30 mei 2018

Hirschgarten 30 Mei 1943 Vanmorgen kreeg ik bericht dat ik het pakje kan halen


Hirschgarten 30 mei ‘43
Beste Paps, Mams en Lily

Het kan niet op! Vanmorgen kreeg ik bericht dat ik het pakje kan halen, en vanmiddag heb ik het gehaald. Een prettige zondag. Ik ben met Klaas en Jan en een paar anderen naar de bios geweest, waar we ons wel geamuseerd hebben. Morgen ga ik naar het kantoor, zoals ik gisteren schreef. Daarom geef ik deze brief aan een ander mee, die hem zal posten. Het pakje is verzonden op 26 mei, dat is dus geweldig snel hier. Het is waarschijnlijk het tweede pakje. Het adres was niet goed, de Friedrichstraße is midden in Berlijn, mijn adres is Fridrich Hagener straße 14 in Hirschgarten. Ik heb nog geen andere brieven gekregen dan de brief van 21 mei.
Ik ben op zoek naar een kamer, maar dat kan nog wel wat duren. Om bepaalde redenen wilde ik eerst over wat meer geld kunnen beschikken, willen jullie een postwissel sturen? Ik krijg het geld dan direct van de “lager Fürer”. Ik wilde ook wel graag mijn electrisch scheerapparaat hier hebben. Als het mogelijk is moeten jullie dat sturen. Informeer eens van welke dingen hier invoergeld geheven wordt, dan moeten jullie die niet sturen, anders ben ik direct arm. Het is hier toch al niet goedkoop. Heeft Maarten voor dit pakje gezorgd dat het er zo snel is? Bedank hem er in dat geval uitbundig voor. De inhoud was gelijk aan wat op het papiertje stond. Nu, ik ga nu maar naar bed, gelukkig morgen een uur later op!
Een zoen voor allemaal
Oswald


29 mei 2018

Berlijn 29 mei 1943 De kans op chemisch werk is nu nul


Berlijn 29 mei 1943
Portefuille
Beste Paps, Mams en Lily

Vandaag is het een plezierige dag voor me, de belofte van kantoorwerk is nagekomen, maandag hoef ik niet meer in de fabriek te werken. Ik ga me vandaag uitgebreid wassen en verschonen, voor zover dat tenminste gaat. Nu ik op kantoor kom, moet ik meer overhemden hebben. Gisteren heeft een collega een pakje gekregen, aangetekend express, van 4,9 kilo in acht dagen. Dit is geweldig snel, en zwaarder dan ik verwacht had. Willen jullie op de zelfde manier nog wat kleren sturen? Liefst twee overhemden met boorden, een interlockje plus broekje, twee paar sokken (katoen), zwembroek en een handdoek.
Gisteren heb ik nog een autoriteit gesproken die waarschijnlijk gedaan gekregen heeft dat ik maandag op kantoor kan. De kans op chemisch werk is nu nul geworden. Vergeleken bij Klaas en Jan Pels Rijcken, die arbeider zijn op andere fabrieken, heb ik een leven als een prins. Vergeleken bij Jan Egberts heb ik het slecht. Zo is er altijd baas boven baas! Met een jongere collega ga ik nu proberen een kamer te huren. Van de 26 zijn er nu al tien op kamers, zodat het zaak wordt weg te komen uit het lager, we raken privileges kwijt.
Ik heb hier een imker gevonden, zodat ik ook weer bijen zie. Sturen jullie ook eens honing? Anders geloven mijn vrienden hier me niet, wat betreft de bijen. Als er nog eens gelegenheid is, stuur dan een photo van Pieternel mee met een arbeider die naar D gaat. Gewoon sturen gaat nl niet. Volgende week woensdag of zo zal ik schrijven hoe het kantoorwerk me bevalt. Ik heb gisteren twee brieven naar Jan gebracht, waar hij erg gelukkig mee was. Nu ga ik inkopen doen. Witbrood kopen voor zondag!
Ik omhels jullie in gedachte
Oswald


 

