Vandaag is de chef, Paul, er weer,
na twee weken verlof. Overal natuurlijk bedrijvigheid, en om een uur of drie
komt hij werkelijk in zijn hemdsmouwen naar boven. Herman is wat deftiger, die
zal er ook altijd even tip-top uitzien.
Onze Italiaan klaagt zijn nood.
“J’espère que notre père célestre … (ik hoop dat onze hemelse Vader een beetje
medelijden heeft met een arme arbeider zoals ik. Men moet onrechtvaardigheden
steunen, en de idioot spelen onder de idioten, zonder de hoop te hebben deze
ellende te overleven.) … jusque’a la fin
de sette misaire“. Al zijn bezittingen heeft hij zonder ze af te sluiten
opgeslagen in huis. En de oorlog is daar langs gegaan. Arme man die zijn
cigaretten moet verkopen om brood te krijgen. En dat op zijn leeftijd.
Over Köpenick om spek te halen.
Voor Jan en voor een pakket van huis. Pakket schrijf je met twee k’s merk ik
uit een brief van Paps. Hoeveel maal zal ik dat al verkeerd geschreven hebben
in die 16 maanden? {11}
Pakket verzonden:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten