31 januari 2020

Woensdag 31 Janiari 1945. Oos : Het is héél erg, als het zo koud is, dat je zelfs niet voor jezelf werken kan.


Woensdag 31 Jan. 1945
Kaarsen gemaakt, het begint te dooien, een enorme vieze boel maakt dat op de straten. Met lekke schoenen is het geen lolletje.
De hele dag weer kou geleden, en niets gedaan (voor mezelf). Het is héél erg, als het zo koud is, dat je zelfs niet voor jezelf werken kan.
v Dijke komt weer kletsen en stoort ons aardig. Jan de Boer is met zijn studie bezig, hij maakt uittrekseks uit boeken die hij in de U.B. haalt.
Een merkwaardig geval doet zich voor in het Technikum. Hoffmann windt zich op tegenover de Pool, over een kleinigheid. Het gaat zover dat hij de jongen in zijn nek grijpt en door elkaar schudt en schreeuwt: D. heeft nog nooit verloren hoor, en voor dien tijd zullen we je nog wel klein krijgen kereltje. En zo gaat hij verder. Zo is Hoffmann, hij laat zich even in zijn kaart kijken, een “vuile hond” zoals je dat hier zegt. Erg oppassen met dit kereltje. Schenk grijpt tenslotte in en ontzet de Pool. Dit is een van de betere kanten van Schenk. Gelukkig dat de Pool zich niet verdedigd heeft, anders waren er ongelukken gebeurd.

Jan : 


Woensdag 31 Janiari 1945.
Vandaag ineens dooi. Gevolg natuurlijk een enorme rotzooi op strat, want er is niemend die nu de vuiligheid wegveegt. Alleen vermoed ik dat het Oostfront er wel de norige nadelen van zal ondervinden.
Ik heb vanavond de Berlijnsche Cineac eens bezocht, daar er een filmpje over Oud Amsterdam liep. Aardig weer eens al die oude gevels te zien en die grachten. Een kater heeft dit filmpje niet bij me opgewekt, wel het gevoel van een sprookjesland.
Ze hebben vandaag een hoop menschen uit de fabriek weggehaald voor de Volksstorm o.a. Duda, de beste arbeider uit onze Versuchsmischerei. Adloff, een brutale hond, die absoluut incapabel is tot het doen van eenig behoorlijk werk, is door bemiddeling van Nowak vrijgesteld voor de eerste lichting. Maar evenals Ziegenhagen zit Adloff dan ook elk oogenblik bij Nowak thuis voor het opknappen van allemogelijke karweitjes. En Duda leende zich daartoe niet….. Precies zoo is het geval met Dr. Jüngling. Tusschen Jüngling en Nowak is het is het altijd water en vuur geweest. Nu met de Volksstorm-geschiedenis is er een bevel van het hoofdkantoor der AEG aan Nowak gekomen voor Jünglingde noodige papieren voor vrijstelling voor de de eerste ronde aan te vragen. Nowak heeft dit (opzettelijk , daarvan ben ik overtuigd) vergeten. Met dat gevolg, dat Jüngling waarschijnlijk al weg is. hij is tenminste vandaag niet verschenen. Zoo is Nowak. Ik hoop werkelijk nog eens te beleven dat hij en Ziegenhagen ookopgeroepen worden door de Volksstorm. Ik ben niet haatdragend, maar met Ziegenhagen hoop ik nog eens te kunnen afrekenen, die “Schleimscheisser”!

30 januari 2020

Dinsdag 30 Janiari 1945. Oos : Ik zit in de kou op het lab, met grote stroosloffen aan tegen de kou op de voeten.


Dinsdag 30 Jan.
Vandaag is het de grote dag van de partij. Vorig jaar zat ik bij de Meisterzinger toen er alarm kwam. ’s Avonds een grote aanval. Vandaag is het anders. Ik zit in de kou op het lab, met grote stroosloffen aan tegen de kou op de voeten. En dan maar dagboek schrijven van deze dagen. De hele dag doe ik niets anders. Met koude vingers, (het is 8ºC in de kamer), schrijf ik een poosje, en dan warm ik mij vingers weer even.
{De Italiaan is Zaterdag vetrokken zonder afscheid te nemen.}
Vanavond niets anders gedaan dan eten. Eerst en een restaurant. Twee stammen en een portie kool, en daarna thuis gebakken aardappels en pudding. Toen nog de gebruikelijke beschuitjes!


Jan : 


Dinsdag 30 Jaruari 1945.
Op de fabriek is het ijzig koud. we zijn begonnen met 6°C, en ’s middags om 5 uur was de temperatuur tot de ongekende hoogte van 8°C gestegen. Maar gelukkig hebben ze ergens strooien voetzakken vandaangehaald, zoodat je tenminste niet op de koude betonvloer hoeft te zitten met je voeten. Het Clb was vandaag helemaal gesloten, daar alles bevroren was. het is het enigste middel in zoo’n geval bij de AEG: domweg naar huis gaan, dan ben je er zeker van dat ze de boel maken. Anders gebeurt het eenvoudig niet.


29 januari 2020

Maandag 29 Januari 1945. Oos : De Rus is door en door communist. Heel Europa wordt communist beweert hij, en ik geloof dat dit waar wordt


Alarm nr 189, bombardement nr 41 van 19:10 tot 20:00

Maandag 29 Jan. 1945
Lekker uitgeslapen, en in de koude kolen gehaald. Daarna met Jan naar de U. Bibliotheek, waar ik boeken van Zola besteld heb. Dan naar Schöneberg voor de schoenen die gisteren kapot gingen. De schoenmaker heeft een knecht, die Nicolaas heet. Een Russische krijgsgevangen, officier. Er ontwikkelt zich een gesprek over de toestand, en het blijkt dat de man 100% communist is. Heel Europa wordt communist. Hij zegt het met een overtuiging waar je van omvalt. En hij heeft ook wel gelijk, als je de kaart zo bekijkt en bedenkt wat er in de wereld gebeurt. Met de schoenmaker gegeten, prima moet ik zeggen, en met weinig bonnen. Verder lang gepraat. De schoenen zijn niet goed gerepareerd, ik moet omzien naar nieuwe. Wehrmachtsbericht brengt niet veel nieuws, de Russen gaan nog steeds vooruit.

Maandagavond.
Merkwaardige stemming. Ik voel me down, waarom weet ik niet precies. Voorafgaand was er invloed van een gesprek met de schoenmaker en zijn Russische hulp. De Rus is door en door communist. Twee maal uit Duitse gevangenschap ontsnapt. Heel Europa wordt communist beweert hij, en ik geloof dat dit waar wordt. Als de Russen doorstoten tot en met Holland, dan is het “Scheiße”. Met een front bij Posen, een beweeglijk front nog wel, is het geen grapje dergelijke dingen te horen. Wordt Berlijn verdedigd en wat spelen wij buitenlanders daar voor een rol bij.
De tweede domper op mijn stemming is een belevenis in de Cineac in het station Friedrichstrasse. Een film van Polygoon Haarlem draait er, en daar ga ik dus op af. Voor de film begint zie ik… “Het” Russinnetje, mijn zwarte vriendinnetje die mijn lessen corrigeert. Met spanning zit ik te wachten wie er bij hoort, en, hoe kan het ook anders, het is Arnberg. Met zulke ontmoetingen word het je pas duidelijk of je wat geeft om iemand, en helaas moet ik vaststellen dat het me zeer pijnlijk trof. In mijn verbeelding heb ik dit lieve kind al vaak genoeg meegenomen naar Holland, geïntroduceerd in ons huis, en de familie, in de kennissenkring. Steeds weer denk je dat het gaan zal, maar vaak ook zie je het hopeloos in. Vooral het Slavische is, geloof ik, op den duur niet te verdragen.
Maar nu verder met de film. Je ziet Amsterdam, zoals het is, mooi en rijk. Heimwee is er niet zo zeer, omdat je voelt dat dit Amsterdam niet meer bestaat. Dit Amsterdam is een sprookje. Jaren geleden kon je daar in die sprookjesstad rondlopen, in dat sprookjesland leven. Nu niet meer. Het is uit, dat leven is gedaan. Een arbeidersleven staat voor de deur, erger dan nu, véél erger. Als ik me niet aan kan passen ga ik te gronde. Heeft het leven nog zin als ik als koelie verder mijn bestaan op de aarde moet slijten? Het is de vraag van oudejaarsavond, en ik kan hem nog niet beantwoorden. Ik wil afscheid nemen van thuis, een afscheidsbrief schrijven, omdat ze waarschijnlijk nooit meer iets van me horen.
We hebben vanavond weer in de kelder gezeten. Wéér eens alarm, wéér eens vielen de luchtmijnen bij bosjes, wéér eens kwam ik er goed van af. De bommen vallen zonder onderscheid, op arm en rijk, op belangrijke en onbelangrijke mensen. Dit is ook een duwtje naar het communisme, zoals je er dagelijks krijgt. Heb ik recht op méér luxe en meer respect dan andere mensen omdat ik nu toevallig student ben geworden? Het is de oude vraag, die tijdens de groentijd vaak tevoorschijn kwam, en die mij de bijnaam communist bezorgde. Vanavond kan ik zulke vragen alleen maar stellen, niet beantwoorden. Waar gaat het heen met ons? Dat we de vooravond van het communisme beleven, dat staat als een paal boven water. Mussert of Moskou, het is waarachtig nog waar ook. Maar waar wil ik heen met mijn gedachten, met mijn gepraat? Het is het beste dat ik maar ga slapen.
Morgen schrijf ik een afscheidsbrief naar huis.