27 mei 2018

Berlijn 27 Mei 1843 Vier boterhammen, met quark


X
Lieve Paps, Mams en Lily

Behalve dan de toezegging kantoorwerk te krijgen, waarover ik al schreef, is er geen nieuws. Ik heb gisteren jullie brief van 20 mei ontvangen, ik ben één van de eersten die bericht heeft, en ik ben dan ook erg blij met deze brief. Ik hoop dat er meer volgen. Veel nieuws stond er niet in, dat komt nog wel in de volgende brieven hoop ik.
Achteraf bedenk ik, dat ik vergeten heb Paps te vragen, of hij niet via Kögl iets kan doen. Maar dat zal nu wel te laat zijn. Uit de rede van de Rijkscommissaris krijg ik de indruk, dat er wel iets te doen valt aan mijn positie, maar het duurt in ieder geval maanden, en dan is het nog de vraag of ze me zullen loslaten. Over dat loslaten voor een ander bedrijf, ga ik morgen nog eens praten met een nieuwe, tot dus ver onbekende autoriteit, die de belangen van de buitenlanders behartigt. Ik ben nu al weer zo gewend aan mijn werk, dat ik bang ben voor de eentonigheid van het kantoorwerk, dat bovendien een uur langer per dag duurt. Ik ben nu om half drie vrij, en dat is erg prettig. Laat ik maar eens vertellen hoe ik b.v. gisteren geleefd heb. Dan is de brief net vol.
Vijf uur gaat een gedeelde wekker af. Ik rek me uit en zet de wekker een uur terug, voor de volgende klanten. Dan eet ik twee dunne boterhammen, en maak onderwijl mijn bed op. Dan trek ik mijn broek aan, en ik ga me wassen. Dan aankleden, en om vijf vòòr half zes sta ik op de tram te wachten met één collega. Vlak vòòr de tram vertrekt stormt er nog een troep Tsjechen uit het lager, en dan trammen we in een tram met louter buitenlanders in 20 min. naar de fabriek. Werken tot kwart voor negen. Dan eet ik vier boterhammen, (met quark) en dan maar weer werken. Om kwart voor twaalf krijg ik in de kantine een groot bord met eten, dat iedere dag varieert, en meestal zéér smakelijk is. Dan maar weer werken tot half drie. Een kwartier vòòr de tijd begin ik me al te wassen, voor zover het vuil er tenminste af wil. Echter werkmanshanden worden niet meer schoon. Even voor half drie sta ik te wachten op de klok, en dan af stempelen en gauw weg. Buiten loop ik een kwartiertje, koop onderweg een “l’Echo de Nancy” (Franstalige krant red.) en eet dan in mijn stamkroeg, bij het genot van een glaasje bier en een pijpje, tweemaal stamppot of liever, “schotel van de dag”. Meestal is dit aardappelen met spinazie (of zuurkool) en sous. Zonder bon. Dit grapje kost anderhalve mark. Nu ga ik naar het lager, met de tram, 20 min. Één halte vroeger dan gewoon stap ik uit doe inkoopen, groenten, aardappels, brood enz. enz. daarna schillen en kooken. (Ik heb weer even moeilijkheden met de oude spelling). Gisteren was dit zuurkool, met aardappels, en een halve liter havermoutse pap toe! Veel suiker natuurlijk.
Na het eten een eindje wandelen, pijpje roken, en beetje praten met collega’s en Franschen uit het kamp en om half tien naar bed. Deze dagindeling is heerlijk, en ik zie wel aankomen dat ik, als ik op kantoor zit, niet meer zoveel kan eten. Misschien komen dan de pakketten los, dat scheelt natuurlijk veel. Stuur vooral de tabak, en ook de sigaretten uit mijn kist, want met tabak kun je hier alles doen. Maar niet teveel tegelijk.
Ik ben benieuwd of de belofte van kantoorwerk, gestand gehouden zal worden. Beloften zijn hier echter niet veel waard. Men verschuilt zich achter anderen, als men iets niet doen wil.
Deze brief is weer in een haastig tempo geschreven, hij moet weg, anders zitten jullie zonder bericht. Een half uur is te weinig voor een brief van twee kantjes. Doe de groeten aan allen die ik ken, b.v. aan Nauta, die wel eens zal komen, en aan Barend(?), Spruit, enz. enz. En vergeet tante Anna niet, al zet ik haar niet altijd bij het opschrift. Ik ben verder gezond als nooit tevoren, en ik slaap als een roos. Ik heb alleen wat lang na het werk nog het geruis van de machines in mijn  oren, maar dat is niet zeer erg. Ik heb vast wat vergeten te schrijven, maar dan stuur ik nog wel een kaart.
Een zoen voor allemaal,
Oswald

22 mei 2018

Berlijn 22 Mei 1943 Eerst moet er een ander voor de machine zijn.


X
Berlijn 22 mei
Lieve Paps, Mams en Lily

Even een briefkaartje omdat ik vanmorgen de toezegging gekregen heb van mijn baas, over een week op het kantoor van hem te komen. Gelukkig zie ik nu het eind van mijn arbeidersbaantje, nu is het niet eens vervelend meer. Eerst moet er een ander voor de machine zijn, het kan dus nog wel iets langer duren. Ik heb uitgerekend dat jullie nu ongeveer mijn adres zult hebben, het zal nog wel even duren voor ik antwoord krijg op mijn brieven. Ik maak er snel een eind aan, ik heb honger en ik ga weer eens wat in de stad eten. Ik eet om 5 uur brood thuis, 8 uur brood op fabriek 12 uur warm op fabriek 3 uur warm in de stad en om zeven uur eigen kooksel. En als ik nog honger heb een boterham ’s avonds. Zo is het best uit te houden.
Een zoen aan allemaal,
Oswald

20 mei 2018

Berlin 20 mei 1943 Het werk is erg afwisselend, dan weer dikke, en dan weer dunne kabels!


