heerlijk dat je hem zoo nu en dan iets stuurt. Ik hoop dat hij dat zelf nuttigt en dat hem dat een beetje op de been houdt. Als ooit in de mogelijkheid was hem te bezoeken zou het goed zijn als je het een en ander meenam, want het zal daar geen vetpot zijn! Zielig niet? Deze week hebben wij ook het groote pak gekregen bevattende emballage, boeken, zeep en zeeppoeder, een paar overhemden een zwembroekje en een katoenen lap, dat van een onbekende afkomst is ook de potjes nagemaakt ei, die ik eens proberen zal. Over de boeken zal je nog wel eens wat horen; hoe de meningen er over zijn. De foto vóórin het boek ’t orkest is héél mooi!!!
Woensdagavond had ik stroppen. Onze apotheker met wien ik zoo reuzeïngenomen was vertelde dat hij weggaat. Wie weet wat ik nu weer krijg. Misschien wel een Brigitte of Erika of zoo! Misschien ook wel niemand, wat mij wel zoo lief zou zij! Toen kwam er een brief van Yvonne. Zij had er een brief van Gr.père ingedaan en nu zat er een papiertje in, met een verhaal over een verordening en beginnende met: het beantwoorden van deze zending langs gewonen weg is verboden! Zoodat ik het wijs acht maar niet meer te schrijven, al is er mijns inziens geen reden niet om met die mensen te corresponderen. Tenminste als zij er geen brieven bij insluiten. Maar het komt mijn  vaar dat ik verstandiger doe met het stilzwijgen voorlopig te bewaren. Wil jij nu zoo lief zijn te schrijven dat ik het maar niet meer doe? En ik had juist heel lang niet geschreven. Zij zouden het raar kunnen vinden niets meer te horen. Wil je ze daarom even waarschuwen? Het lijkt mij ook beter dat je brieven ook niet doorstuurt. Schrijf maar zo’n beetje wat er in staat. De derde strop was dat jij zomergoed dáár houdt. Denk je dan dat je het daar nog zal moeten hebben? Ik niet, hoor, en met mij vele optimisten; maar ik vond het een strop dat je zoo weinig opgewekte gedachten hebt. Misschien is het sindsdien weer beter met je gesteld?
Je beide brieven met belangstelling gelezen. Die aan Lilie over de pakjes verheugt mij en zooverre dat ik nu erg gerust ben over je lot als er eens niets meer te eten is. Jij verhongert de eerste 14 dagen à 3 weken niet. Zoo is mijn bedoeling steeds geweest en nu hoef ik mij ook niet meer uit te sloven met pakjes maken. Trouwen al die blikjes zijn uit de voorraad, en die zou toch van zelf opgehouden zijn bij gebrek aan toevoer. Als ik eens 1x in de maand een pak stuurde, en dan 2 roggebroodjes erin, zou dat niet het beste zijn? Want de moeite (en de kosten) van een groot of klein pak scheelt bijna niets, zie je. In dit laatste heb ik 6 mooie appelen gedaan. Als ik 1x per maand stuur kan ik iedere keer wat mooie appelen insluiten. Ik heb er 180 voor de heelen winter. Voor 6 menschen (ik moet tante Anna en Gr. Brink ook meetellen) is ’t niet veel maar wij hebben den heelen zomer zooveel pruimen en peren kunnen eten, dat wij wel een poosje zonder kunnen. En dus krijg jij in ieder geval een flinke portie ervan. Ik heb ook weer peren en appelen laten drogen. Die kunnen ook best zóó gegeten worden. Gisteren heb ik den heelen middag en den tuin gezwoegd om de bollen binnen te halen. En laat het vannacht flink gevroren hebben! Alles zag vanmorgen wit. Ik loop ook weer te bibberen door huis! Ik zat eerst een de groote tafel te schrijven, maar ik kon van het rillen niet meer schrijven en zit nu pal tegen de radiator aan met het gammele 6 hoekige tafeltje voor mij. Echt geriefelijk is het niet, maar ik ril nu tenminste niet meer.
De boter heeft hier opgehouden te bestaan. Wij krijgen de eerste maanden alleen margarine. En dan nog wel helemaal niet lekker, zoo gek plakkerig. Zij lijkt helemaal niet op de marg. van vroeger. Wat een delicatessen hebben wij vroeger toch versmaad! Als alles goed gegaan is moet je nu weten hoe Petertje er uit ziet! Is ’t geen snoes? Op en top een kleine germaan! En dat terwijl zij zo zuiver van ras is  (maar nu jok ik!). Nu lieve schat, ik ga er uit scheiden. Ik hoop dat je het goed stelt en dat wij ons binnen afzienbare tijd ervan verwittigen kunnen.
In afwachting van dien blijden dag een stevige zoen van je
moeder.

P.S. Ik begin te vrezen dat wij van de bonbons en de tabak die je gestuurd hebt koud zullen blijven.


22-11-1943 Jan in zijn dagboek: Vermoedelijk is de Philharmonie ook afgebrand. Daar zijn we dus nog net tijdig geweest.