Jan : 


Maandag 29 Januari 1945. 
‘s Avonds zou ik naar Frl. Rose. Veel zin had ik niet, speciaal vanwege de kou, maar daar mijn handschoenen practisch geheel kapot waren, moest ik wel. We hebben heel gezellig zitten praten, over de toestand voornamelijk. Zij wilde ook côute que côute hier blijven, en ze bood ons ook onderdak in haar woning aan, wat we natuurlijk als het nodig mocht zijn, dankbaar zullen aanvaarden. Onderdehand kwam er alarm van 7.10 – 8.00. We zijn rustig boven gebleven. Het heeft toch wel zijn charmes alarm te beleven in een verwarmde gezellige kamer. Toen ik thuis kwam brandde het prachtig in de richting vlak achter het Stettiner Bahnhof.
Oswald sprak vandaag een Hollander, die een brief van 15 Jan. uit Amsterdam had gekregen. Hierin stond dat van iedere man 1 compleet costuum, 1 conpleet stel ondergoed en 1 paar schoenen ingeleverd moest worden. Vn menschen, die in Duitschland zaten behoefde ze niets af te geven, mits ze maar konden bewijzen dat die alle meegenomen hadden, wat natuurlijk nooit te bewijzen is.

Zoo stelen ze alles van je, eerst je radio, dan je fiets en ten slotte zelf de kleeren van je lijf. En dan verlangen ze nog dat je vriendelijk en enthousiast voor ze bent! Vee is het!


28 januari 2020

Zondag 28 Januari 1945. Oos : Veel evacués met alle bagage, en dan, wat niet te verwachten was: gewonde Duitse soldaten.


Zondag 28 Januari 1945
Koud. Sneeuwstorm. Naar de Beethovenzaal. Er staan.
Een enorme rotreis naar Potsdammerplatz. Veel vluchtelingen. Twee soldaten raken in gesprek met burgers. De een moest naar Danzig. Of dat nog wel gaan zou. De ander zeker naar Warchau? Daar zijn de Russen al. Ach, zucht een van de soldaten, Zur Zeit führen alle Wege nach Moskau! Dit is verdomd veel gewaagd, dergelijke dingen in een openbaar vervoermiddel te zeggen.
Voor de zaal staan leuren met de kaartjes. Maar iedereen heeft kaartjes over, en niemand koopt. Twee kaartjes van negen Mark over! De zaal is half leeg. Het weer is slecht, dat spreekt ook een woordje mee.
We horen een mooi concert dat moet gezegd worden. Er is een goed koor, en de stukken zijn goed gekozen. Van Griffen en Berto v Dijk zijn er ook.
Na afloop naar Leipzigerhof en daarna ga ik zonder te eten maar verder, want anders kost het me te veel bonnen. Rotreis met volle treinen. De deuren gaan niet open, vast gevroren.
Jan Egberts vind ik in een luie stoel, een oude tandartsen stoel, met dekens om zich geslagen. Kees zit met een voldaan gezicht naar een leeggegeten bord te kijken. Witkop is ziek, opgenomen in het ziekenhuis, zijn hart is niet in orde.
Om vijf uur weer weg. Tot Friedrichstrasse in een volle trein geperst gestaan. Station Friedrichstrasse was net een gekkenhuis beneden. Veel evacués met alle bagage, en dan, wat niet te verwachten was: gewonde Duitse soldaten, door kameraden ondersteund, nog in de kleding v.h. slagveld. Hoe is het mogelijk dat zoiets door de hoofdstad mag trekken, onbegrijpelijk. Er stonden wel tien rijen mensen en de treinen waren maar half {zo lang als anders}. Ik ben dus maar gaan lopen, liever dan de knopen van mijn jas te verliezen.
Vanavond zou de in het water (resp. alarm) gevallen moppenavond georganiseerd worden, maar niemand heeft er aardigheid in. Jan de Boer heeft zijn traditionele rotstemming van Zondagavond. Meestal zet hij dan een ruziegezicht en zegt geen woord. Waarom dat altijd op Zondagavond is weet ik niet. Misschien omdat hij dan in Tegel geweest is bij v Duren, en daar veel ellende heeft gezien. We drinken met z’n allen een glaasje bier bij Bob, om het bier op te krijgen. Het is gezellig, en we spreken over hetgeen ons te wachten staat met galgenhumor.




Jan : 


Zondag 28 Januari 1945.
Na het concert de weg naar Tegel aanvaard. Lang wachten, volle treinen en kou. Die idioten van de Reichsbahn hebben nu ze de treinenloop beperkt hebben, ook de lengte van de treinen tot de helft teruggebracht. Dus je behoeft niet te vragen wat een gedrang en getier en gevloek dat altijd is bij het in- en uitstappen. Liever geen verbinding dan zoo iets halfslachtigs als dit is.
Fred was vanochtend bij het concert niet verschenen, en ik vermoedde dat hij had moeten werken. Dat was dan ok inderdaad een feit, want dat tuig van Borsig had de vrije dag nu zoomaar ineens van Zondag op Donderdag verlegd. Daarmee verspeelden de jongens dus een dag. Gelukkig waren er nog een paar menschen thuis, en ook daar hebben we de toestand eens doorgenomen. Het is prettig ook eens met menschen uit andere lagers over dergelike dingen te kunnen praten, want de opvattingen van je eigen kringetje  ken  je zoo langzamerhand wel. We zijn dan na rijp beraad tot de volgende mogelijkheden gekomen:
1e er van door gaan voor de Russen hier zijn.
a op eigen houtje
b met de evacuatiemaatregel van de stad.
c met een eventuele evacuatie van de fabriek.
2e rustig blijven afwachten. Maar dan ben je er zeker van dat je ingezet wordt bij de barricaden, want dat ze Berlijn zullen verdedigen daarvan ben ik zeker, “Berlin wird verteidigt bis zum letzten Ausländer”!
‘s Avonds had ik weer een typische Zondagavondstemming. Zoo langzamerhand is dat een vast begrip voor me geworden. Een bar slecht humeur, en de oorzaak van dat alles is dat ik in Tegel geweest ben, en daar weer een hoop beroerdigheid gehoord heb van de jongens daar en ik dan kwaad op mezelf ben over mijn machteloosheid daar iets aan te veranderen. Soms kan ik mezelf echter wel uitvloeken dat ik zoo aan stemmingen onderhevig ben. Voor mijn omgeving is het niet bijzonder prettig, en voor mezelf ook niet. Gelukkig kent Oswald me zoo langzamerhand en neemt en niet veel notie van. …

27 januari 2020

Zaterdag 27 Januari 1945. oos : Het is ook geen gunstige tijd om met kaarten te leuren, ’s avonds om half elf na anderhalf uur alarm.


Alarm nr 187 van 20:30 tot 22:00

27 Januari 1945
Het heeft vannacht weer enorm gesneeuwd, er ligt een flink pak. Ik loop nog steeds naar de fabriek, van het station af, maar tegenwoordig alleen. Springertje is obscuur geworden. De voetbrug over de Spree is levensgevaarlijk geworden.
Als Jan om twaalf uur vertrekt is het toch maar vervelend tot half vijf te moeten blijven.
Half vijf. Naar het station lopen, want de tram is nog niet ingesteld op dit sluitingsuur. Naar Borris. In de trein met Helga gereisd. Afgesproken dat ze een bezoek aan het Lager brengt. Borris was weer zeer interessant. “Het langzame deel” heette het onderwerp waar hij over sprak. Jammer dat hij geen uittreksels geeft van de dingen die hij daar vertelt. Borris speelde Bach, Mozart, Beethoven, Reger, Hindermith en ten slotte eigen werk. De toestand wordt voor hem niet beter, hij durft niet meer te reizen naar zijn vrouw. Zijn bezittingen zijn voor een belangrijk deel in Eberswalde, en zijn vrouw gaat daar weg omdat de omgeving niet veilig is (een gevangenen kamp).
Tot besluit komt er Luftwarnung. We gaan toch maar naar het station en moetn nog anderhalf uur in de trein zitten voordat we in een stampvolle trein, een “Kurzzug”, naar huis toe reizen. Hans wordt misselijk en moet uitstappen. De volgende trein is leeg…
Thuis probeer ik nog kaarten voor een concert te verkopen, maar het lukt niet. De bovenste verdieping staat vol rook, v.d. Dalen heeft geprobeerd een binnen brand te maken, wat aardig gelukt is. Bob, Pieter Bosel en Georg Brautigam liggen heerlijk te pitten in een verstikkende atmosfeer. Niemand heeft zin om naar het concert toe te gaan. Het is ook geen gunstige tijd om met kaarten te leuren, ’s avonds om half elf na anderhalf uur alarm.
Maar ondertussen blijven we met de kaarten zitten. Na een gezellig pijpje en een borrel naar bed.


