31 maart 2020

Zaterdag 31 Maart 1945. Oos : Inkopen gedaan: voor twee weken aardappels in voorraad. Goed opbergen, er wordt tegenwoordig gestolen.


Alarm nr. 260 van 09:30 tot 10:05.

Zaterdag 31 Maart 1945
Om negen uur op: wassen beneden onder een heel klein straaltje water. Hoeveel huisgenoten wassen zich op zo’n waterloze dag? De meesten niet, hoogstens als ze zich scheren moeten.
Inkopen gedaan: voor twee weken aardappels in voorraad. Goed opbergen, er wordt tegenwoordig gestolen. Koekjes en beschuit gekocht bij Börse, en daarna de oude wandeling naar de Staatsopera gemaakt. Wat ziet de boel er uit hier, alles is kapot. Het standbeeld tegenover de ruïne van de Dom, heeft een voltreffer gekregen, en is aan stukjes rond gezaaid. Prachtige tropheeën zijn hier te halen, zoals een arm met een zwaard. De bibliotheek is dicht, Fugger, waar we onze bon wilden inwisselen in liqueur, is ook dicht. Nu nog achter de eieren aan. Dan naar het Russ. restaurant, dat helaas dicht is wegens gebrek aan stroom. Andere restaurants zijn ook dicht, tenslotte in een raar ding in het donker zonder bestek gegeten!
Dan gaat het weer “op naar von Schreibershofen”. We beginnen hard te werken, dan komt een gezellig etentje, aardappels met worst en bouillon, heerlijk klaargemaakt. Een cigaret en een borrel omdat het Pasen is! Een gezellige middag, net of je thuis bent. Het huis was wel erg verwaarloosd, maar het komt er nu weer bovenop. We eten ons vol, en, al kan er nog een portie bij, we bedanken voor de rest die in de keuken is. Zo nu en dan moeten we bedanken, anders is het zo erg onbeleefd. Na deze maaltijd repareren we nog een gordijn, en maken het balkon schoon, en daarna krijgen we nog koffie met brood en jam. Het licht gaat uit, en we schemeren een tijd. Wonderlijk veel begrip heeft deze oude dame voor ons en onze positie hier. Het is een weldaad weer eens “thuis” in een luie stoel te zitten. Ik voel me daar haast nog meer “thuis” dan in het lager! Er wordt opgebeld uit Kopenhagen door haar dochter. Veel geëvacueerden in Denemarken, maar ze kan niet aanbevelen daar heen te gaan!
Thuis nog wat gesnoept, zoals gewoonlijk. Je kunt niet van het eten meer afblijven, al heb je veel gegeten. Nog wat gelezen in Hollands glorie, en toen naar bed.


Jan : 


Zaterdag 31 Maart 1945.
Vanmorgen alarm, van 9.30-10.05. Gelukkig had ik mijn inkoopen gedaan. Het was niet voor ons bedoeld.
Daarna in de stad gegeten, en vervolgens mevrouw von Schreibershofen opgezocht. Daar werden we natuurlijk weer enorm gul ontvangen, maar we hebben onze kost ditmaal dan ook werkelijk goed verdiend. We hebben een kunststof ruit gemaakt in de badkamer, een gordijnroe is de muur vastgezet, een balcon schoongemaakt en nog alle mogelijke andere dingen meer. Maar het is iemand voor wie je zooiets graag doet. Juist toen we er waren belde haar dochter uit Kopenhagen op, en vertelde dat daar op het oogenblik alles wemelde van de vluchtelingen uit Gotenhafen en Danzig.



30 maart 2020

Vrijdag 30 Maart 1945. Oos : Gezien de berichten van het Westfront, van de laatste dagen, is Jan {Egberts} in een beste stemming.


Alarm nr. 258 van 03:25 tot 04:15.
Alarm nr. 259 van 21:20 tot 22:10.

Vrijdag 30 Maart  Goede Vrijdag 1945
Aangezien ik gisterenavond in een hongerbui het brood dat voor vandaag bestemd was heb opgegeten, zit er niets anders op, dan wat te bakken of te koken! Aardappels opgezet, en een pannekoekje gebakken. Om elf uur komt Jan Egberts, en Kees Booy is er ook al weer. Jan gaat eerst naar Hans Bornewassser, en constateert dat deze veel te veel “met zijn thermometer in zijn gat” zit. In ieder geval is deze longontsteking niet zo erg, maar Hans moet wel naar een ziekenhuis.
Dan vertrekt Vivat naar Wannsee. Gezien de berichten van het Westfront, van de laatste dagen, is Jan in een beste stemming. Het ziet er ook naar uit, dat de Amerikanen eerder in Berlijn zijn dan de Russen. Vandaag zitten ze al dicht bij Kassel in de buurt. (40 km).
We wandelen naar Potsdam, de oude wandeling die we met Kerstmis ook gemaakt hebben. We regenen klets en klets nat, echt Hollands. We eten goed in een restaurant halverwege (Pfanani…?) en daar drogen we wat uit. Dan drinken we nog wat in Potsdam, en proberen tevergeefs wat te eten te krijgen. Jan en Kees zijn moe, met mijn zware schoenen ben ik niet eens moe. Ik tippel ook enorm veel de laatste tijd. De schoenen bevallen best op grote wandelingen.
Thuis lekker gegeten, en naar bed. Natuurlijk weer alarm.


Jan : 


Vrijdag 30 Maart 1945.
Daar ik geen bijzondere plannen had voor vandaag, heb ik eens exrta uitgebreid gegeten. En wel om drie redenen: 1e was het een vrije dag, 2e was het Vrijdag, dus een vleesloze dag, en 3e had ik gisteren gehoord, dat in de restaurants onze feitelijk ongeldige Nährungsmittelbonnen nog werden aangenomen, en dat wilde ik eens extra uitbuiten. En ik heb mijn buik dan ook enorm vol gegeten. Ik ben in drie restaurants geweest, en heb daarbij een nieuw restaurant ontdekt, waar de zaak heel lekker klaargemaakt wordt: Stöcker, Kurfürstendam 230. ik heb de volgende gerechten gegeten (de porties waren klein, dat moet gezegd):
1 bord groentensoep   (z.g. “Bortschtisch”)
1 bord paddestoelen met aardappelen   5 gr vet
1 bord mosselen met aardappelen   5 gr vet
1 bord vischcroquet met aardappelen   15 gr vet
1 bord groente met aardappelen   5 gr vet
1 bord maccaroni met tomatensaus   50 gr nährungsmittel
1 bordje griesmeel (z.g. “Kascha”)    50  gr nährungsmittel
1 klein puddinkje 25  gr nährungsmittel
The geheel bespoeld met een glas bier. In totaal was ik er 10 Mark mee kwijt. Maar ik kan het geld op het ogenblik niet beter besteden. Andere dingen kun je er toch niet voor koopen. …

29 maart 2020

29 Maart 1945. 37e Vergadering van de Spreekrans. Met een kaars gewapend schuifelt de processie naar kamer 46.


Donderdag 29 Maart 1945. Oos : Afscheid nemen kan ik niet, want ze zit nog in het bad! Baden onder fabriekstijd ...