Maandag 22 November 1943
Vanmiddag naar het philharmonisch concert geweest waar ik een kaart voor had gekregen.
… … …
Na afloop (om 7 uur) was er in de Friedrichstrasse al vooralarm. In de Warscheuer Strasse begon het spul (om 7.30) ik werd naar de schuilkelder van de Textil- und Webeshule geloodst, grenzend aan de Osram gloeilampenfabriek. Dus niet zo erg gunstig. Maar de kelder zelf was prachtig: we konden allen gemakkelijk zitten, en er mocht gerookt worden. Toen we er uit kwamen om 9.10 was het een fantastisch gezicht: alles rood van het vuur. De nevel en de laag hangende rookwolken versterkten het fantastische nog. Vooral in de richting van de Alexanderplatz brandde het hevig. Na lang wachtenkwam er eindelijk een trein. Deze bleef in Ostkreuz 5 kwartier wachten, waar we een tweede alarm meemaakten, van 10.10 – 10.30 (enkele verkenningsvliegtuigen). Er gebeurde evenwel niets.
Tenslotte kwamen we na veel stilstaan inplaats van over de gewone route langs Treptau - Hermannstrasse – Baumschulenweg naar Schöneweide, waar, na een eeuwigheid wachten, de trein naar Spindlersfeld kwam. Ik was om half één thuis, dus had er 5½ uur over gedaan om van de Potsdammerplatz naar huis te komen, tegen 50 minuten normaal.
Toen ik thuis in de spiegel keek schrok ik, want ik zag er uit als een schoorsteenveger zoo zwart. Mijn jas zag grijs van de asch en had een heerlijke rooklucht bij zich. Niet tegenstaande het uur voelde ik me dus tegenover Frau Reimann’s beddegoed verplicht mijn haren te wasschen.
… … ...
Het was een zware aanval, de omgeving van de Zoo is practisch weggevaagd met het station erbij, Stadtmitteen de Rijkskanselarij zijn zwaar getroffen, evenals de omgeving van de Potsdammer- en Alexanderplatz. De staatsoper heeft ook een treffer gehad. Vermoedelijk is de Philharmonie ook afgebrand. Daar zijn we dus nog net tijdig geweest. Het S-Bahn verkeer was volledig in de war.



21 november 2018

Utrecht 31 Oct 1943 van Mams De inkwartiering is een doodrustige apotheker, in militair pak natuurlijk.


Utrecht 31 Oct 1943

Mijn lieve Oswald, het is zondag, prachtig zonnig weer. Paps is met oom Albert gaan wandelen. Lilie zit te pingelen en gaat straks met Mies wandelen. Tante Anna is nog in Hemstede; Grietje Brink is met weekend naar huis; de inkwartiering is ook uit. ’t Is dus rustig in huis. Straks ga ik voor het eten zorgen (Ellie komt pas laat thuis n.l.) en Maarten en Nel komen dan eten. ’t Klein Petertje wordt dan in de plechtige studeerkamer van haar opa gedeponeerd, waar zij vanuit haar wagen de rijen boeken kan aanschouwen en waar zij na enig schreeuwen wel in slaap sukkelt. Maar voor het zover is kan ik mij een poosje aan jou wijden. Deze week geen bericht van je gehad. Jammer. Misschien komt er morgen vroeg wel iets vóórdat ik deze brief wegstuur. Ik doe het anders meestal op Zaterdag, maar gisteren was het te druk. Ik moest in de stad boodschappen doen en om 3 uur sluit het postkantoor; dan wordt het natuurlijk weer Maandagmorgen. Hier geen nieuws. Dinsdag a.s. gaat de broeder van Cor de naaister weer weg na een paar dagen verlof. Hij kwam een week over tijd; kon de week daarvóór geen pas krijgen. Reden waarschijnlijk onbekend. Zooals de afspraak heb ik geen pakje gestuurd. Dinsdag a.s. zal ik het verbod maar overschrijden, al was het alleen om den hoed waarom je gevraagd hebt. Was het blauwe potje welkom dat ik ongevraagd in een pak ingesloten had? Mevr. Egberts had ook ongevraagd een potje gestuurd aan Jan. Die moeders, hè?, die denken maar, eigener beweging, aan jelui bloote hoofdjes.
Ik moet je nog altijd het adres geven van een collega van mr. Langerhorst. Ik heb het je al eerder gegeven je hebt er niet op gereageerd, dus zal je hem wel niet gekregen hebben, ik zal deze aantekenen, dan hebben wij meer kans dat de brief aankomt. Je leerraar verbeeldt zich, vermoed ik, dat je daar je studie zult kunnen voortzetten onder leiding van zijn collega. Ik vrees wel dat het toch niet gaat; maar hier is het adres: Gustav Scheck, Trabenerstrasse 2 Berlin-Grunewisch. Ik kan niet meer lezen wat er na Grune komt, het zal wel wiese zijn of weise of zo iets zijn, in ieder geval het woord voor weide. ’t Is bedroevend zoo bitter weinig als ik van Duitsch afweet. Dat merk ik nu met de inkwartiering. ’t Is een doodrustige apotheker, in militair pak natuurlijk. Als ik me beter verstaanbaar kon maken kon maken zou ik wel eens een praatje maken. Maar ik kan het niet en heb al moeite genoeg met het hoog nodige. Je weet anders je rust niet als je dezen man vergelijkt met Corrie! En netjes als het op de kamer is! Reusachtig. En steeds precies op dezelfden tijd naar bed en weer op. ’s Morgens 5 à 10 min. ná Paps gaat hij de deur uit. Om ± half zes komt hij weer even thuis. Vertrekt dan weer en komt tusschen 8 en 10 weer terug. Tegen 11 uur gaat het licht uit. ’t Is een verademing na het wilde gedoe en de ruwen telefoon van Corrie. Daar had in wel zenuwpatiënt van kunnen worden. ’t Is wel eens gebeurd dat er in één middag 8 x voor haar is gebeld! ’t Is toch wel bar. Zoodat ik maar hoop dat dit mannetje er nog is als ’t eind van den oorlog er is en dat hij niet gek lang blijft! De gissingen omtrent een naderend einde van het afschuwelijk drama zijn niet van de lucht. Helaas weet niemand er iets van en leven wij eigenlijk in absolute onwetendheid. Maar ik klamp mij toch vast aan de hoop dat het einde onherroepelijk nadert. Die hoop hebben wij noodig om gewoon door te kunnen leven en wij zullen wel niet teleurgesteld worden in onze verwachting.
De boomen zij definitief kaal. Gisteren viel er nog een vergeten peer van den linker peerenboom. Zijn de peren die jij gekregen hebt nog rijp geworden? Die rijpe zijn verrukkelijk; maar ik heb er hier bij gehad die elastisch werden, maar toch niet rijp. Die heb ik dan gekookt. Ik wou die peer die er gisteren nog af viel is wegen, op den brievenweger. Maar het gaat niet. Een meer dan de helft kleinere peer weegt al 1½ ons, zie ik. Dus die dikkert weegt wel 4 ons. ’t Is nog eens de moeite waard. Wij hebben eigenlijk geweldig veel peren van den tuin. En dit in een stad. Wel 3 maanden lang hebben wij iedere dag moes gegeten van de groote appelboom en nog heel wat handappelen ook (jij ook trouwens, dat heb je zeker wel gemerkt). Dat is in dezen tijd een ongekende luxe.

