29 juni 2018

Nogmaals Pflugk-Harttungstraße

Alles blijkt natuurlijk weer anders dan het lijkt.


In de Liste der Straßen und Plätze in Berlin-Friedrichshagen staat over de Wießlerstraße het volgende:

 Sie ist eine in West-Ost-Richtung führende Straße vom Hirteplatz ab. Bei der Anlage der Siedlung um 1900 hieß ein Teil Turmallee (bis 1938), ein anderer Abschnitt Eschenallee (bis 1938). 1938 wurden beide Teile zur Pflugk-Harttung-Straße zusammengefasst, nach dem Historiker Julius von Pflugk-Harttung: Verlauf zwischen Müggelseedamm über Berliner Straße, Weg zur Quelle zum Hirteplatz.

De straat zou dus naar Julius vernoemd zijn, een heel wat minder omstreden figuur dan zijn broers Heinz en Horst. Wel heeft Julius gediend in de Frans-Duitse oorlog, maar van oorlogsmisdaden lijkt daarbij geen sprake geweest te zijn. Waarom de straat in augustus 1947 dan toch een andere naam gekregen heeft is niet zeker maar men zal elke associatie met de beide heren die in verband gebracht worden met de politieke moord op Karl Liebknecht, een prominente Marxsist, hebben willen vermijden. De straat lag perslot in oost Berlijn, waar na 1945 de communisten de baas werden.


http://www.locbook.com/blp#!pid=l288562
https://de.wikipedia.org/wiki/Julius_von_Pflugk-Harttung

26 juni 2018

Hirschgarten. 26-6-‘43 Ik koop voor ieder concert vier kaarten.


Berlin – Hirschgarten. 26-6-‘43
Lieve Paps Mams en Lily.

Als ik deze brief begin, is het nog Zaterdag morgen zes uur, en ik verwacht dat deze brief weer een vervolgverhaal wordt. De laatste dagen in het lager zijn niet de plezierigste geworden. Begin deze week werd het warm, en toen heb ik pas goed kennis gemaakt met wandluizen. Bont en blauw ben ik gestoken. Met dat warme weer gaan deze beestjes harder lopen, en dan ben je nergens zeker van een veilig plekje. Toen er luchtalarm kwam ging natuurlijk plotseling het licht op, en kon ik zóó op mijn laken drie wandluizen dood drukken. Dat was Dinsdagnacht. Woensdag het zelfde. Donderdag ben ik toen maar verhuisd. We waren nogal bang deze beestjes mee te nemen naar onze kamer, we gaan daarom pas Maandag verhuizen, nadat we met al onze bagage ontluisd zijn. Wat dat precies inhoudt zullen we Maandag gewaar worden. Binnen het lager ben ik verhuisd naar een ander bed, en ik heb nu minder last.
Woensdag ben ik met een collega naar een concert geweest, in de “Sing – Academie”. Een quartet bracht kamermuziek ten gehore. Het was erg mooi, maar het koste me dan ook zes Mark. Dat is een beetje veel. Ze speelden Bruch, Hayden en Beethoven. Het was voor het eerst sinds ik weg ben, dat ik goede muziek hoorde, het deed me werkelijk goed. Vanmiddag ga ik proberen of ik nog kaarten kan krijgen voor andere concerten.
Over de kamer nog wat nieuws; we krijgen waarschijnlijk het aangrenzende kleine kamertje nog bij onze grote kamer. Dat zou wel zo prettig zijn, dat voelen jullie wel. Een gedeelte van de lakens en dekens die nodig zijn krijgen we te huur van de fabriek. Met wat we bij ons hebben zal het wel voldoende zijn. Ik zal natuurlijk wel weer nieuwe dingen nodig hebben, maar daar zal ik wel weer om schrijven.
Naar wat we hier opmaken uit schaarse kranten die als pakmateriaal gebruikt zijn, gaan Witte, Donker en v. Roon ook weg, paps is bijna alleen over. Toen ik de overeenkomst met de N.S.F. tekende had ik niet gedacht hier eerder te zitten dan Witte, wat zeg jij Paps? Het is wel treurig, wat er nu allemaal gebeurt, het sterkt ons in het gevoel dat we op 6 mei de juiste houding aannamen. Telkens zijn er weer mensen waarvan je ontdekt: hé, die moet nu ook in krijgsgevangenschap zitten, of als arbeider weg zijn of zo. We zijn ten slotte, vergeleken bij die mensen niet slecht af, bij A.E.G.

Zaterdag middag 2 uur
Ik zit op het ogenblijk in een café te wachten op mijn eten, ik ben na het werk op de fabriek direct de stad in gegaan om te proberen kaarten te kopen voor concerten. En dat ging vlot ook, (Schuricht dirigeert de Philharmoniker) ik werd in mijn inkopen alleen beperkt door de hoeveelheid geld die ik bij mij had. Ik koop n.l. meteen maar voor ieder concert vier kaarten, dan gaan er wat vrienden mee. Wat blijft het eten lang weg, ik krijg honger. Eergisteren ontving ik de brief van Lily van de achtste Juni, over haar uitstapje naar Wageningen. Het weer hier is geloof ik wel iets beter, dan bij jullie, maar mooi is het niet. We merken er overigens weinig van, dat begrijp je. Volgende week moet ik overwerken, van 5 tot 7 ’s avonds. Dat is niet plezierig. Het voor een andere afdeling, ik zelf heb het niet zo druk. De analiste, die ziek was, is terug gekomen, en gelukkig is er ook werk genoeg, zoodat ik niet veel kans heb gewipt te worden.
Nu enige zakelijke mededelingen: ik ga proberen een paar boeken te kopen hier b.v. Karrer: organische Chemie, dat ik bij Broese besteld heb, maar dat niet geleverd is, afbestellen en ev. terugzenden. Ik ga Van Grand père krijg ik maar steeds geen bericht, schrijf eens hoe het met hem gaat. WC papier heb ik niet meer nodig. Graag had ik hier een paspoort, eigenlijk hoort men zo’n ding te hebben. Mijn paspoort ligt of bij de andere, of in mijn geldkistje. Als hij verlopen is, verlengt het Zwitsersche Zweedse consulaat hier de pas. Stel je in verbinding met het Zweedse consulaat (resp. gezantschap) en vraag hoe ik er aan komen moet; gewoon met een post gaat natuurlijk niet.