Jan : 


Zaterdag 27 Januari 1945.
Daar Oswald nog tot half vijf door moest werken en ik om 12 uur vrij had zond hij mij naar het ziekenhuis Herzberge om de ons beloofde kaarten af te halen, waar zijn vriend, de medicijnman Jan Egberts voor gezorgd had. Na een enorme reis in de kou kwam ik er aan. De Hollandsche studenten zitten daar niet slecht, vrij eten, vrije wasch, kappen enz. enz. Alleen de kamers zijn ongezellig. Ik werd er feestelijk ontvangen, met twee groote borden koolsoep met spek en twee sigaretten.
Het verkeer is hopeloos geworden. Alles rijdt minimaal. Zeer vele tramlijnen zijn opgeheven, de U-Bahn rijdt in een halfuurdienst en de S-Bahn om de 20 minuten, behalve op het beroepsverkeer.

26 januari 2020

Donderdag 25 Januari 1945. Oos : Ondanks het feit dat we geen gas mogen gebruiken heeft Frau Lisureck het gas elke avond nog open gezet.


26 Jan.
Je vraagt je soms wel af wie er nu wel gek is, de Italiaan of ik. Die rare vent die onder de luizen zit en vaak den indruk wekt dat hij gek is, heeft nu toch maar zijn papieren in orde en gaat vertrekken. De sufferd wil pas overmorgen vertrekken in plaats van vandaag.
Jubileum van Dudlitz, 25 jaar A.E.G. Hoe heeft de man het uitgehouden, vooral onder Nowak. Steeds comedie spelen, wat een vak. Er was een tafel versierd, we kregen een lekkere borrel en verder was het gezellig.

26 Jan. Avond
Tegen mijn gewoonte in ga ik maar eens ’s avonds schrijven omdat ik overdag geen inspiratie heb in het koude lab. Thuis is het gezellig en warm. De kachel staat midden in de kamer, er staat melk op te pruttelen die pudding moet worden, en wij zitten er omheen. De Deen hangt weer een verhaal op over de meeuwen in Denemarken. Een van die verhalen waaruit hij weer laat merken dat hij zich over alles verwondert. Aan het verhaal komt natuurlijk geen eind.
De Let is een heel andere vent. Erg rustig zit hij met grote ogen te staren en kijkt zo nu en dan een boek in. Vrouw en kinderen zitten naar het schijnt nog in Riga! Rare snuiter, hij heeft misschien wel iets op zijn geweten anders laat je alles toch maar niet in de steek.
Elke h spreken ze uit als een g, de Russen.
Vanavond vroeger weg, maar niet naar de voordracht. Geen zin weer zo verschrikkelijk in de kou te zitten, al is het niet erg dapper, als je weet dat in Holland iedereen in de kou zit. Ondanks het feit dat we volgens de krant geen gas mogen gebruiken heeft Frau Lisureck het gas elke avond nog een paar uur open gezet.
Nu over de stemming van het volk, zoals ik dat meemaak. Van geloof in overwinning is geen sprake meer. Maar er is wel degelijk een overtuiging dat je maar niet de Russen zo binnen moet laten in je rijk. Iedereen vraagt zich af hoe dat nu moet, met al die duizenden vluchtelingen waar geen plaats voor is. De bunkers zijn vol gelegd, maar het is de bedoeling dat deze vluchtelingen niet blijven, maar verder gaan. Iedere dag zijn er meer vluchtelingen, vandaag al om zes uur ’s morgens, en vanavond weer. En de Russen gaan maar steeds verder op weg naar Berlijn. Wie zal ze tegen houden?

Jan : 

Donderdag 25 Januari 1945.
Vanochtend voor het eerst een jubileum meegemaakt bij de AEG. Dudlitz, een van de menschen van Oswalds vroegere laboratorium, was 25 jaar op de fabriek. Een toespraak, een enveloppe met inhoud, een oorkonde en een maandsalaris kreeg hij, en als tegenprestatie kwam er van zijn kant een borrel, een flesch bier en een stuk taart. Het was aardig, maar hield me eigenlijk meer op dan goed was, daar ik een enorme hoop privé aangelegenheden af te werken had.
De wiskunde colleges gingen vanavond weer door, voor een sterk gereduceerd gezelschap, we waren met zes man, Oswald had geen zin om kou te lijden en was naar huis gegaan. Er was echter wat gestookt, zoodat de ergste kou eraf was er vormt zich nu een vaste kern: Dr. Günther, enkele menschen die ook de vorige cursus meegemaakt hebben, en ik. We beginnen elkaar zelfs handjes te geven!
Oswald is ontzettend kouwelijk, hij loopt met 2 paar sokken, 2 onderbroeken, 3 borstrokken, een dik overhemd en twee pullovers. ’s Nachts slaapt hij onder 2 lager- en twee eigen (wollen) dekens en een winterjas, waarbij hij dan over zijn pyama een pullover en om zijn nek een das draagt.


Zaltbommel 26 Januari 1945 van Barend : Daarbij ± 10 burgers dood door ontploffen van munitie in een in brand gebombardeerde boerderij.


