31 december 2019

Oudejaarstoespraak 1944 van Oos : De vraag dringt zich op, wat wij jongeren van dit rampjaar 1944 in ons verdere leven zullen meedragen.


Oudjaar 1944
Nog een paar uren minuten en het jaar 1944 behoort, met alle ellende die het gebracht heeft, tot het verleden. Zoals altijd zien we, als we nagaan wat er allemaal gebeurd is in een jaar, veel slechts dat we niet verwacht hadden, en verder dat er veel goeds, dat we zeker wèl verwacht hadden, niet gekomen is.

Ik wil op deze oudejaarsavond het lief en leed van onze groep in grote trekken nagaan.

We hebben het jaar 1944 in ieder geval veel belovend ingezet. Ik herinner me, dat we na een glorieuze intocht met kaarsen om de piano nationale liederen ten gehore gebracht hebben in de grote zaal van het Lager Am Fluss in Hirschgarten en hoe later Jaap ter Borg met zijn pianospel urenlang de benen van alle mogelijke nationaliteiten in beweging wist te houden. De stom verbaasde Tsjechen bemerkten dat Hollanders ook wel eens uit hun slof kunnen schieten, al is er veel voor nodig om ze zo ver te krijgen.
Een grote wens van duizenden en duizenden mannen en vrouwen van alle gezindten gaat, helaas slechts zeer gedeeltelijk, in vervulling als op 27 Januari ’44 een gedeelte van de K.W.O. fabriek in vlammen op gaat. De verhongerde gezichten die steeds vrolijker worden bij het naderen van de fabriek, en het eensgezinde prijzen van de brandweer die zich zo schitterend misdragen heeft, zullen we nooit vergeten.
De in deze tijd dagelijks voorkomende bombardementen worden ook oorzaak van de komst van Polinnetjes en Russinnetjes in het lager Hirschgarten. Door de afdeling “Lindenstraße” wordt de ontwikkeling van de kennismaking tussen Hollanders en vrouwelijke Lagerbewoners met bezorgdheid gadegeslagen. Misschien is er ook wat afgunst bij, daarover valt te twisten. In ieder geval is het beslist gunstig dat de toestand niet lang duurt, want het blijkt na de verhuizing naar de Invalidenstraße, dat de Hollanders ook op dit gebied alle schroom kunnen verliezen. Het Russinnenintermezzo verloopt tenslotte onschuldig, en voor zover bekend, zonder gevolgen.
De verhuizing naar de Invalidenstraße heeft echter tot groot nadeel, dat het contact tussen de twee groepen steeds minder wordt, en de Lindenstraße kan zich slechts verheugen in het schaarse bezoek van enkele lieden die, zoals Huizinga het noemt “op het oorlogspad” zijn.
Op 28 Februari verschijnt plotseling een figuur op de fabriek, die hardnekkig bij iedere groet zijn hoed ophoudt. De handen in de zakken wijzen op Hollandse afkomst, en bij nader bekijken herkennen we Jan van ter Braak, die, trouw aan A.E.G., de weg naar Berlijn na een half jaar weer terug heeft gevonden. Hij wordt door ons alleen sterk benijd om het eerste, minder om het tweede deel van zijn verblijf in Holland. Han Nughteren verlaat ons plotseling, op 28 Februari onder zeer treurige omstandigheden. We worden er aan herinnerd dat het leven in Holland ook zonder ons doorgaat, en dat ieder van ons dergelijke verrassingen te verwachten heeft.
Voor een gedeelte van onze groep is de datum van 7 Maart ’44 belangrijk omdat dan de eerste poging wordt gedaan, geestelijke activiteit in onze groep aan te sporen en in banen te leiden. Op 7 Maart wordt n.l. het college opgericht dat door een misverstand de naam Spreekrans zal krijgen. Het is jammer dat het ideaal, het aansporen van alle studenten tot geestelijke activiteit, om uit de min of meer apathische houding te geraken, niet in vervulling gaat. Voor een gedeelte door gebrek aan tijd, echter ook door vooroordeel en gebrek aan goede wil zij velen verhinderd deel te nemen aan de wekelijkse vergaderingen van het college.
Begin Maart opent Onno Vogelenzang de rij van benijdenswaardige figuren die op tijd naar Holland konden gaan. Jan de Muinck volgt kort daarna op 23 Maart in zijn volle lengte. Al zijn moeite en zijn volhouden wordt tenslotte beloond.
26 Maart vertrekt ook de vrolijke dominee Cor Wiegers.
6 Juni begint een enorm spannende tijd, een tijd waarin het Wehrmachtsbericht nauwelijks afgewacht kan worden, en de wildste geruchten de ronde doen: de Invasie is begonnen.
Het ziet er naar uit dat de hoop op een spoedig einde aan den oorlog eindelijk werkelijkheid gaat worden. Iedereen is vol goeden moed. In de maand Juni vertrekken een paar man naar Bautzen, zodat langzamerhand iedereen zit te wachten tot hij aan de beurt komt voor een reisje naar Holland of naar een andere vluchtfabriek.
22 Juni doet een tweede, (dit maal vreemd) kaal hoofd zijn intrede. Het is de heer Bastiaanse die na een langdurig gastvrij verblijf in Amersfoort blij is met de beperkte vrijheid die hij hier geniet. Ondanks het feit dat hij veel ouder is dan wij sluit hij zich snel bij onze groep aan.
In Juli wordt het Lager in Köpnick opgeheven, met als gevolg een hereniging van de sterk gedunde groep in de Invaliderstraße. De zwempartijen in Köpenick waaraan we het contact met Nico Groenhart te danken hebben, behoren helaas tot het verleden.
7 Juli vertrekken de gebroeders Jansen zelfverzekerd en met goede papieren naar Holland. Den Besten, teruggekeerd uit Bautzen, krijgt eindelijk toestemming naar huis te gaan, en weet daarvoor geen betere datum uit te kiezen dan de zeer bewogen 20e Juli. Hij toont verder geen enkel teken van medelijden met degenen die zonder geestelijke verzorging achterblijven.
30 Juli vertrekt de laatste van deze rij gelukkigen naar Holland, het is Harold Venema, die zijn trouwe strijdmakker waarmede lief en leed, Sonderzuteilung en bombardement deelde ontroostbaar achter laat.
1 September sluiten de opera’s en schouwburgen, hetgeen voor velen een grote tegenslag is. De berichten uit Holland worden steeds schaarser, onze steden worden in de legerberichten genoemd en we weten dat onze wensdroom, Holland onbeschadigd terug te zien, niet in vervulling kan gaan. Het wordt langzamerhand ernstiger, thuis en hier.
We schrikken op als Pit Witteveen en Hans Bornewassr de fabriek in worden gestuurd, het lot van George Brautigam komt ons al voor als een schrikbeeld, maar dat het hoogtepunt van de ellende bereikt wordt door het vertrek naar het Westen, dat verwacht wel niemand.
Bastiaanse, Wart van Mieghem en Gerard van Denen nemen 20 November in alle vroegte afscheid, en naar we nu weten, zitten ze onder ellendige omstandigheden in Mörz. Men laat ons nog eens duidelijk voelen dat we, ondanks alle vriendelijkheden niets meer zijn dan arbeidsvee. Dit vertrek treft ons midden in de voorbereidingen van het kerstfeest, zodat er belangrijke veranderingen moeten plaatsvinden. Gelukkig blijft er voldoende animo om door te zetten, zodat Kerstmis 1944 toch weer gezamenlijk gevierd kan worden.
We weten allen nog dat er helaas veel aan de stemming ontbrak op deze kerstavond. Een jaar geleden was het toch heel anders. Toen was het toch zo, dat iedereen met een behaaglijk, warm,  gevoel aan huis dacht, en dat er bij allen één vurige wens was: zo snel mogelijk naar huis, naar huis, waar alles goed en prettig is. Weg uit deze ellende, we hoopten allen als het ware wakker te worden en te merken dat het Berlijnse avontuur een nachtmerrie geweest was.
En nu?  Het avontuur duurt te lang, en we merken aan den lijve dat alles bittere werkelijkheid is, als we aan thuis denken, dan voelen we de koude en honger, en we durven er ons geen precieze voorstelling van te maken hoe ze thuis leven, hoe ze het uithouden. We zijn in dit jaar cynischer, onverschilliger geworden, misschien alleen uit noodzaak, om de eenvoudige reden dat we ons niet blijvend zorgen over thuis kunnen maken. We weten dat we bescheiden moeten zijn, en hoogstens mogen verwachten en hopen dat allen die ons dierbaar zijn zonder geestelijke en lichamelijke schade door deze tijd heen komen.
Dit jaar bracht meer ellende dan we verwacht hadden, dat zal ieder moeten toegeven. Zo erg had niemand het zich voorgesteld. De vraag dringt zich op, wat wij jongeren van dit rampjaar 1944, dat we in verbanning leefden, in ons verdere leven zullen meedragen. De ervaringen die we opgedaan hebben zijn slecht, we hebben geleerd sceptisch te staan tegenover allerlei beloften, we zijn nòg wantrouwiger geworden dan we waren, maar laten we niet zo ver gaan dat we zeggen “wijzer” geworden zijn, verstandiger dan de mensen die niet wantrouwig zijn, die nog hinderlijk in het goede geloven. We mogen ons door deze tijd zover laten meeslepen, dat stuk voor stuk al onze idealen, al onze zuivere, edele gevoelens vertrapt worden. We moeten onze idealen nu actief gaan beschermen, en ons niet direct, omdat dat wellicht makkelijker is, een “realistische” levensbeschouwing aanmeten. Het gevaar bestaat dat vele jonge mensen uit de ervaringen uit deze tijd de conclusie trekken dat het, omdàt er zoveel ellende geleden wordt, nodig is ieder pleziertje te genieten, en alles uit te buiten. We zijn jong. Er is een streep gehaald door de studierekening die vóór ons en dóór ons uitgestippeld was, en we zijn aan onszelf overgelaten. We hebben wel familie in Holland, maar we zijn en niet direct verantwoordelijk voor, zoals zij die vrouw en kinderen hebben.
In deze tijd van verbanning, waarin we niet meer geleid worden en volkomen vrij kunnen kiezen, moet bij ons, juist omdat we niet aan de verantwoordelijkheid voor vrouw en kind een rechtvaardiging van ons bestaan kunnen ontlenen, een zuiver besef groeien dat ons leven ook absolute waarde moet hebben. Wij moeten ons bewust worden dat ons leven een diepere betekenis heeft, en niet alleen een noodzakelijk gevolg is van een geboorte en het dierlijke instinct dat zich tegen de dood verzet. In deze tijd van ongebondenheid moet bij ons ook een dieper besef groeien van wat Holland voor ons betekent, wat het méér is dan een geografische aanduiding van een gebied waar we het zo goed hadden. We moeten vertrouwen hebben in de toekomst, vasthouden aan onze idealen al komen er nog veel meer teleurstellingen en tegenslagen. We moeten vechten voor onze idealen en ze niet alleen aanschaffen in tijden dat ze goed staan en goedkoop te handhaven zijn, om ze in moeilijker tijden overboord te gooien.
Als we in deze donkere tijd de waarheid van onze idealen, van ons leven beseffen dan zijn ook deze tijden voor ons niet verloren. Laten we het nieuwe jaar ingaan met het vertrouwen dat het, hoe dan ook, voor ons iets goeds zal brengen.