Berlin  20 mei 1943
Gepost vrijdag 21 mei
Lieve Paps, Mams en Lily,

Het is misschien erg gek maar ik heb eigenlijk niets te schrijven! Belangrijke dingen gebeuren hier niet, wij merken er althans niets van. Ik heb een heerlijk plaatsje gevonden om te schrijven, aan de oever van de Spree, (die hier op de Vecht lijkt) in het zand, met mijn rug tegen een boom, de zon in mijn gezicht, en een bloknoot op mijn knieën. Mijn collega’s zijn op het ogenblijk met hun maaltijd bezig, ze zijn pas om vijf uur vrij gekomen, en ik al om half drie. Ik heb daarna in de stad gegeten om aardappelen te sparen. Er zijn de laatste dagen weinig groenten in Berlijn. Verder gaat het best met het eten.
Ik ben me wel bewust dat ik een merkwaardig stel brieven geschreven heb, onsamenhangend en zo, maar dat komt omdat ik er niet toe komen kan, zoals de anderen, uitgebreid de tijd te nemen en in de zaal van het kamp brieven te schrijven. Ik schrijf meestal als ik buiten zit, of op het postkantoor. We moeten de brieven zelf brengen, dit kost toch al zoveel tijd, en dan dat eten nog, ik zou zo nooit behoorlijk aan frisse lucht komen. Maar ik zal nu eerst eens schrijven hoe het met het eten is. We krijgen op de fabriek warm eten, daarvoor wordt wat vlees, vet en aardappels afgehouden, maar niet veel. Het eten is goed, b.v. vanmiddag een fikse moot vis, aardappels en groente, soep vooraf. ’s Avonds eten we van onze bonnen. Ik heb net vandaag een nieuwe kaart gekregen. Er zit op:
2200 gram brood. (waarvan een gedeelte wit brood!)
225      ˶     suiker, één ei, 175 gr jam, 350 gr vleesch, 62,5 gram quark, 150 gr havermout, 205 gr margarine.
Vorige week hadden we twee eieren. Verder hebben we nog een kaart waarop ik bv. al 500 gr snoepgoed gekregen heb! En ook noten en dergelijke. In de stad is het net als in Holland. Bonloos eet je hier iets beter, maar het scheelt niet veel.
Nu over mijn werk. Om 5 uur opstaan is niet erg, lastiger is het vroege naar bed gaan, omdat de collega’s dan nog in de kamer rondlopen. Verder moeten we er om de andere nacht ongeveer een uur uit al gebeurt er verder niets. We hebben nog niet veel meegemaakt. De werkplaats waar mijn machine staat, maakt veel lawaai, dat is erg hinderlijk. Mijn werk is niet zwaar, ik kan het best volhouden. Kans om te veranderen is er nog steeds, zowel in de fabriek als ook naar buiten, maar ik, voor mijzelf, heb alle hoop al opgegeven.
Nu nog het “lager”. Dit is het beste te vergelijken met een jeugdherberg, maar dan met onbeperkte vrijheid. Vandaar dat het zo’n vieze boel wordt! Als het werk afgelopen is, zo tegen half zes, dan stroomt het vol met allemaal vol beladen arbeiders, groenten en aardappels en andere levensmiddelen torsend. En dan gaat iedereen aan braden en bakken. Er wordt minstens drie maal te veel gas gebruikt, er staat altijd wel iets aan te branden op de 25 pitten, en er heerst in de keuken een temperatuur van 40 ºC.
We hebben van de fabriek één pan, één ijzeren schaal, één ijzeren beker, vork en lepel gekregen, en daarmee gebeurt alles. Als een Tsjech ruimte tekort komt gebruikt hij nog een po, maar dat doen de Hollanders niet. Na afloop wordt er een sigaretje gerookt (20 per week in het rantsoen) en dan worden er brieven geschreven en eventueel een biertje gedronken. Om 10 uur gaan we ongeveer allemaal naar bed.
Vanmiddag kreeg ik de minder prettige mededeling dat we Zondag ook moeten werken. De Zaterdag is ook al een gewone werkdag, erg plezierig is het dus niet. Ik heb me voor de fabriek een werkmansmentaliteit  aangeschaft, met dien verstande dat niets op me valt aan te merken, en dat ik me met kleinigheden vermaak. Dan valt het best mee. Het werk is erg afwisselend, dan weer dikke, en dan weer dunne kabels!
Ik ben erg benieuwd naar brieven van huis. Het adres moet werkelijk Berlin-Hirschgarten zijn, maar de brieven met Brelin-Köpenick komen ook terecht.
Mijn verkoudheid is over. Stuur in de pakjes vooral blikjes, die kan ik goed gebruiken in mij “huishouden”. Volgende brief schrijf ik Zondag aan de v. Egmonden.
Veel liefs
Oswald

Heb ik al gevraagd schoenpoets borsteltjes te sturen?
Zou ze goed kunnen gebruiken.

18 mei 2018

Berlijn Hirschgarten 18 Mei 1943 Morgen of overmorgen krijg ik een “eigen” machine


Berlijn Hirschgarten   18 Mei 1943

Beste Maarten en Nel.

Jullie hebt waarschijnlijk van thuis wel zo’n beetje gehoord hoe het met me gegaan is. Een geregeld verslag heb ik niet geschreven, daarvoor waren de omstandigheden te verward: zo bij voorbeeld zondag. Ik had me voorgesteld de hele dag te besteden aan schrijven van brieven, maar na lekker uitslapen ging iedereen naar het centrum van Berlijn. Ik had geen zin om te blijven, en ging mee. Laat ik nu midden op “unter den Linden” Jan tegen komen!
Klaas en Kees Booy waren er ook, en verder nog vrienden van Jan. Jan heeft nog geen vast adres, hij zit op het ogenblik in een gesticht, een soort ziekenhuis, met gekken, en hij wordt later verder gestuurd. ’s Nachts zitten ze met al die gekken in de schuilkelder, het schijnt merkwaardige verstrooiing te zijn. Jan wist nog niet waar hij heen gestuurd wordt, er waren van zijn groep in dat ziekenhuis 10 man maar hun vaste bestemming gestuurd, ieder naar een verschillend adres. Ik hoop dat Jan in Berlijn blijft.
Maar laat ik eerst iets uitvoeriger vertellen wat er geworden is van al mijn pogingen chemisch werk te krijgen. Op de fabriek liep alles vast. Van de 26 man zitten er 21 op kantoor, 5 zijn arbeider. Er was geen mogelijkheid chemisch werk voor me te vinden. In Ommen hadden we echter adres gekregen waar we met bezwaren komen konden. Gisteren ben ik daarheen geweest, maar niemand was natuurlijk op de hoogte. Men deed erg welwillend, tot ik tenslotte bij een klerk terecht kwam op het “Arbeitsambt Berlin”, en die was zodanig op de hoogte, dat hij wist dat we iets misdaan hadden, en dat we dus niets te vertellen hadden. Na lang praten kreeg ik een formulier te pakken, de officiële weg, dus een weg die maanden duurt. De enige goede manier om weg te komen is, dat een ander bedrijf, dat ook belangrijk is, me vraagt te komen. Een nieuwe kennis van me, die in Berlijn connecties heeft, heeft me beloofd iets voor me te doen. Dit is de enige hoop die er nog is.
Het werken als arbeider valt me anders genoeg mee. Ik begin om zes uur, na een reis van 20 min. met de tram. Als je je eisen maar laag stelt is het zelfs niet eentonig. Ik ben op het ogenblik nog in de leer, morgen of overmorgen krijg ik een “eigen” machine.
In het kamp begin ik ook al wat in te burgeren. Er zijn een paar aardige Fransche jongens, waar ik best mee kan praten, en de jongens van mijn kamer zijn ook erg geschikt. Het is een soort communistisch gezelschap geworden, wat betreft de huishoudelijke artikelen, omdat niemand goed uitgerust is. Ik heb bijvoorbeeld al twee maal gekookt, zonder dat ik één pan bezit! Van de fabriek krijgen (kopen!) we het hoog nodige, een pan, een schaal, een vork en een lepel. Gisteren kookte ik aardappels, en gooide er later maar twee kroppen sla bij, daarna een beetje boter, en het smaakte heerlijk! Vandaag was er geen groente, daarom heb ik bij de afgegoten aardappels melk gedaan, een ei er door geprakt en het smaakte weer heerlijk! Ik bewaar al mijn brood voor de fabriek. Om twaalf uur krijgen we daar een warme maaltijd, twee borden soep of een bord stamppot. Maar met al dat inkopen en koken gaat alle vrije tijd verloren. Ik heb nauwelijks tijd om een paar brieven te schrijven! En dat moet dan gebeuren in een zaal, waar iedere voorbijganger een aardbeving veroorzaakt. Verder is de tafel wankel, het woelig, de radio staat aan. Het komt er dus langzamerhand op neer, dat we na het werk inkopen doen, en dan het kamp niet meer verlaten.
Hoe gaat het verder met Petertje? Ik ben erg benieuwd naar de photo’s, ik hoop dat er al één onderweg is. Ik moet nu naar bed, het is al tien over negen. Stuur je de brief ook naar Paps en Mams?
Tot ziens
Oswald
P.S. Vraag of Mams ook postpapier stuurt, en enveloppen vooral anders kan ik niet meer schrijven.