26-1-‘45
Beste familie,
Vandaag Uw briefkaart van 5-1 ontvangen. Ik leef hier nog in het land van belofte. Wat de eterij betreft is het hier nog best. Het broodrantsoen is wel is waar verminderd tot 1200 gr, boter hebben we sinds herfst niet meer gekregen, maar aardappelen zijn hier nog ruim voorradig. Dit komt omdat de aardappelenhalers niet over de Waal konden komen. Met de Kerstdagen hebben we nog jam, kaas en, suiker en aardappelen gekregen. En… sodex om het vuil van de borden te wassen! Volgende week zullen we waarschijnlijk voor het laatst nog een ½ p. suiker krijgen en wat olie voor niet zelf-verzorgers. Het oliezaad zou door ? ? ? gedraaid worden.
Met 10 mensen woon ik in een huis. Evacués uit Bommel er in. Het vuurduiveltje brand nog fijn. Voor een maand hebben we nog brandstof. Wie dan leeft die dan zorgt. Een oude olielamp hangt op de plaats van de electrische lamp. We stoken tot ±10u15. Boter heb ik nog steeds op mij brood gehad. Het zwarte vlees kost ± ƒ 2,50 p.p. wat eten betreft dus geen zorgen vergeleken met het land ten N. van de Waal.
Alle dorpen van B.W. behalve Bommel, (sorry stad!) Gameren, Nieuwaal, Zuilichem, Hulst en Poederoyen zijn thans geëvacueerd. Bovengenoemde oorden zitten niet alleen vol met mensen uit de andere B.W. dorpen, maar ook met mensen uit het land van Altena. Daar is de hele Maaskant eveneens geëvacueerd, benevens Wijk, Aalburg Neerandel langs de oude Maas. Het gaat soms gek met de evacuatie Op Andel mocht b.v. blijven zitten, Neer Andel moest weg, hoewel Op Andel Z. ligt van Neer Andel. Thans is er aangeplakt dat alle evacués in de overgeschoten B.W. dorpen voor 1 Febr. Moeten evacueren en wel uit de B.W. Met handbagage naar Schalkwijk lopen en dan per trein naar het heet naar de N. provinciën. Wij verwachten dat eert de evacués er uit moeten en dan de ingezetenen zelf.
De oorlogstoestand: Ammerzoden is practisch in puin geschoten evenals Hedel. Op Well vielen gemiddeld 100 granaten per dag. In Bruchem en Kerkwijk nog niet veel granaten, wel een bomaanval met Jabo’s op een geschutsopstelling. Daarbij ± 10 burgers dood door ontploffen van munitie in een in brand gebombardeerde boerderij. Burgers gevallen bij het blussingswerk. In Gameren heeft, toen het hier indertijd vol zat met valschermjagers, een generaal zijn kwartier gehad. Het kwartier, een grote villa, moest door bewoners verlaten worden. Op Oude-jaarsdag een Jabo aanval. Villa in puin generaal net afwezig ± 30 officieren †. Bij porties begraven in Brakel, Gameren, Bommel. In ieder dorp werd gezegd, dit zijn ze allemaal. Na de aanval werd om Gameren, heel wat lichte Flak samengetrokken. Een batterij 4-pijpers op de Waaldijk. Een paar dagen later 4 salvo’s van 4 schoten, op ± 50 m van de stukken. 3 Burgers gedood, waaronder de vrouw en dochter van onzen arbeider. Geschutsopstellingen worden vaak plotseling beschoten met artillerie. Een paar salvo’s en meestal doel. Als hier een geschutsopstelling staat ben je in de buurt niet veilig. In mijn dorp zijn nog geen granaten gevallen. In Zuilichem was ik op een middag toen ik voor het eerst granaten over hoorde janken. Ik was op Waaldijk in de buurt van de kerk. Ze sloegen aan de overkant van de Waal in. Het doel was het veer. Verschillende veren zijn aangelegd in elk Waaldorp één. Op ±800 m. heb ik het beschieten aangezien. Het was knap raak. V1’s komen hier nog steeds over. Ettelijke zijn er al in de B.W. neergekomen ±300. Soms vliegen ze in volle vaart tegen de grond. Een andere keer houden ze op met ronken, storten direct neer of zweven nog een eind verder. Hier uit het dorp zijn er al heel wat ruiten van kapot gegaan. De dichtstbijzijnde is op ±800 m. gevallen. Werkelijke uitwerking 1/10 van de propagandistische. We zijn er al ettelijke keren voor naar de kelder gelopen. Je went er echter weer aan. Aan het knallen. Ze maken een hels lawaai, hoor je al gauw of ze neiging hebben om neer te storten.
Alle schoorstenen van de steenfabrieken in de B.W. zijn opgeblazen. Ze blazen ze zo op dat ze als een zoutzak in elkaar vallen. Ze hebben ze niet laten “kantelen”.
Met het offensief van de D. in de Ardennen hebben ze kort daarna geprobeerd over de Bergse Maas te komen. Met een hels trommelvuur zijn ze afgeslagen. Van Genderen, Babylonienbroek, Eethen en Dussen {in het land van Altena} moet niet veel meer over zijn. Met dat trommelvuur werd gezegd, “de Tommies zitten in het hand van Altena” toen ik er ging kijken. Ben in Wijk geweest tot aan het spergebied. D. zaten rustig te kaarten.
Thans is het land van Altena vanuit de B.W. niet meer te bereiken. “Gesperrt”. Paarden zijn hier practisch niet meer. Bijna allen gevorderd. De D. rijden met de gekste voertuigen. Zelfs de oude wagens uit de B.W. welke eigenlijk in het museum moeten staan worden gebruikt. Sommige wagens zijn wel 100 jaar. Koetsjes komen nog langs. Zelfs hondekarren, eens een kinderwagen, of een slee, of een trekkarretje.
’s Nachts horen we hier regelmatig kanonvuur en gemitrailleer. Vannacht is om ±5 uur een hevig granaatvuur los gebarsten. Er tussen door volop gemitrailleer. Het ging door tot vanmiddag ± half vijf. Er zijn thans weer bergen nieuws. Weer zijn de Tommies in het land van Altena. Ze zouden er op 4 plaatsen over de Bergse Maas gekomen zijn. Zelfs wordt gezegd dat ze al in Nederhemert zitten. Het zal voor hen die het geloven wel weer een bittere teleurstelling zijn. Wat de arbeidsinzet betreft, hier zijn bekendmakingen op 3 Jan. aangeplakt, gedateerd 14 Dec. ’44 dat alle mannen van lichting 1895-1928 een oproep zullen krijgen. Ze moeten zich ophouden op hun woon of verblijfplaats. We hebben hier verder nog niets gehoord. Sinds de moeilijkheden in Sept., de SS hield hier toen huis onder de mannen, hebben de mannen geen moeilijkheden meer ondervonden. Zelf ben ik daarom ook bang om over de Waal gezet te worden. Slechter eten en jagerijen en verder van het front. De bevolking laat zich hier niet gauw wegschieten. Uit zichzelf evacueren ze niet.
Tiel is nog Duitsch. Langs de Waalkant van Tiel tot en met Waardenburg zijn de dorpjes eveneens geëvacueerd. Geldermalsen zou beschoten worden.
Nog altijd doe ik iets voor de voedselvoorziening. Sinds 7 Januari ben ik bestuurder van een gaarkeuken en afgericht om evacués te voederen die niet kunnen stoken en geen boer zijn. Dit baantje zal binnenkort wel weer aflopen. 12 ambachten,13 ongelukken. Verder geen nieuws meer te schrijven. Wens U allen het beste. Groeten aan Oswald. Fijn dat U een brief mee kon geven. Mijn vurigste verlangen is hier te blijven.
Sterkte en zegen
Barend.

25 januari 2020

Donderdag 25 Januari 1945. Oos : Vandaag weer naar de wiskunde cursus. Het gebouw is niet verwarmd, en de ramen zijn stuk in de zaal.

25 Jan
De koude op het lab wordt steeds hinderlijker, ik kom nergens meer toe, niet eens tot lezen. Nu begrijp ik pas goed wat het voor hen in Holland betekend. We hebben hier nog goed te eten. Het verkeer in S-Bahn en tram wordt ook verminderd. Als de sneeuwbal eenmaal rolt…
Vandaag weer naar de wiskunde cursus. Het gebouw is niet verwarmd, en de ramen zijn stuk in de zaal. Ik heb ogenblikken gehad dat ik weg wilde lopen. Zoals Jan het uitdrukte: “Je moet voorzichtig lopen anders breken je voeten af!”  Deze cursus zullen we wel niet tot het einde horen, hij loopt n.l. tot April.
Jan Egberts weer op bezoek, de traditionele pannekoeken zijn er weer. Hoe lang nog vragen wij ons af. Dit is de grote vraag die zich steeds weer opdringt. En wat volgt direct daarachter aan.
Vluchtelingen, overal vluchtelingen. De S-Bahnen zijn overvol met vluchtelingen. ‘s Morgens om zes uur tot ’s avondslaat. Verhalen over tochten van ettelijke dagen op open wagens, waarbij voeten en handen afgevroren zijn, doen geregeld de ronde. Waar moet dat heen? Zijn ze van plan heel Duitsland in Berlijn te evacueren? De ellende is al enorm. Maar ze wordt nog groter als er straks geen eten meer voor al die mensen aanwezig is. Een rugzak en wat eten, dat is alles wat ik op te ogenblik hard nodig heb.

24 januari 2020

Woensdag 24 Januari 1945. Oos : Het Wehrmachtsbericht is catastrofaal, alle delen van het front tussen Krakau en de Oostzee in beweging.


24 января 1945 (Januari in het Russisch)
Een merkwaardige dag. Het Wehrmachtsbericht is catastrofaal, alle delen van het front tussen Krakau en de Oostzee in beweging. Het effect op het personeel van Chm/E is merkwaardig.
Daar gaat Hoffman plotseling doen of hij flauw valt, er is een toneelspeler aan deze vent verloren gegaan. Frau Kontovsky kijkt op de kaart en zegt “Oh, oh, das ist slimm, ich muß gleich Kacken gehen”. Lange gezichten maar dan plotseling een overmoedige, baldadige stemming. Er worden hopen moppen getapt, het is werkelijk een merkwaardige reactie.
En nu mijn eigen gevoelens op deze merkwaardige dag, misschien wel een dag als geen andere in mijn leven. Je weet maar niet wat er allemaal gaat gebeuren.
De Let heeft zijn puntbaardje afgeschoren, en ziet er nu veel beter uit. Hij informeert naar de mogelijkheden om kleren te kopen, potten, pannen enz.enz. Hij vult ook met enige moeite een hele stapel papieren in.
Het is koud, het begint te sneeuwen. Het Wehrmachtsbericht beheerst de stemming. Hoe ver gaat het offensief van de Russen nog door? Iedere dag nieuwe maatregelen in verband net de kolenschaarste. Minder bussen, minder treinen, geen gas. Langzamerhand Hollandse toestanden. En tòch gaat het nog, een beetje warmte hebben we nog, maar het zijn wel de laatste kolen die we gekregen hebben.