Wilhelmus

Zondag 31 December 1944. Oos : Om tien uur opgestaan en naar een concert van de phylharmonie in het Admiraalspallast.

Alarm nr 173, bombardement 38, van 18:30 tot 19:25.

Zondag morgen 31 Dec 1944
Om tien uur opgestaan en naar een concert van de phylharmonie in het Admiraalspallast. Concert onder leiding van A. Rother met als solist Günter Weinert (één been!) die het pianoconcert in D van Haydn speelt. Verder werd gespeeld de Egmont ouverture, een synphonie van Schubert en de Freisch”tz ouverture. Het was een zeer geslaagd concert. Witkop en v. Griffen hadden aardige zusjes van Hertzberge bij zich.
’s Middags naar Müggelsee. Geconstateerd dat ik op de echte Friese schaatsen 2x zo hard kan rijden! Ondanks de afspraak was alleen Berto v Dijk aanwezig. Niet lang gereden. Gegeten in het restaurant Strandbad, en naar huis. Alarm. Kamer is al opgeruimd drie bedden op elkaar, Jan heeft Zaterdag de kachel midden in de kamer gezet, de verlengpijp geeft erg veel warmte. Het is bijzonder gezellig geworden in de kamer.




Oudejaarsavond 1944
Om tien uur bij elkaar. Alles is op de minuut uitgestippeld. Eerst een openingswoord van Jan de Boer. Toen een toneelstukje: “Het nieuwe gegeven”, vermoedelijk van Willy Corsari. Bob en Brautigam voeren het op. Heel aardig, enorm spannend, goed voorgedragen. Toen pauze, met een warm drankje en verder koeken. Toen kwam Jan de Boer met het verhaal van de put en de slinger van Edgar Allan Poe. Bijzonder spannend en aardig. Het publiek wordt nu op een minder hoogdravend peil bezig gehouden dan met Kerstmis, en dat schijnt beter te bevallen. Er is niemand vervelend, alle aandacht is bij de voordragers.
Ik ben niet tevreden over mijn speech, maar hij verloopt gelukkig vlot, en hier en daar het ik met het jaaroverzicht succes. De overdenking is minder geslaagd. De tijd klopt precies, vijf minuten overdenking, stilte. Het is heel gek, zeker te weten dat daar 600 km verder Paps, Mams en Lily, Oom Albert en tante Fie ook stil zitten, met een sigaar, en aan mij denken.
Na het afgaan van de wekker, het teken dat 1944 ten einde is, zingen we het 1e en 6e couplet van het Wilhelmus, en we drinken elkaar toe. De stemming is plotseling weer vrolijker. Jaapje gaat naar beneden en we zingen nog wat Hollandse liedjes aan de piano. De Belgen hebben natuurlijk een paar meisjes naar binnen geloodst. Een heel aardig zwartje, een Polinnetje naar men zegt. Er wordt stevig gedanst, de Belgen dansen met elkaar zodat er steeds een behoorlijk aantal “paren” danst.
We maken nog een photo van de viering boven. Jan en ik drinken nog een borrel en gaan dan naar bed.



Jan :


Zondag 31 December 1944.
Oudejaar. Vreemd, er was niets geen oudejaarsstemming in alles wat je om je heen zag.
Veel bijzonders valt er niet te vermelden vandaag.
Ik opende den avond met een kort woord, veel kon ik niet zeggen, want dan maaide ik Oswald het gras voor zijn voeten weg. Daarna voerden George Brautigam en Bob een éénactertje op van Willi Corsari: Het nieuwe gegeven, waar ze zeer veel succes mee oogsten.
En hierna het Oudejaarswoord van Oswald. Dit was uitstekend. Om vijf voor 12 was het afgelopen, en toen had ieder vijf minuten om zijn gedachten daarheen te laten gaan, waar hij ze het liefst had. Het was wel een merkwaardig gevoel, zooveel miljoenen menschen als er nu, juist door dat tijdstip 12 uur, over de geheele wereld met hun gedachten bij elkaar zijn.
Hoe dan ook, ij vermoed dat de Nieuwjaarssfeer overal in Holland zeer veel te wenschen overgelaten heeft, daar er toch practisch nergens een gezin te vinden is, waarin niet minstens één persoon ontbreekt.
...


30 december 2019

Zaterdag 30 December 1944. Oos : Een zwangere dame staat voor me en moet ook aanzien, dat een vent domweg voorgaat naar binnen.

Zaterdag.
Half acht op. Met Pieter Bos naar Tegel om schaatsen te rijden, het gaat wel, helaas moet ik op de slechte schaatsen rijden, omdat Pieter te grote schoenen heeft. We hebben een aardig stukje afgelegd maar helaas is het ijs erg kapot gevaren. Verder is het geen onverdeeld genoegen met een jas aan schaatsen te rijden. De grote vlakte, die er moet zijn, niet gevonden. Het weer is niet mooi, bewolkt, het gevoel, dat je zo helemaal “vrij” bent op zo’n grote ijsvlakte wilde niet door breken, 12 uur thuis. Naar “Kartenstelle” voor de snaps-bon die ik niet goed afgeknipt heb. Vreselijk lang gewacht en toen weer verder gestuurd naar het “Ernärungsambt”. Daar ook weer lang gewacht. Een zwangere dame staat voor me en moet ook aanzien, dat een vent domweg voorgaat naar binnen. Maar ze is er niet toe te bewegen zelf naar binnen te gaan om die vent op zijn nummer te zetten. Dan probeert nog een jonge dame zich voor te dringen door domweg naar binnen te lopen. Later klamp ik de man die zich vóór de zwangere juffrouw drong nog aan en zeg hem wat hij gedaan heeft, “Ik ben van de partij” begint hij, waarop ik direct antwoord: “Je kunt mij niet wijs maken dat je bij de partij zulke manieren geleerd hebt, of dat je het recht ertoe hebt”. Het blijkt een zielig mannetje te zijn ±25 jaar, achterlijk en zeer banaal. Maar het toverwoord “van de partij” ligt die mensen toch voor in de mond en dat is typerend.
Tenslotte mijn bon gekregen. Snel naar huis, verkleed en met de tram naar Godoor. In de tram “Kontrolle”. Ik heb natuurlijk niet betaald, maar de “Schaffnerin” was er nog niet geweest toen ik uitstapte. In de tram wordt een juffrouw in bontmantel gepakt – ze heeft niet betaald, zit al 20 min in de tram, en kan de 5 M boete niet betalen!! Dat ze niet betaald is niet zo erg, maar die bontmantel moet het ontgelden!
Bij Godoor typisch burgerlijk, maar toch gezellig. Helga komt meer dan een uur te laat, de lange Günte Stolz komt niet, en verder zijn alleen twee buurmeisjes van Godoor (Werner) te gast. Het was weer zoals hier de feestjes altijd zijn: “Kuchen” eten, en verder wat alcohol drinken en dansen, dansen, altijd maar dansen. Jammer dat er een meisje te veel was. Helga zei achteraf dat ze niet “auf meine Kosten gekommen” was. We hebben het later ingehaald op weg naar huis. Het was bijzonder gezellig. Helga ging vanaf Brannauerstrasse naar huis lopen, ik zelf ben ik met de laatste S-Bahn door naar huis gegaan, om twee uur in bed. Helga heeft nog een uur door de sneeuw gestrompeld met een afgebroken hak. Moe naar bed.

Jan :


Zaterdag 30 December 1944.
Vandaag vrij, en nog twee dagen vacantie in het vooruitzicht. Oswald ging schaatsenrijden, en verdween dus vroeg. En ik heb me vanochtend voor de gemeenschap verdienstelijk gemaakt door de kachel in het midden van de kamer te zetten. Overal stukken pijp en ellebogen opgesnord, en na een uur of twee prakkizeeren was de zaak gezond. De kachel staat nu à la Delft, d.w.z. midden in de kamer, en juist onder de lamp. Het bezwaar is, dat de lamp nu voortdurend slingert door de opstijgende warme lucht, maar dat moeten we maar op de koop toe nemen. We kunnen het nu dank zij de lange pijp met een minimum aan kolen lekker warm stoken.
’s avond nog even naar Fred geweest, door een sneeuwstorm heen. De schaatsenrijders zullen er wel de smoor in hebben. Net voor de feestdagen. Het is anders nu heerlijk weer, en ruïnes in de sneeuw hebben bij volle maan ook hun bekoring.
’s Avonds heb ik heerlijk bij de kachel gezeten en zitten werken aan mijn  openingswoord voor morgenavond. Ik was heelemaal alleen thuis, Oswald was naar een oudejaarsfeestje van een stel vriendinnetjes van het lab, en Arnberg was ook niet thuis. Ik heb echt prettig gewerkt tot ± kwart voor één.

29 december 2019

Vrijdag 29 December 1944. Jan : Gelukkig kreeg ik ’s avonds een enorme berg post.


Vrijdag 29 Dec.

Oos laat hier enkele regels open, kennelijk met het doel er later wat in te schrijven maar daar is het nooit van gekomen.

Jan :


Vrijdag 29 December 1944.
Er heerschte vandaag op het lab een echte Oudejaarsstemming. Niemand deed iets, en daar de drukwaterleiding nog steeds bevroren was, hadden ze ook geen Bunamonsters voor me klaar kunnen maken. Bovendien was Dietloff er niet, en een en ander samen ben ik er dan ook om half drie vandoor gegaan, daar ik nog een enorme hoeveelheid inkopen te doen had. Ik moest nog wasch halen, en reisde derhalve over Köpenick terug. In de trein natuurlijk controle, en daar trapte ik prompt in, daar mijn abonnement niet op dat traject gold. Boete 3 Mark. Het viel nogal mee.
Gelukkig kreeg ik ’s avonds een enorme berg post. Alle brieven van huis van October en November. Al is het dan oud nieuws, het was toch fijn, weer eens iets te horen. 
We hebben ons vanavond eens aan schapenvleesch gewaagd. Je krijgt daarvan de dubbele hoeveelheid op je bonnen. We hebben er een aantal balletjes van gedraaid, en die door de boerenkool heen gedaan. Voorwaar, een godenspijs! Ik wilde, dat ik ze het thuis ook kon voorzetten.
En toen hebben Oswald en ik nog een beetje zitten nakaarten met een heerlijk sigaartje en een borrel.


Latere analyses van deze slag melden dat de Duitsers al vijf dagen teruggeslagen worden. Een belangrijke reden hiervoor is dat de bevoorrading geen benzine voor de tanks kan leveren!! 

Utrecht 26 November 1944. van Mams : Hier zijn wij totaal zonder bericht van je. Het laatste dat wij hadden was je brief van 15 Sept.


Utrecht 26 Nov. ‘44
Mijn lieve Oswald,
Maar weer eens een levensteken, al gaat de animo om te schrijven er leelijk af als je heelemaal niet weet wat er met je brieven gebeurdt. Hier zijn wij totaal zonder bericht van je. Het laatste dat wij hadden was je brief van15 Sept. en daarna nog een algemeen bericht van half Oct. Wij hopen nu maar het beste, al vraag ik me af hoe het met je kousen en kleren in het algemeen, en ook met het voedsel staat. Hier maken wij het best. Alles wordt wel erg ingewikkeld, maar wij redden ons best, en wij genieten het ongelooflijke voorrecht dat wij nog licht hebben. Er zijn menschen die al weken in ’t donker zitten. En dat in deze tijd van ’t jaar! Je moet er niet aan denken! Er zijn arme stakkers die geen vuur, geen licht hebben en maar een héél héél klein beetje eten! Erg hè? En dan nog een man of een zoon plotseling meegenomen! Voor velen is de beproeving wel héél zwaar en je kunt niet anders wenschen dan dat het heel gauw voorbij mag zijn. Dat zou ons dan ook de vreugde brengen van het weerzien waarnaar wij heel hevig verlangen! Dag lieve jongen. Een heel stevige pakkerd van
je Moeder

28 december 2019

Donderdag 28 December 1944. Oos : Om half vijf ga ik ook weg, papiertje van Jüngling gekregen toen H. weg was!


Donderdag 28 Dec.
Vandaag voornamelijk aan mijn oudejaarsavond speech gewerkt. Hofmeijer komt even kijken, blijft helaas een beetje lang. Om half vijf ga ik ook weg, papiertje van Jüngling gekregen toen H. weg was! Nòg geen snaps
Bezoek van Herzberge c.s. Eerst met Kees en Witkop even gegeten. Jan E. is vandaag wat slaperig. Jan Pels blijft vannacht slapen. De stemming is er eerst niet erg.

Jan :


Donderdag 28 December 1944.
Goddank was het vandaag een beetje verwarmd op de fabriek, hoewel nog niet veel.
’s Middags nog even naar Frl. Rose geweest, en daar heel genoeglijk zitten praten. Je moet er eigenlijk met niet meer dan twee man zijn, anders wordt ze zenuwachtig en druk.
’s Avonds had de feestcommissie een vergadering bijeen geroepen om de problemen, die door de Kerstavond gerezen waren zijn, te bespreken, in verband met Oudejaar. We zijn het eens geworden en nu begint de avond om 10 uur, en blijf als voordrachtsdeel alleen het verhaal van Poe en het toneelstukje van Bob eb George Brautigam over met Oswalds oudejaarwoord. De andere, zware dingen hebben we voor dien avond laten vallen, t.w. Faust, de eerste twee tonelen, Gijsbrecht, verhaal van de vernietiging van Amsterdam, en fragmenten uit Gorters “`Mei”.
Merkwaardig dat nu je de mensen op de man af vraagt, wat ze er tegen hebben gahad, niemand je een direct antwoord wil gevebn. Het liefst was me eigenlijk geweest, de heele viering en bloc te laten schieten, en de avond in kleine kring (5 of 6 man) door te brengen.




