29 februari 2020

29 Februari 1945. Bestaat niet. 1945 is geen schrikkeljaar.

Wel is er reden iets te vermelden dat de jongens niet opgeschreven hebben.  Ze hebben namelijk bij het Zweedse gezantschap een in het Russisch gesteld document laten maken. Een naoorlogs artikel stelt dat het een Nederlandse diplomaat is geweest die dit soort documenten maakte maar dat van Jan is toch echt met de hand ondertekend en niet d.m.v. een stempel.
Een poging het document te vertalen, via OCR en Google-vertaal, levert op dat het document is opgesteld door de Zweedse ambassade afdeling anale zaken, hetgeen niet geloofwaardig geacht mag worden. Dus wie het weet mag het zeggen.



Wat echter wel zeker is, is dat het document stelt, dat de drager onvrijwillig in Duitsland aan het werk is geweest en dus niet onder de collaborateurs gerekend moet worden.

Ondertussen in Holland



28 februari 2020

Woensdag 28 Februari 1945. Oos : De spoorrails steken meters in de lucht, en er staat practisch geen huis meer.

Alarm nr. 218 van 02:30 tot 03:20.
Alarm nr. 219, bombardement nr. 48 van 20:05 tot 21:00.

Woensdag 28 Februari 1945
Weer op gewone tijd naar de fabriek. Het is er nog steeds een lege boel. Riess moet nog steeds lopend uit Rahnsdorf komen, dat is geen kleinigheid. Het Russinnetje is er niet, het pakket van Arnberg bevatte ook voor haar iets, en enkele dingen die ik ze moet geven.
Frau Lisureck begint vanavond over het pakket van Arnberg een pijnlijke geschiedenis. Het is best te begrijpen dat de Denen het uithouden hier, in hun maandelijkse pakket zit meer aan vlees en vet en kaas, dan het totaal van de bonnen over een maand.
Om vier uur sluit het lab, na een opwindend tafereel met een blindganger. Werkschütz en een K.Z. gevangene die de bom moet demonteren. De kop wordt er afgedraaid en tot explosie gebracht. Het fabrieksterrein is voor onze deur afgezet, maar wij moeten in het lab. blijven.
Frl. Mahre, (de Belgische van Clb, Maantje of Godeliefje) zat gisterenavond in de bunker, toen haar huis in puin gelegd werd. Haar kamer zweefde gedeeltelijk, en haar kleren heeft ze gered. De kelder van de buren is ingestort, de mensen liggen nog onder het puin. Voornamelijk buitenlanders.
Om vier uur mogen we weg, ik maak van de gelegenheid gebruik naar Herzberge te gaan. Van Trepton naar Ostkreuz gelopen, het centrum van de bommenkleedjes ligt wel in dit gebied. De spoorrails steken meters in de lucht, en er staat practisch geen huis meer. De reis naar Herzberge is werkelijk verschrikkelijk. Bij Fr.allee is alles kapot.
Om half zeven kom ik in Herzberge aan. Bij de ingang is een huis volkomen plat, bom er bovenop. Maar er staat daar ook geen steen meer overeind. Jan en Hans zijn geen van beiden aanwezig. Na lang zoeken vind ik Witkop, die vertelt hoe het er in Lichtenberg uitziet. Verder een verhaal over een kelder in het Sanitätspark vlak bij het ziekenhuis, waar 25 man dood zijn door gassen van chemicaliën. De Luftschutz wilde ze er niet uit laten! Uit de puinhopen van zijn lab haalde Witkop twee levende konijnen! Er vallen anders wel veel doden bij deze bombardementen.
Als een haas ga ik weer naar huis, om vóór alarm weer thuis te zijn. Jan heeft mijn aardappeltjes gekookt en ik hoop dus nog te kunnen eten ook. Jan Egberts heeft natuurlijk in de Invalidenstrasse op me zitten wachten.
Veel gegeten, een half rantsoen aardappels en wat bonen met een flink stuk boter.

Jan : 


Woensdag 28 Februari 1945.
Vanochtend vroeg alarm van 2.30 – 3.20. Niets gebeurd. …
Zo’n alarm waarbij je niets hoort, gaat toch wel heel wat meer aan je voorbij dan een waarbij je alles hoort. Bij de aanval van 3 Februari hoorde ik alle bommen fluiten, en hoewel toen ongeveer 15 m buiten het bommentapijtje zaten was ik heel wat meer knock out dan Maandag, waarbij we er midden in zaten en we niets konden horen.
Dat die Denen het hier kunnen uithouden wil ik graag gelooven. Ze krijgen namelijk vanwege de Deensche regering maandelijksch pakketten. Voor Arnberg kwam er nog een na, wat hij aan ons vermaakt heeft. Het bevatte:
-         1 groot conservenblik met varkensvleesch in vet.
-         1 klein conservenblik met varkensvleesch in vet.
-         1 kleain blik leverpastei
-         1 pond boter
-         500 gram gerookte wordt
-         1 pond kaas (30+)
-         12 bouillonblokjes
-         1 stuk geparfumeerde eenheidszeep.
Wat een wonder dat ze het heelemaal niet erg vinden, hier te moeten zitten!
Het bevalt ons eigenlijk maar matig, met vier man op een kamer te moeten wonen. We waren enorm verwend, want ook met Arnberg en Breedenfels hadden wij het ondestreden initiatief in alle dingen.
Allereerst stookten we als wij dat wilden, en hadden we de ruimte. Nu hebben we er een tweede tafel bij. Met Barnathan kunnen we heel goed opschieten. Hij heeft merkwaardig genoeg, net zoo hard de pest aan de Belgen als wij. Met Ferny is het anders. Hij heeft doorlopend bezoek, en Belgen kunnen nu eenmaal niet zacht praten, maar moeten altijd schreeuwen. Het eenige nadeel van Barnathan is, dat hij zoo kouwelijk s. hij stookt tot ’s avonds 10 uur toe. Verder vindt Oswald het een enorm bezwaar van Ferny, dat hij snurkt. Mij kan dat minder schelen, ik slaap er wel doorheen, maar hij niet. …
Het dagelijksche alarm viel vanavond van 8.05 – 9.00. vlak in de buurt (Ackerstrasse 46-48) viel een luchtmijn, waarvan we weer de noodige kapotte ruiten gekregen hebben. Paans, die als “hoofd van de luchtbescherming” boven in de gang stond kreeg het bovenlicht van de deur op zijn hoofd. Goed dat hij een helm op had.


Utrecht 21 Februari 1945. Van Mams : Alles is toch maar relatief en ranzige boter blijkbaar te prefereren boven “geen” boter!