Maandag middag
Gisteren mijn brief afgebroken en vanmorgen geen tijd gehad om hem verder af te maken. De bleeker slaat ons n.l. een keer over bij gebrek aan personeel. Gevolg: zelf wasschen. Daar het weer schitterend is hebben wij ons gerept om ’t zaakje in ’t zonnetje te drogen te hangen. De jas van Gr. Brink is er ook bij. Hij is aardig schoon geworden, maar de gaten zijn ontelbaar …. Hij loopt echt op zijn laatste beentjes. Grietje (de werkster) komt deze week niet en misschien wel een heel tijdje niet. Dikje is ziek. De dokter denkt diphterie, maar het is nog niet vast. In ieder geval kan zij niet weg en moeten Ellie en ik alles alleen doen. Dat is een heele herrie natuurlijk. Het huis is zoo geweldig groot en we zitten er met nog al wat menschen in. Wij zijn in afwachting van het kapotte goed en wat je nog meer terug wilt sturen. Je had in een brief aangekondigd 3 pakjes n.l. de plaat, de jas van G.B. en tabak en bonbons. De plaat en de jas zijn gearriveerd. Verder nog niets gezien. Ik weet niet of het al weg was of dat je het van plan was om te sturen. Zoodra er iets kont vermeld ik het je. Ellies vriend Ries ligt in Halle al meer dan 5 weken in ’t ziekenhuis! Hij had buikpijn. De pijn schijnt over te zijn, maar hij is heel slap en ligt nog steeds te bed, zoodat Ellie bezorgd is. Kwam er nu maar eens iemand uit die streek met verlof, dan hoorde je wat meer dan uit de brieven die hij zelf schrijft. Maar er wordt blijkbaar niemand los gelaten. En hoe is het bij jelui? Ik hop goed. Gelukkig dat je je eigen potje kunt koken. Ries is in lagerverzorging en dat schijn wel eens wat te wenschen over te laten. Hij krijgt steeds soep en dat is zoo’n jongen niet gewend. Als je voor je zelf kookt kun je nog eens koken waar je zin in hebt en zooals je het lekker vindt. Ik ben tenminste maar blij dat je gewicht goed is dat is een goed teken. Als er nu maar uit de lucht geen gevaren op komen zetten. Frits K. was Zaterdagmiddag hier. Die leeft altijd of de oorlog over 14 dagen uit is! Eens zal hij het natuurlijk goed hebben, want de laatste 14 dagen zullen natuurlijk wel komen. Maar ik geloof niet dat wij het in de gaten zullen hebben. Gisteren heel geweldig Maarten en Nel hier gehad. Petertje sliep toen zij binnen kwamen en zij sliep nog steeds toen zij naar huis gingen. Het kind gaat om 6 uur den nacht al in. Zij hebben echt géén kind aan haar! Vind je het geen dot om te zien? Net een pop van celluloïd. En Oma kijkt wel een beetje zoetsappig verheerlijkt, maar enfin ze zeggen dat het steeds zoo is als Petertje in de buurt is! Ik schrijf trouwens aan Grand-père door bemiddeling van het bureau maar hoor toch steeds niets.
Hier is nogmaals het adres van Appenzeller. Neptunnstrasse 98 Zürich.
Dag lieve jongen. Een stevige pakkert van je
Moeder.

Oos gaat vanavond naar de Mattheus passion. De Philharmonie staat er dus nog, maar voor hoe lang?




20 november 2018

Utrecht 28 October 1943 van Paps Nu wordt er weer over tekenen gerept en hoe moet je nu daar tegenover staan?