27 december 2019

Woensdag 27 December 1944. Oos : Als de chefs er niet zijn ga je vroeger weg. Van werken is al maanden geen sprake meer.

Woensdag 27
Een prachtige vertoning vandaag in het lab. Er is geen verwarming. Jan en ik zorgen direct voor de elecrtische verwarming. Bij ons gaat het wel met zo’n ding onder je tafel. Maar de anderen hebben het koud…. En dan dat lamlendige stelletje bij ons. Karl windt zich op, bij de militairen “gibt es sowas nicht”. Drie maal om het Kabelwerk hardlopen en niemand heeft het meer koud. In het Tropenraum is er wel stoom, en de hele “Belegschaft” trekt er in. Behalve wij vieren. De Pool zit in het Tropenraum in een hoekje te dromen van het Groot Poolse Duitsland, of het Groot Duitse Polen, of zo, zegt Eckert, en hij lacht zich een ongeluk. Een grappige vent is het toch. Die vrouwen hier dat is niets, zegt Jüngling , die moesten in dienst geweest zijn ze zijn niet eens “Blitz mädel” geweest. Eckert probeert dan de anderen op te sluiten. Wat een vertoning om een beetje kou!
Het leukste van de kerstdagen is, dat ik de militaire toestand helemaal vergeten ben. Je denkt niet meer aan Wehrmachtsberichten, je geniet van je vrije tijd. De gedachten zijn zo nu en dan thuis, gelukkig (?) niet al te veel.
Het is ellendig dat bij alles wat je aan eten, aan warmte, aan plezier geniet hier, altijd de bijsmaak is, dat het in Holland zo beroerd is met alles. 1000 gram brood in de week!
We zijn wel een stuk onverschilliger geworden in dit jaar, merkt Jan op. Is dit werkelijk waar? Ik ben bang van ja. Misschien is het ook daarom dat de stemming niet wilde met Kerstmis.
Vandaag zelf goed verwarmd, de anderen hebben het allemaal koud. Gelukkig had ik de voorzorg genomen mijn  dikke trui aan te trekken. De electrische verwarming werkt juist voldoende.
Nowak komt nota bene ook nog kijken. Natuurlijk alleen om te zien of Jüngling er is of niet.
Om kwart voor vijf weg, iedereen vertrekt vroeger. Een prachtige afdeling is dat toch bij ons. Als de chefs er niet zijn ga je vroeger weg. Van werken is al maanden geen sprake meer.
Naar de schoenmaker in Schöneberg, mijn hoge schoenen zijn kapot. Het bovenleer laat los. Aardige vent is dat die schoenmaker. Als ik een half uurtje gewacht heb komt Kees ook aanzetten. Met Kees nog even gegeten, en toen naar huis.
Opgericht is een “Anti Spreekrans Actie”. Witteveen moet wel de aanstichter zij. De voordrachten worden nu volgens die Heren anders, colleges meer, een paar maal achter elkaar. Verder valt al dat gedoe van verslagen en zo weg.
Het is wel duidelijk wat hier gaande is. De mensen voelen wel dat ze er bij horen, in de Spreekrans, maar ze zijn te beroerd om mee te doen, om een lezing te houden, of iets anders. Ze willen dus nu cursussen gaan houden. De voorbereiding is al veel moeilijker dan voor een voordracht. Het luisteren is veel moeilijker. Méér voordrachten: het zal veel moeilijker worden de mensen bij elkaar te trommelen. Verder is er steeds één aan het woord, dat wordt vervelend. Dat afwisselende voorzitterschap, secretariaat enz. is juist grappig, en geeft iedereen de gelegenheid iets te presteren. Als dit al niet kan hoe moet het dan met “colleges”. Enfin, zoals Bob het uitdrukt, de colleges van vd Braak en Thijs Vinks tegemoet.

Jan : 


Woensdag 27 December 1944.
Over de oudejaarsavond zijn de meningen verdeeld, door de afbrekende critiek van de niet-studenten op de Kerstavond. Ik heb nu voorgesteld, den avond in twee delen te splitsen, en wel een deel van 8 – 10 uur, met het zwaar cultureele deel, voor die menschen, die daar lust in hebben, en verder van 10 – 12 uur met het minder zware deel en dan voor iedereen.

Utrecht, 8 November 1944. van Paps : Hoe dat fietsje het uitgehouden heeft begrijp ik nog niet. Ik had nog ± 30 kg bagage achterop.


Utrecht, 8 November 44.
Mijn beste Oos.
We zullen het nog maar eens proberen, mogelijk bereikt deze brief je nog, maar ik vrees wel dat het dan al lang St. Nicolaas is geweest en de heele situatie weer veranderd zal zijn.
Het is hier nog steeds rustig, af en toe deining door het oproepen van mannen om te graven en telkens, zoodra het helder weer is, bezoek van geallieerde vliegtuigen, jagers en kleine bommenwerpers die zoo nu en dan kleine bommetjes laten vallen in de omgeving van het C.S. of daaromtrent. Alles bij elkaar heeft dit gelukkig niet veel te betekenen, maar het kan slechts een voorproefje zijn van wat ons te wachten staat over enige tijd. Overigens heeft het geen zin ons nu druk te maken, komt tijd, komt raad en we zullen dan wel zien.
Verleden week ben ik nog eens naar A’dam en Ouderkerk geweest op het kleine fietsje van Mams. Dat was voor mij met mijn lange benen een heele tocht, maar het is allemaal best verlopen. De eerste dag naar het kantoor in A’dam, en toen in de namiddag via tante Marie & oom Theo naar Ouderkerk. Daar ben ik dien nacht gebleven en den volgenden morgen met enige leeftocht naar Utrecht terug. In Breukelen nog even bij de v.d. Hulsten aangeweest (dat is die schilder die Lily’s portret heeft gemaakt en die op een woonschip woont in de Vecht bij Breukelen) en toen maar weer verder en veilig thuis weer aangekomen. Hoe dat fietsje het uitgehouden heeft begrijp ik nog niet. Ik had nog ± 30 kg bagage achterop. Slechte stukken van den weg heb ik dan ook maar gelopen. De achterband is nu echter vrijwel versleten zoodat ik vrees dat ik dezen tocht niet meer op deze wijze zal kunnen herhalen. Als ik goede banden had ging ik op de zeker elke week deze tocht maken. Het is nu schitterend langs de Vecht met dit fraaie najaarsweer en al die mooie kleuren in de bossen.
In A’dam en Ouderkerk is al lang geen electriciteit meer. Zoodat de menschen ’s avonds in het donker zitten of hoogstens met een kaarsje, oliepitje of iets dergelijks. Ook hier in Utrecht is het overgrooten gedeelte van de stad reeds lang afgesloten. Wij behoren tot de bevoorrechten die het nog hebben maar hoe lang nog. Enfin, we hebben wat kaarsen zoodat we het althans enige tijd kunnen uithouden zonder geheel in het donker te zitten. Ik ben nu bezig een instrumentje te maken om brandduur van een kaars, vooral een slechte kaars in oorlogssamenstelling (paraffine in plaats van stearine), aanzienlijk te verlengen. Deze kaarsen lopen n.l. erg af, ze smelten haast op en zijn dan in een paar uur uitgebrand. Hou je nu de kaars tot vlak aan de rand onder water dan blijft ze hard en druipt niet af, het vlammetje is dan natuurlijk wel iets kleiner maar dat geeft niets, want je kunt toch niets bij het licht van één kaars doen, maar je kunt elkander tenminste zien en je kunt je concentreren om nu de kaars regelmatig tijdens het branden op te voeren zoodat steeds er een even groot randje boven water blijft (een paar min.), heb ik het volgende systeem geprobeerd. Je neemt een cilinderglas, grootendeels gevuld met water, aan den rand daarvan hang je nevenstaand apparaatje op, bestaande uit twee ijzerdraden, een kurk die door middel van 4 oogjes langs de draden op en neer kan schuiven, daarop de kaars die boven door een ringetje steekt maar door twee draden wordt tegengehouden, aan weerszijden v.d. pit. Als de kaars nu opbrandt wordt zij door de kurk steeds naar boven opgevoerd en blijft dus steeds op de zelfde hoogte onder water. Zoo’n snertkaars met paraffine brandt op deze wijze 6 uur met een redelijke vlam, in plaats van 2½. Zo wordt een mens vindingrijk in den nood.