Donderdag 29 Maart 1945
Druk als een klein baasje vanmorgen….. Zo’n halve dag is niet lang genoeg om je privé zaken te regelen. Twee maal eten warm maken, voor ontbijt en 12 uur (geen brood eten!) en dan nog geloop naar het Russinnetje voor het concert van vanmiddag, naar Springertje om afscheid te nemen (ze gaat naar de Admos fabriek in Silezie). Afscheid nemen kan ik niet, want ze zit nog in het bad! Baden onder fabriekstijd, daarin zijn we ook al niet de enigen!
Om twaalf uur (halve dag werken) gaan Jan en ik naar Zoo, om daar eens goed te eten. Het Russ. restaurant (“Don”) is dicht , omdat er geen licht is. Tenslotte belanden we in een ander ding, waar ook geen licht is maar waar we tenminste eten krijgen. Via thuis naar het concert. Jo Portegies is er al, het Russinnetje komt erg laat. Ze heeft zich in een aardig mantelpakje gestoken en ziet er appetijtelijk uit. Het Requiem van Mozart is erg mooi, de dirigent is onaangenaam. Ik vergeet helemaal te kijken wie de solisten zijn.
Na afloop met “onze” of liever “mijn” Russinnetje nog even naar een café om wat te praten. We gaan eerst naar “Zum Spaten”, waar het niet erg druk is, en als de zaak daar sluit, naar “Alt Bagern”. Ik moet zeggen dat dit het gezelligste meisje is dat ik in D. nog ontmoet heb. Zéér onderhoudend, en bijzonder slim. Ze spreekt voortreffelijk Duits, practisch zonder accent. Ze vertelt van het optreden van de D. in Minsk, wat er met de Joden gebeurd is e.d. Het zelfde als in Holland, alleen wat grover, onbehoudener dan bij ons. Voor de bevolking werd niets gedaan. De boeren waren oppermachtig, zo ongeveer als de toestand in Holland nu is, en dat 3 jaar lang. Ze is wel erg te beklagen, haar broer in KZ, vader en moeder verdwenen. Zo nu en dan is ze levensmoe, vertelt ze. Ik probeer haar dit uit het hoofd te praten.
Als ik eerlijk ben erken ik, dat ik vanavond een beetje verliefd ben. Ik kan niet slapen en overleg maar steeds hoe ik Anna Anton kan helpen, of ze in Holland terecht zou kunnen, en of een huwelijk met haar mogelijk zou zijn. Ben ik een dwaas, of zou ik werkelijk gelukkig met haar kunnen zijn?
Vanavond Spreekrans. Gasten: Kees Booy en Jo Portegies. Vooral de laatste vindt het leuk, deze jongen is een dankbaar object om mee te slepen in onze culturele “sfeer”.
1 jarig bestaan herdacht.



Jan : 


Donderdag 29 Maart 1945.
We werken vandaag alsof het Zaterdag was. na de middag willen we samen in de stad wat gaan eten in het Russische restaurant, dat ik Zaterdag j.l. ontdekt heb. Daar er echter juist in die wijk geen stroom was, was het restaurant gesloten. Na enig zoeken vonden we een kroeg, die wel open was. Maar hier hadden ze weer geen eetgerei, en dit was ook niet, zooals meestal, aan het buffet tegen statiegeld of onderpand te krijgen. Dus zaten Oswald en ik elkaar in het donker min of meer verstoord aan te kijken. Maar gelukkig had ik mijn zakmesje nog, en daar hebben we de zaak dan maar mee opgegeten. Hoewel het eten van jus met een dergelijk apparaat niet eenvoudig is. je moet tegenwoordig als je ergens gaat eten altijd een lepel gij je hebben. Want zelfs in de meest chique restaurants geven ze geen eetgerei meer.


28 maart 2020

Woensdag 28 Maart 1945. Oos : Na het alarm, na 1½ uur martelen in de bunker, is de lucht buiten weer zwart, en het regent weer as.

Alrm nr. 257 bombardement nr. 56 van 10:05 tot 12:00.

Woensdag 28 Maart
Uitgeslapen: ik moet toch eerst achter mijn apparaatje aan! Het commentaar op het Wehrmachtsbericht van gisteren helpt me over de pijn heen. Op het station Hohenzollernplatz is sinds twee weken niets meer gevonden! Van ellende ga ik maar naar Bothe en Boch voor een concert. Voor morgen: Requiem v Mozart, voor Zondag een concert met piano enz. onder Hager. Portegies krijgt ook een kaartje. Naar de fabriek. Op het station: alarm. Met menigte mee naar de bunker. Als altijd: schelden, smeken, tieren, huilen en dan: een stank van geen zuursof. De temp. stijgt en er vallen mensen flauw. Baldriantropfen moeten overal helpen. Ik ben overtuigd dat de bunkers massagraven worden als ze eens de grap uithalen 24 uur alarm te geven. De mensen stikken dan in de schuilkelders, als ratten.
Na het alarm, na 1½ uur martelen in de bunker, is de lucht buiten weer zwart, en het regent weer as. Eerst naar huis, om te zien of daar nog iets overeind staat, en er wellicht wat te redden is. Daarna naar de fabriek voor het eten. Stel je voor: twee porties worst met puree laat je toch maar niet zo staan!
De treinen werken niet mee, maar de cantine wel, ik krijg mijn twee porties en eet me een halve beroerte. Ik moet eerst uitpuffen, mijn behoefte doen, en kan me dan pas bewegen!
Ik kom op de gedachte Frl Anton mee te nemen naar het concert in de Beethoven “zaal”.


Na fabriekstijd naar Jan Egberts, om eens te zien of daar alles in orde is. Gelukkig alles OK.

Jan :  


Woensdag 28 Maart 1945.
 Alarm van 10.05 – 12.00. een niet al te groote aanval. Hoofdzakelijk in het Westen van de stad. Maar het heeft hier toch ook nogal gedreund. Oswald zat net in de stad om het verlies van zijn knijpkat aan te geven, en kwam laat in den middag op de fabriek aan met de verheugende boodschap, dat thuis alles nog in orde was. Alleen zaten we weer eens zonder water.
Vanavond tot onze groote verbazing geen alarm. We hebben nu 36x achter elkaar alarm gehad ’s avonds. Maar dat zullen ze wel op de een of andere manier inhalen.



Utrecht 21 Februari 1945 van Mams : Een mensch moet helaas tot de conclusie komen dat er meer gekken dan wijzen in rondlopen.