Dr G. de Bruin
Utrecht 28 October 1943
Beste Oos,
Je zult wel verwonderd opkijken dat je alweer een brief van mij krijgt maar de vorige is aangetekend verzonden en deze zend ik gewoon dus ligt er tusschen de aankomst van deze twee brieven misschien wel een veel grooter tusschenruimte dan tusschen de verzending. De kwestie, dat ik weer zo gauw schrijf, is dat ik in de vorige brief een onderwerp niet, of nauwelijks, heb aangeroerd dat mij toch, bij nader inzien, niet met rust laat. Het gaat n.l. over de kwestie (van het)Tekenen, die je onlangs hebt aangeroerd en waarbij je toen impulsief als steeds, een zeer besliste houding hebt aangenomen. Ik dacht toen dat het beter zou zijn er maar niet over te schrijven en het maar geheel aan jezelf over te laten maar ten slotte heb ik daar toch geen vrede mee, en daarom deze brief.
De kwestie waar het om gaat hebben we indertijd al van alle kanten bekeken en je weet mijn opinie daar omtrent; ik was er sterk voor dat alle studenten zouden tekenen omdat ik in de verklaring niets oneervols vond en meende dat op deze wijze de belangen van de studenten en van de universiteit het best was gediend. Het is niet zoo gebeurd, namelijk door de smadelijke houding van een aantal hoogleraren die vergaten dat zij de jeugd behoren te leiden in plaats van zich door enkele heethoofden hun gedragingen te laten voorschrijven. Soit, het is niet anders. Jullie hebben de gevolgen ondervonden en je zit thans in plaats van aan de universiteit gelukkig nog op een laboratorium, zoodat je het niet slecht hebt getroffen, tenslotte. Je weet ook dat ik je geheele houding in deze onvoorwaardelijk heb goedgekeurd, al vond ik de overhaaste wijze waarop je indertijd hebt willen getuigen wat voorbarig.
De reden waarom ik zooveel overigens verstandige studenten niet wilden tekenen maar dat zij uitgingen van het standpunt dat zij door hun gedrag geen enkele reden hadden gegeven tot wantrouwen, en dat zij het tekenen beschouwden als vernederend, juist omdat zij zich steeds behoorlijk hadden gedragen. Ik heb dit altijd als het enige steekhoudende argument beschouwd, al was het m.i. niet voldoende om de tekening te weigeren daar hier hogere belangen op het spel stonden dan een slechts lichtelijk gekwetst eergevoel. Maar enfin, ik kan dit waarderen.
Wat is nu het geval. Na de weigering zijn jullie opgeroepen voor werk in Duitschland. Het rustige element onder de studenten is toen opgekomen, de anderen zijn ondergedoken. Jullie, die opgekomen zijt, hebt wederom blijk gegeven van een loyale houding tegenover de bezetting, je hebt gevolg gegeven aan den oproep en bent rustig aan den gedwongen arbeid gegaan, wat wil men meer.
Nu wordt er weer over tekenen gerept en hoe moet je nu daar tegenover staan? De keuze is zeer moeilijk; aan de eene zijde lokt ons de vrijheid van beweging in eigen land en de voortzetting in je studie, maar aan de andere zijde doet zich het argument waarom jullie de vorige maal geweigerd hebben, zich dubbel gevoelen. Er is toch reden voor jullie, die opnieuw blijk gegeven hebben van te behoren tot de rustige elementen die niets liever zouden willen dan hun studie voort te zetten, geen reden om thans weer een dergelijke verklaring te eischen. Ik kan me dan ook eigenlijk slecht voorstellen dat de D. autoriteiten dit zouden doen en meen dat ze, indien ze zouden wensen dat jullie je studie voort gaat zetten, je wel naar huis zullen sturen en het half jaar arbeid dat in Duitschland is verricht wel meer zullen laten tellen dan zoo’n papiertje dat toch, hoe je de zaak ook ziet, voor iemand die niets op zijn kerfstok heeft een vernederende tendentie heeft. Het lijkt me daarom wel zaak, dit alles eens goed te overwegen en niet al te impulsief hierin te handelen. Mocht de zaak ooit ter tafel komen, wat ik vooralsnog betwijfel, dan zal het toch goed zijn je bezwaren althans kenbaar te maken, natuurlijk op behoorlijke wijze. Ik hoop nu maar dat er enige grootere eensgezindheid hieromtrent zal heersen onder de studenten dan de vorige maal waarmede ik niet zeggen wil om mogelijke scherpslijpers onder jullie de leiding in handen te geven. In tegendeel; ik ben eerder overtuigd, dat een rustige, mondige houding hier de beste resultaten zal geven, zoals trouwens altijd het geval is. Blijft men die verklaring eischen, dan zal overwogen moeten worden wat het zwaarste weegt, en dit is niet gemakkelijk. Ieder voor zich zal dit moeten uitmaken, maar het samen uit, samen thuis is een oud Hollandsch spreekwoord dat nog altijd zijn volle waarde heeft. Bleef je dus vrijwel alleen achter, dan zou je het niet gemakkelijk hebben, maar kwam je vrijwel alleen thuis dan zou je achteraf wel eens een zware kater kunnen hebben te verwerken.
Ten slotte kan ik je daarin niet raden; je bent oud en wijs genoeg om zelf te kunnen beslissen: mijn bedoeling was ook slechts om je mede te delen hoe ik de zaak zie, maar je kunt het daar natuurlijk veel beter beoordelen. Je bent altijd een verstandige jongen geweest, hoewel door je jeugd wel eens wat onbekookt en daardoor, hoe goed bedoeld ook, ook wel eens te vlug en te eenzijdig, en je moet dus zelf de kwestie, als zij ooit ter sprake komt, beoordelen en beslissen.
Ik hoop dat den brief je binnen niet al te langen tijd bereikt. De autoriteiten zeggen hier dat je een brief niet mag laten aantekenen als er geen handelsdocumenten of -waarde in zitten en dat anders de censor hem niet doorneemt. Daarom zend ik deze dus maar eens zonder aantekenen, want beter wat later dan heelemaal niet aankomen.

Hou je maar taai jongen. Een groet van je
Vader



19 november 2018

Berlijn 19 November 1943 Brief 15. Ik heb een kaart gekregen voor de Mattheus passion, maar nu zit ik in angst dat ze vannacht het gebouw gemold hebben.