17 mei 2018

Berlijn 17 Mei 1943 Berlin Köpenick, Friedrichhagenstraße 14


Berlijn 17 Mei ‘43
VIII
Beste Paps, Mams en Lily

Tegelijk met de brief post ik ook een kaart, schrijf terug welke eerder aan komt. De rantsoenen zijn hier vrij hoog, bv 250 gram vlees en 2000 gr brood. Voor het eten op de fabriek wordt niet veel afgenomen. Pakjes neem ik natuurlijk tot ieder aantal graag in ontvangst. Doe het echter zo, dat in ieder pakje van alles wat zit, bv Tabak (in mijn kist zit nog veel tabak) reep, gest. melk en zo. Verder zit ik verlegen om: een hangslot, zakdoeken, WC-papier, vitaminen! citronellaolie, (1 shirt (overhemd)) netje voor boodschappen, katoenen zakjes 15 x 20 met band, kristallosette.
Ik ben op de treinreis verkouden geworden, en de neusverkoudheid lijk op het ogenblik meer op hooikoorts. Verder ben ik gezond als een vis. Om je een idee te geven van het kamp, vanmiddag stond een Tsjech eten te koken in een po.
Er wordt me nu gezegd dat het juiste adres is Berlin Hirschgarten, in plaats van B.- Köpenick. De twee gemeenten grenzen aan elkaar, en beide adressen zullen wel goed zijn, op mijn pas staat Berlin Köpenick.
Vanmiddag (maandag) of liever, vandaag heb ik geprobeerd of ik niet toch als chemicus kan worden aangesteld. De mensen waren zeer verschillend van reactie, tenslotte heb ik een formulier te pakken gekregen, dit zal ik morgen invullen. Helpen zal het wel niet. De bureaucratie laat niet toe dat iemand ook maar een centimeter verplaatst wordt.

Veel liefs
Oswald

16 mei 2018

Berlijn 16 mei 1943 Een machine die isolatie draait om kabels


VII
Berlijn 16 mei ‘43

Beste Paps, Mams en Lily,

Mijn vrije zondag heb ik benut met wandelen in Berlijn, en dat is maar goed ook, want het toeval wilde dat ik “Unter den Linden” Jan Egberts tegen kwam! Mijn brief zal daardoor wat korter worden, dan ik me had voorgesteld. Na het vertrek uit het kamp in Rehbrücke, waar alle studenten bij elkaar waren, werd ik met 14 anderen, een raar groepje met theologen, economen enz. enz. naar het Kabelwerk Oberspree gestuurd. Men was daar erg welwillend, en, na gekeurd te zijn en zo, werden we ’s avonds naar het “lager” gestuurd. Daar wachtte ons de eerste grote teleurstelling. In dat kamp waren n.l. voornamelijk Tsjechen, en verder Franschen, die het, ogenschijnlijk vrij nette huis, in een zwijnenpan hadden herschapen. De matrassen, de vloer, de waschgelegenheid en de W.C., alles was even vies en vuil. Onze eerste reactie was: dan blijven we maar buiten slapen. We hebben toen eerst de arts die ons ’s middags geholpen had op de fabriek, opgebeld en om raad gevraagd.
De volgende dag zou hij er werk van maken. We moeten er dus wel in. De “lager Fürer” voelde nattigheid, en deed best om ons rustig te krijgen. De volgende dag werden aparte kamers ontruimd, en daar mochten wij intrekken, nadat alles schoongemaakt was. Het is nog niet zover dat de W.C. schoon is, de Tsjechen vinden het niet nodig om door te spoelen, het zal dus wel nooit schoon worden. Donderdag werden we verdeeld, ieder kreeg zijn baantje. Er waren ondertussen nog elf lotgenoten bij gekomen, van deze 26 werden er 20 “Angestelter” d.w.z. zoiets als ambtenaren, met kantoorwerkjes. De zes anderen werden op de fabriek geplaatst. Ik heb gevraagd of ze me niet terug wilden sturen, omdat er geen chemisch werk was. Dat kon niet. Mijn directe baas, een bedrijfsleider, heeft ons toen het lichtste werk gegeven dat er was, het enige wat hij doen kon. Nu sta ik achter een machine die isolatie draait om kabels. Zwaar werk is het zeker niet, het wordt meest door vrouwen gedaan.
Ik begin om zes uur, en om half drie ben ik klaar. Als het druk wordt, moeten we 12 uur werken, en alle zondagen bovendien. Verder word ik natuurlijk gebruikt om verschillende karweitjes op te knappen. De bedrijfsleider zei dat hij erg slechte ervaringen had met Hollanders op de fabriek, maar dat hij de prettigste herinneringen had aan de tijd dat hij in Holland gewerkt heeft. Dit is wel duidelijk.
De eerste dagen hebben we op de fabriek eten gekregen, maar dat is nu uit. We hebben bonnen gekregen, en we moeten zelf in het kamp eten klaar maken. Alleen het middagmaal krijgen we op de fabriek. Hoe dat koken gaan moet weet ik nog niet, maar dat zal wel weer mee vallen. Alles went. De tweede dag was ik al gewend aan het fabriekswerk.
Het kamp zelf is een oude schouwburg of zoiets, in de grote zaal zijn afschotjes gemaakt, waar kribben in staan en kastjes. Hangsloten zitten er op maar veel sleutels passen op elkaar. Dat is erg vervelend, want wij zij van huis uit te goed van vertrouwen. De studenten hebben nu aparte kamers gekregen, verkleedkamers of zoiets, dat is natuurlijk prettiger.
Vanmiddag ben ik ontzettend veel collega’s tegengekomen, en ik heb gemerkt dat ik nog niet eens zo slecht af ben, er zijn er die 12 uur per dag werken in een geweren fabriek.
Ik zou bijna vergeten te vertellen, dat ik, nadat ik werkman geworden was, op de fabriek een grote afdeling “Chemie” tegen kwam. Natuurlijk ben ik direct binnen gestapt en heb geprobeerd de baas te spreken te krijgen. Dit lukte niet, en ik ben tenslotte afgescheept door een vent die vond dat we er veel te best afkwamen! Nu ik weet dat veel studenten arbeider geworden zijn, zie ik ook niet dat ik nog zou kunnen veranderen. Als het niet te lang duurt is het zo erg niet. Ik kan niet aan iedereen schrijven, doe dus vooral de groeten aan Maarten, Nel, Petertje, Tante Anna, de buren, de Milië enz. enz. Oom Albert en Tante Fie zal ik apart schrijven
Veel liefs                            Oswald.