Utrecht 21-2-‘45
Mijn Lieve Oosje,
’t Is al ontzettend lang geleden dat ik je geschreven heb. Dat komt dat het erg moeilijk is zich de spreuk van Willem van Oranje eigen te maken: point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer. Als je dat niet in praktijk brengt wordt schrijven een hopeloos iets. Maar zie, het gaat mij nu als jou: ik heb spijt dat ik niet geperseveerd heb, want gisteren kregen wij weer een briefkaart en een brief van je (16 Nov. en 21 Dec.) het was leuk wat van je te horen. Jammer dat je je zoo bezorgd over ons maakt. Er is helemaal geen reden voor. Wij hebben het Koninklijk vergeleken bij vele anderen. Ons voedsel is zwaar gerantsoeneerd, maar toch voldoende dank zij de bijdragen uit O’kerk, volkstuin! Ons licht gaat wel, daar wij toch voor ’t naar bed gaan nog steeds bij een kaars (waarover een witte kap) met de hele familie rustig zitten lezen. Onze verwarming gaat ook wel dank zij indertijd de uit O’kerk meegebrachte brandstoffen, die wij steeds heel zuinig bewaard hadden. Eten koken op ‘t kacheltje ben ik aardig gewend en wij zitten iedere dag te smullen. Paps geniet nu van de meest ranzige kliek boter dat het een lust is. Weet je nog hoe’n gezeur het in O’kerk was met de boter? Ik moest steeds van de ene leverancier naar de andere omdat de boter “sterk” was! Alles is toch maar relatief en ranzige boter blijkbaar te prefereren boven “geen” boter! Verder gaat alles hier zijn gewone gangetje. Ik heb net paps uitgelaten: hij is weer per fiets (waarvoor hij gelukkig een vergunning heeft gekregen) zijn zaken gaan behartigen. Hij blijft dan 3 dagen weg. D.w.z. komt overmorgen in den loop van de middag weer thuis. Thuis zit hij geen ogenblik stil en is zoo mager als een brand… . Maar je weet, hij kan niet stil zitten en rommelt maar steeds wat. Grootmoeder uit de Burgstraat {Marie v. d. Berkhof, grootmoeder van Paps, vaders kant}  noemde dat van haar man “mullen”. Als je er kwam was het altijd: grootvader “mult“ wat in de tuin, of bij zijn kippen of zoo. Alles wat vroeger Dirk deed doet hij nu. En nog veel meer zooals houtjes hakken, voor den kachel zorgen enz. Zooals ik zei dus heb ik hem net uit gelaten en ben nu weer in bed gekropen met mijn briefpapier. ’t Is nog te vroeg voor de kachel en zoo zitten schrijven kan ik niet. Dat is goed voor tante Anna die vriesvast is! Op haar lichaam voelt zij n.l. geen koude en dan begrijpt ze niet dat zij dode vingers krijgt als zij zonder vuur opgeprikt zit te schrijven! Als ik haar was weet ik wel dat ik tot 11 of 12 uur mijn beschikbaar hield om mij erin te warmen. Maar dat kan niet want dat bed moet om 8 uur 15 min. afgehaald worden, om 8 uur 31 min. opgemaakt worden, dan moet er ontbeten worden en om 2 min. vóór negen komt zij naar beneden een kop thee halen. Precies een machine. Ongelooflijk. Koude of geen koude, eten of geen eten, het ritueel mag onder geen beding gestoord worden. Enfin, ’t is háár zaak! En nu mijn lieve Puk wil ik je wel zeggen dat ik spijt heb als haren op mijn hoofd dat ik je indertijd niet heb vastgehouden en dat ik je zoomaar heb laten gaan. Wie weet hoe alles nu lopen zal en wanneer wij je terug zien! ’t Is een afschuwelijke wereld en een mensch moet helaas tot de conclusie komen dat er meer gekken dan wijzen in rondlopen, anders zou het er zóó niet uitzien.
Dag lieve jongen, houd je maar taai en dat wij je maar gauw terug mogen zien. Maak je geen zorgen over ons persoonlijk. Wij rollen er wel door.
Een stevige pakkert van je
Moeder

27 februari 2020

Dinsdag 27 Februari 1945. Oos : De toestand is toch zo dat iedere besmettelijke ziekte een epidemie kan worden.

Alarm nr 217 van 20:40 tot 21:30.

Uitgeslapen. Niemand gaat naar de fabriek, maar Jan en ik besluiten dat één van beiden vanwege het eten wel gaan moet. Om half tien ga ik weg, en om half elf ben ik al ter plaatse. De S-Bahn rijdt al weer over Neuköln naar Schöneweide. De hele buurt bij Ostkreuz is kapot. Ik ben bang voor Jan Egberts en Hans v. Griffen, die krijgen daar altijd wat als het op de spoorlijn gemunt is. Op de fabriek is het een lege boel, de helft van het personeel is niet verschenen, en de andere helft zit niets te doen. Nowak is natuurlijk wel even aanwezig en komt dan naar de afdeling. Je ziet hem hele weken niet, maar na zoiets komt hij altijd direct kijken of de mensen er zijn. Mijn verhalen over de bommen voor en achter het huis maken niet veel indruk.
Helga, Godorr (bij de Volks Storm) Kuschel, de twee leerlingen en Jahn zijn geen van alle aanwezig. Fr Rose zit in een kwade buurt, wordt er verteld, Siegenhagen is er volledig uit gebrand. Vooral de buurten Ostkreuz, Lichtenberg, Rummelsburg is erg getroffen. Weißensee ook. Berto kan dus ook een kwade pijp roken.
Met het excuus van de pokkeninenterij ga ik om twee uur weer weg, na anderhalve portie koolsoep gegeten te hebben. Bij de schoenmaker is alles in orde. Mijn lage schoenen afgegeven, de zool is doorgebroken. Fles wijn afgegeven, waarvoor ik vlees hoop te krijgen.
Bij Dr. Trietzen eerst weer wachten. We zijn zes man sterk, de anderen zijn bang voor de gevolgen! Hoe het mogelijk is snap je niet. De toestand is toch zo dat iedere besmettelijke ziekte een epidemie kan worden. In normale tijden neem je al het risico van een paar dagen ziek zijn, terwijl je dàn bij het begin van een epidemie altijd nog kan gaan inenten. Jammer dat ik voor de andere ziektes als cholera, typhus enz. te laat ben.
Jan v.d. Braak is verontwaardigd dat we hem niet verteld hebben dat hij voor diphterie in zijn bil geprikt wordt. Dan had hij zich gewassen en een schone onderbroek aangetrokken. Hij vindt het oneerlijke concurrentie, vooral omdat de zuster de prik geeft. Van zo’n wachtkamer zou je ziek worden, zeventig patiënten worden er vandaag behandeld. Het is wel een meester in zijn vak, drie patiënten tegelijk, en werkelijk nog goed onderzoeken ook.
Vanavond weer alarm, en ’s nachts om half drie nog eens.
Frederikse vertelt dat hij een paar jongens uit Amsterdam heeft gesproken, die door de honger gedwongen waren te vluchten. En zich daarom bij de O.T. gemeld hebben. Wat een toestanden.

Jan :


Dinsdag 27 Februari 1945. 
Vandaag thuis gebleven en de boel gerepareerd. Een vanonze twee ruiten is gesneuveld, en verder de kozijnen ontzet of kapot. Ik heb er toen maar een paar koziojnen van de kamer achter ons in gezet. Het was een heel werk, vooral omdat ik niets geen apparaten behalve de Spreekranshamer, een schroevendraaier en mij mes tot mijn beschikking had. Maar het lukte toch.’s Middags was er weer paniek in de buurt, het was weer “dicke luft”.de bevolking is enorm verbitterd en angstig. De aanval heeft weer een geweldig aantal dooden gekost, dank zij ingestorte kelders en dergelijke. Zulke openbare schuilplaatsen die niet gehouden hebben zijn officieel door de Partij voor onbruikbaar verklaard, iets wat de stemming nu eenmaal niet bevordert.
Oswald is nog even naar de fabriek geweest, en kwam terug met het bericht, dat Ziegenhagen volledig uitgebrand was. het spijt me ontzettend, maar ik kan het niet erg voor hem vinden. Een dergelijk individu verdient niet beter. Het is het verdiende loon voor zijn “Schleimscheisserei”. {slijmschijterij}. Wat me veel meer spijt is dat naast Pessel een luchtmijn gevallen is. alle ramen en deuren zijn er uit, en de goede man wist niet hoe hij met zijn eene hand alles weer in orde zou krijgen. …
 Ons dagelijksche alarm kwam ditmaal van 8.40 – 9.30. In Schöneweide is weer een luchtmijn gevallen, helaas niet op de fabriek.


26 februari 2020

Maandag 26 Februari 1945. Oos : Veel stof en glasscherven, maar verder gaat het best. Pannekoeken gebakken, en dankbaar naar bed.

Alarm nr. 215, bombardement nr 47 van 11:40 tot 14:00.
Alarm nr. 216 van 20:10 tot 20:55.

Maandag
Riess geeft weer een staaltje van zijn domheid. Ik vertel dat er geen serum is tegen cholera, “Rur” en Pest. Tegen dysenterie (Rur) zou hij zich niet laten inenten, want dat was maar onzin, een beetje Notir slikken en dan was alles over!
Alarm. In de kelder van A3 zoals gewoonlijk. Kuschel is er ook, we kruipen met zijn drieën op een plaatsje waar tenminste twee muren bescherming naar buiten bieden. Ze beginnen al dadelijk met bommen te gooien, en nog wel tamelijk dichtbij. Langzamerhand wordt het ernstiger, en ten slotte dansen we in de kelder. Een juffrouw zit te gillen, het licht gaat uit en er vallen nog maar steeds bommen. We mogen de kelder niet uit. Het alarm begon om half twaalf, en om één uur is alles afgelopen. Gevaar voor een blindganger houdt ons in de kelder. Als we buiten komen (half drie) is er een grote rookwolk over de fabriek. Brandende schepen liggen in de Spree, de F.M.K.-hal staat volledig in brand. Verder liggen er twee kraters vlak voor het gebouw, geen twintig meter van het lab! De kopertrekkerij heeft ook twee treffers.
Riess is weer even op stap door de fabriek, en pas tegen vieren komt hij terug. De hele fabriek is dan al uitgestorven, en wij gaan ongeveer als laatsten weg. Met een stoomlocomotief voor de S-Bahn worden we naar Kölnische Heide gebracht. Vandaar over de rails naar Braunauer strasse, met de trein naar Neuköln en daar een stukje met de U-Bahn, verder naar huis lopen. De U-Bahn is in de Fr.strasse wel op tien plaatsen van grote gaten voorzien. Het brandt overal.
We lopen door Elsasserstrasse en dan door de Bergstrasse naar huis. Het hoekhuis staat in brand, ik wed er bijna om dat ik onze hoek zie branden, maar gelukkig is het niet zo. Wat een bof! Alleen de kamers aan de achterkant zijn door de detonnatie van de brisantbom door elkaar geschud. Veel stof en glasscherven, maar verder gaat het best. Pannekoeken gebakken, en dankbaar naar bed. De Fransen van de kamer achter komen bij ons slapen. Morgen niet naar de fabriek zegt Lisureck! Ze geeft je de excuses in de mond.

Jan :

Maandag 26 Februari 1945. 
Vandaag hadden we weer eens een paar min of meer heete uurtjes. Om 11.40 werd en alarm gegeven, en we hoorden al direct dat het mis ging worden, want de flakzender sprak al van “Bomberstürme”. Het werd dan ook flink mis, en we hebben op de fabriek heel behoorlijk zitten schudden. Een aantal hallen zijn getroffen, resp. uitgebrand, en verder is er ergens een kabel getroffen, want halverwege ging het licht in de kelder uit, en bleef zoo tot het einde. Gelukkig waren er menschen genoeg met zaklantaarns. …
Ons lab heeft weer eens gezwijnd, de bommen zijn er ca. 10 meter naast gevallen. Een groote hoeveelheid bommen is in de Spree gevallen en diverse schepen die er toevallig lagen zijn gezonken. Na het alarm waren onze Italianen met ijzerdraadjes op de ingedeukte kaai aan het hengelen naar doode visschen, die in massa ronddreven. …
Tenslotte zijn we van de Belle Alliance Platz naar huis geloopen, de heele Friedrichstrasse uit. Hier telden we achtereenvolgens 9 gaten in de straat, die tot in de U-Bahntunnel waren doorgeslagen. Geen wonder dat er hier zooveel dooden zijn gevallen. …
… Verder hebben de huizen aan de overzijde van de straat als een hel gebrand, en hebben wij op het binnenplaatsje een aantal staafbrandbommen gehad, die echter niet ontploft zijn. Het was dus wel een tocht door het oog van de naald. Veel schade hebben we, zooals gezegd, niet, afgezien van een paar kapotte raamkozijnen in onze kamer, en wat stukken plafond die naar beneden zijn gekomen. De kamer aan de overzijde van de gang is echter geheel onbewoonbaar, daar zijn de binnenmuren omgewaaid. We hebben dientengevolge een Franschman (Barnathan) en een Belg (Ferny) bij ons op de kamer gekregen.
’s Avonds kwam er weer alarm, van 8.10 – 9.05, tijdens hetwelk we Frau Lisurek hoorden zeggen: “Maar jullie gaan toch niet naar de fabriek toe, morgen?” waarop ons plan meteen gemaakt was: …
Daar de sirenes bij ons nog steeds niet werken, werden de respectievelijke signalen gegeven door rondrijdende auto’s.



25 februari 2020

Zondag 25 Februari 1945. Oos : Moeten ze thuis weten, dat ik hier van een overladen maag niet slapen kan!

Alarm nr. 214 van 20:10 tot 20:55.

Zondag
Vroeg opgestaan en naar de Franse film. Helaas wordt de zelfde film van de vorige week nog eens vertoond… Nu mis ik Hans v G. en moet dus wel naar Herzberge. Jan is niet in een te best humeur, hij zit nu vanmiddag alleen omdat wij naar een concert gaan.
Naar het concert. In de Leipzigerhof heerlijk gegeten en {bonnen voor} 20 gr vet en 200 gr brood gespendeerd. Wel een beetje veel, maar het is dan ook heerlijk. Jan de Boer staat al met Portegies te wachten. De schoenmaker is een dankbare afnemer van concertkaarten merk ik. We horen de ouverture Egmont, het derde pianoconcert en de 7e symphonie van Beethoven, onder leiding van Heger. Hoeveel concerten zou ik nog horen hier in Berlijn?
Hans van Griffen en Joop “de schoenmaker” gaan even mee naar huis. Biertje en beschuit aangeboden, iets wat je ook al niet iedere dag kunt doen tegenwoordig.
Vanavond alarm, er gebeurt niet veel. Heerlijk gebakken aardappeltjes gegeten. Rugzak gedeeltelijk gevuld met de hoogstnodige dingen, eten enz. Vroeg naar bed. Wakker geworden van een overvolle maag. Met Norit en aspirine weer in slaap. Moeten ze thuis weten, dat ik hier van een overladen maag niet slapen kan!

Jan :


Zondag 25 Februari 1945.    {508}
Ik dacht dat er niet veel gebeurd was, met het alarm gisterenavond, maar nu (het is 12 uur ’s middags) ontploffen er nog overal in de buurt bommen (blindgangers of tijdbommen?).
’s Avonds weer het traditionele alarm, van 8.10 – 8.55. Bij ons gebeurde niets.





24 februari 2020

24 Februari 1945. 34e Vergadering van de Spreekrans. Juist toen werd het vredig samenzijn verstoord door het sinister geluid van de sirenes.








Zaterdag 24 Februari 1945. Oos : Pa Harmuth is er ook, in doodskop uniform. Geen prettig gezicht.

Alarm nr. 213, bombardement nr. 46 van 22:45 tot 23:40

24
Om 8 uur de deur al weer uit, snel naar huis en daarna met Jan naar Bothe & Bock voor concertkaartjes. Na een half uurtje zijn we kaartje rijk, ongenummerd eenheidsprijs 4 Mark. Hans Bornewasser heb ik gewaarschuwd dat er gelegenheid was, maar die blijft natuurlijk in zijn bed liggen. Maar als je hem niet waarschuwt, dan zou hij natuurlijk wel gegaan zijn als je maar enz. enz.
Jan en ik wandelen wat door kapot Berlijn. We laten photo’s nemen, over drie weken zijn ze klaar. Maar hoe ziet de wereld en over 3 weken uit?
Wel tien apotheken langs voor pokkenserum: niet te krijgen. Bij Fischer een kijkje genomen, zijn huis is voorzien van een prachtige barricade, maar staat er nog. Gegeten met Jan bij de “Privat Mittagtisch”. Het was weer voortreffelijk.
Om kwart voor vier bij Helga. Te laat, lelijk gezicht van Helga. Mijn klokje is kapot, en bij het laatste feestje kwam Helga liefst meer dan een uur te laat, dus reden is er niet erg voor. Tot mijn grote verbazing was Springertje ook van de partij, met haar broer (in dienst!). Pa Harmuth is er ook, in doodskop uniform. Geen prettig gezicht. Natuurlijk gaat het licht uit van zeven tot negen. De avond is ongeveer hetzelfde als vroeger, gezellig, maar niet bijzonder.
Met de laatste trein naar huis, want als ik bij Tempelhof ben komt er alarm. De bommen vallen dichtbij. Na het alarm met een Fransman uit het lager, die er toevallig ook was, naar Papestrasse gewandeld. De laatste trein naar het Noorden is al weg! Gelukkig komt er nog een ring, maar het is de vraag hoever die nog rijdt. Over Westkreuz komen we tenminste met de laatste trein naar het Lehrterbahnhof en lopen naar huis. Kwart over twee thuis. 

Jan : 

Zaterdag 24 Februari 1945.
Daar we ons willen laten inenten tegen diverse te verwachten ziekten, is Oswald gisteren eens advies gaan inwinnen bij den dokter. Deze entte hem in tegen diphterie en roodvonk, maar de entstof voor pokken moesten we ons zelf bezorgen, zei hij. Vanmorgen hebben we daarom een aantal apotheken platgeloopen. Nergens was de “Pocken-lymphe” te krijgen. We zijn blijkbaar al te laat. Overigens was de morgen toch niet tevergeefsch, want we hebben kaarten voor een concert van de Philharmoniker morgen en verder hebben we een foto laten maken. Ik ben erg benieuwd, hoe die aflopen zal, en of we die nog ooit in handen zullen krijgen, want hij is pas over drie weken klaar.
Na een heerlijke wandeling tusschen de puinhopen van Schöneberg door, op zoek naar een apotheek die pokkenserum had, hebben we in Schöneberg uitstekend gegeten bij een “Privat-Mittagstisch” aan de Kaiser Wilhelmplatz. Werkelijk een portie, waar je je buik aan vol kreeg. Toch heb ik vanmiddag nog wat pokkenserum te pakken gekregen. Nu zullen we ons Maandag maar laten enten.
Ik ben vanmiddag weer eens gaan kijken hoe het bij de familie Hagemann was. daar was ik ongeveer een jaar niet geweest. Ik had vaak gebeld, maar nooit antwoord gekregen, en mijn brief dien ik geschreven had, was ook onbeantwoord gebleven. Ik trof het, er was iemand thuis, een vriendin van Mevr. Hagemann, een zekere Frau von Schreibershofen, die ik daar al eens ontmoet had. Ze vertelde me, dat Mevr. Hagemann ten Zuiden van Arnhem had gezeten, toen daar de gevechten begonnen, en dat ze nu sinds September geen bericht meer hadden. Habemann zat met zijn ministerie in Saksen, maar kon niet naar huis komen vanwege het reisverbod. …
Daarna onze 34e Spreekransvergadering we waren met ons zevenen, alleen Oswald ontbrak; die naar de vergadering van een vriendinnetje was, in Neuköln. Niek Groenhart hield een zeer interessante voordracht over de geschiedkundige ontwikkeling van de scheepsbouwkunde. Het was zeer geanimeerd. En net waren de vragen afgelopen, toen er alarm kwam, van 10.45 – 11.40. de vergadering werd dus (een unicum in de geschiedenis) in de kelder voortgezet en beëindigd. Veel gebeurde er niet.



Bommelerwaard 24 Februari 1945 van Barend aan Utrecht. De baan van de V1's ligt de laatste tijd over ons huis. Soms 5 achter elkaar.


24 Februari 1945
Beste Familie,
Post schijnt er niet meer over de Lek te komen. Van Maut ontving ik een briefkaart van 2 Januari of de 26e tegelijk met brieven van thuis van 20 Januari. Sinds dien heb ik geen post meer ontvangen. U heb ik wel een brief per post teruggestuurd. Daar ik thans in de gelegenheid ben een brief naar Utrecht mee te geven, wil ik deze kans niet voorbij laten gaan. Ik maak het hier nog best. Geen honger het broodrantsoen is laag (800 gr) maar we hebben aardappels genoeg. De olielamp (hanglamp) brandt tot ’s avonds 10u15. Van jaagpartijen geen last. We hebben ons nog steeds niet hoeven melden. Dit in tegenstelling met Ouderkerk waar 11 en 12 Feb. huisgehouden is. A. schijnen ze niet te pakken te hebben. In Mijdrecht, Loenen, Abcoude, Baambrugge, Duivendrecht, A’dam moet het eveneens regelmatig mis zijn. Ik ben door een gevluchte nasteling op de hoogte gebracht. Het water in de Waal is weer hoog geweest. Alle waarden ingelopen. Het stond van dijk tot dijk. In de polder daarom veel kwelwater. Thans zakt het water hard en binnen kort zullen ze op de Maas wel weer kunnen spuien. De dijkdoorstekerijvrees is dus weer van de baan. Vele mensen maken zich bang voor een ongeboren kindje. De activiteit aan de Maas is kleiner dan een 14 dagen geleden. Toen werd er dag en nacht gemitrailleerd. Een Eng. tank moet volgens een D. soldaat in Andel geweest zijn. Met 2 compagnieën zouden ze een aanval gedaan hebben. Daarna zouden ze teruggetrokken (volgens D. teruggeslagen) zijn. Wederzijds moet er levendige patrouilleactiviteit geheerst zijn. Aan de rand van Bommel zou een Duitse wacht door een Eng. patr. Zijn doodgeschoten. In Bruchem zouden eveneens Eng. patr. geweest zijn. De D. hebben er alle huizen later doorzocht. Enkele burgers wonen daar nog in het spergebied. Het spergebied loopt ongeveer van Hurweneen langs de Bommelse wetering, de Capreton naar Aalst. De evacuatie schijnt stil te staan. De bewoners uit de spergebieden moeten alle over de Maas Waal. In de Waal dorpen mochten ze niet blijven. Thans ben ik ingezetene van Gameren, moest anders ook weg geweest zijn. Thans schijnen er weer boeren naar de spergebieden terug te mogen. De mensen hier moesten over Schalkwijk naar Friesland evacueren. De meesten zijn echter over de Waal neergestreken. Het worden op den duur koppels spreeuwen die van de enen plaats naar de andere plaats worden gejaagd. En overal laat je een veer. Bommel heeft van 14 Febr – 19 Febr onder granaatvuur gelegen. Nu niet alleen de brug maar ook de stad.
Kartetsen en granaten van 23 en 17 cm. Zware jongens! Toen enige D. afdelingen wegtrokken was hield het vuur op. Er zouden rijders gezeten hebben. ± 12 burgers zouden er het leven gelaten hebben. Het was storingsvuur. Het beroerde voor de Bommelaren was dat bij velen de kelder onder water stond. Achter mijn dorp zijn in het veld een 25 tal pantsergranaten terechtgekomen.
Een paar dagen geleden heb ik een artillerie duel aangehoord. ’s Nachts schrok de hele ploeg wakker door afschieten van D. geschut in Hooften. ten O. van ons de Niewaal kant op ± 1000m. 2 salvo’s van 3 schoten repeterend. 3 Kwartier later gaven ze weer een salvo, maar kregen er 3 terug. De Eng. hebben ze goed te pakken gehad. Een paar stukken kapot. De D. hebben niet meer geschoten.
Heel duidelijk kan ik hier het afschieten, fluiten en inslaan horen. Als je er zelf geen last van hebt wel een aardig hoorspel. Artillerietechnisch schijnen de Eng. goed te zijn. In Bommel heerst sinds de herfstvacantie typhus. Het aantal slachtoffers neemt nog steeds toe. Omdat de waterleiding niet te gebruiken was, waren er putten geslagen. Een schijnt er echter in de buurt van een beerput geslagen te zijn. Bommel heeft thans een 80 patiënten, die in Bommel in een school waren ondergebracht. Met de beschieting moesten deze mensen geëvacueerd worden naar Brakel. Waar ze weer in den school zitten. Hier zijn eergisteren alle ramen er uit gevlogen en de pannen naar beneden gegleden door de door de raketontploffing van een te laag overvliegende V1. De laatste tijd komen er vooral bij donker weer en ’s nachts met laag wolkendek veel over. De baan ligt de laatste tijd over ons huis. Soms 5 achter elkaar. Veel komen er te vroeg naar benden. 2 Dagen geleden vloog er een met volle vaart in de Waal op ± 800 m. beter kon hij niet terecht komen. Met helder weer en ’s nachts met sterrenlucht komen ze niet veel.
’s Nachts door jagers aan het lichtverschijnsel makkelijk te vinden. Ze komen op die dagen meest met de schemering. Dit is het oorlogsnieuws uit deze streek. Veel soldaten zijn er niet. Thans geen inkwartiering.
Naar het leek zijn er vorige week weer 500 koeien naar de burgers in Holland over de brug gevoerd.
Allen wens ik het beste. Nog even volhouden, we gaan het voorjaar en daarmee de beslissing tegemoet.
De groeten aan Maarten en Nel, en aan de overkant.
Sterkte
Barend

Na de “Fallschirmjäger” zonder vliegtuigen schijnen we hier nu de W.M. zonder scheten te hebben.
B

23 februari 2020

Vrijdag 23 Februari 1945. Oos : Het “Gesundheidsambt” wil me niet inenten, iedere huisarts doet dat, zegt men.

Alarm nr. 211, bombardenet nr. 45 's Middags, Oos vermeld geen tijd.
Alarm nr 212 van 19:55 tot 20:45

Vrijdag 23 Febr.
Vanmorgen eerst op zoek naar een “Gesundheidsambt” voor de inenting. Eerst naar de Fischerstrasse, door een volkomen verwoest stadsgedeelte. Dit is nog van de 3e Febr. Overal is de straat kapot, en ligt het puin van de huizen over de straat. Verder om het beeld te voltooien barricades. Ze mogen de Tommies wel dankbaar zijn dat die zoveel puin gemaakt hebben anders zouden ze geen ijzer en stenen genoeg hebben om barricades van op te werpen.
Het “Gesundheidsambt” wil me niet inenten, iedere huisarts doet dat, zegt men. Dus naar Tietze. Eerst in Schöneberg gegeten en met de schoenmaker gekletst. Tietze is erg geschikt en begrijpt direct waar ik heen wil. “Voor Typhus is zelfs bij een Russische bezetting geen gevaar” begint hij. Wat anders is het voor diphterie en roodvonk. Dat doet hij meteen, en pokken, dat is ook nodig als het lang geleden is. Dysenterie (roer) en cholera kan niet geschieden, omdat er geen entstof is.
Naar Herzberge. Jan (Egberts) werd Maandag uit zijn bed geschopt omdat er een particulier patiënt van de chef-arts in moest, en kreeg niet eens een paar dagen vrij. Direct weer aan het werk!
Alarm. Bom aan het andere einde v.h. gebouw, juist voor de deur! Patiënten blijven rustig, ik ook trouwens. Dit huis is wel stevig, en de kelder gewelfd. Alle “pappe” is weer uit de ramen. Half twaalf naar bed, de stemming is wat gedrukt.
Portegies laat me vandaag de photo’s van zijn vrouw zien. Een knappe meid is dat hoor. Hij is trouwens ook een echte knappe jongen ook, geen wonder dus. Iedere Hollander heeft wel heimwee, al komt hij er niet direct voor uit.

Jan : 


Vrijdag 23 Februari 1945.


De wiskunde lessen heb ik deze wek geheel laten verlopen. gisteren heb ik trouwens 2 uur nodig gehad om van de fabriek naar huis te komen: door een stroomstoring liep de S-Bahn niet. En dergelijke dingen delen ze dan pas mede, als je een half uur hebt staan wachten. Het is een organisatie van niets in dergelijke opzichten bij de Reichsbahn!
We hadden vanavond een alarm, dat ietwat eigenaardig begon, we zaten namelijk net in een lichtloze periode, en dus bliezen de sirenes ook niet. Anders steken ze altijd het licht weer aan, maar nu gebeurde het niet. Om 7.40 hoorden we heel in de verte de sirenes janken, en een kwartier later begonnen ze bij ons pas, waarop ze meteen begonnen te schieten. Om 8.45 was alles weer afgelopen.

22 februari 2020

Donderdag 22 Februari 1945. Oos : Jan vertelt dat Riess boos was. Niet omdat ik weg bleef maar omdat ik me laat inenten.

Alarm nr. 209 van 12:20 tot 13:05
Alarm nr. 210 van 19:50 tot 20:45

Donderdag 22 Februari
Eerst maar eens uitslapen, al gaat dat niet goed als je gewend bent om kwart voor zes op te staan. Je slaapt na zessen niet vast meer. Ik blijf thuis onder het motto: inenten. Jan vertelt wel dat ik bang ben Vrijdag te moeten “scheppen” en daarvan niet weg kan blijven, en dus wel een werkdag weg moet blijven. Om negen uur naar de schoenmaker, die nog niet aanwezig is. Portegies komt pas om half twaalf aanzetten, en dan dreigt er weer alarm. Overal vliegtuigen, en niet zo zuinig ook. Er is wel een luchtoffensief gaande. Met Kees gegeten zoals gewoonlijk goed.
De schoenmaker is er toe te brengen althans één rugzak te naaien. Het kost wat overreding, maar ik krijg hem er toe. De tas wordt mooi, alleen de aanhechting van de riemen is niet ideaal. Blij als een kind ga ik naar huis. Jan vertelt dat Riess boos was. Niet omdat ik weg bleef maar omdat ik me laat inenten, en “kwade geesten oproep”.
Vanavond weer eens alarm, en weer een paar zware bommen in de buurt.

Jan : 


Donderdag 22 Februari 1945.
Oswald heeft vandaag een rugzak laten naaien van de stof, die Pessel ons bezorgd heeft: zwaar linnen, geïmpregneerd met een of ander plexigum preparaat, waardoor het waterdicht is. Het geheel wordt gebruikt voor dichtingsringen.
KWO heeft deze week nog drie vrije dagen, maar FAO moet op die dagen scheppen. Er is een officieel rondschrijven gekomen, dat op de vrije dagen aan de barricaden moet worden gewerkt, ook door de buitenlanders. Dit laatste is als volgt gemotiveerd: omdat de buitenlanders zoo dapper voor de eindoverwinning meegewerkt hebben, mag men hen het recht tot medehelpen aan de versperringen in de voorsteden voor de verdediging van de stad, niet onthouden (sic!). en verder stond er in dat van een ieder verwacht wordt dat hij zich vrijwillig meldde; wie zich niet vrijwillig meldt, zal volgens de oorlogswetten gestraft worden (sic!)


21 februari 2020

Woensdag 21 Februari 1945. Oos : Twaalf jaar geleden maakte men hier officieel naaimachines, in werkelijkheid waren het mitrailleurs. Nu...

Alarm nr. 207 van 20:35 tot 21:25
Alarm nr. 208 van 23:45 tot 00:40

21 Februari
Dr Jüngling komt eens kijken in het lab, hij was al eerden op de fabriek gesignaleerd, maar had het toen niet de moeite gevonden naar ons toe te komen. Na verschillende baantjes die hij bij de V.S. (Volks Storm) had, is hij nu ten slotte … analist geworden! Eerst heeft hij geschanst, maar hij is niet overtuigd van de deugdelijkheid van zijn gewrochten. De versperringen zullen de Russen niet tegenhouden. Hij praat eerst met iedereen en komt tenslotte nog even bij ons langs, om Jan en mij te vertellen wat niet iedereen weten mag. Als je niet van het handje bent, dan ben je gewoon een werkslaaf. (In deze context is het “handje” niet wat men er anno 2020 onder verstaat maar de Hitlergroet oftewel pro-Hitler) Dit is ook eigenlijk niet anders dan we verwacht hadden. Pessel kan zich even niet beheersen en stort zijn gal uit (waar de anderen niet bij zijn!)
De D. in Polen lopen met een G (Germanja). Wie de bal kaatst
Met Helga een gesprek gehad waarin ze de nadruk er op legde dat wij het zo goed hadden en toch ontevreden waren. De mensen beseffen niet dat wij hier een bijzonder goede positie getroffen hebben. De andere buitenlanders hebben dat lang niet allemaal zo. Vaak doet het me goed dat ze haar vaderland zo verdedigt en zegt dat de anderen geen haar beter zijn, soms ook is het hinderlijk.
Vanmiddag heb ik eens echt gedaan waar ik zin in had: achter de ijskast met een pijp en Zola.
Er schoot me plotseling iets geks in de gedachten:
Twaalf jaar geleden maakte men hier officieel in enkele fabrieken naaimachines, in werkelijkheid waren het mitrailleurs. Nu de Russen 100 km van Berlijn staan, in het 6e oorlogsjaar maakt men officieel machinegeweren, en in werkelijkheid … misschien naaimachines, in ieder geval kaarsen, riemen tassen enz. enz. !
Een welverdiende borrel naar aanleiding van gisteren met Jan genoten. Ieder aan een kant v.d. kachel.