Ziezo, deze keer voor het meeste een kletspraatje. Het ziet er helaas niet naar uit dat de oorlog in een vloek en een zucht zal zijn afgelopen, we zullen nog wel geduld moeten hebben, jongen, hoe zwaar dat ook valt. We gaan helaas den winter weer in, en de waanzin gaat maar verder en weet nog van geen ophouden. Het is verschrikkelijk maar we staan machteloos er tegen. Hou je maar goed, jongen, heb over ons geen zorgen, wij redden het wel hopen we.
Veel groeten, en een poot van je
Vader




26 december 2019

Dinsdag 26 December 1944. Tweede Kerstdag Oos : Afgewisseld op de twee paar schaatsen gereden.


Dinsdag 26 Dec. 2e Kerstdag
Om half elf wakker, snel gegeten en geschoren, en als de weerwind met de schaatsen naar Herzberge. Gelukkig gaat alles vlot. Jan is erg laat. De schaatsen van v. Griffen, Friese schaatsen, zijn niet klaar.
In Hischgarten staan Pels en Kees al een half uur te wachten! Gewandeld naar Friederichshagen en daarna naar de Müggelsee. Als we daar anderen zien schaatsen rijden, dan worden v Griffen, Kees , Jan en Berto eindelijk ook geestdriftig. Alleen Pels voelt er nog niets voor. Afgewisseld op de twee paar schaatsen. Tenslotte met Kees een eind gereden tot het donker werd.
De Hollandse ober in het restaurant was weer verrekt grappig. Zo’n rasechte Amsterdammer in Berlijn, dat is ook wat bijzonders.

Jan : 


Dinsdag 26 December 1944.
Vanochtend werden Oswald en ik beide met een schrik om half elf wakker. Waarschijnlijk was onze grog de oorzaak van dit lange slapen. Ik had toch geen plannen voor vandaag, en dus kon het mij niets schelen.
‘s Middags heb ik de heele tijd kou geleden, hoewel ik razend hard gestookt heb. De kamer kwam niet boven de 7 à 8 ºC uit. De kachel is veel te klein voor de kamer. Ik ben er dus practisch bovenop gaan zitten, en van werken, zooals ik mij voorgenomen had, kwam ook niet veel. Een ogenblik  heb ik er ernstig over gedacht naar bed te gaan.
Maar tenslotte heb ik Fred maar opgezocht, die vandaag had moeten werken, en heb zijn radio bewonderd. Hij heeft dat ding op werkelijk een buitengewoon listige wijze ingebouwd in zijn bed, er is absoluut niets van te zien.


Het hoofdkwartier meldt dat het offensief in België best goed verloopt, vandaag 700 vijandelijke tanks uitgeschakeld en 44 vliegtuigen neergeschoten. De ring rond Bastogne is verkleind. Over het tegenoffensief van Patton, die vandaag Bastogne ontzet,  geen woord.


25 december 2019

Maandag 25 December 1944 Eerste Kerstdag. Oos : Jan wil eens een kijkje nemen, en wordt ontvangen met een “Kreuzdonnerwetter nochmal!!”.


Maandag eerste kerstdag 25
Heerlijk geslapen. Jan naar de vroegmis, de Herligenachtmis zoals dat heet. Commentaar: een goed geënsceneerde opera! Het belletje zorgt er voor dat mensen die niet opletten niet te laat merken dat er iets nieuws is begonnen.
Met Jan en Fred v Duren eerst uitgebreid gegeten in de E.strasse. Toen naar Rehbrücke.
Bij het verlaten van het lager stond er een kinderwagen met een allerliefst kind voor de deur. De moeder nergens te zien. We hebben ons even met het kind vermaakt, en gedacht dat het een aardig kerstcadeau zou zijn! Maar de tenslotte tevoorschijn gekomen moeder wil geen afstand doen van het kind.
Met een stoomtreintje van Wannsee naar Rehbrücke. Het is prettig weer. Boven de stad hangt een mist, maar buiten is het prachtig helder.
We kunnen eerst het bos niet goed vinden, en lopen telkens weer op het open veld. Op een goed moment komen we in een bos bij schuilkelders. Jan wil eens een kijkje nemen, en wordt ontvangen met een “Kreuzdonnerwetter nochmal!!”. We worden weggejaagd.
De wandeling is verder heel mooi en we genieten van alles om ons heen.
In het lager vanavond groot feest. Paans opent en zegt dat de bedoeling was de mensen wat op te vrolijken. Het is aardig gelukt. Er waren zangers, sneltekenaars buikdanseressen enz. na afloop zegt Brautigan heel terecht: Nou, het is erg goed geslaagd met deze avond: ik ben inderdaad helemaal vergeten dat het Kerstmis is!! Cadeautjes waren er ook nog, ik kreeg een pak lucifers.
Nagekaart met Jan. Cognac grog gedronken, pijp gerookt en gepraat, steeds natuurlijk over thuis. Hoe zouden ze het maken?


Jan : 


Maandag 25 December 1944.
’s Avonds hadden we een Kerstfeest dat door de Belgen voor het heele lager georganiseerd was. in het Gemeinschaftsraum hadden z een podium getimerd en daarop vond de uitvoering plats, in hoofdzaak korte muzikale nummers. Vooral uitstekend waren wat Italiaansche liedjes door een paar Italiaansche krijgsgevangenen en wat Fransche chansons (van Charles Trenet). Overigens ontdek je op zoo’n avond in vele menschen talenten , die je nooit vermoed zou hebben.
Na afloop hebben Oswald en ik nog een beetje gezellig zitten nakaarten bij een sterke heete cognacgrog, tot ongeveer half een. Maar toe voelde ik mij lichtelijk draaierig in mijn hoofd en zwaar in mijn benen. Toch was dat gevoel weer eens heerlijk. Het herinnert je aan den goeden ouden tijd in Delft, aan onze schietclub op Zaterdagavond, met Marinus Kruimel en Fred en Henk Buis, en mijn windbuks zaliger, waarbij we tijdens het aan het schieten aansluitende Monopoly spel toch altijd één flesch minstens plachten leeg te drinken.



24 december 2019

Zaterdag 24 December 1944. Oos : Dan komt Groenhart met het kerstverhaal uit de Bijbel en een toespraak, die heel aardig is.

Zaterdag 24 Dec.
Om half tien op. Gauw wat gegeten en zo, verder bedden uit elkaar gesloopt. Om half elf met Pieter Bos naar Wannsee, schaatsen onder de arm. In Wannsee gekomen blijkt het meer maar nauwelijks bevroren te zijn. Er ligt een boot en de mensen hollen er heen en we hollen dus maar mee. Meer dan een half uur duurt het, dan vaart de boot weg. Twee haltes, naar de andere kant v.h. water, en gaat dan niet verder. Weg naar Kadon. Langs het meer gelopen richting Potsdam. Bij een pontje halverwege, over laten zetten. Steeds nog geen ijs om schaatsen te rijden. Plotseling, om een hoek komend, zien we een vent op Hollandse schaatsen! Waarschijnlijk een Hollander maar hij zegt geen woord.
Pieter Bos en ik binden de schaatsen onder, en gaan een paar maal de baan op en neer. Het ijs is prima, een prachtige grote baan.
Nog juist voor het al te donker wordt naar huis terug, zodat we Wannsee nog vonden. Die Pieter Bos zegt geen woord. Met Bob samen op één kamer moet het er wel altijd een doodse stilte zijn. Toch was het wel leuk met een ander te wandelen dan met het gewone stelletje.
De boottocht door het ijs is prachtig. Thuisgekomen vind ik de kamer ontruimd en prachtig versierd. Jan heeft zijn best gedaan. Je proeft en ruikt Chm/E
De avond zelf is jammer genoeg niet zoals we hadden gehoopt. De stemming ontbreekt Jaap Terborg is vervelend.
Opening door Frederikse, een beetje zwak. Dan komt Groenhart met het kerstverhaal uit de Bijbel en een toespraak, die heel aardig is. Maar een echte kerststemming is er niet, ondanks de kaarsen en de kerstboom. Jan draagt twee rijen voor uit de Gijsbrecht. Bob vertelt een verhaal, uit het Duits vertaald, hoe en boer zich de schepping voorstelt, en aan zijn dorpsgenoten vertelt. Heel aardig.
Veel “Kuchen” e.d. te eten. Na de pauze kon ik met het gedicht van Verweij, dat me makkelijker afgaat dan ik dacht. Of het indruk gemaakt heeft weet ik niet. Hans leest nog een kerstverhaal voor van Timmermans uit Pallieter.
Tot slot de brief van Bastiaanse. Herman Frederikse weet deze zo lullig en slecht voor te lezen, dat het helemaal geen indruk maakt, erg jammer. De brief was toch al niet erg vlot geschreven, omdat Bas afgeleid werd door 300 andere lagerbewoners.
Na afloop nog even een photo gemaakt, Jan v Duren en ik met de kerstboom, nadat we eerst alles weer in de kamer gesleept hadden. Het is wel een heel gesjouw met die bedden en zo, maar het is toch wel de moeite waard geweest. v. Duren blijft slapen.

Jan heeft hier niets aan toe te voegen.

23 december 2019

Zaterdag 23 December 1944. Oos : Vandaag is er voor de Duitsers een borrel, ze krijgen allemaal wat, behalve de buitenlanders.


Zaterdag 23 Dec.
Alles op de fabriek staat in het teken van de komend feestdagen. Twee paar schaatsen op de kop getikt, het paar van Schenk was verroest, hij heeft het nog geslepen ook. Het andere paar van Dudlitz is niet scherp genoeg vrees ik. We zullen zien.
Vandaag is er voor de Duitsers een borrel, ze krijgen allemaal wat, behalve de buitenlanders. Alleen Dostalik doet mee! Kuscheltje komt me achteraf een van de drie reageerbuisjes die ze gekregen had, brengen. Met Jan heb ik tenslotte deze fooi gedeeld.
Na een handje van Hofmeier, en handje met beste wensen van iedereen, naar Hertzberge. Vandaar naar huis en door naar de staatsopera. Hans v Griffen zorgt weer eens voor een kaart! Alleen, hij zegt: half vier begint het in plaats van half drie.
De uitvoering is uitstekend, orkest van de Phylharmoniker. Welk koor het was weet ik niet, maar was zoiets als de 83e opvoering van dit jaar!
Wat opviel was, dat de piano niet stoorde, het was koud in de zaal.
Witkop heeft zich gesneden aan een lijk, en infectie opgedaan.
Vanavond boven weer eens een “ronde”gemaakt, alle kamers zo af met een praatje. Erg gezellig. Witteveen heeft critiek op de Spreekrans, hoewel hij er nooit bij geweest is. Hij wil het anders doen, hij wil meer activiteit. Hoe dat moet? Witteveentje is wel een eigenwijs stukje mens, hij wil het altijd beter weten.


Of zouden de kaartjes zo gepubliceerd moeten worden om geen aanklacht wegens neonazisme uit te lokken:



22 december 2019

Vrijdag 22 December 1944. Oos : De gewone Friese schaats kent men hier niet, het zijn allemaal rondrijders.

Vrijdag 22 Dec.
Vandaag erg veel moeite gedaan om aan schaatsen te komen. De gewone Friese schaats kent men hier niet, het zijn allemaal rondrijders.
Het begint nu goed te vriezen. Koud in huis. Geen snaps gekregen, bon verkeerd afgeknipt!

Jan :


Vrijdag 22 December 1944. 
We hebben de laatste rest kolen vanavond opgestookt, verkwistend als we zijn. Maar gisterenavond waren we alle drie zoo chagrijnig van de kou dat we geen zin hadden, weer zoo te kleumen. Ik had gisteravond niet eens zin me te scheren. maar nu hadden we het wel niet warm, maar de ergste kou was er toch ten minste af, en het ging alles veel beter.
Er loopen slechte berichten. Waarschijnlijk wordt het lager opgeheven en moeten we allen naar Wühlenberg, waar ze op het oogenblik nieuwe barakken bouwen. Eb verder zouden we Gemeinschaftsverpflegung krijgen. Dat is alles nog maar een gerucht, maar een feit is dat Frau Lisurek met een erg droevig gezicht rondloopt. Voor haar zal het een hele verandering worden, want ze verdient haar geld hier gemakkelijk.


21 december 2019

Berlijn 21 December 1944. Brief 129 : Bij ons zal het wel gaan, maar hoe zullen jullie het Kerstfeest vieren?

Brief 128, die in de afgelopen 10 dagen geschreven zou moeten zijn is niet gevonden. In zijn dagboek meldt Oos in deze periode niets over een brief terwijl 127 wel vermeld is. Waarschijnlijk een vergissing dus. 

129
Berlijn 21 Dec. 1944
Lieve Paps, Mams en Lily
Vandaag zal ik eens proberen jullie een idee te geven van de wijze waarop ik mijn verjaardag heb doorgebracht. Natuurlijk ontbreken dit keer de schriftelijke felicitaties uit Holland, die verleden jaar zo precies op tijd kwamen, ik denk dat ik ze wel eind Januari zal ontvangen! Mijn relaas zal ik maar chronologisch houden. Zoals gewoonlijk ging dus gisteren de wekker weer om tien over half zes af. Jan geeft er dan direct een klap op, zodat het ding zijn mond houdt. De Deen bromt dan wat en steekt het licht op. Een paar minuten liggen we ons dan nog uit te rekken, en dan komen we er uit. Ik slaap boven, en ik moet zo’n halve doodsprong  maken voor ik beneden ben. Het is een voordeel dat je dan meteen helemaal wakker bent. Jan feliciteert me en ik ontvang mijn eerste verjaarscadeau, een boek met parodieën op opera’s. Helaas snap ik niet alle mopjes, omdat het in het Engels is, plat Engels en bovendien staan er een hoop Hebreeuwse uitdrukkingen in die ik niet ken. Ze laten in dit boek n.l. de grootheden uit de Wagneropera’s als Poolse Joden optreden, wat een zeer grappig effect geeft. Lohengrin komt op in een gemotoriseerde zwaan (aanhangmotor!) Maar laat ik niet van mijn onderwerp afdwalen. We waren dus juist uit bed gestapt. In de kamer is het ijskoud, het raam staat open en het vriest. De waskamer is ook akelig koud. Er staan zich al enkele mensen te scheren, iedereen rilt. (dat was in de Lindenstraße beter, een verwarmd waslokaal hadden we daar!) Om zes uur zijn we dan aangekleed, en we stappen op. De Deen ligt dan nog in zijn bed en is nèt weer ingeslapen. We lopen dan snel naar het station, en wachten daar op de trein. Meestal gaat er om de drie minuten een trein, maar vaak is alles in de war en dan moet je wel zes of zeven minuten wachten. Na twee stations stappen we over in een andere trein, waarmee we ons, heerlijk deftig 2e klas reizend, naar Schöneweide laten brengen. Die reis duurt ruim een half uur, en we kunnen meestal zitten. Soms kopen we onderweg nog een krant, de belangrijkste kranten hebben we nodig voor het dagboek. Van het station naar de fabriek loop ik meestal, ik heb nog schoenen en dan heb ik tenminste niet die ergernis van al dat dringen in een overvolle tram. Op de fabriek gekomen begin ik altijd eerst met het aantrekken van oude schoenen. (vroeger ook oude kleren) Het is lekker warm in het lab, en er staan midden in de ruime kamer vier bureaux, twee aan twee tegenover elkaar. Aan een kant zitten Jan en ik, vis à vis, een Dr. in de scheikunde en een laborant, een oorlogsgewonde die zijn rechter arm mist. We beginnen zoals altijd de krant uit te spreiden, en uit te pluizen. Vaak wordt er dan van beide zijden van de tafel commentaar geleverd, een commentaar dat steevast eindigt met: nu ja, we zullen wel zien hoe het afloopt. Vooral de oorlogsinvalide is een zeer nuchtere vent, we kunnen heel goed met elkaar opschieten. Na de krant komt dan het dagboek aan de beurt, en daarna begint het ontbijt.
Om een uur of negen begint dan het werk, voor zover dat aanwezig is. Om half één gaan we eten in de cantine, vroeger duurde dat eten ruim een uur, maar tegenwoordig zijn er zo weinig studenten meer, dat we meteen als we klaar zijn maar weer opstappen. Het tabaksrantsoen is ook zo verminderd dat het beter is alle tabak te bewaren tot ’s avonds. Vandaag ben ik jarig, en dus roken Jan en ik bij uitzondering een pijpje. Ik krijg nog enkele felicitaties te incasseren van uit het lab. waar ik vroeger stond, ze hebben merkwaardig genoeg mijn verjaardag niet eens vergeten.
De middag verloopt verder rustig en om vijf uur gaan we snel naar huis. Er moeten nog boodschappen gedaan worden, en bier gehaald, voor de gasten vanavond. Jan speelt het klaar boerenkool te pakken te krijgen. Snel worden aardappels gebakken, kachel flink opgestookt, en dan komen de eerste gasten al, van de bezetting Herzberge. We brengen de avond genoeglijk door, de stemming is best. We maken nog een photo, ik hoop dat ik die later kan laten zien. Om tien uur wordt de zitting opgeheven. Dit was zo het verslag van de gebeurtenissen op 20 Dec. De tweede verjaardag buitens huis. Dat ik niet thuis kan zijn vind ik niet zo erg. Het vervelende is dat ik niet weet hoe jullie het maakt, of liever gezegd, dat ik weet dat jullie het erg slecht hebben.
Zondag heb ik met Jan Egberts en andere bewoners v. Herzberge een prachtige wandeling gemaakt van een uur of drie. Na afloop was ik zo heerlijk moe, net als vroeger na de Kerst- en Nieuwjaarswandeling met Paps en oom Albert. Het was schitterend weer, en achteraf heb ik heerlijk gegeten eigengemaakte stamppot.
Het is ondertussen vrijdag geworden. Jan de B. heeft een kerstboom gegapt en we hebben verder met heel veel moeite gezorgd voor andere hoogstnoodzakelijke ingrediënten voor de viering van het kerstfeest. Bij ons zal het wel gaan, maar hoe zullen jullie het Kerstfeest vieren? Ik vrees dat de eenden en de kalkoenen dit jaar wel volkomen zullen ontbreken. Misschien dat jullie bij deze grote, bijzondere gebeurtenis de kachel aansteekt. Ik weet nu ook wat het betekent in de kou te zitten, we hebben de laatste week geen kolen meer thuis. Voor mijn verjaardag hebben we speciaal wat bewaard.
Er ligt overal ijs, en ik ben op zoek naar schaatsen. Er is nog geen sneeuw gevallen. Misschien kan ik wel op een van de vele meren wat schaatsen rijden. Zo, ik heb weer een heel stuk papier vol gekletst, ik hoop dat het jullie een idee geeft van ons leven hier. Veel liefs voor alle bekenden, wens iedereen een gelukkig Nieuwjaar van me, en tot de volgende keer maar weer
Oswald.