Utrecht 21-2-‘45
Mijn Lieve Oosje,
’t Is al ontzettend lang geleden dat ik je geschreven heb. Dat komt dat het erg moeilijk is zich de spreuk van Willem van Oranje eigen te maken: point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer {Men hoeft niet te hopen, te ondernemen, noch te slagen om te volharden}. Als je dat niet in praktijk brengt wordt schrijven een hopeloos iets. Maar zie, het gaat mij nu als jou: ik heb spijt dat ik niet geperseveerd heb, want gisteren kregen wij weer een briefkaart en een brief van je (16 Nov. {dit past niet in de nummering. Mogelijk brief 125 van 9 nov. of kaart 124 van 4 nov. } en 21 Dec.) het was leuk wat van je te horen. Jammer dat je je zoo bezorgd over ons maakt. Er is helemaal geen reden voor. Wij hebben het Koninklijk vergeleken bij vele anderen. Ons voedsel is zwaar gerantsoeneerd, maar toch voldoende dank zij de bijdragen uit O’kerk, volkstuin! Ons licht gaat wel, daar wij toch voor ’t naar bed gaan nog steeds bij een kaars (waarover een witte kap) met de hele familie rustig zitten lezen. Onze verwarming gaat ook wel dank zij indertijd de uit O’kerk meegebrachte brandstoffen, die wij steeds heel zuinig bewaard hadden. Eten koken op ‘t kacheltje ben ik aardig gewend en wij zitten iedere dag te smullen. Paps geniet nu van de meest ranzige kliek boter dat het een lust is. Weet je nog hoe’n gezeur het in O’kerk was met de boter? Ik moet steeds van de ene leverancier naar de andere omdat de boter “sterk” was! Alles is toch maar relatief en ranzige boter blijkbaar te prefereren boven “geen” boter! Verder gaat alles hier zijn gewone gangetje. Ik heb net paps uitgelaten: hij is weer per fiets (waarvoor hij gelukkig een vergunning heeft gekregen) zijn zaken gaan behartigen. Hij blijft dan 3 dagen weg. D.w.z. komt overmorgen in den loop van de middag weer thuis. Thuis zit hij geen ogenblik stil en is zoo mager als een brand… . Maar je weet, hij kan niet stil zitten en rommelt maar steeds wat. Grootmoeder uit de Burgstraat {Maria van den Berkhof} noemde dat van haar man {Gerrit de Bruin de wijkmeester} “mullen”. Als je er kwam was het altijd: grootvader “mult“ wat in de tuin, of bij zijn kippen of zoo. Alles wat vroeger Dirk {Dolman} deed doet hij nu. En nog veel meer zooals houtjes hakken, voor den kachel zorgen enz. Zooals ik zei dus heb ik hem net uit gelaten en ben nu weer in bed gekropen met mijn briefpapier. ’t Is nog te vroeg voor de kachel en zoo zitten schrijven kan ik niet. Dat is goed voor tante Anna die vriesvast is! Op haar lichaam voelt zij n.l. geen koude en dan begrijpt ze niet dat zij dode vingers krijgt als zij zonder vuur opgeprikt zit te schrijven! Als ik haar was weet ik wel dat ik tot 11 of 12 uur mijn beschikbaar hield om mij erin te warmen. Maar dat kan niet want dat bed moet om 8 uur 15 min. afgehaald worden, om 8 uur 31 min. opgemaakt worden, dan moet er ontbeten worden en om 2 min. vóór negen komt zij naar beneden een kop thee halen. Precies een machine. Ongelooflijk. Koude of geen koude, eten of geen eten, het ritueel mag onder geen beding gestoord worden. Enfin, ’t is háár zaak! En nu mijn lieve Puk wil ik je wel zeggen dat ik spijt heb als haren op mijn hoofd dat ik je indertijd niet heb vastgehouden en dat ik je zoomaar heb laten gaan. Wie weet hoe alles nu lopen zal en wanneer wij je terug zien! ’t Is een afschuwelijke wereld en een mensch moet helaas tot de conclusie komen dat er meer gekken dan wijzen in rondlopen, anders zou het er zóó niet uitzien.
Dag lieve jongen, houd je maar taai en dat wij je maar gauw terug mogen zien. Maak je geen zorgen over ons persoonlijk. Wij rollen er wel door.
Een stevige pakkert van je
Moeder

27 maart 2020

Dinsdag 27 Maart 1945. Oos : Uit protest ga ik niet in het station met alarm, ik blijf boven tot de bommen vallen.

Alarm nr. 256 van 21:00 tot 22:10.

Dinsdag 27
Voortzetting van de grote was: Pyjama en kousen, er is geen water, en we moeten dus gewoon in het lab, onder de neus van Riess de zaak uitspoelen!
Naar v. Schreibershofen. Niet gewerkt, alleen maar gegeten! Waar ze dat eten altijd nog vandaan haalt verbaast ons. Het is toch een alleraardigste, hartelijke dame.
Op weg naar huis verlies ik, oh gruwel, mijn “philikat” dat duur betaalde ding waar ik zo trots op was. Juist ’s middags maak ik er een grappig etui voor, en daar verlies ik het nog de zelfde avond. Wat ontzettend stom. Uit protest ga ik niet in het station met alarm, ik blijf boven tot de bommen vallen. Verder maak ik een blikje gecondenseerde melk open en eet alles op wat ik onder mijn handen krijg. Alles komt ook tegelijk: eerst stelen ze 20 sigaretten van je, nu verlies ik een apparaat dat me 120 stuks gekost heeft!

Jan : 


Dinsdag 27 Maart 1945.
We waren vanavond weer te gast bij Mevr. v. Schreibershofen, die ons weer een heel aantal opdrachten gaf. Onze eerstvolgende taak zal zijn, het balcon schoon maken. De familie Hagemann heeft dat nl. als vuilnisbelt voor lege wijnflesschen gebruikt. Er liggen er zeker een 200 op!
Het was natuurlijk als altijd weer geweldig gezellig. Alleen verliep de avond in een valsch accoord daar Oswald, thuiskomend, bemerkte, dat hij zijn knijpkat (de Philips dynamolantaarn) verloren had, een ding dat hem destijds 120 sigaretten gekost heeft. Bovendien had hij er juist vanmiddag een mooi kunststof étui omheen gemaakt. Wel pech dus!




26 maart 2020

Maandag 26 Maart 1945. Oos : Alarm vanwege 20 Russische vliegtuigen.

Alarm nr. 254 van 13:55 tot 14:10.
Alarm nr. 255 van 21:00 tot 22:45.

Maandag 26
Hans komt thuis met longontsteking. Hij is toch maar zwak, het is geen onzin dat hij steeds ziek is.
Alarm vanwege 20 Russische vliegtuigen.
Rotier, een Belg v.d. kamer naast ons, komt zijn nood klagen. Hij is D. geworden, hij heeft de eer gehad uitverkoren te worden, niet iedereen heeft die eer. Hij kon er niet voor bedanken.
Eerste proeven met de “was” op de fabriek, het wollen winterondergoed moet eens schoon worden. Het wassen wordt een succes, we letten niet eens meer op of er soms iemand als een chef aan komt!

Jan : 


Maandag 26 Maart 1945.
Vandaag kregen we alarm vanwege 20 Russen, die eens een kijkje kwamen nemen, van 1.55 – 2.10
Daar onze wasscherij in Köpenick geen wasch meer aanneemt, wegens gas gebrek, moeten we tegenwoordig weer zelf wasschen. Op de fabriek natuurlijk.
Een van de Belgen van onze verdieping heeft weer een heel mooi staaltje beleefd van de behandeling van de buitenlanders. En van het feit dat je toch niets meer bent dan een stuk arbeidsvee. De “Vlaamsche Leider”, die uiteraard hier in Duitsland zit, heeft de Duitsche regering gemachtigd, Belgen in het Duitsche leger in te lijven, en de Duitsche nationaliteit te verlenen. Welnu, de Belg Rothier, kreeg voor eenige dagen een bevel (via de fabriek) om voor de militaire keuring te verschijnen. Hij ging er vandaag heen en hem werd tot zijn groote verbazing medegedeeld dat hij bij dezen de Belgische nationaliteit veloor, en Duitscher werd. Pas en andere papieren zouden hem nagezonden worden. Proost! Daar sta je dan met je goede gedrag.
… Kan ons ook zooiets boven het hoofd hangen?