15
Berlijn 19 November 1943
Lieve Paps Mams en Lily,

De week is weer bijna om, zodat mijn brief weer op stapel moet. Aangezien er vannacht weer een aanzienlijke hoeveelheid bommen is gevallen, zullen jullie wel naar verhouding met spanning zitten te wachten op bericht van me. Deze brief zal ik dus vanavond nog sturen, dan zijn jullie weer gerust. Van Grandpère gisteren weer een brief gekregen, maar van jullie weer een poosje niets. Natuurlijk komt alles weer tegelijk. De brief van Grandpère stuur ik nog maar niet mee, het kan zijn dat deze brief erdoor vertraagd wordt, en dat zou niet prettig zijn. Grandpère schrijft dat hij dankbaar is voor zes pakjes die ik gestuurd heb. Ik had de pakjes moeten nummeren dan wist hij tenminste of hij alles ontvangen heeft, want ik weet niet of hij de eerste twee er bij heeft of niet! Ik zal nu maar doorgaan met sturen, er komen er in ieder geval wel aan, en dat is de hoofdzaak.
Deze week heb ik nog een extra brief verzonden, die ik niet genummerd heb, dit doe ik als nog (posthum) no 14.
Nu nog even een lofrede op het laatste pakje dat jullie gestuurd hebt.
De appels eet ik ’s avonds in de schuilkelder op, en het roggebrood ’s morgens bij het ontbijt, (met kaas). Roggebrood met kaas is nog steeds onovertroffen. Het voor Grandpère bedoelde gedeelte zal ik deze week nog versturen, als ik pakmateriaal kan vinden.
Voor de Mattheus passion, die zondag uitgevoerd wordt, heb ik een kaart gekregen, maar nu zit ik in angst dat ze vannacht het gebouw gemold hebben. Zo is er altijd wat. Het merkwaardige is, dat mentaliteit in deze oorlog langzamerhand zo wordt, dat je practisch alleen maar kijkt wat de gebeurtenissen voor jezelf meebrengen, en niet wat er voor anderen allemaal aan vast zit. Met andere woorden, je wordt egoïst, wat overigens een kwestie van lijfsbehoud is tegenwoordig. Als je solidair wilt zijn moet je je direct laten doodschieten, mee met de militairen die er in gaan.
Ik moet vaak denken aan het liedje van Maurice: Quand un vicomte renconte unautre vicomte enz. enz. zo is het met ons ook.
Vrijdag middag.
Zopas krijg ik weer een kaart aangeboden voor aan wetenschappelijke lezing, waar ik graag heel ga. Het posten van deze brief laat ik dan maar even over aan Bob, als hij kan, want de brief moet vandaag nog weg, dat scheelt jullie in de tijd die jullie in angst zitten. Ik ben altijd thuis als er alarm is, vanavond ook weer, want de lezing is al om half zeven afgelopen.
Lieven, tot schrijvens maar weer
Oswald

18 november 2018

18-11-1943 Jan: Het geheel was met een allersmerigst touwtje dichtgebonden.


Donderdag 18 November 1943.
Ik was vandaag al echt jarig. {Jan is morgen jarig}
Allereerst was de koffer met kleren uit Holland eindelijk aangekomen (in Rummelsburg). Ik was eerst bang dat het merendeel er uit gestolen zou zijn, aangezien het slot opengebroken, en het geheel met een allersmerigst touwtje dichtgebonden was. Maar wonder boven wonder klopte alles.
Fred bezorgde me een krijgsgevangenen eetketeltje, dus nu kan ik op de fabriek eten koken, en mee naar huis nemen.

17 november 2018

Berlijn 17-11-43 (Brief 14) Brieven in Köpenick en Friedrichshagen gepost, doen er belangrijk langer over dan de rest.


17-11-43

Lieve Paps, Mams en Lily

Hierbij stuur ik jullie de laatste brief die ik van Grandpère kreeg, waarbij hij ook een doktersverklaring stuurde. Ik hoop dat ik er iets mee bereiken kan maar ik geloof dat de kans gering is mijn brief van Zaterdag heb ik aan Jan meegegeven die zou hem Maandag posten. Hij heeft n.l. bemerkt dat de brieven die hij in Köpenick en Friedrichshagen gepost had, er belangrijk langer over deden dan de rest. Ik ben erg benieuwd of dit voor deze brief nu ook opgaat.
Nu lieverds, ik schrijf Zaterdag wel weer ik begin nu overigens zelf ook te geloven dat ik binnenkort wel thuis zal komen.
Tot schrijvens
Oswald
PS Het is pauze, en ik zit te genieten van mijn roggebrood met kaas. Het smaakt weer dubbel zo lekker als vroeger! Bedankt hoor!

16 november 2018

Loyaliteitsverklaring.


Omtrent het “tekenen” ontstaat een diepgaande discussie Het betreft de z.g. loyaliteitsverklaring. Om te mogen blijven studeren dienden studenten deze verklaring te tekenen, anders moet men naar Duitsland voor de "Arbeitseinsatz". 
Oos tekende aanvankelijk wel en hoorde daarmee bij de 1 op de 4 studenten, landelijk, die dat deden. Het door Oos getekende exemplaar dat hij ingeleverd, en later weer teruggehaald heeft, is helaas verloren gegaan.
Hierbij wel een ongetekend exemplaar.




15 november 2018

15 November 1943 Jan: Kriegsverdienstkreutz 1e klasse. Waarom weet niemand.


Jan in zijn dagboek:

Maandag 15 November 1943
Plotseling kwam vandaag de mededeling dat onze chef-chemicus, dr Nowak, het Kriegsverdienstkreutz 1e klasse gekregen heeft. Waarom weet niemand. De algemene opinie was: paarden die de haver verdienen krijgen ze niet… …

12 november 2018

Berlijn, 11-11-‘43 Brief 13 Verder een brief van Grandpère gekregen van 27 October, met een doktersverklaring.

