Berlin – Hirschgarten.
26-6-‘43
Lieve Paps Mams en
Lily.
Als ik deze brief begin, is het
nog Zaterdag morgen zes uur, en ik verwacht dat deze brief weer een
vervolgverhaal wordt. De laatste dagen in het lager zijn niet de plezierigste
geworden. Begin deze week werd het warm, en toen heb ik pas goed kennis gemaakt
met wandluizen. Bont en blauw ben ik gestoken. Met dat warme weer gaan deze
beestjes harder lopen, en dan ben je nergens zeker van een veilig plekje. Toen
er luchtalarm kwam ging natuurlijk plotseling het licht op, en kon ik zóó op
mijn laken drie wandluizen dood drukken. Dat was Dinsdagnacht. Woensdag het
zelfde. Donderdag ben ik toen maar verhuisd. We waren nogal bang deze beestjes
mee te nemen naar onze kamer, we gaan daarom pas Maandag verhuizen, nadat we
met al onze bagage ontluisd zijn. Wat dat precies inhoudt zullen we Maandag
gewaar worden. Binnen het lager ben ik verhuisd naar een ander bed, en ik heb
nu minder last.
Woensdag ben ik met een collega
naar een concert geweest, in de “Sing – Academie”. Een quartet bracht
kamermuziek ten gehore. Het was erg mooi, maar het koste me dan ook zes Mark.
Dat is een beetje veel. Ze speelden Bruch, Hayden en Beethoven. Het was voor
het eerst sinds ik weg ben, dat ik goede muziek hoorde, het deed me werkelijk
goed. Vanmiddag ga ik proberen of ik nog kaarten kan krijgen voor andere
concerten.
Over de kamer nog wat nieuws; we
krijgen waarschijnlijk het aangrenzende kleine kamertje nog bij onze grote
kamer. Dat zou wel zo prettig zijn, dat voelen jullie wel. Een gedeelte van de
lakens en dekens die nodig zijn krijgen we te huur van de fabriek. Met wat we
bij ons hebben zal het wel voldoende zijn. Ik zal natuurlijk wel weer nieuwe
dingen nodig hebben, maar daar zal ik wel weer om schrijven.
Naar wat we hier opmaken uit
schaarse kranten die als pakmateriaal gebruikt zijn, gaan Witte, Donker en v.
Roon ook weg, paps is bijna alleen over. Toen ik de overeenkomst met de N.S.F.
tekende had ik niet gedacht hier eerder te zitten dan Witte, wat zeg jij Paps? Het
is wel treurig, wat er nu allemaal gebeurt, het sterkt ons in het gevoel dat we
op 6 mei de juiste houding aannamen. Telkens zijn er weer mensen waarvan je
ontdekt: hé, die moet nu ook in krijgsgevangenschap zitten, of als arbeider weg
zijn of zo. We zijn ten slotte, vergeleken bij die mensen niet slecht af, bij
A.E.G.
Zaterdag middag 2 uur
Ik zit op het ogenblijk in een
café te wachten op mijn eten, ik ben na het werk op de fabriek direct de stad
in gegaan om te proberen kaarten te kopen voor concerten. En dat ging vlot ook,
(Schuricht dirigeert de Philharmoniker) ik werd in mijn inkopen alleen beperkt
door de hoeveelheid geld die ik bij mij had. Ik koop n.l. meteen maar voor
ieder concert vier kaarten, dan gaan er wat vrienden mee. Wat blijft het eten
lang weg, ik krijg honger. Eergisteren ontving ik de brief van Lily van de
achtste Juni, over haar uitstapje naar Wageningen. Het weer hier is geloof ik
wel iets beter, dan bij jullie, maar mooi is het niet. We merken er overigens
weinig van, dat begrijp je. Volgende week moet ik overwerken, van 5 tot 7 ’s
avonds. Dat is niet plezierig. Het voor een andere afdeling, ik zelf heb het
niet zo druk. De analiste, die ziek was, is terug gekomen, en gelukkig is er
ook werk genoeg, zoodat ik niet veel kans heb gewipt te worden.
Nu enige zakelijke mededelingen:
ik ga proberen een paar boeken te kopen hier b.v. Karrer: organische
Chemie, dat ik bij Broese besteld heb, maar dat niet geleverd is, afbestellen
en ev. terugzenden. Ik ga Van Grand
père krijg ik maar steeds geen bericht, schrijf eens hoe het met hem gaat. WC
papier heb ik niet meer nodig. Graag had ik hier een paspoort, eigenlijk hoort
men zo’n ding te hebben. Mijn paspoort ligt of bij de andere, of in mijn
geldkistje. Als hij verlopen is, verlengt het Zwitsersche
Zweedse consulaat hier de pas. Stel je in verbinding met het Zweedse consulaat
(resp. gezantschap) en vraag hoe ik er aan komen moet; gewoon met een post gaat
natuurlijk niet.
Zondag 9 uur
Vannacht goed geslapen, zonder w.
luizen. Vanmorgen heb ik eerst heerlijk gegeten, ardappels met leverworst, en
daarna heerlijke pap van havermout (mijn hele weekrantsoen). Van middag kwamen
Klaas en Jan weer op bezoek, om naar mijn kamer te kijken, d.w.z. naar het
huis, ik kan er nog niet in. Jan had wat last van zijn ingewanden, hij was niet
in een beste stemming. Dinsdag Gisteren
heb ik het pakket gehaald, het was weer eens raak hoor! De koekjes zijn
heerlijk, ik ben er al aan begonnen. Zulke dingen mis je hier echt. Het pakje
is 19 Juni weggestuurd. Het roggebrood was al wat beschimmeld, maar niet erg.
Mams doet goed het voor het inpakken in de oven over te bakken, dan komt het
onbeschimmeld aan, volgens collega’s. De post is weer in de war, geen van allen
hebben we de normale dosis post. De stemming is weer gedaald vanavond, we
hebben bericht dat het tweede sterfgeval onder de studenten een paar dagen
geleden is voorgekomen, in Wittenberge. Wat heb ik geboft dat ik daar niet zit!
Hazewinkel zit er geloof ik wel, de meeste chemici van de eerste groep zijn
daarheen.
Stuur nog wat elastiekjes
uit mijn bureau. De kistjes zal ik terug sturen, omdat jullie er op gesteld
zijn, hoe het moet weet ik niet. Ik hoop dat er geen wandluizen in zitten!
Boter moeten jullie maar niet sturen, we hebben hier ongeveer 160 gram per week, en dat
hebben jullie niet eens!
Willen jullie mijn
adresverandering aan de verschillende kennissen versturen opdat ik niet over
maanden nog brieven moet gaan halen? b.v. Henk van Dam, Raadhuisstraat 37b.
(?als hij nog niet verhuisd is! Tel. 49534.)
Ik kijk even de stapel brieven
door, die ik nog niet beantwoord heb.
Allereerst de ironische brief van
Maarten, van 30-5-43, waarin hij zegt dat de photo’s gelukt zijn. Dat heb ik nu
zelf ook kunnen constateren, ze zijn echt leuk. Ik zou graag mijn phototoestel
hier hebben, het is best de moeite waard. Dan de brief van Lily van 8 Juni, en
van Mams van 11 en van 5 Juni. De verklaring over cand. ex. Is goed
overgekomen. Dank jullie wel, het is achter waarschijnlijk nergens meer voor
nodig. De lindeoogst zal ook wel mislukt zijn, het is zulk slecht weer hier, en
in Holland natuurlijk nog erger. Mijn kousen laat ik bij Jan wasschen, en de
gaten worden door gekken gestopt. Dat gaat niet altijd even goed, zo hebben ze
bij Jan de gulp van een onderbroek dichtgenaaid. Maar dat risico dat loop ik
dan maar. Over de witte jas op het lab. schreef ik al, bij de bijen spullen
hangt er nog een. Een lange jas zou ik nog graag hier hebben. De stopnaald ben
ik geloof ik al kwijt!
Voor de brief van tante Anna ook
hartelijk dank, We heb jullie houden
haar wel op de hoogte hè?
Over de andere jongens die hier
zitten schrijf ik nog wel eens. Er zit b.v. een Henk Huizinga, zoon van neus-keel-oor prof. in
Groningen. Hij kent oom Albert van naam. Verder veel Groningers.
De brief voor G. père sluit ik in.
Maandag morgen.
De ontluizing heeft plaats gehad.
Frisse bedoening! Al mijn kleren en alles is verhit tot 100°C, zelf ben ik gewasschen
met water carbol, enz. op de kamer is nog niet alles in orde, er is hier gebrek
aan personeel, zoals begrijpelijk. Ik heb nu een aangetekende brief van Paps
van 16 Juni gekregen, die er dus elf dagen over gedaan heeft. Dat is wel erg
lang. Ik zal Kögl schrijven.
De verzorging is nu wel goed, nu
ik op kamers zit. Van de brieven snap ik ook niet veel, ik heb heus veel
geschreven. De pakjes moeten jullie nummeren, ik heb drie kistjes en één pak
ontvangen.
De brief moet ik nu gauw posten.
Allemaal een zoen
Oswald