Jan : 


Woensdag 24 Januari 1945. 
Ook het weermachtsbericht brengt niet veel bijzonders, alleen dat ze steeds vooruit gaan. Oswald heeft al aardig pijn in zijn buik, hij was vanavond al aan het boeken pakken, om die bij anderen onder te brengen. Ik voel er niets voor om, als er een eventueel ontruimingsbevel komt, mee te gaan, ik geloof, dat ik veel beter inde kelder kan blijven zitten en een eventuele strijd om de stad over me heen kan laten gaan. ik heb al veel te veel ellende gezien bij die vluchtelingn; vervoer op open beesten- en kolenwagens is ook geen lolletje. Velen vriezen handen en voeten af, en te eten krijg je niets. Bij tientallen sterven ze tijdens het transport, vooral de zwangere vrouwen die bevallen. En dan mag je nog van geluk spreken als je het gedrang op de perrons overleeft. Gisteren kwam het bericht dat een van de arbeiders uit het Gummimagazijn Zondag in Küstrin omgekomen was. hij was in het gedrang op het perron gevallen, en in den meest letterlijken zin van het woord onder de voet gelopen. Als het dus eenigszins kan, zal ik proberen zoo iets te ontloopen.
Ik ben alleen voor één ding bang, en dat is, dat de Duitschers met een of andere nieuwe wapens tegen de Russen komen. Uiteraard zal de uitwerking daarvan niet prettig zijn, anders was het geen nieuw wapen, maar m.i. moet dat onvermijdelijk de gasoorlog uitlokken. En dat is het einde van alles, daar komen we niet door.



23 januari 2020

Dinsdag 23 Januari 1945. Oos : De jongeman van 16 of 17 jaar, die een week geleden soldaat werd, is al weer gewond terug.


23 Jan 19445
Op de fabriek is het koud. Geen animo veel in het dagboek te schrijven, en dan moet ik nog wel drie dagen bijhouden. Het is wonderlijk hoe een grote invloed de temperatuur op je activiteit heeft. Je komt tot niets als je kou zit te lijden. De toestand aan het Oostfront beheerst de gesprekken. Helga heb ik verteld hoe de toestand in Holland is en ze probeert er lering uit te trekken. Wat zullen deze mensen allemaal nog door moeten maken, (en wijzelf ook!) waarschijnlijk meer dan in Holland nu geleden wordt. En wat is er nu nog veel te doen. Alles wat je hebt omzetten in etenswaren, gedeeltelijk hier, gedeeltelijk op andere plaatsen opslaan. Spiritus branders kopen, spiritus “organiseren”, brandhout en kolen verzamelen. Tenminste als je gedwongen bent in Berlijn te blijven.
De jongeman van 16 of 17 jaar, van het Clb, (Stoltz), die een week geleden soldaat werd, is al weer gewond terug. De wond is geloof ik niet veel, maar het is wel erg wat hij allemaal heeft meegemaakt. Drie schoten met een geweer gelost, soldatenkleren aan en vooruit maar, de soldaat is klaar. 5 dagen zonder eten, en met de Russen in contact geweest. Verder een overhaaste vlucht. Hij heeft op, Polen geschoten. Het is toch wel bar dat dergelijke kinderen als soldaat worden gebruikt.
Thuis begin ik met een lang gesprek met Frau Lisureck. Een vluchteling, een Let, slaapt op de plaats van Ophalvens. Het is een groten vent, hij heeft een snor en baard laten staan. Zijn Duits is juist genoeg om een behoorlijke conversatie te voeren. Hij is gevlucht voor de Russen, en hoopt dat die niet verder komen dan de Oder. Zijn familie is gebleven. Hij is gevlucht, wetende wat de Russen voor mensen zijn, zegt hij. In ieder geval heeft hij ervaring die wij niet hebben, vriend van de D, is hij ook niet. Hij werkte bij de AEG in Riga.


Jan : 

Dinsdag 23 Januari 1945.
Tot mijn enorm leedvermaak hebben ze hier voor Belijn ook het gas geheel afgesloten. Ze leeren hier nu ook, wat een oorlog betekent. Voor ons is het ook wel wat lastig, maar dat heb ik er graag voor over; we zullen ons niet laten kisten, thuis zitten ze al drie maanden zonder gas en zolder kolen nog daarbij. Wij moeten dat kunnen verdragen. Overigens was er vanavond nog steeds wat gas zoodat ik nog zelfs aardappels heb kunnen koken. Die Duitschers slikken toch ook maar alles, bij ons zou het toch maar niet mogelijk zijn, dat ze van vandaag op morgen eenvoudig het gasgebruik verbieden! God zij dank dat we tenminste nog die electrische kookplaat hebben! Dat is onze redding, want met twee man op één kachel koken gaat niet, trouwens daarvoor hebben we niet genoeg kolen. Maar we moeten oppassen dat niemand het te weten komt, want anders kost het ons de kop.



22 januari 2020

Maandag 22 Janiari 1945. Oos : Het Admiraalsbad is een plutocraten instelling met massagebaden en zo, ik ben maar weer gevlucht.

Maandag 22 Jan.
Laat op. Geprobeerd een badhuis te vinden om me te wassen. In de Gartenstrasse gesloten. In station Friedrichstrasse ziet het er vies uit, is meer voor reizigers geloof ik. Admiraalsbad: voor de deur kom ik Helga tegen… dat gebeurt ook niet veel, dat je hier in de stad kennissen tegen komt. Met haar gewacht, ze had afgesproken met Werner en Frl Springer, en die komen niet opdagen. Het Admiraalsbad is een plutocraten instelling met massagebaden en zo, ik ben maar weer gevlucht. Thuis heb ik me toen maar gewassen, met een paar pannen warm water bij de warme kachel. Het is natuurlijk de kolennood, die al deze instellingen de een na de ander tot sluiten dwingt.
Met Pieter Bos naar Rahnsdorf. Heerlijk schaatsen gereden op de doorlopers, geweldig snel op het grote meer. Het is weer eens heerlijk er volkomen uit te zijn en te genieten van de vrijheid, zij het dan een zeer beperkte vrijheid.
Kennis gemaakt met een Française. Een heel gewoon juffertje uit Parijs, maar je ziet er toch direct de Française aan, de “elegance” in de meest eenvoudige bewegingen. Schaatsen rijden heeft ze hier geleerd, dit jaar.
Goed gegeten in het restaurant, en na een glijpartij in een koude trein naar huis.
Flanelletje gewassen in de kou, met koud water en bij iedere aanraking een schok (electrisch). La Terre uit gelezen. Een prachtig boek, dat het leven van boeren geweldig goed weergeeft.
Hans is weer eens ziek, “fieberhafte Grippe”. Zijn etensbonnetjes laat hij op de fabriek liggen, zonder ze aan ons te geven.

Jan : 


Maandag 22 Januari 1945.
Vanmorgen ben ik weer eens naar de bioscoop  geweest. Het was notabene een wereldpremière die ik zag: Soltstin: Anna Alt”. De film was niet onaardig, beter in ieder geval dan de “Philharmoniker”. Ik geloof dat ik dat meer ga doen, zoo op Maandagochtend. Heel toevallig had ik in de krant ’s morgens juist een critiek gelezen.
Overal zie je vluchtelingen. Honderden en nog eens honderden vrouwen en kinderen met een klein beetje bagage. Soms is het wel een zielig gezicht, maar veel medelijden kan ik er niet mee hebben, het is hun eigen schuld dat het zoo ver gekomen is.
Tot zelfs Posen wordt al ontruimd. In de trein sprak ik met een vrouw uit Posen, die vertelde dat het niet eens meer een evacuatie was, maar een wilde vlucht. Wie niet op de bepaalde tijd op de plaats van samenkomst was kon gaan lopen!
De Volksstorm is ook gealarmeerd. Velen moesten zich al melden, en al die kerels hebben natuurlijk hevige pijn in hun buik. Zondagmorgen om twee uur werd in Blankenburg de Volksstorm uit hun bedden gebeld, omdat er alarm was: ze dachten dat de Russen parachutisten neer wilden gooien! Daarbij was er geen vliegtuig te zien.

21 januari 2020

Zondag 21 Januari 1945. Oos : Een etude van Chopin, die Mams vaak speelde als we in bed lagen als kleine jongens.