Zondag 9 uur
Vannacht goed geslapen, zonder w. luizen. Vanmorgen heb ik eerst heerlijk gegeten, ardappels met leverworst, en daarna heerlijke pap van havermout (mijn hele weekrantsoen). Van middag kwamen Klaas en Jan weer op bezoek, om naar mijn kamer te kijken, d.w.z. naar het huis, ik kan er nog niet in. Jan had wat last van zijn ingewanden, hij was niet in een beste stemming. Dinsdag Gisteren heb ik het pakket gehaald, het was weer eens raak hoor! De koekjes zijn heerlijk, ik ben er al aan begonnen. Zulke dingen mis je hier echt. Het pakje is 19 Juni weggestuurd. Het roggebrood was al wat beschimmeld, maar niet erg. Mams doet goed het voor het inpakken in de oven over te bakken, dan komt het onbeschimmeld aan, volgens collega’s. De post is weer in de war, geen van allen hebben we de normale dosis post. De stemming is weer gedaald vanavond, we hebben bericht dat het tweede sterfgeval onder de studenten een paar dagen geleden is voorgekomen, in Wittenberge. Wat heb ik geboft dat ik daar niet zit! Hazewinkel zit er geloof ik wel, de meeste chemici van de eerste groep zijn daarheen.
Stuur nog wat elastiekjes uit mijn bureau. De kistjes zal ik terug sturen, omdat jullie er op gesteld zijn, hoe het moet weet ik niet. Ik hoop dat er geen wandluizen in zitten! Boter moeten jullie maar niet sturen, we hebben hier ongeveer 160 gram per week, en dat hebben jullie niet eens!
Willen jullie mijn adresverandering aan de verschillende kennissen versturen opdat ik niet over maanden nog brieven moet gaan halen? b.v. Henk van Dam, Raadhuisstraat 37b. (?als hij nog niet verhuisd is! Tel. 49534.)
Ik kijk even de stapel brieven door, die ik nog niet beantwoord heb.
Allereerst de ironische brief van Maarten, van 30-5-43, waarin hij zegt dat de photo’s gelukt zijn. Dat heb ik nu zelf ook kunnen constateren, ze zijn echt leuk. Ik zou graag mijn phototoestel hier hebben, het is best de moeite waard. Dan de brief van Lily van 8 Juni, en van Mams van 11 en van 5 Juni. De verklaring over cand. ex. Is goed overgekomen. Dank jullie wel, het is achter waarschijnlijk nergens meer voor nodig. De lindeoogst zal ook wel mislukt zijn, het is zulk slecht weer hier, en in Holland natuurlijk nog erger. Mijn kousen laat ik bij Jan wasschen, en de gaten worden door gekken gestopt. Dat gaat niet altijd even goed, zo hebben ze bij Jan de gulp van een onderbroek dichtgenaaid. Maar dat risico dat loop ik dan maar. Over de witte jas op het lab. schreef ik al, bij de bijen spullen hangt er nog een. Een lange jas zou ik nog graag hier hebben. De stopnaald ben ik geloof ik al kwijt!
Voor de brief van tante Anna ook hartelijk dank, We heb jullie houden haar wel op de hoogte hè?
Over de andere jongens die hier zitten schrijf ik nog wel eens. Er zit b.v. een  Henk Huizinga, zoon van neus-keel-oor prof. in Groningen. Hij kent oom Albert van naam. Verder veel Groningers.
De brief voor G. père sluit ik in.

Maandag morgen.
De ontluizing heeft plaats gehad. Frisse bedoening! Al mijn kleren en alles is verhit tot 100°C, zelf ben ik gewasschen met water carbol, enz. op de kamer is nog niet alles in orde, er is hier gebrek aan personeel, zoals begrijpelijk. Ik heb nu een aangetekende brief van Paps van 16 Juni gekregen, die er dus elf dagen over gedaan heeft. Dat is wel erg lang. Ik zal Kögl schrijven.
De verzorging is nu wel goed, nu ik op kamers zit. Van de brieven snap ik ook niet veel, ik heb heus veel geschreven. De pakjes moeten jullie nummeren, ik heb drie kistjes en één pak ontvangen.
De brief moet ik nu gauw posten.
Allemaal een zoen
Oswald

25 juni 2018

Link werkt niet meer

Nu blijkt helaas dat de website Luise-Berlin.de zeer recentelijk uit de lucht gehaald is. Bezoekers worden doorverwezen naar: berlin.kauperts.de die echter de inhoud over historische straatnamen niet geeft. De plaats van de Pfugk-Harttung strasse kan dus niet meer met zekerheid worden aangetoond.
In de “koffer uit Berlijn” zijn wel enkele plattegronden van Berlijn tevoorschijn gekomen maar die zijn van later datum. Wel is er een fotokopie van een Pharus-plan van Gross-Berlin, vermoedelijk van voor de oorlog, met daarbij een index. Deze index geeft de Plugk-Harttung strasse als liggende in kolom 26 regel Q. De kopie gaat echter niet verder dan kolom 25. Waar het adres van Oos geweest is kan dus nog slecht tot op een straal van ongeveer een kilometer bepaald worden.

24 juni 2018

Heinz Pflugk-Harttung

De Pflugk-Harttung strasse in Berlin Hirschgarten bestaat anno 2017 nog maar heeft een andere naam. Geen wonder, als men de geschiedenis van de heer Heinz Pflugk-Harttung na leest was er, zeker kort na de oorlog, reden genoeg de naam te wijzigen. Voor zover nu nagegaan kan worden heet de straat nu Wißlerstraße. Google streetview is nooit in die straat geweest, dus alleen een reis daarheen met de foto’s in de hand kan uitwijzen welk huis het was. De voorkant op het zuiden en het nummer 7 doet echter vermoeden dat het het laatste huis aan de linker kant is, voor de bocht naar links, een riante vrijstaande villa dus.