25 maart 2020

Zondag 25 Maart 1945. Oos : Die sigaretten zijn niet zo erg, maar ik had er toch zeker een kilo brood voor kunnen krijgen!

Alarm nr. 252 van 10:15 tot 10:45.
Alarm nr. 253 van 20:20 tot 21:50.

Zondag morgen
Eerst eens schoonmaak gehouden, in de tropenkamer! Ingezeept en daar na de slang er op. Lekker frisch. Daarna een ontbijt met erwtensoep van gisteren, heerlijk.
Dan komt echter een lelijke domper: twintig sigaretten zijn verdwenen! Mijn la van mijn schrijftafel heb ik niet op slot gedaan, en de twintig sigaretten die er gisteren nog lagen zijn verdwenen. Schenk en Hoffman zijn de enigen die voor een dergelijke diefstal in aanmerking komen, behalve dan als de Werkschütz of de luchtbescherming aan het stelen zijn. Je ergert je een ongeluk aan zulke dingen. Die sigaretten zijn niet zo erg, maar ik had er toch zeker een kilo brood voor kunnen krijgen!
Na fabriekstijd had ik even Frl Huton willen aanschieten, en proberen of ik haar niet wat kan uithoren over Rusland. Maar juist als ik op haar af wil gaan, zie ik Helga en die houdt me aan de praat met haar moeder. Ze stelt voor met z’n drieën te gaan wandelen in de Wuhlheide, en ik stem daar maar in toe. Een gemoedelijk wandelingetje, je zou haast denken dat het vrede was.
Een geallieerd offensief bij Wesel is in volle gang, en ik geloof dat hier wel een afsnijding van Holland en Berlijn uit zal volgen. Als je plannen wilt maken om weg te komen moet het wel snel zijn…
Mijn ingewanden zijn niet erg in orde, maar toch eet ik maar door of het niets is, en dan slaap ik weer slecht. Een beginnende verkoudheid is misschien ook een factor.

Jan : 


Zondag 25 Maart 1945.
Vandaag kwam Fred gelukkig weer. Hij was monter en opgewekt, en vond dat hij het nog zoo slecht niet had. Het puinruimen was weliswaar zwaar werk, maar ze waren den heelen dag in de buitenlucht, en konden met alarm naar huis gaan. Bovendien was het eten beter geworden. Verder was hij onmiddellijk gek van mijn zure haring, die ik hem dan ook maar heb meegegeven.
Bij het opruimen waren er al verschillende menschen omgekomen door tijdbommen, die men niet wist te liggen. Bij het bombardement zelf waren gelukkig (als door een wonder) geen slachtoffers gevallen. Verder vertelde hij een mooie geschiedenis: de kelder, waarin de dokter gezeten had was ingestort. Daar werd het eerst de boel opgeruimd. Echter niet, omdat er menschen onder lagen, maar omdat de gouden tanden en kiezen van den “Betriebsobmann” (verbindingsman tusschen fabriek en Deutsche Arbeitsfront) er onder lagen….
De alarmen vandaag waren van 10.15 – 10.45 en van 8.20 – 9.50. Er gebeurde ditmaal niets.



24 maart 2020

Berlijn 24 Maart 1945. Oos : Wanneer het mij niet vergund mocht zijn levend terug te keren in het ouderlijk huis.


Berlijn 24 Maart 1945
Lieve ouders
De niets en niemand ontziende oorlog heeft toestanden in het leven geroepen, waarbij een mens zich begint af te vragen of hij het einde van deze oorlog wel zal beleven, en of de chaos die daarna komt hem niet zal doen verdwijnen. Wanneer het mij niet vergund mocht zijn levend terug te keren in het ouderlijk huis, wil ik toch afscheid van jullie genomen hebben, en bedankt hebben voor alles wat jullie voor me gedaan hebt. Lieve paps en mams, wat hebben jullie beiden veel van jullie eigen leven opgeofferd, om ons een gezonde en voorspoedige opvoeding te geven. Ik heb op het ogenblik de tijd na te denken over mijn kinderjaren, de schooltijd, en mijn studentenleven. En ik vergelijk dan vaak mijn leven met dat van andere jongens, waarbij ik steeds tot de overtuiging kom dat het betrekkelijke gemak waarmede ik me hier aanpas aan de toestand, voor een groot gedeelte te danken is aan mijn opvoeding. Het gebruikmaken en genieten van luxe en comfort, zonder er slaaf van te worden, dat is een levenskunst waarin jullie me een eind op pad hebt gebracht. Dankbaar ben ik ook daarvoor, dat ik in de grote beslissing die er bij mijn vertrek viel, vrij heb kunnen doen wat ik zelf het beste vond. Maak je vooral geen zelfverwijten als dit avontuur in Berlijn voor mij slecht afloopt, zelf ben ik overtuigd dat ik niet anders kon doen. Ik ben dankbaar dat ik op mijn eigen benen sta, en niet materieel, en vooral moreel ten laste van anderen leef. Ik ben zelfstandig geworden, iets wat ik als onderduiker niet geleerd zou hebben, en ik heb ook veel mensenkennis opgedaan.
In deze tijden is het soms moeilijk het geloof in het goede van den mens te behouden. Oppervlakkig gezien lijkt het of iedereen en alles slecht is geworden, maar gelukkig heb ik steeds het vertrouwen behouden, dat alles uiteindelijk weer in orde zal komen, en dat de loutering die ons werelddeel ondergaat een diepere betekenis heeft.
Het is prachtig weer als ik deze brief schrijf, en ik ben ook vol levenslust. Hoe is het mogelijk dat de mensen elkaar zo naar het leven staan? Ik kan me niet voorstellen dat ik een gewelddadige dood zal moeten sterven (hoewel ik dagelijks de voorbeelden om me heen zie) en daarom valt het me dubbel moeilijk een afscheidsbrief te schrijven. Het is voorjaar in en om me, het leven ziet er zo eenvoudig uit. De natuur ontwikkelt zich tot nieuw leven, precies als in ieder ander jaar, om het even in Ouderkerk of Berlijn. Ik kan me niet voorstellen dat ik dit alles niet nog in Holland zal kunnen beleven, vóór ik sterven moet.
Zakelijk valt er niet veel te regelen. Mijn dagboeken worden, indien mogelijk, door Jan de Boer aan jullie gegeven, en ik hoop dat jullie, als jullie deze met begrip gelezen hebt, een idee krijgt hoe je zoon de laatste twee jaar in den vreemde geleefd heeft. Over mijn bezittingen in Berlijn krijgt Jan de Boer de beschikking, over die in Holland moet beschikt worden zoals in het testament, dat ik vóór vertrek gemaakt heb, vermeld staat.
Was het vroeger zo, dat mijn verblijf in Berlijn me als een droom voorkwam, een nachtmerrie waaruit ik ieder ogenblik kon ontwaken, tegenwoordig is mijn hele leven in Holland als een sprookje, en ik kan me nauwelijks meer voorstellen dat dit leven ook maar bij benadering terug kan komen. Een regelmatig leven, een werken aan een toekomst, aan idealen, deze tijden moeten terugkeren, en ik hoop dat ik daaraan mee mag werken.
Lieve ouders, geestelijk en lichamelijk gezond, gezeten in een heerlijk voorjaarszonnetje dat nieuwe levensmoed geeft, moet ik in gedachten afscheid van jullie nemen. Ik doe dit met een omhelzing zoals ik dit als kind met zoveel overgave kon doen. Dank je, lieve paps en mams, dank je voor alles wat jullie voor me gedaan hebt. Treur niet te veel om me, afscheid van het leven nemen zal me niet zo zwaar vallen. Wees blij dat het afscheid op 6 Mei 1943 zo snel ging, en dat we niet wisten wat er nog allemaal komen zou. Het afscheid van het leven moet eens genomen worden, dat is een consequentie van het aanvaarden van het leven. Groet alle bekenden van me, en wens vooral Maarten en Lily een voorspoedig en gelukkig leven in een land van welvaart. Ik hoop dat ze mijn gedeelte van de zorg voor jullie overnemen, en dat ze jullie de liefde zullen brengen die ik nog graag gegeven zou hebben.
Een laatste zoen in gedachten, en veel, heel veel liefs.
Oswald.