 Zondag

Naar de Film: een Franse film. “L’ inevitable monsieur Dubois” erg aardig, grappig. Bij iedere Franse film voel je wel dat er meer geestigheid, luchtigheid in zit dan in de Duitse. De Wochenschau vertoonde wel plaatjes over de aanval in de Ardennen, met dode Engelsen, maar geen plaatjes over het Oosten.
Bij Jan Egberts gegeten. Boos gemaakt op Jan, omdat die zo echt passief deze tijd meemaakt. Maak een voorraad eten zeg ik, zorg voor kaarsen voor een fiets of iets dergelijks enz. enz. Kortom: bereid je voor op een tocht naar Holland, en zorg dat je dan niet aan een of andere kleinigheid gebrek hebt. Jan vindt dat hij niet sparen kan…
Naar Rahnsdorf voor de brieven. Het lukt natuurlijk niet, de man is nog niet terug geweest. Prachtige wandeling bij helder weer over het ijs en later door het bos richting Friederichsfagen.
Bij Roselaar treffen we weer Hageman, die deze keer zijn collega in nood, een zekere Dr Hamann, een leraar, heeft meegenomen. Deze Dr Hamann is een bijzondere vent, een van de aardigste D. die ik hier ben tegengekomen. Hij heeft zeer veel respect voor de Hollanders, en protesteert als Jan zegt, dat we toch wel een beetje “ingeslapen” waren. De man heeft goed uit zijn ogen gekeken, moet ik zeggen, en hij beoordeelt de Hollanders naar het slag boeren van Groningen, de tuinders en de kwekers. Dat is een betere grondslag dan die Helm, die naar de arbeiders die met geslachtsziekten komen kijkt als representanten van een volk.
Het pianospel van Hageman was weer prachtig. Een etude van Chopin, die Mams vaak speelde als we in bed lagen als kleine jongens, maakte me helemaal sentimenteel. Een paar etudes van Bach waren er nu bij, en verder natuurlijk de Wanderer e.d. Helm en Groenhart komen natuurlijk vaal te laat. Wij (Jan en ik) nemen afscheid tegelijk met de pianist en Dr Hamann, omdat we verwachten dat Helm met zijn opmerkingen de avond wel weer zal bederven.
Over Dr Haman zou veel te schrijven zijn, b.v. dat hij gewond is, een jaar verlamd was, en nu weer naar het front gestuurd wordt hoewel hij niet eens een rugzak kan dragen.
Gezellig nog wat geboomd met Jan.



Jan : 

Zondag 21 Januari 1945.
Vanochtend wilde ik , ouder gewoonte, weer proberen kaartjes te pakken te krijgen voor het Zondagsche concert in het Admiralspalast, maar het ging niet door, aangezien het concert uitviel. Dat was dus pech.
Daarna naar Fred toe. Die beviel me heelemaal niet. Hij wordt zoo apathisch, en klaagde er bovendien over, dat hij zoo weinig slaap kreeg. Ik hoop van harte voor hem, dat hij zijn 8 urendienst terugkrijgt. Ze staan wel met drie man aan de slijpmachine, maar de een, een Duitscher wil geen 8 urendienst maken, daar hij dan te weinig te eten krijgt. Beroerling. Verder klaagde Fred er over dat wonden en zoo bij hem niet dicht willen, en direct gaan zweren. Ik zou hem zoo graag willen helpen, maar ik weet alleen niet hoe.
’s Avonds moesten we weer naar Frl. Rose, waar Hageman weer speelde. Het was weer een onvergetelijken avond. 
...

Maar het meest bijzondere van den avond was de kennismaking met Hagemans superieur, een kapitein der Infanterie dr, Hamann. Philoloog, rector van een gymnasium. Een buitengewoon sympathiek iemand en zeer hoogstaand. Hij zeidingen over Holland, die wij ons zelf nog nooit gerealiseerd hebben, en wist misschien nog meer van ons volkskarakter dan wij. Hij had een Groningsche vrouw, en had zelf gestudeerd behalve in Duitschlandzelf, in Groningen, Sheffield en Parijs. Dezen oorlog zag hij als een strijd tusschen religie en goddeloosheid, als een religieuze crisis, en hij voorspelde dat deze oorlog, zooals zoovele revoluties van vroeger juist het tegengestelde bereiken zou van wat hij gewild had. Hij noemde het “hyperis”. Oswald en ik waren het er na afloop roerend over eens, dat we deze kennismaking aan moeten houden. Dr, Hamann had aan het Oostfront een tweetal schoten in zijn ruggegraat gehad, en een in zijn schouder, tengevolge waarvan hij anderhalf jaar volkomen verlamd had gelegen. Langzaam aan was het iets beter geworden, maar veel verdragen kon hij toch niet. Hij behoefde maar een beetje ongelukkig te vallen, en het was mis. Niettemin was hij over 8 weken weer KV (Kriegsverwendungsfähig)! Op onze vraag of hij niet door zijn gymnasium vrijgesteld kon worden antwoordde hij, dat de voorzitter van de raad van toezicht dat niet durfde, uit angst om bij Himmler in een reuk van sabotage te komen. En zoo’n iemand, dien het gymnasium dringend nodig heeft moet over 8 weken als patrouilleleider (want dan hoeft hij alleen maar een revolver vast te houden) naar het Oosten, en dergelijke nietsnutten als Ziegenhagen loopen vrij rond. Het is Godgeklaagd. Maar als het Duitsche leger al zulke menschen oproept, wat moeten ze dan een menschengebrek hebben!



20 januari 2020

20 Januari 1945. 32e Vergadering van de Spreekrans. Booze tongen beweren dat de dagen van de Spreekrans geteld zyn.





Zaterdag 20 Januari 1945. Oos : De spanning over het verloop van het Russisch offensief wordt ondraaglijk.


Zaterdag 20 Jan.
Een pestdag. Het is koud in het lab. Hofmeijer met zijn pedante gezicht komt natuurlijk ‘s middags kijken, omdat het vandaag de eerste dag is dat er gewerkt wordt op Zaterdag middag. Jan heeft vrij en gaat om half één weg. De spanning over het verloop van het Russisch offensief wordt ondraaglijk. Het blijkt dat van Duitse zijde het offensief aan een andere kant verwacht is. In het Zuiden rukken de D. op, noordelijker de Russen, in een razend tempo. Het ziet er naar uit dat dit het laatste grote offensief is. En wat dan? Er doen zich duizenden vragen voor, waar geen antwoord op te geven is. Wat gaat er met ons gebeuren? De Duitse mannen gaan met de Volksstorm weg, maar de buitenlanders? Dit weekend verwacht ik wel een of andere rare gebeurtenis. De spanning is te vergelijken met die in de dagen vóór mijn vertrek hierheen. Je mist ieder aangrijpingspunt.
Na werktijd met Helga naar het station gelopen. Ze heeft wel goed door wat er gebeurt in de wereld: ze bood min of meer haar excuses aan voor de soep die ze had laten staan deze week, en waarover ik me geërgerd heb.
Spreekrans vergadering. Een groep van 5 man. Het wordt wel minnetjes langzamerhand, maar het is vandaag juist bijzonder gezellig. We behandelen diepgaand het probleem van “wat er met ons moet gebeuren” als de oorlog op een eind loopt. De conclusie is: we weten niets, we moeten afwachten wat er gaat gebeuren. De voordacht gaat over de toekomst van het toneel in Nederland. Erg aardig, de gedachten uitwisseling achteraf is vooral prettig.
Jan en ik nemen nog even een afzakkertje na afloop. Verder het laatste restje Deense kaas op een beschuit.



Jan :


Donderdag 20 Januari 1945.
Het legerbericht is nauwelijks te volgen, zoo hard gaat het. Zou dit nu werkelijk het eind zijn van dit alles? Ik moet zeggen, dat ik liever de stormloop vanuit het Westen verwacht had, maar hoe dan ook, alles is welkom, wanneer het maar een einde aan dezen oorlog maakt. Wij hebben niets meer te verwachten. 70 km. Zitten ze van Breslau. Ik ben benieuwd of het nu als een lawine doorrolt, of dat er nog een linie achter Breslau komt, waar ze de Russen tegen kunne houden. Een prettig weekend is het voor de Duitsers in ieder geval niet, die voldoening hebben we.
Een deel van de avond hebben we besteed aan een gedachte uitwisseling over den stand van den oorlog. Er waren twee meeningen: de een zei: weglopen als de Russen komen, en de ander: rustig hier blijven. Tenslotte zijn we het er over eens geworden, dat dat laatste toch wel het verstandigste is. Oswald vooral is ontzettend benauwd, hij is er vast van overtuigd, dat het voor ons op Siberië uitdraait. Ik voor mij geloof niet, dat het zoo’n vaart zal loopen, en als het gebeurt, soit dan.
We zullen daar ook wel weer doorheen rollen. Maar ik zou graag Vader, Moeder en Lydie weer terugzien.



19 januari 2020

Berlijn 18 Januari 1945. Brief 133. Van mijn gipsmasker heb ik nu ook een afdruk in doorzichtige kunststof gemaakt.

Zoals uit het dagboek blijkt is deze brief nooit verstuurd.
133
Berlijn 18 Jan 1945
Lieve P. M. en L.
Nauwelijks heb ik brief 132 klaar, of ik begin al weer aan een volgende. Mijn vorige brief heb ik besloten met een optimistisch “tot ziens”, maar daar is niet veel van gemeend. Ik weet wel zeker dat het nog lang duurt voor we thuis komen, ook al is de oorlog morgen afgelopen. Naar de opgewonden geruchten te oordelen zijn de berichten vandaag ook weer niet best, de Russen komen gevaarlijk opdringen. Misschien kom ik hier ook nog aan de beurt voor “spitten”. In ieder geval zal ik mijn spulletjes inpakken en mijn boeken e.d. bij iemand opslaan, want je kunt in deze tijd en iedere dag plotseling weggehaald worden. Ziezo, dit is de portie pessimisme die ik vandaag moet lozen, nu gaan we gezellig worden.
Zondagmorgen heb ik tegenwoordig een andere bezigheid dan uitslapen: er draait in een bioscoop hier een Franse film. Het is erg aardig een originele Franse film te zien. En ook het publiek geeft je de illusie met vacantie in Frankrijk te zijn. De films die er vertoond worden zijn natuurlijk niet veel waard, maar dat is niet zo erg.
Van mijn gipsmasker heb ik nu ook een afdruk in doorzichtige kunststof gemaakt. Het is een eng gezicht. Je kunt het masker als boksbal gebruiken, je kunt de neus draaien enz. erg grappig. Van onze buurman Jansen moesten jullie thuis ook zo’n masker hebben. Het is jammer dat de pakketverbinding met thuis verbroken is, anders zou ik mijn kunsthoofd naar huis toe sturen. Het doet denken aan een stijve griesmeelpudding wat de consistentie betreft. Later zal ik thuis nog eens een echte pudding maken in de vorm van mijn eigen hoofd, en die pudding doe ik dan aan tante Fie cadeau! Maar laat ik niet al te luguber worden, de tijden zijn al luguber genoeg.
In Holland zal het wel steeds regenachtig zijn, want hier sneeuwt het voortdurend. Dan dooit het weer eens weg, dan vriest het weer een paar dagen en zo sukkelen we de winter door. Ik hoop maar dat het niet al te erg wordt met de vorst, want dan is het voor jullie geen leven meer zonder verwarming. Voor ons maakt het niet veel uit. Ook al zitten we in de kou, dan is het nog niet zo erg want we hebben nog goed te eten. Vooral als je niet te veel rookt, en wat sigaretten ruilt tegen levensmiddelen.
Zaterdag zijn Jan de Boer en ik naar een Russ. Boekhandel geweest. Je kunt daar n.l. kalenders krijgen, die in het D. niet meer gedrukt worden. Alleen al om schele ogen te fokken ben ik dus gauw naar die boekhandel gestapt en heb me een kalender aangemeten, die nu netjes op mijn bureau prijkt. De dagen van de week en de maand heb ik gauw even geleerd, zodat die rare letters me niet meer storen.
Deze week ben ik ook even in de Vlaamse boekhandel geweest, waar ik o.a. een boek gekocht heb over Ernest Claes. Herinneren jullie je nog dat we met die baardmans in de trein naar Auvergne gezeten hebben? (Oscar en Omar, ik hoor het hem nog zeggen. Dat is al weer bijna 20 jaar geleden denk ik!) Jammer dat de boeken die ze daar hebben bijna allemaal een politieke basis hebben, en daar heb je zo weinig aan.
Voor Lily heb ik een droevige mededeling: haar lieve mooie spiegeltje is gesneuveld. Het is van boven uit de kast helemaal op de grond gevallen, aan stukjes natuurlijk. De brokken heb ik weer aan elkaar gelijmd, maar het is toch niets meer waard. Daar heb ik me nu bijna twee jaar mee geschoren, ik ben er altijd voorzichtig mee geweest, en daar gaat me dat ding kapot. Ik heb er bijna van gehuild…
Als ik me zo voorstel hoe jullie in het donker zitten, dan moet ik steeds weer denken aan die electrische installatie van Leen Punt. Waarom hebben we er toen zelf niet een gemaakt, vraag ik me dan af. Toen ging het nog, en nu gaat het beslist niet meer. Een mens is altijd te optimistisch. Stel je voor, een “vaantje” boven het huis en licht in de kamer, als het flink waait genoeg om te koken ook. Is er met de dynamo van een fiets niet iets dergelijks te maken? Het is maar een idee. Als ik hier een vaste woonplaats had, zou ik beslist dergelijke apparaten in voorraad maken. Je kunt maar nooit weten, of het hier ook nog zo ver komt.
Volgende week begint de cursus wiskunde weer, waar ik natuurlijk weer heen ga. Twee avonden in de week zijn we daar weer zoet mee. Gelukkig kost het maar een half uur eigen tijd, de rest gaat in fabriekstijd. Dan is het nog wel te doen, anders kom je ’s avonds niet uit met je tijd.
Gisterenavond was Jan Egberts weer hier, en we hebben, zo als gewoonlijk weer pannekoeken gegeten. Erg gezellig. Jan heeft betere verbindingen met thuis dan ik, ik hoop dat jullie zo nu en dan bericht van zijn moeder krijgt over mij.
Deze brief gaat vermoedelijk met een bijzondere gelegenheid naar Holland, ik hoop dat jullie hem een beetje vlot krijgt. De brieven uit Hollend willen nog niet erg komen, maar ik verzoek jullie dringend toch in ieder geval door te schrijven. Ook al is een brief oud, het is altijd prettig hem te ontvangen.
Een kleine ruimte laat ik nog open voor eventuele aanvullingen, en ik besluit dus maar. Maak je niet te ongerust over mij, ik kom op een goede dag wel weer thuis. We hebben het hoogte punt van de chaos nog lang niet bereikt, de verbinding zal wel maandenlang volledig verbroken worden. De laatste loodjes wegen het zwaarst.
Veel liefs
Oswald

Vrijdag 19 Januari 1945. Oos : Na fabriekstijd geprobeerd in Rahnsdorf brieven af te geven aan de rasechte Amsterdamse ober.

19 Januari 1945
Nowak komt weer met een gast op bezoek. Zoals gebruikelijk hangt hij dan een verhaal op over de eigenschappen van de weekmakers. Dat gaat zó vlot, dat ik overtuigd ben dat hij maar wat vertelt, en dat alles precies andersom is. Vandaag vertelde hij dat het idee van die gelatinatie pudding uit het buitenland kwam….   Ofwel hij liegt, ofwel hij bedoelt mij met “het buitenland”.
Na fabriekstijd geprobeerd in Rahnsdorf brieven af te geven aan de rasechte Amsterdamse ober in het Mügelseerestaurant. De reis is iets heel bijzonders deze keer. Ik zit met “Frl. Anton” mijn Russische lerares in de tram. Op de tram wachtend bij Köpenick knoop ik een praatje aan met haar, en in de tram naar Rahnsdorf heb ik gelegenheid tot een langer gesprek. Het is een enorm lief kind, en het verbaast me zo dat ze perfect Duits spreekt. Enfin, het eerste Russinnetje dat ik goed Duits hoor spreken. Als ik uit de tram stap ben ik eerst wat verblind. Er staat een complete sneeuwstorm, en ik zie geen hand voor ogen. Met moeite weet ik het restaurant te vinden, en daar tref ik de Italiaan. Ik ben blij Frans te kunnen praten. Behoorlijk gegeten. De Italiaan laat zich weer verneuken, hij laat de ober bonnen afknippen, (te veel!) en tenslotte krijgt hij geen eten!
Zijn vertrek hangt nu nog op de vergunning van de politie. Verder krijgt hij natuurlijk geen geld gewisseld. Wat een ellende met die man. Hij eet als een uitgehongerd beest, slobbert alles naar binnen, en ik kan me haast niet voorstellen dat deze man vroeger in een beschaafd milieu heeft verkeerd.
De ober die mijn brieven moet meenemen is er natuurlijk niet. Als ik dan tenslotte maar snel vertrek en in de sneeuwstorm kom heb ik de keus; wachten in de koude, of 15 minuten lopen in de sneeuwstorm. Ik zie een lichtje aankomen, en strompelend over hagen en stoepen en vallend over rails weet ik de tram te bereiken, gevaarlijk dicht er voorlangs. Aangezien de tram nog tekenen vertoont door te rijden zonder te stoppen, spring ik nog in de rijdende tram! Met deze grote gladheid geen kleinigheid. De “Schoferin” is een typisch Duits meisje, groot en dik, maar erg vriendelijk en ze wil mijn geld haast niet hebben! Ik kan het niet laten wat met haar te flirten. In Fredricksfagen tien minuten gewacht. Het perron is leeg, ik verheug me op een rustige reis, pijpje rokend tweede klas. Maar de trein is tjokvol met reizigers uit een of andere D trein.
Thuis voor het eerst een onaangename verhouding met Jan dB, na de schone was zouden we van bed verwisselen, was afgesproken. Jan maakt echter zijn bed direct beneden weer op zonder er over te praten. Ik laat dit, na lang beraad, tenslotte niet op me zitten. Je kunt te ver gaan met lankmoedigheid.