15 mei 2018

Berlijn 15 Mei 1943 De Lager Fürer is een Franschman


Berlijn 15 mei 1943

Beste paps, Mams en Lily,

Gelukkig kan ik schrijven dat het weer wat beter gaat. Het werk op de fabriek valt erg mee. Verder heb ik me verzoend met het idee arbeider te zijn, en dan kom je al een heel eind. Het kamp waar ik zit is in zoverre verbeterd, dat we nu behoorlijke slaapkamers hebben, d.w.z. op de manier in dienst met 8 man één kamer. De “Lager Fürer” is een Franschman, die notabene uit Bône komt en tante Olga kent! Ik heb nog geen tijd gehad veel met hem te praten, ik schrijf er nog wel eens over. Het aantal vreemdelingen in Berlijn is geweldig groot, op de tram schat ik 50%. Op de fabriek ook, veel vrouwen uit Oekraïne, en mannen van alle nationaliteiten. Wij vreemdelingen moeten op de fabriek een rode band om de linker arm dragen, buiten de fabriek niet. Pakjes neem ik graag in ontvangst, hoe het versturen gaat en zo, daar weet ik niets van. Misschien dat ik later een vertrouwd adres in de stad opgeef, maar dat horen jullie dan wel. Doe in de pakjes vooral: zeep, zakdoeken (uit mijn palissanderhouten kist, sleutel in het bureau), een hangslot (met goede sleutel) en verder natuurlijk eten.
Morgen, Zondag, hoef ik niet te werken, het is niet zo erg druk op de fabriek, als het druk is werken we alle Zondagen door en 12 uur per dag. Morgen ga ik, als goed uitslapen ben een lange brief schrijven, maar denk er om, ik kan hem pas maandag posten. Verder zal ik in het vervolg niet iedere dag meer schrijven, ik moet er 25 min voor lopen, want ik mag hem niet in de bus doen.
Een zoen van
Oswald

Berlin Köpenich
Friedrichstraße 14



14 mei 2018

Berlijn 14 Mei 1943 Drie kwartier in de schuilkelder

Berlijn 14 mei 1943
Beste Paps, Mams en Lily,

Vanmorgen om 6 uur begon mijn werk op de fabriek. Gisterenavond om elf uur gingen we pas naar bed, in het zelfde kamp hebben we betere plaatsen gekregen, en daar moest eerst nog aan gepoetst worden. Verder moesten we nog drie kwartier in de schuilkelder. Ik ben dus niet erg uitgeslapen. Het werk zelf viel me nogal mee, alleen is het in de werkplaats een heidensch kabaal, mijn oren tuiten er nog van. De stemming onder de studenten gaat best op het ogenblik, alleen is het jammer dat er enkelen, zoals ik, om de tuin geleid zijn. Hoelang ze me achter deze machiene zullen laten staan weet ik niet, maar het zal wel een tijdje duren. Jammer dat ik niet bij je verjaardag kon zijn, mams, maar ik denk aan je hoor. Tijd en zin om aan een uitvoerig relaas te schrijven heb ik nog steeds niet, eerst moet ik een beetje langer slaap krijgen.

Oswald

Friedrichhagenstraße 14
Berlin -  Köpenick

Adres hier boven, op de fabriek ben ik Stamm nr. 0204353
bij AEG Kabelwerke Oberspree
Berlin Oberschöneweide
Wilhelminenhofstr.  76/77

13 mei 2018

Anno 2018

Misschien licht dit iets te veel op van de sluier die over de hierop volgende twee jaar ligt, maar anno 2018 staat het gebouw van de AEG Kabelwerke Oberspree er nog.

https://www.google.nl/maps/@52.4589145,13.525381,3a,75y,256.62h,100.32t/data=!3m6!1e1!3m4!1stitiMoScUAEHieW5VxuhIg!2e0!7i13312!8i6656

Het adres dat Oos hier noemt is niet geheel correct. Het betreft de Friedrichhagenerstraße. Het lijkt inderdaad een theater of zo. Kijk zelf maar.

https://www.google.nl/maps/@52.451737,13.5838252,3a,90y,148.03h,97.36t/data=!3m6!1e1!3m4!1seATrsjJZatzujVLKVGowSQ!2e0!7i13312!8i6656