Zaterdag 24 Maart 1945. Oos : In de verte was het zingen van naar het front reizende troepen te horen. Wat leven we in een gekke wereld.

Alarm nr. 250 van 08:45 tot 10:30.
Alarm nr. 251 van 20:45 tot 22:30.

Zaterdag 24 Maart
Vandaag gebeurt er iets heel vreemds: ik kan mijn tweede portie erwtensoep in de cantine niet op! Eindelijk pluk ik de vruchten van mijn voedselvoorzieningsorganisatie!
Brief naar huis af gemaakt, de brief die door Jan overgeschreven moet worden als ik het huis niet meer terugzie. Het is geen mooi werk geworden, maar beter dan niets.
Na werktijd naar de Wuhlheide, waar ik op een bankje “Hollands Glorie” gelezen heb. In de verte was het zingen van naar het front reizende troepen te horen. Wat leven we in een gekke wereld, de soldaten zijn vrolijk, de natuur is prachtig, het boek is mooi. Een passage uit “Lilulie” valt me te binnen: Kom kwezeltjes, vrolijk zijn, ik zal jullie wel leren te springen en te juichen; op ter slachtbank”. Daar vertrekken de soldaten, vrolijk en voor een hopeloze zaak.
Thuis vind ik Fred van Duren, die al sinds vijf uur op Jan zit te wachten. Jan is de foto’s gaan halen, en nog niet teruggekeerd. Ik breng Fred, die weer weg moet, (8 uur binnen!) naar het station. Hij hoopt niet meer zo’n bombardement op Borsig mee te maken, de fabriek is volledig vernield. Ze werken als de Russische koelies, en worden opgesloten gehouden omdat de heren bang zij dat de arbeiders de plaat poetsen. Het duurt beslist een half jaar voor er weer één afdeling op gang is, maar toch worden alle arbeiders aan gehouden! Opdat de hoge Heren hun bestaansrecht niet verliezen en naar de Wehrmacht moeten!
Acht uur verschijnt onverwacht: Jan Egberts. Ik ben erg blij met zijn komst, en ik kan hem toevallig boterhammen met visch (marinaden!) aanbieden. We bespreken onze vooruitzichten hier in D. en komen tot de slotsom: naar het Westen! Paans, met zijn vluchtplannen, komt ons weer vervelen, maar er komt gelukkig alarm! In het station is er zoals gewoonlijk ruzie. Altijd en eeuwig schelden, soms ook slaan! Jan vermaakt zich kostelijk. Er gebeurt niets, niet eens een luchtmijntje.
Na het alarm nog even een borrel genoten, en een beschuitje met suiker gegeten. Dan gaat Jan E. maar weer op pad. Je weet nooit of het niet de laatste keer is dat je elkaar gezien hebt.
Vandaag is Gerrit de Vries met een termijn van twee uur opgeroepen om te gaan spitten, onbekende bestemming. Ik heb op het lab hierover vuurwerk gegeven, maar je moet zo oppassen niet te veel te zeggen.

Jan : 


Zaterdag 24 Maart 1945.
Ik loop tegenwoordig doorlopend in mij goede pak rond. Wat heb ik eraan, als het bij een luchtaanval verbrandt in den kelder? Evenzoo is het met het  maken van een voorraadje. Op een goeden dag verbrandt de boel bij een luchtaanval, en je bent alles kwijt, zonder dat je er iets van gehad hebt. Ik geloof niet, dat erop het oogenblik iemand is, die niet aan zijn voorraadje bezig is.
Het was heerlijk weer vandaag, net zomer, en ik wilde vanavond eens echt Zaterdag houden.
Eerst ben ik daarom onze foto’s gaan halen. Die waren eindelijk klaar. Oswald ziet er zeer martiaal op uit, en ik lijk absoluut niet (naar mijn eigen bescheiden mening tenminste). Daarna heb ik goed gegeten in een nieuw ontdekt Russisch restaurant (“Don”, in de Nürnbergerstrasse). Je krijgt daar een heele behoorlijke portie champignons. Verder zijn de dienstertjes er allemaal Russinnen. En om den avond te voltooien ben ik - schrik niet van mijn extravagante bui – naar de bioscoop gegaan. De film was buitengewoon goed, “das Herz muss schweigen”, een verhaal over de voorvechters van de Röntgenologie, die hun leven aan de wetenschap opofferen.
Naar Oswald, die hem {Fred van Duren} gelukkig trof, vertelde, had hij het heele bombardement onder den kolenbunker meegemaakt, maar hoopte, nooit meer zooiets te beleven. De eene halve barak die uitgebrand is, was juist diegene, waar de andere studentenkamer in was. Ze liggen nu met alle studenten op Freds kamer, 22 man in totaal. Verder ruimen ze den gehelen dag puin. Hij zou proberen of hij morgen nog kon komen. Maar dan zal er wel weer wat anders tusschen komen, een luchtaanval of zooiets. Op onze bezoeken rust nu eenmaal geen zegen.
Verder kreeg ik een telegram, dat een heele opluchting voor me is, en het ook voor Fred zal zijn: onze boeken zijn in Denemarken goed aangekomen.



Maart 1945 Twee jongens in Berlijn.


Oswald A. de Bruin. Maart 1945

G. Jan W. de Boer. Maart 1945

Eigenlijk heel bijzonder dat er in maart 1945 in Berlijn nog foto's gemaakt en afgedrukt zijn die na vijfenzeventig jaar nog in perfecte staat verkeren.

23 maart 2020

7 Maart 1945. 1e dies natalis van de Spreekrans, uitgave van het eerste jaarverslag.



Vrijdag 23 Maart 1945. Oos : Weer geprobeerd de brief aan mijn ouders, afscheidsbrief voor het geval ik het loodje leg, te schrijven.

Alarm nr. 249 bombardement nr. 54 van 23:10 tot 00:15.

Vrijdag 23 Maart 1945
Prachtig weer, het begint warm te worden. Mijn winterjas hangt in de kelder, maar mijn trui durf ik niet te verlaten. Jan tikt op de machine van ons lab verslagen voor het 1 jarig bestaan van de Spreekrans. Brief naar huis. Verrassing in de cantine: visch in plaats van macaronisoep. Aardappels met schil, dat hebben we weken lang niet gehad. Ik bof wel met mijn 2½ portie, deze week. Jan gaat vroeger weg, probeert in Köpenick visch te kopen. Ik ga zelf ook inkopen doen, maar kan natuurlijk de eieren niet te pakken krijgen. Wel spek op mijn Schmalzbon.
Thuis is het licht uit, vervelend gedoe. “Kelderwacht” gehad, om de beurt moeten we op de kelder passen omdat er gestolen wordt.
Om elf uur alarm, net in je eerste slaap. Met kaarslicht naar bed gegaan, en dan er weer uit voor alarm, een prettige dag, hoor. In de S-Bahn een aardige opmerking gehoord: de juffrouw zegt door de radio: roken is verboden, verder moeten de honden gemuilkorfd zijn. Gut, eindelijk komen de honden ook eens aan de beurt, wij zijn al zo lang gemuilkorfd!
Er vallen nieuwe luchtmijnen, met een ander geluid dan vroeger. Ze vallen weer dicht in de buurt vandaag.
Weer geprobeerd de brief aan mijn ouders, afscheidsbrief voor het geval ik het loodje leg, te schrijven, maar het lukt me niet erg.

Jan : 


Vrijdag 23 Maart 1945.
Net lagen we vanmorgen in bed, toen er twee straten verder een blindgangen ontplofte, waardoor we bijna uit ons bed geschud werden. Ik was gewaarschuwd, maar Oswald schrok zich dood, en kon het eerste uur niet meer in slaap komen.
’s Avonds zat de heele stad in het donker, tot ongeveer half elf. De kolennood schijnt wel acuut te gaan worden. Enkele stations hadden hun trappen met vetpotjes moeten verlichten. En thuis was het natuurlijk ook niet bar gezellig, daar de anderen meteen op hun bed gaan liggen als het licht uit gaat. Ik zit dan als regel in mijn eentje tot een uur of tien nog op.
Het alarm kwam van 11.10 – 0.15. Ze gooiden hun lading weer vlak in onze buurt uit. Ze gebruiken tegenwoordig een andere soort bommen, die een korte droge inslag geven, in tegenstelling tot het rommelende geluid van de luchtmijnen.


22 maart 2020

Donderdag 22 Maart 1945. Oos : Hoewel er nog alarm is ga ik vast op weg, de aanval komt niet op Berlijn denkt de “Drahtfunk”.


Alarm nr. 246 van 0340 tot 0435.
Alarm nr. 247 van 12:30 tot 14:15.
Alarm nr. 248 bombardement nr. 54 van 22:55 tot 24:00.

Donderdag 22 Maart
Om half tien met een schrik wakker. Gauw wassen, er is beneden weer water. De anderen schijnen zich niet te wassen. Jan de Boer mag ook wel oppassen dat hij niet vervuilt. Gisterenmiddag zie ik dat zijn oren vuil zijn, en dat er een scherpe afscheiding is tussen zijn gezicht en zijn nek. ’s Avonds laat hij mij zijn bil zien, waarop hij last heeft gehad van  de diphterie-prik. Als ik wat gegeten had, zou ik beslist gekotst hebben, er zit n.l. een dikke laag vuil op zijn billen. Dat mijn knieën zwart zijn, dat vind ik al erg, maar is niets aan te doen, in twee dagen zijn ze weer zwart. Verder is de badinrichting gesloten, dus daar kun je ook al niet terecht.
Vergeefs achter eieren en spek aan, en toen maar op de trein naar Friedrichshagen. Even in de rij gestaan, en goed eten gekregen. Jammer genoeg komt er na de eerste portie alarm, zodat ik mijn tweede portie vlug op moet eten, en niet meer naar een ander restaurant kan gaan om nog eens te eten. Met Edzard en Bob nog even gepraat. Die boffen toch maar dat ze zo ver uit de stad zitten, en iedere dag een wandeling kunnen maken langs de Müggelsee.
Hoewel er nog alarm is ga ik vast op weg, de aanval komt niet op Berlijn denkt de “Drahtfunk”. Prettige wandeling langs het strand. Het is prachtig weer geworden, helder en zonnig. Ik geniet van de rust, maar ik mis de dikke gezwollen knoppen langs dit dode strand. Stukken touw en drukknopen gevonden, kennelijk van een parachute. Met mijn schaartje geknipt tot ik de beste stukken kon meenemen.
Via het station Rahnsdorf naar Karlshorst, daar met de 69 naar Herzberge. Jan {Egberts} is thuis, we maken een wandeling. Er ligt een grote hoeveelheid pamfletten van de Amerikanen. We roken een gezellig pijpje en luisteren naar het Wehrmachts bericht. De linker Rijn oever is al practisch in geallieerd bezit, en bij Remagen is er een groot bruggenhoofd. Door verraad hadden ze de brug heel in handen gekregen. {van verraad was echter geen sprake}
Over Karlshorst weer naar huis, vergeefs geprobeerd wat te eten te krijgen. Thuis een echte eet bui, pannekoeken gebakken, lekker vet! Hier is er nog wel eens raad op, als je honger hebt, maar hoe is het in Holland?
Om tien uur is de lucht “Feind frei”, om elf uur met alarm uit bed, als we weer een uur in bed liggen gaat er vlak bij een tijdbom af.

Jan :


Donderdag 22 Maart 1945.
In Tegel kreeg ik vanuit de verte al een angstig voorgevoel: het oude GBI Lager waarin ze {Fred en zijn collegae} verleden jaar woonden, is geheel afgebrand. En naarmate ik verder kwam, zag ik steeds meer rook en puin. Maar ze hebben geluk gehad in hun lager! Slechts van één barak is de bovenverdieping uitgebrand. Dat was een stukje van de franje van het bommentapijtje.
De Lagerführer vertelde me dat allen dagdienst hadden. Dus d.w.z. puinruimen. Ik hoefde er dus niet op te rekenen, dat Fred vanmiddag zooals afgesproken was, bij me zou komen. En dus ben ik maar eens naar de fabriek {Borsig} gewandeld. Die ziet er fraai uit! De worp van de bommen is absoluut zuiver geweest. Dit tapijt steekt niet veel buiten de fabriek uit. Maar voorlopig maken ze er geen pantserafweergeschut meer. Vermoedelijk niet tot het eind van den oorlog. Ik vraag me alleen af, wat of er met de Hollanders gaat gebeuren. Gelukkig is het gevaar om naar het Rijnland of het Ruhrgebied gestuurd te worden niet meer zoo groot als vijf maanden terug. We zullen het beste voor ze hopen.
… 
Borsig was in ieder geval een zeer stichtelijk en hartverheffend gezicht.




21 maart 2020

Woensdag 21 Maart 1945. Oos : We repareren wat ramen en deuren, en zetten een plank in de muur vast.

Alarm nr. 244 van 03:40 tot 04:20.
Alarm nr. 245 bombardement nr. 53 van 21:00 tot 22:05.