Jan :


Woensdag 21 Februari 1945.
Veel schot zit er niet in den oorlog. Maar een geluk is dat de winter nu zoo’n beetje op zijn einde raakt. Niet zoo zeer voor ons als wel voor Holland. De brieven van huis worden steeds minder optimistisch, en vertoonen een fatalistische gelatenheid. Hoe lang nog? En zullen we ooit nog thuis komen?
Het licht gaat ‘s avonds nu vrij constant van 7 – 9 uit. Zoo langzamerhand stellen we ons ook daar op in: als je nu maar zorgt, dat er een prak eten klaar staat, en je een pit in beslag hebt genomen in de keuken kun je tenminste eten.
We hadden weer 2x alarm vanavond, van 8.35 – 9.25 en van 11.45 – 0.40 Niet veel gebeurd, alleen hebben ze nieuwe zware flak in de buurt gestationeerd, die een barbaarsch kabaal maakt.

20 februari 2020

Dinsdag 20 Februari 1945. Oos : De vuurwerkbommen, hangen in de heldere lucht en de scherven komen zingend en fluitend naar beneden.

Alarm nr. 205 van 20:00 tot 20:35
Alarm nr. 206, bombardement nr. 44 van 21:20 tot 22:00

Dinsdag 20 Februari
Een zeer merkwaardige dag, waardig in een dagboek opgenomen te worden: een dag vol zelfoverwinningen.
Om te beginnen het transport van mijn rugzak van binnen naar buiten de poorten van de AEG (KWO) Dat was geen kleinigheid. Eerst geprobeerd om mijn lichaam te wikkelen maar dat ging niet, dat viel te veel op. Bij Jan ging het goed, en hij stelde meteen voor de volgende dag de andere mee te nemen. Maar ik vind het zo lullig dat allemaal door hem te laten opknappen, dat ik besluit het zelf te doen. De tas open, met een pullover over het doek heen wandel ik tenslotte met kloppend hart door de poort. Na afloop voel ik me precies als na een bombardement! Maar nu is dat ding tenminste de poort uit en nu kunnen we aan het rugzakken maken slaan. (Vrijdag hopelijk, als we dan ten minste niet aan barricades hoeven te werken.)
Bij Börse koekjes gehaald, en daarna (alleen) naar huis toe. Onderweg word ik opeens aangeroepen door een juffrouw met een zware koffer. Of ik niet even helpen wil. Natuurlijk, tenslotte ben ik een galante jongen. Na een paar stappen begint me die juffrouw een gesprek en vraagt meteen of ik ook een sigaret heb voor haar. Het is een dikke ronde Duitse van een jaar of twintig. Ze praat honderduit, en ten slotte, als we langs een bioscoop komen, of ik mee ga in de bios. Ik zeg dat ik te veel honger heb en eerst moet eten. Goed, dan over een uurtje. Ik aarzel even en zeg dan, dat ik vandaag geen tijd heb. Een sigaret moet ik meebrengen. Ik ben er van overtuigd dat dit op een naaipartij uitdraait als ik de afspraak aanneem. Beter van niet. Ze is getrouwden woont bij haar moeder. Als ze me uitgenodigd had mee naar boven te komen had ik het beslist gedaan om te zien waar ik terecht zou komen. Thuis vertel ik het hele geval in kleuren en geuren aan Edzard, die maar één antwoord heeft: stommerd, stommerd. Maar ik weet zeker dat hij het zelf ook niet gedaan had…
Alarm. Stoort hevig, maar komt gelukkig pas ná een heerlijke maaltijd van: gedroogde appeltjes van Bredenfels, gedroogde worteltjes van Ad, en bouillon blokjes van Arnberg. Jan en ik eten een gezamenlijke stamppot, erg gezellig.
Het alarm is om half negen afgelopen. Bob geeft de wens te kennen, nog “begipst” te worden. Goed, dat gaat nog wel. Er is tenslotte licht en als het maar niet uit gaat, dan is het goed. Het wordt mijn  eerste masker. Alles wordt volgens de regels ingevet en geplakt. Laat ik maar eens beschrijven hoe het gaat. Benodigdheden: goede gips, breed plakband om de haren af te schermen, en meteen daarna een krant te plakken die het geheel vast houdt. Onder de kin een oude lap. Paraffine voor het gezicht, voor de wenkbrauwen en andere plaatsen waar haren zitten, Purol of andere vaseline. De gips klaarmaken en wachten tot de consistentie zo is dat niet alles weg vloeit over het gezicht. Ook niet te hard laten worden, dan komen de fijne trekken van het gezicht er niet goed op.
Bob heeft juist zijn “kroon” op , en alles is ingevet en ingesmeerd, als plotseling de sirene voor de tweede keer vanavond begint te huilen. We aarzelen even. Jan gaat informeren, maar niemand weet wat er aan de hand is. “vooruit maar” zegt Bob “je moet wat riskeren” en daar gaan we. De eerste laag gaat er goed op. Voor de tweede laag is er te weinig gips. Er wordt geschoten, er wordt zwaar geschoten, er vallen bommen…  Bob ligt rustig te wachten. We maken gips aan voor de derde laag, maar dan wordt het te erg met de bommen. “Probeer maar of je het masker er af kunt krijgen Bob” zegt Jan. Bob gaat zitten. Het afweergeschut buldert. Voorzichtig losmaken. Nu begint een bom te fluiten. Rang… en Bob heeft het masker in zijn handen. De scherven rinkelen, er zijn ruiten gesprongen. We hollen naar de kelder. De vuurwerkbommen,(“Kerstbomen”) hangen in de heldere lucht en de scherven komen zingend en fluitend naar beneden.
Deze dag bracht dus drie grote zelfoverwinningen: ten eerste op de angst voor controle op de fabriek, ten tweede op de aantrekkingskracht van de vrouwen, ten derde op de angst voor de bommen.

Jan : 


Dinsdag 20 Februari 1945.
Vanmiddag was het een emotionele middag. We moesten proberen onze materiaalmassa voor de rugzakken uit de fabriek te krijgen, zijnde twee lappen van 50 x 1.40 plus nog klein spul. Ik heb een lap om mijn lichaam gedraaid, en Oswald nam het andere stuk in zijn tasch, met een pullover erover, en sjouwde zoo door de poort, zoo brutaal mogelijk met zijn tasch open. Alles ging vlot.
Al met al zijn we twee maal aan den dood ontsnapt (Oswald zelfs driemaal): aan den dood in een concentratiekamp vanwege den diefstal van stof voor een rugzak; en aan den dood door een bom thuis. Bovendien Oswald nog aan den dood door een geslachtsziekte. Een fatsoenlijk resultaat, zou ik zeggen.
Waar de bom is gevallen weet ik niet. Vroeger reisde je heelemaal naar het andere einde van de stad om naar een kapot huis te gaan kijken, maar nu interesseert het je absoluut niet meer, tenzij hij in je eigen huis valt. Maar ik ben blij dat onze respectievelijke ouders van deze escapade geen weet gehad hebben!

19 februari 2020

Berlijn 19 Februari 1945 Brief 135. We zijn hard bezig aan rugzakken en schoenen, voor een eventuele overhaaste tocht.

{Brief 134 is kennelijk nooit aangekomen. ... Of Oos is weer de tel kwijt}

135
B. 19 Febr. 1945
Lieve P. M. en L.
Vanavond juist een brief van Mams ontvangen, van 13 Jan. 1945, waar ik erg blij mee ben. Jan had ook twee brieven ontvangen, en we hebben elkaar onze brieven voorgelezen, in de kou (geen kolen) en bij kaarslicht, (geen electriciteit voor een paar uur). We kunnen ons dus goed voorstellen hoe jullie het hebben. Met dit verschil, dat wij nog goed te eten hebben, ik heb me vanavond rond gegeten. Alles wel hier, geen noemenswaardige veranderingen. Onze woning heeft het laatste bombardement weer overleefd, en wij ook gelukkig. We zijn hard bezig aan rugzakken en schoenen, voor een eventuele overhaaste tocht, waarbij we niet te veel bagage mogen hebben. Het loopt op een einde, maar of we spoedig thuis zullen zijn, dat is weer een tweede vraag. Met Jan Egberts en Kees Booy gaat het best. Jan E. is ziek geweest (keel) maar werkt al weer. Zijn moeder zit alleen in B. en daarover maakt hij zich zorgen. Verwonder je niet over de briefkaart die had ik toevallig nog. Gek idee, weer op een kaart te schrijven. Van L. lang geen brief gekregen. Ze is toch haar broertje niet vergeten nu ze een vriend heeft?
De kaart is weer vol. Veel liefs en groeten aan iedereen, vooral aan de “overkant”.
Oswald



Dit is geen Duitse, maar een Nederlandse briefkaart die kennelijk toch aan komt.

Maandag 19 Februari 1945. Oos : Vandaag bij de fabrieksarts geïnformeerd of ik niet ingeënt kan worden tegen typhus en diphterie. “Waarom?”

Maandag 19 Febr. 1945
Jan brengt vandaag even een paar pakketjes naar Potsdam, omdat daar voor Denemarken nog wordt aangenomen. Zijn “Bühnentechnick” van 100 Mark zit er o.a. in. Ik gok maar op het goede geluk van Helga. Ik weet niet of de Deen het pakket wel doorstuurt. Niet uit kwade wil, maar uit laksheid zal hij er nooit aan toe komen. Hier is er een goede kans dat mijn pakketjes in vlammen op gaan.
De boodschappen van Arnberg aan het Russinnetje overgebracht. Het lieve kind heeft wel aardige omgangsvormen geleerd, maar ik zou wel eens willen weten hoe ze in een normaal Hollands gezelschap zou “staan”. Je leert de mensen hier onder zulke sterk vereenvoudigde omstandigheden kennen, dat je niet weet hoe ze in “net” gezelschap zullen afsteken. Na de oorlog zullen echter de omgangsvormen wel eenvoudiger geworden zijn, over de gehele linie. Het is wel aardig om over deze dingen na te denken, omdat je dan de maatschappij critisch leert bekijken, en het wezenlijke in een beschaving er uit haalt.
Ik word uitgenodigd Zaterdag bij Helga te komen, ze is morgen jarig en wil een nafeestje geven. Zoals altijd vergeet ik weer de Spreekrans.
Vandaag bij de fabrieksarts geïnformeerd of ik niet ingeënt kan worden tegen typhus en diphterie. “Waarom?” vraagt de arts. Ik had bijna iets gezegd in de trant van “De Russen op 100 km van Berlijn en dan vragen Waarom?”
Gehandeld, of liever geprobeerd te handelen. Met die Belgen is niets te beginnen, dat is een tuig waar ik verder geen naam voor heb. Van Dalen is de man die me aan schoenen moet helpen. Een fles cognac krijg ik via Eckert, en een busje cacao moet de tweede fles die v Dalen eist, opbrengen.

Brief van Mams van 13 Januari ontvangen , en bij kaarslicht voorgelezen aan Jan. het is echt knus vanavond, in de kou, zonder licht vanaf zeven uur, het enige verschil met thuis is dat we goed te eten hebben. Ik schrijf een kaartje, dat hopelijk per speciale koerier van Terborg naar Holland gaat. We zijn beiden een beetje somber vanavond. Het licht gaat om zeven uur uit, en om een uur of half acht plotseling weer aan. Dat betekent dat er alarm komt. Ik probeer nog even voor achten op te bellen naar Frl Wansch voor de inenting. Geen mogelijkheid verbinding te krijgen. Eerst een hele rij kapotte telefooncellen, in het postkantoor geven de telefoons na twee nummers een zoemtoon. Wat functioneert er nu eigenlijk nog in Berlijn, überhaubt hier in dit land? De levensmiddelenvoorziening, dat is alles. De schrik van de vorige oorlog zit er dermate in, dat ze maar één ding goed verzorgd hebben, het eten. Alles loopt vast behalve dat.

Jan :


Maandag 19 Februari 1945.
Vanochtend heb ik als allereerste werk mijn twee pakketten met boeken naar Potsdam gebracht, en ze daar aan Arnberg gestuurd. Het was een enorme sjouw, 16 kg wogen ze samen. Nu maar hopen, dat ze goed aankomen. Voor de fabriek was ik naar den tandarts geweest. Die hoeven ook niet alles te weten. Om elf uur was ik op het lab terug.

Utrecht 13 Januari 1945. Van Mams : Vloeren wrijven doen wij niet meer (geen boenwas) ramen lappen ook niet (geen zeep, spons of zeem meer)


Utrecht 13-1-‘45
Mijn lieve Oos.
Wij schrijven alweer ’45 en nog is er niets veranderd aan den toestand. Wij kregen gisteren twee brieven tegelijk van je: één van eind Nov. en één van 13 Dec. Die laatste heeft minder dan één maand erover gedaan, wat in deze tijd maar weinig is. Wij waren natuurlijk dolblij met nieuws van je en verheugen er ons over dat tot toen toe bij jou alles rustig en gewoon is. Hier maken wij het goed. