28 augustus 2019

Utrecht 21 Augustus 1944 van Mams : Alle brieven en kaarten zijn er, keurig netjes in orde. Géén dubbele nummers.


Utrecht 21-8- ‘44
Mijn lieve Oos,
Vanmorgen om half negen heb ik het opschrift boven mij brief gezet, en nu is het kwart voor tien ’s avonds. Om 10 uur komt Corry de tafel klaarzetten, dus kan ik nog maar een klein ogenblikje schrijven. Toen ik vanmorgen begon dacht ik: eerst even de laatste kaarten en brieven overlezen. Ik ben bij No 90 ongeveer begonnen en daar wij 106 hebben (en 107 vanavond) is al den tijd dien ik beschikbaar had aan lezen heengegaan. Alle brieven en kaarten zijn er, keurig netjes in orde. Géén dubbele nummers (je dacht dat je 95 dubbel had genummerd, maar dat is niet waar) en niets ontbreekt. Het valt mijn erg mee. Dus de witte jas is aangekomen, maar hoe is ’t nu met de sleutel? Heb je die niet gevonden, in de zak van de jas? In mijn vorige brief schreef ik je den inhoud van ’t verbrande pakje, zooals ik het gestuurd had. Nu heb ik bij één van de pakken een dictaatcahier er bovenop gelegd en niet genoteerd, daar het pak al dicht zat toen de kaart kwam waarin je er om vroeg. Het zat dus òp de doos en ònder het pakpapier dat er omheen zat. Maar ik weet niet meer in welk pak dat gebeurd is. Nu zal ik er nog maar een sturen. Deze Verleden week stuurde ik nog een berichtje voor Gr.père, maar zou hij het ooit nog krijgen? Ik heb ’t idee dat het niet lukken zal en dat wij gescheiden zijn. Als nu Tante Olga hem maar bereiken kan! Anders is ’t heelemaal hopeloos. Maar ik was toch blij met de berichten van hem van 7 Juli. Het leek mij dat hij het betrekkelijk goed maakt. De appelen hebben dus toch wel geholpen. Fijn dat de Aplona eindelijk aangekomen is. Ik heb de boeken uitgezocht en Paps neemt het part van J. de B. morgen mee. Zaterdag en vandaag (Maandag) heeft hij nog vacantie gehouden en is dus niet naar A’dam geweest. Het boek over de Raketten heeft hij gelezen, zooals je wel begrijpt. Wij vonden de berichten van Gr.père echt interessant. Wij hebben nog steeds erg mooi weer. De zwemmers gaan iedere dag er op uit en spartelen in een plas die ontstaan is door het wegzuigen van zand. Het water is er zoo helder als in Anecy. Gek hè? En ’t is wel 10 m. diep. Zij hebben ’t gepeild. Terwijl zij zwemmen zit ik wel eens met Petertje aan de kant. ’t Is een leukertje, die Petertje! En een guitige oogjes! Zij doet erg haar best om te praten. Als een voertuig veel lawaai maakt roept zij heer hard “Trein!” Je ziet dus dat zij aardig bij is. Wij maken het verder hier best. Zien smachtend uit naar het eind van de oorlog. Jij zeker nog harder! In je briefkaart 107, die wij vanavond kregen, schreef je over vervelende maatregelen. ’t Zal wel zoo zijn dat de laatste loodjes het zwaarst zullen wegen. Maar lieve jongen, houd je maar taai en geef de moed niet op, hoor. Je hebt je al die tijd zo goed gehouden, nu die laatste loodjes ook maar torsen zonder den moed te verliezen. Ziezoo, ’t is al 1 min over tien en ik zit op mijn knieën te schrijven, dus zal ik er maar uitscheiden. Morgen weer even verder. Mr Fischer heeft hier waarschijnlijk geen telefoon meer. Zijn tante gaf ons tenminste een briefje dat hij je gesproken had en dat je ’t goed maakte. Prettig dat je daar zoo gezellig gegeten hebt en dat hij je zo goed op de hoogte houdt van alles hier. Dag lieve, lieve Oosje! Een heel stevige pakkert van je oude
Moes.

Dinsdagmorgen: Daar zou ik nog vergeten te zeggen hòe lekker het spek gesmaakt heeft! Deze keer rauw op de boterham gegeten. Heb je nu wel een beetje voedsel vooruit? Of kun je bergen? Ik zal maar weer eens een paar blikjes sturen. Die kun je dan bewaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...