Berlijn, 11-11-‘43
Lieve Paps, Mams en Lily
XIII
Ondanks het naderen van den winter kan ik weer eens een echt optimistische brief schrijven. Deze week is er n.l. iets bijzonder prettigs gebeurd: ik ben verplaatst. Ik begon me net af te vragen of ik niet eens om ander werk zou vragen, omdat het per slot van rekening niet erg veel afwisseling bood. En nu wordt ik me Dinsdagmorgen bij de chef geroepen, die zijn tevredenheid over mijn werk uit, en vertelt dat ik naar een andere afdeling, de Entwicklung, gestuurd wordt. Ik zit hier nu al weer twee dagen, en het bevalt me best, veel vrijheid wat betreft de methode van werken, en meer gelegenheid de zaak wetenschappelijk aan te vatten. Het werk is eigenlijk meer physisch dan chemisch, maar ik kan hier in ieder geval veel lezen, en dat is alles wat ik verlangen kan. Dit voordeeltje dat ik nu heb, is een tegenwicht tegen de naderende winter. De dag vliegt om, omdat het werk interessant is, de avond vliegt om, omdat ik dan vrij heb, en zo vliegt de tijd, en dat is maar gelukkig ook. Ik denk dat het paps niet zo vergaat.
Deze week de photos ontvangen van Petertje, met haar vader, moeder en grootmoeder. Wat is dat kindje al verandert sinds ik weg ben, geweldig gewoonweg. Ze zijn erg leuk de photos. Is paps aan het fotograferen geslagen? Ik probeer uit te drukken hoe Petertje kijkt, laten we zeggen wereldwijs, en tegelijk verwondert over wat er om haar heen gebeurt. De foto van Lilie met Chips is ook erg leuk. Ik heb de bezorger een bedankje gestuurd.
Het tekenen schijnt weer aan de orde te zijn, er gaan hier tenminste weer nieuwe geruchten. Een feit is, dat van Dam hier is geweest of nog is. Tenzij ik als militair mogelijkheden krijg, kom ik terug in het gegeven geval. Dat er nu nog mensen zijn die praten over solidair zijn e.d. verbaast me. We hebben de studenten nu al in ± 5 categorieën verdeeld zodat daarvan geen sprake kan zijn. Bovendien is de hele kwestie zo onbelangrijk voor het geheel, en alleen belangrijk voor ons en het vaderland. Ik ben niet van plan ter wille van een paar koppige lieden, die niet erkennen willen dat ze ongelijk hebben, hier nog langer te zitten. De voornaamste argumenten zijn echter niet zo direct uit te leggen.
Nu nog wat huiselijks. Ik heb geschreven over een deksel. Laat ik nu twee dagen later ontdekken dat ik een prachtige deksel heb, n.l. een bord. Je moet maar op het idee komen. Vanavond luchtalarm gehad, heel kort, onbelangrijk. Als de sirene begint, gaat het licht uit. Willen jullie een kaars sturen, die hebben de lagergenoten als noodverlichting, hetgeen erg prettig is.
Gisteren een brief van Kögel nota bene met de mededeling dat hij nog nooit wat van me gehoord had. En hij heeft me al antwoord gegeven op een brief van me. Wat moet ik daar nu mee? En dan schrijft hij dat zijn belangstelling naar ons uitgaat. Het lijkt er niet erg op, op deze manier!

Zaterdag 13 november.

Gelukkig dat ik donderdag al aan mijn brief begonnen ben, want gisteren had ik geen tijd. Plotseling kreeg ik een kaart aangeboden waarop ik een lezing van prof. Hund over de moderne atoomtheorie kan bijwonen. De lezing was in de grote gehoorzaal van het de Teknische Hogeschool. Een zaal, zo groot, dat er de zaal van prof Kögel wel twee maal in gaat! Daar is ook geen aardigheid meer aan hoor. Dan liever willigen met een paar man, daar heb je veel meer aan.
Twee dagen heb ik heerlijk gegeten, bloedworst, daar krijg je hier 200 gram van voor een bon van 50 gram maar het is er ook maar één dag in de week, en je moet boffen een gedeelte heb ik gebakken in mijn alu. bordje, dat gaat best. Een braadpan heb ik dus eigenlijk niet nodig toch niet nodig. Er is weer een pakje in aantocht voor mij, de kaart ervan heb ik al, ik moet het nog afhalen. Ik ben er erg benieuwd naar, nu ik zo’n tijd niets gehad heb zo is het toch veel prettiger, de spanning wordt groter.
Bob is nu ook in het lager, we zitten op een zelfde kamer. Verder is alles nog hetzelfde in het lager, het bevalt me nog steeds goed. Verder een brief van Grandpère gekregen van 27 October, met een doktersverklaring. Ik weet nog niet goed hoe ik daar nu mee verder moet werken. Nu ik op een ander laboratorium zit kan ik de eerste tijd niet zo vaak vrij vragen voor zulke dingen, maar ik zal toch komende week proberen iets te doen. Nu nog even antwoord aan mams van 31 Oct. Het blauwe petje zal ik nog wat uit moeten rekken het is anders een aardige greep die je gedaan hebt, dan zie ik er helemaal als een Fransman uit! Al het fruit is prima aangekomen en heerlijk rijp geworden. Taai was er niets. Grandpère schrijft dat hij erg blij was met mijn brieven van jullie, dus heeft hij kennelijk niets van de directe ontvangen! Wat is dat toch vervelend. Schrijf maar weer in het Frans hierheen. Nu lieverds, het is alwéér zaterdagmiddag en ik heb het alwéér druk. Straks pakje halen enz. morgenvroeg naar de Waalse kerk, naar mijn vrienden, en naar een concert. En dan is het weekend alweer om. Zo gaat het toch maar snel.
Tot spoedig (schrijvens)
Oswald



11 november 2018

Berlijn-Köpenick 11 Nov ‘43 Iedere dag kan ik een paar uur literatuur nakijken.


Berlijn-Köpenick 11 Nov ‘43
Lieve Paps, Mams en Lily

Zaterdag morgen in ontbijtpauze, van kwart voor negen tot negen uur. Aangezien ik gisterenavond geen zin had om brieven te schrijven, begin ik dan nu maar. Mijn werk bevalt me nog steeds best. Het wordt interessanter naarmate ik er meer van af weet iedere dag kan ik een paar uur literatuur nakijken, en dat maakt dat ik er steeds meer aardigheid in krijg. De dag is zo om, want ik heb natuurlijk mijn gewone werk, dat voor gaat, en dan kan ik voor mezelf beginnen. Zo verleer ik het harde werken niet!
Jullie vragen om een betere beschrijving van het lager, het lager leven en de omgeving. Ik zal eens een poging doen jullie wat beter op de hoogte te brengen. Onze kamer is gemeubileerd met vier bedden, de ruimte die dan overblijft is ongeveer even groot als het opp. van de bedden. De bedden staan naast elkaar, etages kennen ze hier niet. Ieder heeft een kast, ± 70 cm bij 50 cm en twee Meter hoog, om zijn spullen in op te bergen. De bedden zijn van staal met stalen matrassen, waarop stromatrassen. Verder staat er een tafeltje met vier stoelen. Veel ruimte is er dus niet, maar we kennen

Deze brief is kennelijk incompleet zo'n beginnetje dat zoek raakt en nooit af komt

Op de achterkant van dit vel:

Mogelijk dus per ongeluk als kladpapier bebruikt

10 november 2018

Utrecht 25 October 1943 van Prof Kögl Uiteraard heb ik de behoefte het contact met de nu in zoo veranderde omstandigheden werkende leerlingen niet kwyt te raken.