Donderdag 21 December 1944. Oos : Springertje verontwaardigd dat ik niet gekomen was om me te laten feliciteren.

Alarm nr 172 van 21:45 tot 22:15

21 Dec. 1944 Donderdag
Begonnen aan een brief voor Bijvoet. Brief naar huis half af. Riess is weg, heerlijk rust voor zover ik die rust niet altijd heb! Kaarsen en vetpotjes gemaakt. In Clb nachträglich mijn gelukwensen ontvangen voor mijn verjaardag. Springertje verontwaardigd dat ik niet gekomen was om me te laten feliciteren. Het cadeautje had ze opgegeten vertelde ze. Prachtige driehoeksverhouding, Helga, Springertje en ik. Verder is dat lange eind van een Stoltz, 16 jaar, verliefd op Springertje naar zij beweerd.
Zonnewende. Helaas begint het nu ook meteen koud te worden. Op de fabriek is het warm maar thuis is het niet om uit te houden.
Jan dB heeft zich vandaag verdienstelijk gemaakt met het gappen van een boom… een aardig kerstboompje. Het was een heel probleem hoe we er aan moesten komen, maar Jan is gelukkig brutaal genoeg.
Boerenkool gekocht. Vroeg naar bed, erg koud.
Een zoon van Roekens is gestorven. Hij had T.B.C. in een zeer ernstige graad. De tweede keer dat een Belg uit mijn lager sterft.

Jan : 


Donderdag 21 December 1944.
Ik heb van de week voor Fred een kristalontvanger in elkaar gezet, en wilde die vanmiddag brengen. Echter bracht Eckert me op een ander idee. Hij was gisteren met een groote zaag op stap gegaan, en had een kerstboom gezaagd in het bosch. En ik vond het zonde, dat wij geen boom zouden hebben, en besloot dus, er ook een te halen. Een half uur loopen van Fred af, in de Bernauer Strasse herinnerde ik me eens een jonge aanplant gezien te hebben. En dus ging ik om 3 uur weg van de fabriek. Op mijn uitgangspapiertje stond als reden: “Besorgung”, wat in den meest waren zin gebruikt was.
Aldus gewapend met een grooten aardappelzak ging ik naar Tegel. Fred was erg blij met zijn radio, en vertelde me meteen, dat hij kwam a.s. Zondagavond. Gelukkig.
Daarna op den boom uit. Het was gemeen koud, maar met een beetje doorstappen ging het toch wel. Tenslotte was ik bij de aanplant. Met eenige moeite kwam ik over het prikkeldraad heen, en heb toen maar niet al te lang gezocht, maar mijn zak gevuld met een flinke top, en nog wat groen. Het viel me enorm mee zoo gemakkelijk als het ding zich liet zagen. Maar overal kleefden mijn handen van hars.
Op weg terug voelde ik me net de bewuste Kohlenklau met den zak op mijn  rug. Maar alles verliep goed, alleen viel de boom me nogal tegen toen hij uitgepakt werd. De afstand tussen de takkransen is vrij groot. Overigens is het een echte denneboom en geen spar.

’s Avonds hadden we weer een impressie van hoe het op het ogenblijk in Holland is. Koud, zonder kolen. Het vroor 12 graden. En toen we in bed lagen kregen we nog alarm ook van 9.45 – 10.15. Er gebeurde niets. Het was alleen beroerd dat we ons bed uit moesten, dat net warm was geworden.




20 december 2019

Woensdag 20 December 1944. Oos : Vroeger een hoogtepunt in de huiselijke gezelligheid, ontvangst van mijn vrienden.


20 December 1944 Woensdag.
Een bekende datum, 20 December. Vroeger een hoogtepunt in de huiselijke gezelligheid, ontvangst van mijn vrienden, eerst lagere schoolvriendjes, toen Berend, Frans, Willem en later de “studenten”. Met Klaas, Henk, Co en Jan zal ik deze dag wel niet zo gezellig meer doorbrengen als dat vroeger gebeurde, het is zelfs zeer de vraag of we elkaar ooit weer zien.
Jan dB begroet me ’s morgens vroeg al met een hartelijke felicitatie, en ik krijg een aardig boek van hem, parodieën op bekende opera’s. Jammer dat je voor het begrijpen Engels, Am. slang, en Jiddisch moet kennen! Maar kostelijke grapjes haal je er zo ook al genoeg uit. Van Kuscheltje ook een boekje gekregen, erg aardig. Kontowsky weet met een hartroerende speech bijna tranen op mijn wangen te brengen, het is toch wel prettig als iemand werkelijk hartelijk is. Over het algemeen word je in deze tijden zo stoer en gevoelloos. Want eerlijk gezegd heb ik toch vandaag maar weinig aan thuis en zo gedacht. Dat komt omdat ik niet alleen ben geweest met Jan E. alleen dàn komt het gesprek op thuis. Met Jan dB heb ik geen gemeenschappelijke herinneringen uit Holland, en aangezien ik de hele dag met hem samen ben, en we het altijd druk hebben, heb ik geen gelegenheid tot somberen en denken aan huis.
’s Middags in de cantine kreeg ik felicitaties van de diverse Clb laboranten. Helga stuurt een cadeautje met de kleine meisjes van ons lab. mee, een aardige kleinigheid.
Thuis een paar onaangename verassingen. Ten eerste is de kachel niet aan. Frederikse had beloofd hem aan te maken, en verder is er geen bier te krijgen in het café. Gelukkig heeft Frau Lisureck nog wat. Snel gegeten.
Dan komen de gasten langzamerhand, eerst Berto van Dijk, daarna Witkop en dan Jan E. en Hans v Griffen, Kees laat verstek gaan.
De stemming is er wel, Bob, Edzard, Hans, vd Braak enz. komen ook nog even aanlopen. Zelf heb ik wat last van mijn ingewanden, een volle maag die me dwars zit. (Jan gaat nog even met zijn “particuliere patiënt” Frederikse weg). Dan komt het hoogtepunt van de avond: de Photo! Ik hoop dat we er allemaal op staan!
Er ontstaat bij het vertrek van de “sectie Herzberge” nog een lange discussie de afspraak voor Kerstmis en Nieuwjaar.