22 juni 2018

Hirschgarten 22-6-‘43 Pflugk – Hartung straße 7


Berlin-Hirschgarten
22-6-‘43
Beste Paps, Mams en Lily

Het gaat weer eens voor de wind. Bob Bleeker en ik hebben de kamer gekregen, vlak bij het lager, die we zo graag hadden. Misschien krijgen we er nog een klein kamertje bij, dat dorst de mevrouw er nog niet bij te beloven. Het nieuwe adres is:
p/a Mevr. Fam. Schlegel
Pflugk – Hartung straße 7
Berlin – Hirschgarten.
Zaterdag gaan we helpen de kamer te ontruimen, zondag verhuizen we waarschijnlijk. Schrijf dus naar het nieuwe adres, en breng anderen er van op de hoogte. De brieven die op het lager aankomen, raken zeker niet verloren, wees daar niet bang voor.
Vanavond hebben we een paar jongens van 18 jaar, Hollanders, gesproken, we weten dus ongeveer hoe de toestand er uit ziet thuis. De photo’s van Petertje heb ik gekregen, ze zijn geweldig leuk, het valt me erg mee! Ik vind het erg leuk photo’s te hebben van thuis, ik wil van jullie ook graag een Photo hebben. Wenschen van me zijn nog: twee klerenhangers, betere spullen om b.v. een voering vast te zetten, Panflavin (Bayer produkt tegen hoest, iedereen roemt er hier over.) een wekkertje, en op den duur heb ik een tweede witte jas nodig. De kleren van mij die nog op Viking hangen moet Arike eens gaan halen s.v.p. naam staat op kastje. Sleuteltje in middelste la in mijn bureau (Plat sleuteltje)  alles gaat uitstekend, gezond, goed werk. Zondag gezwommen in Müggelsee en in bios geweest. Zaterdag Jan’s verjaardag gevierd. Volgende brief schrijf ik als ik geïnstalleerd ben.
Veel liefs
Oswald

P.S. Je mag twee velletjes per brief schrijven!

18 juni 2018

Hirschgarten 18 juni 43 Dann schreiben sie das Falch!


Berlin  Hirschgarten 18 juni 43
XIV
Lieve Lily
Ik hoop niet dat je naar houtgas gaat ruiken, zus van de autobus. Met al die Fransche lessen zal het wel mee vallen.
Vandaag heb ik weer eens drie brieven tegelijk gekregen, van Mams (aangetekend) van 11 juni, van Maarten van 4 juni, en van Co Broeder. Het is jammer dat al die brieven tegelijk komen, iedere dag wat zou veel aangenamer zijn. Ik heb nog steeds geen uitsluitsel over mijn kamer, dat komt nu weer maandag. Het is dus afwachten. Vannacht heb ik een onprettige ontmoeting gehad met ongedierte dat ik niet thuis kon brengen. Toen midden in de nacht plotseling het licht op ging liep er een vies plat beest over mijn arm. Vermoedelijk een wandluis. Ik wil dus graag op kamers. Heeft Elsbeth geen familie in Berlijn? Dat mams maar niets schrijft?
Nu zal ik eerst maar eens antwoorden op je brief. Blikjes heb ik alleen voor de inhoud nodig. Er komen hier pakketten vol met erwten en zo aan, Mams moet maar met v G e L gemaakt sturen, dat gaat wel goed. We krijgen wel kaas zo nu en dan hoor, al is het niet veel, en soms wat quark. Utrecht is altijd een asyl geweest hoor!
Over mijn bijen nog steeds geen ander nieuws dan dat ze op de acacia geen honing gehaald hebben. Ik wordt hier aardig om de tuin geleid met mijn bijen, gisteren kreeg ik van Bod Bleker (Groningen) een boterham met honing aangeboden, onder algemene hilariteit, dat begrijp je. Het enige wat ik tot nu toe gepresteerd heb, is wat kunsthoning. Bob kreeg een jampotje vol gestuurd. Jan is morgen jarig, we gaan zijn verjaardag natuurlijk vieren in de stad. Fred de Rooy ken ik niet, nooit van gehoord hier in het lager, niemand kent hem. Wat je vertelt van de Miliï verwondert me. Maarten schreef dat de photo’s van Petertje prachtig waren, gelukkig maar, want die heb ik met het toestel van oom Albert gemaakt heb zijn allemaal mislukt. En dan zouden jullie denken dat ik niet photograferen kan.
     19-6-43
Het is een ramp dat ik nooit eens een brief achter elkaar af schrijven kan. Gisteren avond stelde iemand voor wat te gaan wandelen, en het was al half tien, zonder dat ik het lager verlaten had.
Mijn snor Lily, is zo prachtig, daar heb je geen idee van, echt een mooie eersteklas snor. Er komt van voren al een scheiding in. Ik laat hem groeien tot ik er puntjes aan kan draaien, en dan kom ik zo thuis!
Voor ik het vergeet: wil mams me ook nog een colbertjas sturen, een bruin katoenen ding, dat vorig jaar met de blauwe broek droeg? Anders heb ik weinig aan de bruine broek die ze gestuurd heeft, Bruin is anders een gevaarlijke kleur hier, want met mijn naam hebben ze hier heel wat moeite, ik laat me maar Braun noemen. Een mooi geval maakte hier een jongen mee, die, ik ben de echte naam vergeten, zo ongeveer Boender heette. Zo iemand heet hier natuurlijk Boo-en-der. Toen hij zei, neen, Boender, werd de man achter het loket boos, en schreeuwde: “Dann schreiben sie das Falch, hier steht Boo-en-der!”. Waarop algemene hilariteit onder de Hollanders voor het loket, zodat de man ten slotte uit woede het loket sloot.
Gelijk met deze brief gaat weer een briefkaart naar Grandpère, ik zal hem aantekenen. Ik heb van Grandpère nog geen bericht.
Het is jammer Lily, dat deze brief, die ik voor jou speciaal bedoeld was, een beetje algemeen is geworden. Speciaal als je drie dagen over een brief doet, verandert je stemming, en je mededelingsdrang wat. Op het ogenblik weet ik b.v. echt niet meer wat te schrijven, ik kan alleen nog aandringen op voedsel dat houdbaar is en gedroogde spullen.
Een zoen voor allem jullie samen
Oswald

P.S. Vanmiddag 19-6-43 brief van Tante Anna ontvangen, waarvoor hartelijk dank, en de groeten terug. Maar Tante leest zeker mijn brieven ook wel, verwacht ik, zodat ik niet speciaal hoef terug te schrijven?
Oswald

16 juni 2018

Hirschgarten 16 Juni 1943 De maaltijd bestond vandaag uit aardappelen met gedroogde peertjes.

16 Juni 1943
Lieve nichtjes

Gisteren ontving ik de brief van To (van 31 Mei), nadat ik al een poosje geleden de brief van Arike (van 23 Mei) in mijn archief gekregen heb.
Ik ben getroffen door de attentie van mijn nichtjes, en trouwens van nog meer menschen; Gisteren ontving ik b.v. drie brieven, zaterdag twee, en twee pakjes, en Vrijdag één brief. De post werkt hier met golven, ik heb idee dat de censuur zo nu en dan schoonmaak houdt, dan krijgt iedereen plotseling stapels brieven.
Even heb ik mijn brief moeten onderbreken, om mijn maaltijd te verorberen. Deze bestond vandaag uit aardappelen met gedroogde peertjes. Er was nl. weer eens geen groente te krijgen, en in het laatste paket zaten gedroogde peertjes. Ik maak de aardappels klein, doe de peertjes er bij en zet alles met niet te veel water op. Een beetje zout niet vergeten. Dan maar pruttelen tot alles gaar en droog is. Ik kan wel zeggen dat het eten alle dagen goed smaakt, mits er maar boter en vet in zit. Honger heb ik altijd wel genoeg. Mijn pan is net groot genoeg voor één maaltijd. Twee gangen is te ingewikkeld, daar doe ik niet aan. Zo nu en dan kook ik pap toe, maar we krijgen erg weinig melk, en weinig havermout. Op zo´n dag gaat er géén vet of boter in de aardappels. Zo scharrelen we met ons eten de week door, als alles op is gaan we in een restaurant eten.
Nu ik op het laboratorium sta, gaat de tijd ineens veel sneller, de dag duurt niet zo lang en ik heb wel interesse in wat ik doe. Nadat ik eerst het slechtste er aan toe was, van de 26 studenten die hier zijn, ben ik nu de boffert, want ik ben de enige die in zijn vak werkt.
Ik zit weer erg onrustig te schrijven.
De Tsjechen maken weer muziek, en er is telkens geloop om me heen. Zo ongedwongen als deze kerels zijn. Daar word je jaloers op. Als ze gegeten hebben roken ze eerst een sigaret, en dan gaan ze bij elkaar zitten, dan hier, dan daar, waar ze toevallig op het idee komen, en dan zingen ze het hoogste lied, met harmonica, trompet en clarinet als begeleiding.
En dat duurt tot diep in de nacht als ze daar toevallig zin in hebben.
Ik heb hier al contact gekregen met een imker, het deed me goed weer eens bijen te zien (en te horen!)
Het begin van deze hele geschiedenis, deed me denken aan het gedicht van de schoolmeester getiteld: de schipbreuk. Vraag het maar eens aan oom Gerrit, die kan het wel vinden. Je moet het eens opsturen. Haast zou ik vergeten Mies te feliciteren met haar slagen. Als ik terug kom krijg je een zoen (extra!), reken daar maar op. Ik ga nu nog even wat wandelen, ik ben na de fabriek nog niet in het lager geweest en het is al negen uur. Over mijn kamer heb ik geen nieuws, we moeten nog een week op de beslissing wachten. Het is gek, maar ik merk dat ik al wat aan het lager gehecht ben, het is hier gezellig, en je bent zo vrij als een vogeltje, je hoeft nu eens totaal geen rekening te houden met anderen.
17 juni is het al weer Donderdag, en al weer acht uur, ik heb net mijn eten op. Hierover geen nieuws, het was hetzelfde als gisteren, maar de peertjes zijn nu op, dat is erg jammer. Er zijn hier jongens die niets anders doen dan eten klaar maken, ze maken pannekoeken, gebakken aardappels en liters pap. Waar ze de moed vandaan halen weet ik niet, er blijft dan geen tijd meer over de deur uit te gaan.
Ik zit te wachten tot ik geknipt kan worden. Er is hier in het lager een arbeider die vroeger kapper was (een Tsjech). Het is voor het eerst dat ik thuis geknipt wordt!
Ik ben erg blij met jullie brieven, ook al zou er niets anders in staan dan huis tuin en keukenverhaaltjes. Meestal lees ik de brieven die ik schrijf niet eens over, omdat dit weer veel tijd kost, maar als ik er zo nu en dan een doorlees, merk ik dat er erg veel fouten in staan. Paps (Gerrit) zal deze zonde tegen de Ned. taal wel heel erg vinden. Vooral de half nieuwe spelling die ik schrijf. Nemen jullie me niet kwalijk? Nu lieve nichtjes, het papier is op, prettige vacantie, en allemaal een flinke zoen van
Oswald

14 juni 2018

Hirschgarten 14 Juni 1943 Gedroogd fruit is erg welkom, we hebben hier geen fruitkaart.


Hirschgarten  2e pinksterdag 1943
XIII
Beste Paps Mams en Lily

Wat hebben jullie me een plezierige Pinksteren bezorgd! Vrijdag kreeg ik de brief van Paps, van 7 juni, en zaterdag twee brieven van Mams en van Henk van Dam, plus twee pakjes, (van 9 juni per spoor en van … mei per post, dat weet ik niet meer) nu zat ik net te denken: het wordt tijd dat ik weer eens wat hoor! Zo overvloedig is er nog nooit aan mijn wensen gehoor gegeven. De expresse bestelling met de spoorwegen was weer verreweg de snelste weg. Over de pakjes nog het volgende: Met de kleren ben ik goed geholpen, de lab.jas had ik erg nodig. Alles wat op de briefjes staat was aanwezig. Het pakket met de post was geopend, het kistje was kapot gemaakt door de douane. Het is beter te verpakken in karton met papier, en een flink touw. De pakjes met het spoor verstuurd komen zo op een geschikte tijd aan. Zaterdag en zondag heb ik tijd ze te gaan halen in Berlijn. Verstuur ze dus liefst dinsdag of woensdag. Postpakketten kan ik iedere dag halen. Roggebrood is altijd iets beschimmeld als het aan komt (met de post ±10 dagen) maar we eten het altijd op. Gisteren was er een collega met volledig beschimmeld brood uit Holland. Hij heeft de ergste inwendige schimmelhaarden er uit gesneden, het brood gewasschen en gekookt – heerlijke pap! We redden ons wel. Mams kan gerust wat bruine bonen van het landje en melkpoeder sturen, het komt goed over.
Nu zal ik ook eens vertellen wat er met zo’n pakje gebeurt na aankomst. Eerst wordt het geopend en alles wat er in zit uitgestald op de tafel, onder bekijks van de kamergenoten. Lekkernijen worden door allen geproefd en bewonderd. Dan wordt prompt een heerlijke maaltijd bereid van iets lekkers, dat niet te veel tijd eischt. De gedroogde peren b.v. die eergisteren aankwamen, heb ik met aardappels gekookt, een stukje vet er bij en een stukje boter, en ik heb gesmuld als nooit te voren. Gedroogd fruit is erg welkom, we hebben hier geen fruitkaart, buitenlanders krijgen geen fruit. De Sanovietjes heb ik steeds als tractatie voor het slapen gaan gebruikt, één Sanovietje met vier klontjes suiker er op, een tractatie! Ik zou zo door kunnen gaan, alles is even lekker. Denk er om nooit gesneden roggebrood te sturen, dat beschimmelt te snel, het is niet goed aangekomen bij mijn vrienden.
Over het geld het volgende: de 100 RM heb ik nog niet ontvangen, het is wel ongeveer wat ik denk in reserve te moeten hebben. Maar verder wilde ik een conto op de Dresdner Bank, Depositenkasse 17, Berlin-Niederschöneweide, Berlinstraße 12, openen. Paps moet dan van mijn giro, of van de bank, geld sturen naar deze bank, (ƒ250,- o.a. voor boeken), dan open ik daar een rekening, en kan ik over het geld beschikken.
Verder denk ik er over hier een fiets aan te schaffen, die kan altijd van pas komen. Nu nog een paar zakelijke dingen als antwoord op je brieven, en dan kan ik weer gezellig worden. De pakjesinhoud klopt dus altijd. Ik zal erg voorzichtig zijn op het lab en zo in het vervolg, maak je maar niet ongerust. Kun je de mededelingen van Peters niet beter bij je eigen brief insluiten, dan hoeft hij niet naar het postkantoor. Bel prof. Bijvoet (v. ’t Hof lab.) eens op, en vertel hem dat het goed gaat met me. Verder Dr de Kleijn, hoofd assistent bij Kögl, en doe ze de groeten van me. Ik wil verder graag het adres hebben van Hazewinkel (zijn moeder woont J de Dekkerstraat 10, bij de Croeselaan) Er hangt op het org. lab. nog een jas van me, mijn naam staat er duidelijk op.
Jan vond het leuk dat paps bij zijn moeder is geweest. Jammer dat het niet goed gaat met het herstel van tante Fie, geef haar een flinke zoen van me, dat helpt misschien. Vraag eens aan Kiers of de proffen nu toch kwajongens zijn of niet. Doe de groeten aan de Heikelsen en wensch mevrouw beterschap. Ook groeten aan Milie, ze zullen het niet makkelijk hebben, en nog minder makkelijk krijgen. Gelukkig zij ze overtuigd van de juistheid van hun standpunt, dat is altijd goede steun, dat heb ik zelf gemerkt. Je moet allemaal de groeten hebben van Jan. Hij maakt het goed, maar zo zondag is hij wel eens wat somber, de verliefde jongeman.
Gisteren heb ik met Jan, Klaas en nog een paar A’damse kennissen Potsdam bezichtigd, dit is werkelijk een aardige stad, met werkelijk mooie gebouwen en parken. Vanmiddag ga ik naar de Müggelsee, een prachtig meer, Daar gaan we studenten opzoeken die daar badmeester zijn. Gisteren heb ik met Jan een sigaar gerookt, volgende week ter gelegenheid van zijn verjaardag weer. Feliciteer zijn moeder, 20 juni is hij jarig.
Binnen kort zijn Maarten en Lily ook jarig, ik hoop ze niet te vergeten.

Veel liefs en groeten aan ieder die naar me informeert.

Oswald

P.S. Hoe is het met Berend? Er is een brief voor Le Cornu onderweg die naar de Maliebaan gestuurd is. Stuur je hem door?
Korstloze kaas schimmelt gauw – andere blijft goed.


11 juni 2018

Bep en Johan


Bep en Johan

Albert van Egmond, de zwager van paps die op nummer 100 woonde, had een broer, Johan, die gehuwd was met Bep. Voor Oos waren het dus tante en oom. In deze relatie had Bep nogal de broek aan zodat de woorden in de vorige zin in de correcte volgorde staan; in het gezin de Bruin werden ze, bij hun afwezigheid, oom Bep en tante Johan genoemd.
Johan was accountant en woonde met Bep in Heemstede in een riante villa aan de dreef aldaar. Deze villa’s hebben tussen de keuken en de eetkamer een doorgeefluikje om zaken van en naar de keuken door te kunnen geven zonder dat eventueel personeel in de kamer hoeft te komen. In de meeste huizen staat, aan de eetkamer, of aan de keuken kant, onder het luikje een meubel waarop zaken uit de keuken kunnen worden neergezet. Zo niet bij Bep en Johan. Als er iets de kamer in moest opende Bep het schuifdeurtje van het luik, riep met luide stem, en die had ze, “Johan…joehoeoe…!”, stak de voorwerpen door het luikje en liet los. De verantwoordelijkheid voor het heel blijven van aangegeven zaken was dan volledig voor Johan omdat Bep zich er niet om bekommerde of één en ander ook werd aangepakt. Johan was zodoende zeer goed getraind op de korte sprint, van de woonkamer naar het doorgeefluikje.
Op zekere dag zouden zij bezoek ontvangen voor koffie met taart. Juist toen de taart gereed was stond het bezoek voor de deur. Johan was dan ook doende de jassen aan te nemen toen het “Johan joehoeoe!” klonk. Tot grote verontwaardiging van Bep, die zij later nog vaak heeft geuit, kwam Johan te laat en belandde de taart, ten overstaan van het bezoek, op de vloer,... ondersteboven uiteraard. Nu zijn er voor dit verhaal geen feitelijke bewijzen, het is geheel uit de overlevering opgetekend en zal dus wel schromelijk overdreven zijn: Johan kan net zo goed de hond aan het uitlaten geweest zijn, anderszins buiten de deur geweest, of op nummer 100 gezeten hebben. Maar dat de taart ten onder ging en Bep daar verontwaardigd over was, dat staat als een paal boven water.
Het schijnt overigens dat Johan de huiselijke situatie regelmatig ontvluchtte door, voor Bep totaal onverwacht, een eind te gaan wandelen, hetgeen in die omgeving geen straf is.
Bij een bezoek aan de Maliebaan uitte Bep weer eens haar verontwaardiging ergens over. Om begrijpelijke reden is het onderwerp van het verhaal, dat zij heftig gesticulerend deed, verloren gegaan. Johan stond uiteraard achter haar (letterlijk) en had een buitengewoon ongeïnteresseerde houding aangenomen. Dit wekte de indruk dat zijn positie figuurlijk heel anders was. Op de meeste aanwezigen kwam dit al enigszins komisch over. Toen het verhaal gedaan was liet Bep, zoals wel vaker, een stilte vallen om de ernst van de zaak tot de toehoorders te laten doordringen. Dit maal werd deze stilte doorbroken door Johan die zo traag en lijzig mogelijk meldde: ”En  nu    zijn   we    boos”. Alle aanwezigen, met uitzondering van Bep en Johan, verdwenen onder de tafel van het lachen, het punt dat Bep wilde maken ging in rook op, en Bep was weer verontwaardigd.

08 juni 2018

Schöneweide 8 Juni 1943 Ze verhuren omdat anders geëvacueerden onze plaats in zullen nemen.


Schöneweide 8 Juni ‘43
lieve
Beste broer en  zus


Nadat het lot mij eerst minder gunstig gezind was, begin ik op jou te lijken, Maarten. Alles loopt nu mee, in plaats van tegen. Op het lab., jullie weten natuurlijk wel dat ik daar nu zit, is de analiste ziek, en de oude baas waarmee ik samen moest werken heeft iets aan zijn ogen, en verschijnt nu ook niet meer. Het gevolg is, dat ik na vage instructies, alles zelf mag doen. Ik heb het wel druk, maar dat heb ik liever dan dat ik niets te doen heb. En verder wordt de kans dat ik na een maand weg moet natuurlijk uiterst gering. Maar dit hoort alles nog bij het vorige zwijntje, gisteren vond er weer iets nieuws plaats. Zoals je misschien weet zoeken we een kamer (collega Bleeker en ik) hoewel we eigenlijk niet weg willen uit Hirschgarten, omdat het een eind uit de stad is, en dicht bij de S-baan, en ook niet te ver van de fabriek. De omgeving is er prachtig, en alles staat ons aan, behalve het “lager”. Gisteren kregen we het adres voor een kamer voor één persoon, in Friedrichshagen, dat is vlak bij H. We tramden er heen, vroegen de weg. We hebben ongeveer een uur gelopen en toen hadden we wel in de gaten dat eigenlijk niemand wist waar het was. We zijn toen maar naar de politiepost gegaan, en hebben daar gevraagd naar de bewuste straat. Ja, was het antwoord, die straat hoort weliswaar bij Friedrichshagen, maar dat komt omdat de gemeente Hirschgarten opgeheven is. We moesten weer terug tot vlak bij het lager. Nu was de kamer voor één persoon, zoals gezegd, maar we wilden het toch proberen, je kunt nooit weten. We belandden bij een villa, en een jong mensch van een jaar of zestien deed ons open. Hij haalde zijn moeder, en we merkten dat we met zeer ontwikkelde mensen te doen hadden. Toen we vertelden dat we liever samen kwamen, nam ze het direct in overweging. Twee zoons zitten aan het front, de derde is nog op school. Één is er afgestudeerd en is ingenieur bij AEG. Het gesprek verliep erg gemakkelijk, zo zelfs, dat we niet eens gevraagd hebben naar de huur! Er waren twee kamers, leeg een wilde ze er vrij houden voor haar zoons, als die met verlof komen. Ik geloof dat ze die kamer wil verhuren, omdat anders geëvacueerden onze plaats in zullen nemen. De verhuurderij gaat over AEG die natuurlijk niet iedereen er op af stuurt. Ik denk wel dat we de kamer krijgen. Op het lager blijven we dan ons eten maken, als dat toegestaan wordt. Het is nu nog afwachten wat het resultaat wordt, maar de vooruitzichten zijn goed.
9 juni
Deze brief ben ik begonnen op het lab., in de tijd waarin het Duitsche personeel naar een concert moest, en wij moesten werken. Uit protest ben ik toen een brief gaan schrijven, maar ik werd niet met rust gelaten.
Het is merkwaardig hoe snel je leert van de ene taal in de andere over te gaan tijdens een gesprek en zo. Ik spreek ongeveer evenveel Fransch als Duitsch als Hollands, en dat steeds afwisselend. Vaak spreek ik als tolk. Fransch-Duitsch. Als ik maar Fransch kan praten dan ben ik al gelukkig. Op de tram en in de trein (“S-Bahn”) schuif ik altijd door tot ik bij Franschen sta, en dan verbeeld ik me dat ik in Frankrijk zit. Dit vergenoegelijkt het alleen reizen.
Zondag l.l. heb ik voor het eerst Jan en Klaas niet gezien. We hadden afgesproken bij v.d.Giesen (een paladijn) die als badmeester werkt aan de Müggelsee, een prachtig meer op 20 min. trammen van Hirschgarten. Pels Rijcken en Klaas Booy en nog een paar anderen waren bij deze reünie aanwezig. Vanavond ga ik naar Jan toe om eens te kijken hoe het met hem gaat. Ik moet hem een brief doorsturen, maar aangezien ik geen enveloppen meer heb, breng ik hem maar.
Sinds de briefkaart van Paps j.l. vrijdag, heb ik geen brieven meer ontvangen. We horen hier dat de meisjes studenten ook niet met rust gelaten zullen worden.
Het schrijven van deze brief gaat met hindernissen, het is intussen donderdag geworden. Ik zit te wachten tot het tijd is om de Höppler af te lezen. Maar nu ik zolang over mezelf gepraat heb wordt het wel tijd dat ik eens vraag hoe het met jullie gaat, en vooral met Petertje. Het is jammer dat antwoord zolang duurt, meestal is het antwoord op een brief al weer verouderd. Maar desalniettemin interesseer ik mij voor al het huiselijke nieuws dat ik hoor, van jullie, en van thuis, en de vrienden. Hoe gaat het met Petertje? Ik zou zo graag zien wat er geworden is van mijn poging haar te photograferen. Als er nog eens een gelegenheid is een brief met een arbeider of zo mee te geven, moeten jullie eens een photo meegeven. Ik heb dit geloof ik al eens geschreven. Er is geloof ik een beetje stagnatie in de brieven, ik geloof dat men van aangetekend gewoon is gaan schrijven, en dan komt er natuurlijk een gaping.
Een persoonlijke nieuwigheid, die ik verzuimd heb te schrijven, voor zover ik weet, is, dat ik mijn snor heb laten staan. Dankzij het feit dat ik nooit in een spiegel kijk (behalve dan om me te scheren) heeft deze snor een lang leven. Hij staat er al sinds Ommen.
We verheugen ons al op de pinksterdagen, twee en een halve dag vrij, dat is wat!
Het is jammer, maar ik moet nu snel een eind maken, anders komt deze brief vandaag niet meer weg.
Veel liefs
Oswald

03 juni 2018

Hirschgarten 3 Juni 1943 De kaas en het roggebrood waren al iets beschimmeld


XII  (XI was briefkaart)
Hirchgarten 3 Mei Juni ‘43
Beste Paps, Mams, Lily en verdere familie.

Deze brief wordt naar Holland mee genomen door een kennis van één van ons, die zaterdag of zondag weer terug gaat.
Hij was hier eergisteren, en vertelde ons het een en ander waar we belang in stelden. Het is Ir. Damme, naar ik meen heeft Maarten iets met hem te maken gehad toen hij solliciteerde bij Werkspoor. Desnoods, als jullie mijn brieven niet geloven, zal hij jullie geruststellen over de toestand hier. In het kamp hier zit een Utrechtsch student, de Muinck-Keizer, waarvan jullie de familie wel kunt bereiken, Ir. Damme kwam speciaal voor deze student.
Het gaat uitstekend met me, vooral nu ik weet dat ik op het Lab. kom. Vandaag zijn er weer een paar jongens hier op bezoek, die bij Messing werken, deze kerels hebben het nog beroerder dan ik het eerst had. Hoe ik hier beland ben is wel heel merkwaardig. Wat er achter de schermen gebeurt is weet ik eigenlijk niet. Maar de feiten zijn dat er eerst géén Lab. was, daarna wèl maar ik mocht er niet op. Vrijdag l.l. ben ik naar een kantoor geweest, waar iemand zetelt die voor de buitenlanders zorgt. Daar vertelde ik hoe ik behandeld was, en vroeg hem alleen er naar te informeren of het werkelijk onmogelijk was op het lab. te komen. Dinsdagmiddag daarop, moest ik naar de chemicus, waarbij ik eerst (twee weken vroeger) niet toegelaten werd. Deze informeerde, en riep toen uit: “Maar dan is het toch wel beter dat U bij mij komt! We gaan toch niet chemici achter een machine zetten, dat is toch onzin”. En daarmee was alles afgedaan. Vandaag (3 Mei) (Juni red.) donderdag zit ik nog op het kantoor, alleen omdat ik niet weggestuurd ben. Werk heb ik niet, ik heb vandaag gestudeerd in een boekje over kunstharsen, erg interessant. Maar op het Lab. wordt het waarschijnlijk nog wel beter. Nu nog een kamer, dat gaat nog niet erg vlot. Maar op het “Lager” is het gezellig, ik wil er eigenlijk niet weg.
Ik heb hier één shirt, en één overhemd, met drie witte boorden. Ga nu maar na wat ik nog nodig heb, twee shirts en één overhemd of zoiets. Om een paar katoenen sokken heb ik geloof ik al gevraagd. De moeilijkheid is hier het stoppen, daar heb ik te weinig spullen voor, en ook geen knechtje. Misschien wil Paps een afschrift vragen van mijn kandidaatsbul, en opsturen, ik kan weinig bewijzen hier. Adressen van kennissen van Hollanders in Berlijn zou ik héél graag hebben, in verband met kamers. Ik heb geen zin om midden in de stad te gaan wonen, waar we zitten is het best. Ik wilde verder dat jullie vragen naar het adres van Hazewinkel (thuis J. de Deckerstraat 10 Utrecht). En het adres van een koopman in Ital. bijen in Italië, dit adres staat in “Moderne bijenteelt” een bruin boek, boven in mijn kast. Via een imker hier, waar ik al op bezoek geweest ben, wil ik een moer naar Holland sturen. (dit zijn maar plannen, ze maken het leven aangenamer al zijn ze onuitvoerbaar)
Maar laat ik weer eens gezellig worden. Ik heb vandaag een brief gekregen van Arike, erg gezellig. Vanmorgen op het kantoor heb ik pas goed gewaardeerd dat jullie me pakjes stuurt. Het was echt engeltje - tongetje hoor! Roggebrood – dik boter – kaas – boter – roggebrood, zoiets lekkers dat ik vrees dat alles gouw op is. Vandaag heb ik wat vet door het eten gedaan, dit was ook verrukkelijk. Aardappels met sla, gedeeltelijk gestoofd en gedeeltelijk rauw (de sla dan), een beetje vet, en een beetje boter! En wat leverworst voor de afwisseling. Je eet hier rare combinaties! De groente is vrijwel altijd sla.
Over de pakjes het volgende: Het pakje van 21 Mei heb ik gisteren gehaald, (2 Mei) (Juni red.), en de kaas en het roggebrood waren al iets beschimmeld. De snellere weg via het spoor- en dan expres is dus te verkiezen, vooral als het warmer wordt. Maar zelfs al was alles beschimmeld, ik zou het toch opeten, reken daar maar op! Bijzonder zou op het ogenblik in de smaak vallen alles waar ik pap van kan koken, en peulvruchten. Verder een theelepeltje, een niet te gekke zomerbroek, en shirt, ik weet niet wat er al onderweg is.
Nu ik op het lab. kom is één overhemd natuurlijk te weinig. Het is erg gezellig brieven te krijgen, het schrijven is echter een hele opoffering van vrije tijd. Vandaag b.v. doe ik niets anders dan om zes uur opstaan, om 7 uur op mijn kantoor zitten, lezen enz. enz. tot 5 uur, inkopen doen, eten maken en een brief schrijven! Ik maak hem niet eens af, dan moet ik weer naar bed. Zeg dus maar aan de nichtjes dat ik ze collectief met Pa en Moe terug kan schrijven. Het doet me plezier dat ik van tante Fie goed nieuws hoor. Feliciteer Mies maar vast van me, ze zal wel slagen denk ik zo. Eergisteravond was Jan hier, we hebben samen een biertje gedronken op de goede Lab. vooruitzichten, en een fijne sigaar gerookt. Gisterenavond heb ik een biertje aangeboden aan de kampgenoten ook ter ere van het nieuws, en verder het pakje afgehaald. Vandaag schrijf ik, zo is er steeds want als je maar bezig bent gaat de tijd erg snel.
Ik schei er nu mee uit, morgen schrijf ik de rest, ik ga naar bed.

4 Mei (Juni red.)
Vanmiddag om een uur of een werd ik plotseling naar de baas geroepen, die me vertelde dat ik nu naar de chemicus moest gaan, en dat die me tewerk zou stellen. Bij de chef chemicus kreeg ik te horen dat ik nog vier weken als proef zou doorbrengen in de stand van arbeider, en dat ik dan later als medewerker aangesteld zou worden. Daarna werd ik gestuurd naar een klein laboratorium, nog kleiner dan het oude lab. in Ouderkerk, waar één van de vele chemici zetelt. Deze chemicus is een oude baas, die alles nog langzaam doet, en ik begreep maar niet dat deze man de analyses die nodig zijn ook op deze manier zou doen. Het bleek al spoedig dat er ook een juffrouw thuis hoorde, die echter ziek was. Deze zal het werk wel doen, dan hoeft de oude baas zich niet te haasten. Ik heb idee dat hij zal proberen me de analyses te laten doen, als dit dan goed gaat is mijn plaats verzekerd en mijn kostje gekocht.
Vanavond heb ik een briefkaart van paps gekregen, die de achtentwintigste verstuurd is, waarvoor hartelijk dank. Ondertussen heb ik natuurlijk geen hulp meer nodig, ik zit hier nu “chemisch”. Wel wilde ik dat jullie vragen met de grootste spoed  een witte jas te sturen, anders bederf ik hier mijn kleren. Met van G. en L. express, dat gaat het snelste. Ik vergeet nog te vragen visitekaartjes te sturen, maar ik ben er niet zeker van dat ze in een pakje mee mogen. Wees maar voorzichtig en vraag het eerst. Er komen ook pakjes aan, die gewoon bestaan uit kleren in een kartonnen doos met een stevig touw, ze komen goed over. Stuur mijn kleren maar apart, niet met het eten. Het is erg moeilijk het eten te verdelen, de pakjes die ik nu gekregen heb, heb ik, wat het brood betref, snel op moeten eten. Ik weet natuurlijk nooit wanneer er weer een volgende te verwachten is. Vanavond heb ik weer wat vet gebruikt, dat maakt het eten veel smakelijker.
Hoe zit het met de kennissen van mevrouw Mejer in Berlijn? Ik zou erg graag wat adressen hebben, dat is de enige manier om aan kamers te komen. De menschen zijn niet erg happig op buitenlanders, net als bij ons. Ik schrijf maar steeds aan jullie apart, omdat er niets is om aan allemaal te schrijven. Verder heb ik geen puf meer om te schrijven, vier velletjes is iets te veel. Bedank alle briefschrijvers, brieven doen ons erg goed. Ik heb een brief gekregen van Mevr. Van Dam, ik zal haar via Henk bedanken. Dank je wel voor al dat goede,

Veel liefs
Oswald


P.S. De volgende brief schrijf ik halverwege of einde van de volgende week, ik zal hem aantekenen. Anders is de correspondentie te veel gerekt.

02 juni 2018

Hirschgarten 2 Juni 1943 Ik kom nu op het laboratorium van de fabriek


Hirschgarten 2 Juni ‘43

XI
Beste Paps, Mams en Lily

Het ongelooflijke is geschied, nadat ik drie weken om de tuin geleid ben, kom ik nu op het laboratorium van de fabriek, en ik krijg een aardig onderzoekje. Ik ben via een man die voor de buitenlanders zorgt, met de chemicus in aanraking gekomen, en die bleek in het geheel geen bezwaar te hebben. Dit is wel héél sterk, na alles wat ik eerst te horen kreeg. Maar enfin, alles is vergeven en vergeten.
Gisteren heb ik het pakje No 1 van 20 april ontvangen, d.w.z. ik moet het nog afhalen. De post doet er dus langer over dan de spoorwegen. Gisteren heb ik met Jan een sigaar gerookt uit het vorige pakje. Merkwaardig dat jullie alleen nog de brief No I ontvangen hebt, ik was van plan brief XI vandaag te schrijven! De briefkaart van 25 mei heb ik gisteren ontvangen, dus 2 dagen later dan het pakje van 26 mei!
Voor het vorige pakje heb ik in mijn enthousiasme geloof ik vergeten te bedanken! Maar jullie begrijpt, dat ik er heel dankbaar voor ben. Willen jullie in de pakjes misschien iets doen dat geschikt is om pap te koken? Peulvruchten krijgen we hier nu niet, die zijn eventueel ook welkom. Gisteren was hier in het lager een Ir Damme, Werkspoor, (een kennis van Muinck Keizer, die hier ook is) die vers uit Holland kwam. Hij had niet veel nieuws. Zaterdag geef ik hem een brief mee voor jullie, die je wel eerder zal bereiken dan deze kaart. Ik zal de kaarten ook nummeren, net als de brieven, dan hebben jullie beter contrôle. Schrijven jullie steeds welke brieven verstuurd en ontvangen zijn? Feliciteer tante Fie van me, ik merk dat ze twee weken terug jarig was. Doe een touw om de pakjes, spijkers laten wel eens los. In karton komt het ook goed over.
Veel liefs
Oswald


Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...