Jan :


Woensdag 19 Januari 1945.

Vanavond liep alles verkeerd. Het begon met heel lang wachten bij den schoenmaker. Toen moest ik betalen in de tram (voor de 2e maal al van de week). Vervolgens, in de Invalidenstresse was de straat dank zij een sneeuwstorm veranderd in een ijsvlakte. En toen kwam ik thuis, en daar was heelemaal de duivel los. Ze hebben sinds ongeveer 14 dagen een ontluizingsactie op de verschillende verdiepingen doorgevoerd. Er wordt dan gegoten met een of ander teerpreparaat, wat als eenigste gevolg heeft, dat de luizen uit hun lethargie opgeschrikt worden, en ineens actief gaan doen. Enfin, het stonk ontzettend bij ons was er een enorme rotzooi op de kamer en we kregen klachten van Frau Lisurek dat we een sloop weg hadden gemaakt (waar we overigens geen schuld aan hadden). Bovendien warende bedden afgehaald. Juist had ik mijn bed opgemaakt, toen Oswald thuis kwam en vertelde dat hij in het onderbed wilde liggen. Daar dat indertijd werkelijk afgesproken was, moest ik alles weer afhalen en opnieuw opmaken. Onderhand was de groente aangebrand en stnk de heele verdieping over. Bij het opmaken van het bed kreeg ik mijn hand en beddegoed vol met vieze  bruine teervlekken, die heerlijk kleefden. En tot overmaat van ramp waren onze kolen bijna op. Al met al een avond waarover je jezelf in alle opzichten op zit te vreten. Gelukkig kwamen we met een borrel van Oswald een heel eind in ons normale doen terug.



18 januari 2020

Berlijn 18 Januari 1945. Brief 132 : Na de brieven van Kerstmis, is er alleen nog een brief van Paps (van 6 Dec.) doorgekomen,


Berlijn 16 Jan. 1945
132
Lieve P. M. en L.
Daar begin ik maar weer eens met een groot wit vel papier, in de hoop dat ik het vol krijg zonder al te veel nonsens te vertellen. Honderd twee en dertig schrijf ik op dit vel, hoeveel zullen er nog volgen? Ik hoop maar niet dat ik tot tweehonderd kan doornummeren! Ik krijg er n.l. zo nu en dan echt genoeg van, zo langzamerhand. Bovendien is het zeer onaange

18 Jan 1945. Middenin een zin werd ik gestoord en …. aan het werk gezet. Stel je eens voor, wat een verandering dat plotseling voor me is. Van de schrik heb ik de brief dan ook helemaal vergeten, d.w.z. ik ben niet op het idee gekomen hem in mijn eigen tijd af te maken. Nu ja, een paar dagen later maakt niet veel uit op een paar maanden. Van de schrik ben ik natuurlijk helemaal kwijt wat er wel aan die laatste zin vast hoort. Ik geloof dat ik wilde zeggen dat het verloop van het front in het Oosten doet vermoeden dat de beslissing dáár zal vallen, en niet in het Westen. En dan kan het nog wel eens lang duren voor ik thuis kan komen. We zullen het beste er maar van hopen.
Onze werktijden zijn veranderd, we hebben Maandag vrij, en moeten daarvoor Zaterdagmiddag werken. Totaal werken we nu 48 uur. Het is erg prettig een dag in de week vrij te hebben, je kunt veel karweitjes opknappen die ’s avonds zo slecht gaan omdat je steeds rekening moet houden met alarm. De oorzaak van deze maatregel schijnt te zijn dat er op de stroom bezuinigd moet worden.
We maken het uitstekend, wat de gezondheid betreft. Het eten is best, en bij iedere hap denk ik aan jullie armoedige potje. Ik heb me gisteren ontzettend zitten ergeren aan een stel mensen dat de cantine soep liet staan, uitstekende soep, waar jullie waarschijnlijk een kapitaal voor uitgeeft. En dat tuig proeft er aan, en laat de soep staan. Ik vrees dat er voor dergelijke mensen ook nog wel andere tijden zullen komen. Overigens is het beter aangename dingen te vertellen, ik zal dus maar weer overgaan op iets anders. We zitten ’s avonds tegenwoordig knus bij de kachel. Jan heeft een helder ogenblik gehad en uitgemaakt dat we een langere pijp aan de kachel moesten hebben. Nu staat dat ding midden in de kamer, met allemaal scheve pijpen naar de schoorsteen, maar het is tenminste warm. We maken eerst het eten klaar, en gaan dan, ieder aan een kant v.d. kachel zitten, ieder met een stoeltje onder de voeten, en de pan met eten op schoot. Zo nu en dan nemen we zelfs nog een borrel (van de laatste toewijzing met Kerstmis!) en na afloop steken we een pijpje op, als er dan geen alarm komt is het net of er geen oorlog is. We genieten zo iedere dag tenminste één uur huiselijke rust tegenwoordig. Maar het is altijd haasten om het zover te brengen dat we allebei nog net een uurtje over hebben. Vaak zitten we ook te stoppen en kleren te verstellen. Donderdags komt Jan Egberst altijd, en dan bak ik pannekoeken. Dat is zo langzamerhand “mos” geworden. Hij brengt dan vaak wat aardappels e.d. mee, wat ze in het ziekenhuis te veel hebben. Jan E. maakt het best, maar met zijn werk is het nog steeds niet veel. Hij moet worstelen om de dagen door te komen, van verveling en erger. Gelukkig is dat bij mij anders, ik heb het altijd druk al doe ik even weinig.
En hoe staat het met jullie? Na de brieven van Kerstmis, is er alleen nog een brief van Paps (van 6 Dec.) doorgekomen, daarna niets meer. Ik vrees dat het komt omdat jullie niet meer geschreven hebben. Ik hoop dat jullie mijn krabbeltje ontvangen, en die als aansporing tot schrijven opvatten, want ik wil héél graag op de hoogte blijven met wat er allemaal gebeurt thuis. Mijn  vorige brief staat vol met vragen. Ik zou er nog enkele aan willen toevoegen: Hebben jullie nog wat van Barend gehoord? Is mij fiets na de oorlog nog te gebruiken? Hoe is het in Ouderkerk, staat alles daar onder water? En zo zou ik nog door kunnen gaan. Vooral onder het schrijven word je zo ontzettend nieuwsgierig, en je weet eigenlijk niets.
Zondag kan ik misschien een brief meegeven aan iemand die snel naar Holland gaat, ik zal deze brief maar besluiten en meteen aan de volgende beginnen.
Veel liefs, groet ook alle bekenden, vooral de overkant, van me. Ik kan die uitgebreide correspondentie niet meer aan, en ik beperk me daarom tot mijn ouderlijk huis.
Het beste, en tot spoedig
Oswald

Donderdag 18 Januari 1945. Oos : Vanavond Jan Egberts weer op bezoek. Hij is ook onder den indruk van het Russ. offensief.

18 Januari
Brief naar huis afgemaakt. Nieuwe begonnen die ik meegeven wil. Hans komt in zijn werkkleding op het lab, en in het eerst herkende ik hem niet eens, met zijn pet op. Die Hans heeft het niet best, maar hij slaat zich er prachtig doorheen. Mijn brief krijg ik niet af.
Wehrmachts bericht is vandaag het onderwerp van gesprek. De Russen trekken op met een enorme snelheid. In de V.B. van vanmorgen wordt gesproken van een front van 150 km diepte. Er is nog geen offensief van de Russen met een dergelijke snelheid begonnen. Het is duidelijk dat de voorste stellingen volledig overhoop gelopen zijn. Ver naar achteren proberen de reserves en de volksstorm een nieuw front op te bouwen.
Vanavond Jan Egberts weer op bezoek. Hij is ook onder den indruk van het Russ. offensief. Wie is dat eigenlijk niet? Het gaat wel te hard, en aan de verkeerde kant.
Voor het eerst sinds we hier in Berlijn zijn, kwam er alarm op een ogenblik dat vele mensen het wensten: n.l. om 5 uur ’s morgens. Jan stond net op het punt te vertrekken. Mij kostte het helaas een heel uur slaap.

Jan : 


Donderdag 18 Januari 1945.
Vanmiddag was het weer een mijlpaal in mij AEG bestaan bereikt: de 5000e defobepaling. Ik had een speech verwacht, en een lintje plus een enveloppe met inhoud, maar niets daarvan.
De Russen hebben ineens zoo’n enorme opschuif genomen, dat het Oostfront nu het eerst in het legerbericht genoemd wordt. Het ziet er naar uit dat ze, nu het den Amerikanen niet gelukt is, een doorbraak in het Westen klaar te krijgen, zelf het initiatief in handen willen nemen.



Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...