21 Maart 1945
Begin van de lente. Het waait ontzettend en het is koud. Op de fabriek heeft Riess weer een bui dat hij overal rondneust, zodat hij merkt dat ik mijn kousen was, en alcohol reinig. Maar hij zegt er niets van, een prima chef. Met een vriendelijk praatje laat hij zich afleiden.
Na de fabriekscontrôle verneukt te hebben (de Werkschütz zag alleen een trui en niet de fles alcohol en de kaarsen) gaan Jan en ik naar Mevrouw Schreibershofen. We komen ongelegen, hoewel volgens afspraak. We repareren wat ramen en deuren, en zetten een plank in de muur vast. (Iets wat ik thuis nooit gedaan heb, dat deed Dirk Dolman altijd). Na afloop poedelen we wat en wachten op het eten … Het is wel erg onfatsoenlijk maar we eten weer twee schalen brood leeg! Onze hulp wordt ingeroepen door een dame (lector in het Engels) vanwege haar radio. Ik heb geen tijd maar Jan gaat er even heen. Ik ga langs de photo’s, die er natuurlijk niet zijn, en daarna naar de schoenmaker. Jo heeft nog steeds geen spek, en helaas ook geen vetbonnetjes. De Hollandse kapper van de overkant helpt me op z’n Hollands.
Bij Kees krijg ik wat te eten, en ik moet daarna getuige zijn van een onderhoud van Kees en de dienstbode van Burke (weggelopen). Een half uur lang worden alle huiselijke ruzies uitgesponnen, en als ze dan ten slotte weg gaat is het al kwart over acht. Voor de alcohol juffrouw brouw ik even een borrel in elkaar, en daarna ga ik er snel vandoor. Kees brengt me nog weg, en als ik de bovenste trede van de trap naar het perron heb betreden, gaat de sirene al. Weer een tocht langs de rails naar het Anhalter Bahnhof.
Ik hoor een interessant gesprek tussen oorlogsgewonden. Benen die ongelijk van lengte zijn, en waarvan het ene langer, of het andere korter gemaakt wordt!
Na het signaal ‘veilig’ naar huis op de snelste manier, maar het duurt toch nog een uur. Ik erger me aan de stommiteit van het spoorwegpersoneel dat weer een trein vol mensen een half uur laat wachten zonder te zeggen dat het zo lang duren zal, en dat je het in 5 min. lopen kan!
Thuis nog even rustig een pijpje gerookt en wat gelezen in “Hollands Glorie”, dat ik bij v Schreiberhofen geleend heb. Vannacht alarm. Twee maal, ’s avonds en ’s nachts, {03:40 04:35} nu gaat het mislopen met de slaap. Gelukkig dat ik op de fabriek eventueel een dutje kan doen.

Jan :


Woensdag 21 Maart 1945.
Vanmiddag zijn we naar mevrouw v. Schreibershofen geweest. We hebben er weer de noodige karweitjes opgeknapt (de badkamerdeur gemaakt, een uitgescheurd raamkozijn dichtgetimmerd en een plank in de provisiekamer bevestigd) en werden er als gewoonlijk vorstelijk onthaald. Daarna ben ik nog even naar een kennis van haar geweest, die een kapotte radio had. Maar daar kon ik niets aan doen.

Het alarm bracht vanavond weer eens een paar bommen vlak in onze buurt; het duurde van 9.00 – 10.05.




20 maart 2020

Dinsdag 20 Maart. 1945 Oos : Prompt zeg ik: “Dat hebben we hier geleerd mijnheer, heeft U wel eens een Duitser op zien staan”?


Alarm nr. 242 van 03:50 tot 04:45.
Alarm nr. 243 van 21:10 tot 21:50.

20 Maart 1945
Heikens doet proeven bij ons op het lab. Het is een verschrikking als je gedoemd bent een half uur met de man te moeten praten. Hij vertelt natuurlijk weer dat hij een pakje van thuis gekregen heeft, en steekt direct een pijp op van tabak van thuis. Die jongen beseft nu niet dat dat voor ons, die weten dat onze ouders honger lijden een raar idee is.
Op weg naar huis zitten Jan en ik beiden, tweede klas, lezend. Daar komt een mijnheer en een dame binnen, en de heer zegt tegen Jan: “Wilt U misschien plaats maken voor deze dame, ze heeft een gewond been”. Jan staat op en direct volgt: “Natuurlijk weer een buitenlander, die staan uit principe niet op!” Prompt zeg ik: “Dat hebben we hier geleerd mijnheer, heeft U wel eens een Duitser op zien staan”? De man wordt boos, zegt dat ik zeker niet weet wie hij wel is(!) en dat hij anders mijn naam wel eens zal laten opschrijven enz. Ja, dan moet je je mond wel houden. Maar gelukkig zegt er een juffrouw heel hard: “Ja, de Duitse (onze) mannen gaan gauw een krant zitten lezen … “. Het heeft tot ’s avonds geduurd voor ik dit geval verteerd had, en bij het schrijven nu, wind ik me nog weer op. Zoiets kan bij mij doorvreten gedurende uren, soms dagen, en ik zit me dan steeds voor te stellen wat ik wel had moeten zeggen.

Jan : 


Dinsdag 20 Maart 1945.
Inderdaad kwam het langverwachte alarm vannacht, van 3.50 – 4.45.
Er viel niet veel bijzonders te beleven. Mijn rugzak is op één gesp na klaar, dus wat dat betreft kunnen de Russen komen.
s" Avonds kregen we van Frau Lisureck het aanbod, om op een 2 persoons kamer te gaan wonen. De kamer is echter heel erg nauw, en op de 3e verdieping, zoodat we bij een bombardement vrij ongunstig zitten. We moeten het nog eens in beraad houden.
De Engelschen waren vanavond weer beter op tijd. Van 9.10 – 9.50 was er alarm.


19 maart 2020

Maandag 19 Maart 1945. Oos : Iedereen loopt door het lager en durft niet naar bed, omdat er nog geen alarm geweest is.


Geen alarm vandaag! Nou ja; niet voor 24:00

Maandag 19 Maart 1945
Bonnetje van Hans Bornewasser voor het cantine eten gekregen, + portie van Witteveen, + ¾ portie van vd Braak, + 4 portie’s van Jan en mijn samen, totaal 6¾ portie, waarvan we s’ middags 4¾ portie verorberen! Na afloop kokhalzen we beiden, en we moeten een pijp roken om het te laten zakken.
Vanmorgen heerlijk uitgeslapen, de verbindingen zijn toch erg slecht, zodat niemand kan controleren of je op tijd vertrokken bent. Om tien uur pas op de fabriek.
De kleine was gedaan op de fabriek, zakdoeken. Schröder loopt op onze afdeling rond te neuzen, zodat hij verhindert dat we de was open en bloot in het lab te drogen hangen.
Kontovsky vertelt vuile moppen. Na fabriekstijd naar Schöneberg, informeren bij de schoenmaker hoe het met hem en zijn spek staat. Hij nodigt me uit … bij Kees zijn aardappels te komen eten. Kees komt ook nog, nadat ik vergeefs geprobeerd heb me te laten knippen. De kapper heeft geen stroom, en kan dus niet op volle toeren knippen. Er zijn twee knechts in de zaak: een levendige Fransman en een dooie Hollander. Die staat er bij met het gezicht dat typisch is voor een Hollander die lak aan alles hier in D. heeft. De Fr. is één en al activiteit.
Bij Kees moeten we nog even, na een voortreffelijke maaltijd, naar een juffrouw die alcohol heeft. Die bevuild is met olie. De terugkerende soldaten hebben ergens alcohol gevonden en alles, o.a. ook een olievat, met alcohol gevuld. Gevraagd een chemicus die de alcohol weer comsumabel maakt. Ik beloof mijn best te zullen doen. Ze biedt ons thee aan, maar die krijgen we niet omdat hij nog niet klaar is en vanwege “voor alarm”. In ruil wil ze sigaretten; wat een raar, lelijk mirakel toch.
Met Portegies weg, dan weer terug omdat ik de fles heb laten staan, gependeld naar huis.
Van de sectie Herzberge niets gehoord, verhalen dat het in Lichtenberg heel erg is.

Zonder alarm om tien uur naar bed. Dit is de grootste verrassing sinds maanden, op het gebied van luchtaanvallen. Iedereen loopt door het lager en durft niet naar bed, omdat er nog geen alarm geweest is.
Om drie uur halen ze ons uit bed, voor een uurtje. Trouw tippel ik nog steeds naar het station.

Jan : 


Maandag 19 Maart.
 We hebben vanmorgen eerst maar eens een uurtje uitgeslapen om van de vermoeienissen van gisteren te bekomen. Mijn rechter bil, die alweer een heel stuk op streek was, heeft gisteren weer een knauw gehad toen ik (voor het eerst hier in Berlijn) door het raampje de S-Bahn uit ging, daar ik er anders geen kans toe zag, er uit te komen.
’s Avonds naar huis terug was het weer een heele mooie vertoning. Ik was nu van plan den anderen weg naar huis, over de Stadtbahn, te nemen. Tot Treptow ging alles glad, van daar moest ik naar Ostkreuz loopen, daarvandaan pendelen tot Schlesischen Bahnhof en van daar tot Friedrichstrasse. Ik beleefde weer eens een typisch staaltje van de Berlijnsche S-Bahn organisatie: het perron in Ostkreuz stond heelemaal vol met menschen, 5 rijen dik. De trein die binnenkwam had echter zijn twee voorste wagens (25% van de totale plaatsruimte dus) afgesloten en de conducteur weigerde – zonder opgave van redenen overigens – de deuren te openen. De menschen moesten dus bij elkaar in de resterende wagens gestouwd worden, wat natuurlijk niet lukte. Op het Schlesische Banhhof werd het echter enkelen te grijs, en een nam een resoluut besluit en sloeg een raam in, waarna hij naar binnen kroop en de andere ramen opende. Toen konden er tenminste nog wat anderen bij. Tenslotte kwam een listige stationschef, die de sloten opende. Dit is nu weer een typisch staaltje van de S-Bahn “souplesse”.
...


18 maart 2020

Zondag 18 Maart 1945. Oos : Overal brandt de stad, rook en stof verblinden en vuil en puin liggen over de weg.

Alarm nr. 240, bombardement nr. 52 van 10:55 tot 12:55.
Alarm nr. 241 van 20:35 tot 21:45.


Zondag 18 Januari Maart 1945
Gek idee, Zondag en toch werken. We doen moeite om te laat te komen, maar zijn toch op tijd op de fabriek. Niemand doet er wat, iedereen zit rustig niets te doen half elf komt er plotseling alarm. Nauwelijks zitten we in de kelder of er vallen al bommen. Twee uur duurt het grapje weer, en we weten al weer dat het aardig raak is, maar niet in Schöneweide. De lucht is pikzwart, ik heb toch heus wel wat meegemaakt, maar dit is werkelijk zo onheilspellend dat ik er bang van word. Gauw naar de cantine om wat te gaan eten, dan kan je weer meer hebben. Men zegt weer dat de electrische centrale Klinegenberg getroffen is maar ik geloof het niet direct. Er wordt natuurlijk helemaal niets meer gedaan. Sinds drie weken is er overigens al geen water en geen gas meer op het lab, en hoe wil je dan nog wat doen? Na een grote aanval altijd het zelfde liedje: niemand werkt, maar Riess laat ons pas om 4 uur gaan. We reizen nogal vlot naar huis, de S-Bahn brengt ons helemaal rond naar Wedding en van daar lopen we naar huis. Op 50 meter van huis weten we nog niet of we nu branden of niet … Overal brandt de stad, rook en stof verblinden en vuil en puin liggen over de weg. De brandweer is overal in actie, maar de meeste huizen branden tot de grond toe af. Wat een opluchting als we zien dat alles nog overeind staat! We vliegen meteen op onze rugzak af en gaan ons noodrantsoen aanspreken. Onderweg dachten we al steeds: als de zaak afgebrand is, heb ik spijt dat ik niet alles heb opgegeten…..
Een borrel, het laatste stuk kaas, en pannekoeken met spek, Knäckebrood met boter en suiker, dit gaat er allemaal in na het avond alarm.
Paans bezoekt ons en brengt het laatste nieuws. De geallieerde propaganda maakt vorderingen, maar het is verdomd grof zoals ze zelf zeggen dat ze de bevolking treffen met hun bommen. In de toekomst bommen van 10 ton! Met een volle maag naar bed.
Ik vergeet te vertellen dat deze vreetpartij voornamelijk na het avondalarm, dat trouw om negen uur begon, gehouden werd.

Jan : 


Zondag 18 Maart 1945.
Pessel moest vandaag als Truppenführer bij de Volksstorm beëedigd worden op den Führer. Hij zelf hoopte dat hij zijn lachen bij deze plechtigheid zou kunnen houden, want, zooals hij zelf zeide: “mijn troep is 8 man sterk: één met één been, één man die voor 90% invalide uit den vorigen oorlog is, hij is bijna stekeblind, en 3 die ik niet beschreeuwen kan, zoo stokdoof zijn ze.” En daar willen ze dan nog den oorlog mee winnen. Zelf mist Pessel 3 vingers van zijn linkerhand en heeft hij in zijn rechterhand absoluut geen knijpkracht. Het is een elitetroep.
Vanmorgen kreeg Berlijn weer een flinke poeder, van 10.55 – 12.55. In de stad heeft het weer als een hel gebrand, en ook vlak bij de fabriek is het noodige neergekomen.
Maar overal in de buurt heeft het geweldig gebrand. Er is weer een hoop nieuw puin op het toneel verschenen. Water is er natuurlijk weer niet, dat is een van de ergste inconveniënten. Hoe dan ook voor de eerste drie weken hebben we weer genoeg gehad. Bij Rummelsburg hebben ze het een of ander depot van petroleumderivaten geraakt, want de rook, die daar hing was zwarter dan de nacht. Zoo’n donkere lucht heb ik nog nooit gezien.



17 maart 2020

17 Maart 1945. Verslag van de 35e en 36e vergadering van de Spreekrans

 Het verslag vermeld dat de 36e vergadering op de 7e Maart heeft plaats gehad maar uit de dagboeken blijkd dta de 17e de juiste datum is.








Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...