Mede door het min of meer triomfantelijke tonen (zie gisteren) van een lampenkap lijkt dit de foto te zijn waar Oos naar verwijst.


Jan :


Woensdag 20 December 1944.
Oswald was vandaag jarig. Ik heb me niet in staat gezien, zoo’n taart te bakken als hij voor mij gedaan had, uit gebrek aan meel en ingrediënten. Maar gelukkig had ik destijds een boek gekocht, dat me wel aardig leek, een stel satires in het Amerikaansch op opera’s ongeveer in den stijl van Louis Davids.
’s Avonds was het natuurlijk groote vergadering. Wel gezellig.

Louis Davids 1935 Nieuwjaarswens
Wim Ibo over Louis Davids.

20 December 1944. Aus dem Führerhaubtquartier : 10 000 gevangenen gemaakt, 200 pantsers vernietigd en 124 vliegtuigen omlaag geschoten.



19 december 2019

Dinsdag 19 December 1944. Oos : Het bericht komt dat de D. troepen bij Antwerpen staan, en luchtlandingstroepen bij Parijs afgezet zijn.

19 Dec.
Dinsdagmorgen.
Een ontzettende depressie. Het bericht v.h.D. offensief begint nu pas goed uit te werken. Wat zijn de gevolgen hiervan? Ten eerste voor de gebieden waar de oorlog nu wellicht nògmaals door komt (de moordpartijen die dan nòg eens beginnen). Ten tweede voor de duur van de oorlog, het duurt nu minstens een jaar langer. En zo redeneer je door. Prettige Kerstmis. Jan en ik zijn beide zeer terneergeslagen, vooral als dan nog het bericht komt dat de D. troepen bij Antwerpen staan, en luchtlandingstroepen bij Parijs afgezet zijn. We denken minder aan ons zelf, dan aan thuis. Wat moet de stemming thuis ontzettend zijn.
’s Avonds is de depressie al weer voorbij. Data verzameld voor mij oudejaarsavondspeach. Koud is het op de kamer, koud…
De laatste dagen wordt er onder hoge druk gewerkt aan alle kerstversieringen, kaarsen enz. Alles 100% AEG.
De waterleiding staat onder electrische spanning. Vanavond een prachtige kunststof lamp in elkaar gezet en opgehangen.



Jan : 


Dinsdag 19 December 1944.
We hebben vandaag met veel moeite een lampenkap in elkaar geze (van kunststof, 100% AEG) Het ding is werkelijk aardig geworden. Het staat meteen heel anders in de kamer, tot nog toe hadden we een kale lamp.
Verder vanavond in de badkamer ergens een verrassend effect: de waterleiding stond onder stroom. Je kon niet de kraan of de waterstraal aanraken, of je kreeg een klap. Gevolg, dat je je tanden wel kon poetsen, maar je niet wasschen kon. Het genoegen was maar matig. En natuurlijk deed de radio het daardoor ook niet, aangezien de aardleiding aan de waterkraan vastzit.

Berlijn 28 11 44 Kaart van Pels : Voor je genoegen maak je in dit weer geen reizen.


Bln 28-11-44.
Beste Oswald, Even een kaart om je te zeggen deze week niet hier te komen, daar dit niets uit zou halen. Ik hoop dat deze kaart tijdig genoeg komt om je een tevergeefse reis naar deze verre gewesten te besparen. Ik zal a.s. Zondag denkelijk wel bij Jan nader hierover kunnen vertellen. Laten we het daar meer op houden. Geenszins dat ik je hier niet wil hebben, maar voor je genoegen maak je in dit weer geen reizen. Wij tenminste niet. Tot a.s. Zondag dus maar. Houd je taai.
Poot
Pels

J.C.J. Pels Rijcken
Hohenschönhauserstrassse 11a
Bln Hohenschönhausen


18 december 2019

18 December 1944. Initiative



Maandag 18 December 1944. Oos : We spreken er ’s ochtends nog over, dat er iets in de lucht hangt vóór Kerstmis.

Alarm nr 171 begin niet vermeld tot 22:00

Maandag 18 Dec.
Eckert begint met een prachtig verhaal, een vervloekt vervelende dag. We vroegen hem of hij gisteren nog een kerstboom gegapt had, zoals hij zijn kinderen beloofd had. Hij was er niet een toegekomen: ’s morgens om een uur of elf trok Eckert er op uit met de collectebus, en hij belde zo hier en daar aan voor een “kleine spende für das W.H.W.”. Daar doet me een half bezopen majoor de deur open en zegt “Komm herein Kamarad, komm herein” en hij moest zijn jas uittrekken en mee drinken. Ten slotte komt hij om drie uur slingerend met de collectebus naar huis…
We spreken er ’s ochtends nog over, dat er iets in de lucht hangt vóór Kerstmis, en daar komt me ’s middags het bericht van een Duits offensief. Het wordt aangekondigd op een marnier die hier gebruikelijk is, en het ziet er naar uit dat de Amerikaanse positie niet prettig is. Wat zal het een verschrikkelijke Kerstmis worden in Holland, als ook de hoop op een spoedig einde niet meer aanwezig is….
Bij het inkopen doen in de “Hallen” is er weer reden tot enorme ergernis. Ten eerste de eieren: die moeten nu door de Ausländer bij één winkel gehaald worden, bij een partij pik natuurlijk en die heeft natuurlijk nooit eieren. De extra toedeling haring krijg ik niet in handen omdat de juffrouw het nodig vindt alleen aan vaste klanten waar te leveren. Bij de anderen winkel staat er een rij van twintig mensen, bij de groentewinkel staan er ook veel mensen. Ik ga dus alleen met een flesje melk naar huis, de rest van het programma kon ik niet afwerken.
Op de kamer is het bar koud, we stoken vandaag en morgen niet, omdat er geen kolen meer zijn, en de paar stukjes die er over zijn wil ik op mijn verjaardag stoken. Het valt niet mee in de kou. Ik stop me vol met lekkere stamppot, en kruip dan maar in mijn bed. Een paar klanken gehoord van de Lohengrin en andere opera’s. Als ik op het punt sta in bed te kruipen, komt onze vriend Nolet op bezoek. Hij probeert ons er weer bovenop te kletsen, maar dat lukt hem niet erg. Gelukkig komt en alarm, want Nolet is ook zo’n vent die niet weggaat. Het “Luftwarnünkje” duurt tot tien uur, en dan kruipen we schielijk in ons bed, dat tenminste warm is.

Jan : 


Maandag 18 December 1944.
Dietloff is weer eens een keer door Ziegenhagen opgestookt, dat ik niets deed. Hij heeft me nu de loopende controle van een aantal bunakwaliteiten opgedragen, aan de hand van de Defobepaling.
Overigens gaat hij zelf weer op reis, naar de thiokolfabriek. Heel toevallig moet hij juist tegen de Kerstdagen daar gaan reclameeren, en nog veel toevalliger staat die fabriek dicht in de buurt van de plaats waarheen zij dochter geëvacueerd is.
De kou en het weermachtsbericht werken nu niet direct samen tot een rooskleurige stemming.
Het nieuwe Duitsche offensief komt wel volkomen onverwachts. Maar ik geloof wel dat het een sprong van een kat in doodsnood is. … Ik krijg temeer deze indruk, daar practisch sinds 2 maanden nooit meer gesproken is van Duitsche “Schlacht-, Jagd- und Kampffliegerverbände”. Het kon wel eens een herhaling zijn van het zomeroffensief van 1918. ik ben alleen benieuwd of er nog nieuwe strijdmiddelen zijn gebruikt. Ik vermoed van wel. Alleen hoop ik dat ze maar niet met gas zullen beginnen, want dat betekent het einde van alles.
Maar bovendien ligt het er dik bovenop, dat het ook voor een groot deel een propagandistische zaak is, om het volk voor Kerstmis een morele zet te geven. Maar ik moet er niet aan denken hoe of ze nu thuis met Kerstmis zullen zitten.

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...