Berlin Köpenick 13 Mei 1943 AEG Kabelfabriek Oberspree


13 mei 1943
Beste Paps mams en Lily

We hebben vannacht al geslapen in ons definitieve “lager” aangezien we echter met Tsjechen een zelfde barak moeten delen, zijn we aan het protesteren en dit zal wel succes hebben. Mijn werk is nog niet vastgesteld. Ik zit bij de AEG Kabelfabriek Oberspree in Berlijn. Ober Schöneweide. Ik zit met een zeer heterogeen stel dominee’s, juristen economen enz. Geen enkele bekende is er bij, maar het zijn geschikte kerels, totaal 26 man. Er zijn veel Fransen, b.v. op het kantoor en Françaises die op ongeveer de zelfde manier als wij hier zijn gekomen. Krijgsgevangenen zijn er ook veel, ze staan gewoon op de tram. Iedereen schudt zijn hoofd als ze horen hoe we hier gekomen zijn. Zelfde dokter die ons weer keurde. Ze weten letterlijk niets. Je krijgt mijn adres zodra ik het gevoel heb dat het definitief is.
In haast,
Oswald




13 mei ‘43
IV
Beste Paps Mams Lily enz.

Jullie zoon en broeder is op het ogenblik arbeider in de AEG Kabelwerke Oberspree.
Alle pogingen om iets anders te bereiken lijden schipbreuk, men heeft hier niets te maken met de toezeggingen van de Rijkscommissaris. Mijn animo om te klagen bij de “Beauftragte” is me vanmiddag ook al ontnomen. We zijn nu verplichte arbeider omdat we wat uitgehaald hebben. Wil Paps misschien proberen iets te bereiken bij de officieel daarvoor aangestelde persoon. n.l. Herr Eftger, Beanstater des Reichscommissars Oberbereichsbiter Reigs commissariaat de Haag. De barak waar we in lagen zullen we wel niet ontkomen. Tsjechen en Fransen vormen ons gezelschap. De toestand zal ik maar niet beschrijven. Er zal iets aan gedaan worden is ons beloofd, maar we rekenen nergens meer op. Ik ben student nr. 201, en in de fabriek ben ik Stamm nr. 0204353.
Bandmachinenarbeiter in Dk 3
Tot ziens Oswald

Berlin  Köpenick
Friedrichhagenstraße 14



11 mei 2018

Rehbrücke 11 Mei 1943 Durchgangslager


Brief II                       Rehbrücke
11 mei 1943
Beste Paps, Mams en Lily

Nog steeds zitten we in het “Durchgangslager”, de eersten worden op het ogenblik opgeroepen om naar andere, definitieve adressen gebracht te worden. Ik heb gemerkt dat ik vergat in mijn brief mams te feliciteren met haar verjaardag. Ik omhels je in gedachten, mams, ik heb nog niets vervelends meegemaakt.
Veel heb ik niet te vertellen. Ik moet mams nog feliciteren van Jan. Zijn stem is weer helemaal goed. Vanmorgen heb ik weer fijn een douche genomen.
We zijn erg benieuwd wat er gebeurd is met de andere studenten en zo. Doe de groeten aan allen die naar me informeren. Ik weet nog niet waar ik heen ga, natuurlijk schrijf ik direct als ik iets weet. Schrijf later hoe lang de brieven en kaarten er over doen.
Een zoen van
Oswald.

10 mei 2018

Berlijn 10 Mei 1943 Al die tijd hebben we op de ringbaan gereden


10 mei 1943
Brief I
Beste allemaal

Met Jan zit ik aan een gammele tafel te schrijven. Schrijven geeft echter nog niet veel want we weten nog niet waar we heen gaan. Ik zal mij brieven nummeren, dan weten jullie of er één zoek is.
De behandeling is hier haast het zelfde als in Ommen. Met deze methode komen we er goed af. Er zijn hier goede douches en wasgelegenheden. Moeder zou het netjes genoeg vinden. De barak wordt goed schoongehouden. In het begin liet ik waarschuwen met behulp van anderen, omdat ik geen briefkaarten had. Het zal je wel bereikt hebben, nu ik wat beter in de gelegenheid ben schrijf ik uitvoerig.
In Berlijn kwamen we gisteren om ongeveer 10 uur. Het is echter vier uur geworden voor we uitstapten. Al die tijd hebben we op de ringbaan gereden, om ten slotte op een verkeerd station bij een verkeerd lager uit te stappen. Mijn papieren koffer is bijna kapot, maar dat is niet zo erg, op de terugreis zal ik minder meenemen dan heen.
Maar laat ik liever een geregeld verslag schrijven van wat er gebeurd is sinds het vertrek uit Ommen. We vertrokken ongeveer 9 uur uit het kamp in de stromende regen. De trein bestond uit oude 3e klas Franse wagons met leren kussens. Ik zat in een gezellig compartiment, we hebben de reis met veel moppen verkort. We wilden De reis ging vlot tot Potsdam, we reden tot onze verbazing verder. Het was toen zondagmorgen, ongeveer tien uur. We mochten de trein niet uit. Na Potsdam zijn we kennelijk zoek geraakt bij de spoorwegen, we zeulden heen en weer, twee keer langs de zelfde plaats en zo, tot we in Rehbrücke aankwamen, om vier uur. Daar is een “doorgangs kamp” van waaruit we gedistribueerd werden. Later hoorden we dat we in dit kamp niet thuis hoorden, maar in het Olympische kamp in Potsdam.
Vanmorgen zijn we naar de faculteiten ingedeeld, waar we heen gaan is nog niet bekend, men doet zijn best schijnt het, ieder behoorlijk in zijn werk te krijgen. We krijgen hier het zelfde als in Ommen, wat eten en  drinken betreft, eigenlijk iets beter. Verder doen we de hele dag niets, aangezien het mooi weer is, is dat niet erg. Zo nu en dan worden we geteld en geadministreerd en zo, en dan weer eens eten. Ik slaap op de zelfde kamer als Jan, dat is erg prettig. Ook Pels Rijcken en andere vrienden van Jan en mij. Tot nu toe hebben we meer het idee van een vacantie trip, een kampeerreis of zoiets, dan van een Arbeitseinsatsz. Maar dat kan nog wel veranderen. Hier in het kamp zitten veel Franschen, ik heb veel met ze gepraat en ik kan jullie zeggen dat de verhoudingen zijn als bij ons. Mams hoeft zich dus niet te schamen. We merken hier in het  kamp minder van de politiek en de Duitschers dan in Utrecht, en we hoeven helemaal geen blad voor de mond te nemen, minder dan in Holland. De reis was wel interessant vooral het laatste stuk door en om de stad.
Jullie moeten de groeten hebben van Jan, waarschuw vooral zijn moeder.
Schrijven hierheen kan pas als ik een vast adres heb, dus later. Het is moeilijk hier aan kaarten en postzegels te komen, en ik had gisteren geen zin meer lang in de rij te staan, vandaar dat ik pas maandag schrijf. Overigens is mijn poëtische ader, herstel proza-ader verstopt, ik zal nog wel eens uitvoeriger schrijven. Voorlopig weten jullie genoeg, ben gezond, voel me goed en zit bij mijn vrienden. Over een paar dagen zal ik wel veel meer weten. Hoe zijn de photo’s van Petertje geworden? Schrijf terug hoe het met Berend e.a. afgelopen is.
Een zoen aan allemaal, 
Oswald

08 mei 2018

Ommen Kamp Erika 8 Mei 1943 Student No 210


Als student heb ik No. 210
Auftrages No. 4123
Ommen Kamp Erika
Beste paps, mams, Maarten en Lily

Direct maak ik gebruik om je te schrijven via een student die het kamp verlaat.
Je hoeft je nergens ongerust over te maken, we worden als “heren” behandeld, waarschijnlijk dit is wel zeker in de opdracht, want als de Duitschers er bij zijn, dan valt er zelfs geen onvertogen woord.
Ik heb nog nooit zoveel oude kennissen ontmoet, zodat het totaal wel over de honderd loopt. We maken ons nergens bang over, we zullen in Duitschland al “vrije” arbeiders tewerkgesteld worden, dus onder de zelfde omstandigheden als de anderen. Hoe het verder moet gaan wat de werkindeling betreft weet ik niet, ik weet alleen dat bij de keuring voor mij lichte (vermoedelijk alleen omdat ik klein ben) arbeid is voorgeschreven. Hebben jullie de brief met de bonnen ontvangen? Het is niet onmogelijk dat er gereclameerd wordt, en dan geef je de rest (wat er over is) maar, vermoedelijk wordt echter nergens over gepraat. (Theoretisch is het genoteerd, maar practisch is alles verkeerd ingevuld. Dus het loopt toch wel goed).
Ik heb nog veel met Jan, Klaas enz. enz. kunnen praten, maar het was niet mogelijk mij bij die groep in te dringen. We slapen op een soort bedden van gespannen jute, die wel wat koud zijn van onder, maar prettiger dan strozakken. Ik voel me beter dan in de eerste dagen v.d. mobilisatie, dus dat gaat best. Het gezelschap maakt alles goed.
Men zegt dat de eerste groep vanmiddag vertrekt, bij deze groep hoor ik. Jan wordt als medicus apart gezet. Hij is een beetje down, omdat zijn verlovingsreis een beetje abrupt is afgebroken.
Het eten is goed, ik heb het warm genoeg, nog niet gemerkt dat ik iets vergeten heb, en ik voel me kiplekker.
Als we in D. ook bij elkaar blijven, dan is het allemaal niet erg meer,
een zoen van Oswald voor allen.


07 mei 2018

Ommen 7 Mei 1943 De stemming is hier best


Ommen 7 mei 12 uur 15

Beste Paps mams enz. enz.

Alles valt geweldig mee tot nu toe. Een prettige treinreis 2e klas naar Ommen en nog voor één uur lagen we te slapen. Anderen hebben het slechter getroffen, b.v. Jan Egberts e.a. die pas om 3 of 4 uur terecht waren. Bij keuring ben ik geschikt verklaard voor de barak, en voor lichte arbeid(!). Bedenken jullie dat ik voor de roeikeuring altijd goedgekeurd ben zonder voorbehoud. Ik heb hier wel veel vrienden ontmoet, Jan, Klaas en zijn broer, Roelof en nog veel andere kennissen van de HBS.
De stemming is hier best, we mogen rondlopen en we zien en spreken elkaar dus zonder moeite. De nieuwe bonkaart heb ik vergeten in te leveren, en daarom stuur ik hem jullie terug, voor het geval er gereclameerd mocht worden.
Ik heb nog niet gemerkt dat ik iets vergeten heb, dus dat zal wel loslopen.
Het staat nu vast dat we naar Brandenburg gaan, verder is niets bekend. Er is sprake van dat Jan terug komt, omdat hij doctoraal heeft, maar dat zijn nog geruchten. Er wordt hier geschat dat er 3½ duizend man opgekomen is, A’dam 600.
Het is mooi weer, en we liggen lekker in de zon te braden.
We verwachten vanavond of morgenochtend te vertrekken uit Ommen, ik behoor tot de eersten. De later aangekomenen zijn nog niet geadministreerd en gekeurd en liggen in tenten, in plaats van in barakken.
Doe de groeten aan allen die niet in de gelegenheid waren afscheid te nemen.
Tot ziens. Een zoen van,

Oswald.

05 mei 2018

Dagboek 5 Mei 1943 Afscheid van Holland

5 Mei 1943
De beslissing is gevallen. De studenten gaan naar Duitschland om daar tewerk gesteld te worden. Morgen melden, vanochtend bekend gemaakt. Ik heb eerst geteekend (een verklaring niets tegen de bez. macht te ondernemen) en ik heb later de handtekening terug gehaald omdat ik niet wensch door te studeren als de andere studenten naar D. moeten.
Is dit het slot van het Nederl. academische leven? Voor mij is het alsof het laatste stukje beschaving in N. hiermee te gronden gaat. De wetenschap, onveranderlijk en standvastig zoekende naar de waarheid, iets eeuwigs. Hoe zal na de oorlog de wetenschap beoefend worden? En zal ik er dan aan mee mogen doen?
Verschillende gedachten gaan door mijn hoofd. Aan de eenen kant ben ik blij dat ik alleen sta, en geen vrouw me al jammerende uitgeleide doet, maar misschien was het beter voor me als ik iets stevigs had, waaraan ik me kon vastklampen. Ik ken mezelf. Een blauwtje en een strenge winter brengen me nu al bijna op de afgrond. Met het tegengif van Alice Brouwer heb ik Truus Louchester uit mijn gedachten weten te bannen, het is me aardig gelukt, en wat dat betreft heb ik in lang niet zoo safe gestaan. Ik heb mijn vader beloofd de moed niet te laten zakken, maar ik weet dat ik, aan mezelf overgelaten één en al somberheid ben. Alleen mijn bijen zouden me wat kunnen helpen. Bijen – nooit zal ik ze meer los kunnen laten. Zoals Alain Gertrand met zijn boot over den oceaan dreef, na de vorige oorlog, zal ik met mijn bijen blijven sollen, na deze oorlog.
Morgen zal ik gaan, vrolijk, lachend als altijd – de idioot die zich er niets van aantrekt. Goddank dat de menschen mijn gedachten niet allemaal kennen. Verlies het vertrouwen in de menschheid niet, zegt paps. Dat hoeft niet, dat vertrouwen is al lang en breed verdwenen.
Ik ga slapen. Wanneer zal ik weer terug zijn, vind ik ook ooit dit huis met alles waar ik zoo aan gehecht ben terug? Als het verbrandt ben ik radeloos, tenminste, dat denk ik nu.

04 mei 2018

Dagboek 11 Mei 1940 Het is OORLOG

11 Mei 1940

10 Mei, gisteren, Vrijdag morgen heel vroeg is de oorlog begonnen. Donderdag avond hebben we thuis, de hele familie en Mijnheer en Mevrouw Henkel, de kansen besproken. Toen was het lot al beslist van Nederlands neutraliteit.
Ik werd gewekt door luchtdoelgeschut om ongeveer 3 uur. Een half uur later waren weer luchtdoel en ook zware bommen te horen. Toen ben ik op het dak geklommen, uit mijn raam. Ik zag grote zwarte luchtkolom, en veel vliegtuigen, die steeds onder vuur genomen werden. Verder lichtende kogels van het 2 cm geschut dat in Amstelveen en Schiphol staan. De rookkolommen konden niet fantastischer zijn, ik had nooit zoiets gezien. Er kon geen vergissing mogelijk zijn, het was OORLOG! Enkele vliegtuigen die wat brutaal laag kwamen, werden door de batterij van de fabriek onder vuur genomen. Als deze vliegtuigen het gewild hadden, hadden ze de hele fabriek plat gebombardeerd, daar had geen spaan van over hoeven te blijven! Snel aangekleed en naar de fabriek. Het personeel is maar niet begonnen, ze vonden het te gevaarlijk, en stonden bij groepjes te kijken naar de vliegmachines. Orders waren: Fabriek ontruimen, als alles in orde is alle katoen in het S.K. gebouw 2 onder water.
Steeds vliegmachines boven je hoofd, de mannen gingen uit de fabriek op schoorvoetend de fabriek op, als je niet onmiddellijk mee ging, en ze wilden zo gouw mogelijk terug. Tegen zessen was het bombardement van Schiphol afgelopen, en werden de aanvallen schaars. De rook bleef opstijgen, tot een uur of acht. Borghols vertelde toen dat er niets meer overeind stond op Schiphol…..
De hele ochtend zijn toen in koortsachtigen haast de twee schuiten met katoen, die voor de wal lagen, gelost, en het was de bedoeling alle S.K. en gelatine daarop te laden. Omdat er geen bewaking was voor de schuiten ging dit plan niet door.
Na conferentie, werden ploegen ingesteld, die op de fabriek of direct in de buurt moesten blijven, om, na een aanval, hulp te verlenen bij eventuele vernieling of brand.
Eerste legerbericht is vrij gunstig en zegt dat de overval “in ieder geval mislukt is”, pantsertrein op de brug van Venlo, toen deze opgeblazen werd, en anderen ook vernietigd. Veel beroering wekten de parachutisten die bij honderden naar beneden komen. Er wordt jacht op gemaakt met motorfietsen en mitrailleurs op auto’s er schijnt er haast geen één heelhuids beneden te komen. 
N.S.B.'ers en andere verraders zijn in grote getalen actief.
Waalhaven in Duitse handen. Dit zijn langzamerhand de berichten van zaterdag. Vrijdag avond natuurlijk verduisterd. Beneden geslapen met Paps en Maarten. Mams naar de dominee, Lily naar Leonie. Onrustig geslapen om een uur of zes weer wakker door geschut. Zaterdag in de loop van de dag een bom op Amsterdam, vlak bij het kantoor van paps.
Besloten de nacht niet thuis door te brengen. Bij Leonie geslapen in het logeerkamertje om vier uur met de Ver  naar de fabriek, een werkelijk prachtige ochtend. Volkomen helder, volkomen blad stil. Zo nu en dan een enkel vliegtuig dat onder vuur genomen werd, de Duitsers hebben wat geleerd, ze blijven niet meer in formatie vliegen maar ze gaan direct uit elkaar. Geen vliegtuig geraakt voor zover te zien.
De stemming van de bevolking is prachtig voor zover bekend in Ouderkerk. “Ze kenne wel bloed zuipen, mijnheer” zij Udo tegen me.
Verder merk je niets van de oorlog. De sirenes van Amsterdam zijn duidelijk te horen, ze komen meestal na de luchtaanval, of het verschijnen van vliegtuigen.

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...