ORGANISCH CHEMISCH LABORATORIUM
DER RIJKSUNIVERSITEIT                     2 5 October 1943
UTRECHT
Croesestraat 79
Tel 11106

Zeer geachte Heer De Bruin,
Langs indirecten weg via de ouders heb ik
talryke berichten gekregen over de in Duitsch-
land tewerk gestelde studenten in de scheikunde,
zoodat ik in het algemeen over hun lotgevallen
vry goed Op de hoogte ben. Uiteraard heb ik de
behoefte het contact met de nu in zoo veranderde
omstandigheden werkende leerlingen niet kwyt te
raken. Verschillende Utrechtsche chemici hebben
my reeds eens uit Duitschland geschreven, zoodat
ik persoonlvk kon antwoorden. Met U heb ik echter
nog geen rechtstreeksch contact gehad.
Daarom wil ik U by deze hartelvk groeten
en U verzekeren, dat U hier niet vergeten bent.
Ik hoop, dat het laboratorium, waarin op het
oogenblik practisch slechts het wetenschappelyk
bedryf gaande is, in niet al te verren tyd weer
door U allen gevuld zal zyn.
Steeds gaarne

Uw
Kögl

08 november 2018

Voor het geval de boel afbrandt



Zie de opmerking links onder: alleen zaken die op dit lijstje vermeld zijn worden vergoed, mocht het lager afbranden!

07 november 2018

Utrecht 20 Oct van Lily Toen kwam er een hele eigenwijze mijnheer aan, zoals je tegenwoordig wel meer hebt.



Lieve Oos,
20 Oct

Vanmorgen je brief van 9 October ontvangen. Het was inderdaad mooi postpapier waar je op schreef, en we vragen niet waar het vandaan kwam. Dank je wel voor je belangstelling voor zusjes aquarium, alle visjes zijn nog zo gezond als visjes, en ze liggen gelukkig nog niet op het droge. Er zijn juist geweldige verwikkelingen geweest, die gisteren op zeer gelukkige wijze opgelost zijn. (de Jan die verloofd is is Jan Milius hoor, niet die andere Jan. Ik wist n.l. niet op welke van de twee jij doelde toen je er om vroeg want ik had over allebei geschreven maar ik wist niet meer in welke brief). Vanavond bezoek gehad van een van mijn zwemvrienden. Ik heb vreselijk met de handen in het haar gezeten omtrent de verhouding tussen mij en 2 van die jongens! Stel je voor; het was zeer mysterieus, omdat de een niet wist wat de ander dacht, en ga zo maar verder. Toen heb ik (wier hart volkomen vrij is) resoluut de knoop doorgehakt door één ervan op te bellen en te vragen of hij kwam praten. Resultaten: 1e heel plezierig geboomd, heel openhartig, geen v. beide verliefd, leuke vriendschap. 2e Nr 2 enigszins jaloers dat ik nr 1 had opgebeld, kwam over de brug. Heel veel opgehelderd, de vriendschap blijft voortbestaan. Hè hè je weet niet wat dat een pak van mijn  hart is; ik zat er steeds maar over te piekeren; toen no 2 over de brug gekomen was ben ik er anderhalve dag beroerd van geweest, hoewel hij toch dingen gezegd had waar ik trots op behoorde te zijn, omdat er uit bleek dat hij me heel hoog aansloeg. Maar nu ben ik gelukkig weer de oude, en ’t was vanavond gezellig. Bovendien heb ik een klein succesje geboekt bij mijn oude talen leraar; hij heeft me een pluim gegeven, wat niet zijn principe is. Ik had n.l. thuis een staatsexamenstukje Seucca (Latijn) vertaald; die man is een philosoof, en als je niet van tevoren aanvoelt wat het zeggen wil, is het onmogelijk zoiets te vertalen. Ik schijn wel aanleg voor philosophie te hebben, want ik zou voor die vertaling op ’t staatsexamen een 7 gemaakt hebben! (ik gebruik geen dictionaire). Je begrijpt dat ik gewoon een reuze oplawaai in de goede richting kreeg door dat gezegde van Wassink. Ik voel me dus vandaag zeer prettig, door allerlei factoren.
Ik heb je wel eens verteld van Paultje, het zoontje van mijn leraar? 4 jaar is hij, en hij is dol op me, komt zo hard als zijn korte beentjes hem dragen kunnen aanracen als ik aanbel, vraagt me steevast iedere keer hoe ik heet en wat ik kom doen. Als ik dan zeg dat hij ‘t best weet, zegt hij zoet: “Lily” en: “hele rare lettertjes, Grieks”. Ook vertelt hij me spannende verhalen over tantes die van de tram gehaald moeten worden enz. en over auto’s van Pietje (wie Pietje is mag ik raden). Zijn pa vertelde een mooi verhaal. Paultje liep met ma in het park. Toen kwam er een hele eigenwijze mijnheer aan, zoals je tegenwoordig wel meer hebt. Paultje zegt keihard: “Nu zeggen we niets hè mam, maar stràks zeggen we wat!”

Vrijdag 22 Oct 
Ziezo, ik heb nog eens het eerste deel van mijn brief overgelezen, het is een vrij verwarrend geheel, maar ik zal het toch maar sturen, hopende dat je er iets van snapt. Dat feit dat ik een van die jongens opgebeld heb, moet je niet als al te ondernemend beschouwen, want het was n.l. afgesproken, terwijl ik bij nader inzien het er niet mee eens was, wat ik dan ook gezegd heb. Ik heb het deze week ontzaglijk druk gehad, en ben echt moe. Vandaag heb ik de laatste lessen van de week gehad, en vanavond ben ik naar Willem Andriessen geweest. Het was werkelijk fantastisch. Bij de eerste klanken hoor je al dat er een meester aan ’t spelen is, zo beheerst, zeker en gevoelvol. Alles is in de perfectie, pedaal, techniek, gevoel. Beethoven sonates heeft hij gespeeld. En de dynamiek (hard en zacht) was ook geweldig goed, iets wat juist karakteristiek van Beethoven is, en ook zo verduiveld moeilijk! Je kunt de contrasten niet scherp genoeg maken. Ik ben echt enthousiast over vanavond; de zaal was volledig uitverkocht, net nog ±150 man óp het podium in een kring rondom de vleugel, wat vrij hinderlijk was. Ik denk dat ik ook nog naar Janinie Andrade, die pas ontdekte Franse violiste ga, begeleid door Theo van der Pas, die één van de beste begeleiders van Nederland, zo niet van meer landen, is. Ik ben zo blij dat wij hier tenminste Nederlanders en Françaises kunnen horen. Naar Herman Krebbers, mijn vriendje van de tram, ga ik ook vast luisteren. Weet je nog wel hoe goed die was? Hij is pas 19 of 20 jaar, en heeft een aanbieding van Mengelberg als 2e concertmeester in A’dam gekregen, maar is bij ‘t Residentieorkest gegaan. Leuk hè. Dat heeft me nou echt plezier gedaan. Intussen is nu Jan Keessen (van ons kleine maar dappere U.S.D.) 2e concertmeester in A’dam geworden. Iedereen is blij voor hem, want het is opeens een reuze promotie. Hij is ontdekt! Reuze leuk. De ontdekking van Theo van der Pas heb ik ook zo zien ontstaan. Ik ga nu slapen want mijn lettertjes beginnen verdacht veel op “kuikenpootjes” te lijken! En mijn  ogen op varkensoogjes ; zo klein n.l.
Nu ga ik klein schrijven want Pump schrijft op de achterkant van dit velletje. Heb je mijn brief gekregen waarin ik vroeg of je adressen wilde sturen van Jongens die behoefte hebben om te corresponderen? Liefst jongens die me niet kennen, dat is het leukst. Pump en ik hebben elkaar ontdekt, het is een reuze dikke vriendschap geworden tussen ons, zoiets als liefde op het tweede gezicht! Ik geloof niet dat dit epistel erg veel dingen inhoudt die je bijzonder interesseren; maar ja, ik kan niet altijd even boeiende novellen schrijven. Het voornaamste is dat je de sfeer van thuis weer even voelen kunt. Vanmiddag even naar de U. bibliotheek geweest, het was er afschuwelijk druk, allemaal oude mannetjes en meisjes! We gaan waarschijnlijk weer met Brandts B. zingen, ik ben benieuwd hoe de opkomst zal zijn.
Nou joggie, ik verlaat je en wens je veel sterkte toe. Daar ontbreekt het je geloof ik toch niet aan, naar je brieven te oordelen. Dit epistel is zeer kliederig geschreven, hierbij mijn nederige excuses.
Groetjes aan vriendjes, niet vergeten!  En zoentjes
Lily

P.S. Ook graag aanwijzingen omtrent uiterlijk e.d.!! (Blauwe ogen enz.) van de jongens.
P.P.S. vertel eens nadere bijzonderheden omtrent Wesselink. Ik ben niet naar hem toe geweest want ik had inderdaad geen tijd! Al wilde ik nog zo graag. Is hij al weer terug? Mams heeft hem een brief geschreven, want hij had ons een kaartje gestuurd. Dag L.

Adres Appenzeller: Neptunusstraat 98. Zürich
Mams heeft het al eens geschreven. Waarschijnlijk is de brief weggeraakt. De labjas van Grietje is aangekomen. Verder nog niets. Waarschijnlijk te eetbaar.

Lily was zo vriendelijk om een kantje van haar kostbare 2 velletjes voor mij open te laten. Het staat gelukkig nog goed met je hè? Wat ben je nu toch al weer een reuze tijd weg, vliegt de tijd bij jullie ook om, of kun je het beter kruipen noemen?
Ik was weer een paar maanden thuis en werkte in een kleuterschooltje in Zeist waar ik een luxe-dienstje had n.l. iedere middag vrij. Lily en ik hebben veel aan elkaar gehad, het zal kaal zijn in den Haag zonder deze verse vriendinnen. Vrijdag ga ik al en begin 1 Nov. in de Emmakliniek en zal m’n krachten beproeven op de “nuchtere babies” daar. Er schijnt een bijzonder goede stemming te zijn, ieder is even enthousiast die er gewerkt heeft. Bij ons thuis alles goed. Een week of 3 geleden is mijn jongste broertje van de trap gevallen wat een enorme klap gaf. Het gevolg van deze rare manier om beneden te komen is een hersenschudding waarmee hij 6 weken zoet is.
De Franse conversatieles bij Mademoiselle Lily kwam nogal eens in de knel door allerlei lessen en werk die zij tegenwoordig in allerlei soorten en hoeveelheden heeft. Toch hebben we nog zoveel mogelijk geprofiteerd van deze tijd dat wij nog samen in Utrecht waren. Over Petertje hoef ik je niets te vertellen, daar wordt natuurlijk uitgebreid verslag over uitgebracht.
Zie je erg tegen de winter op? Misschien rijd je vrolijk en welgemoed op de Loosdrechtse plassen wel schaats, you never can tell! In ieder geval houd je haaks en wees door ons allen heel hartelijk gegroet. Moeder geeft hierbij nog de boodschap of er in Berlijn ook bijen zijn?! Sterkte aan allen!
Een stevige hand van
Pump


Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...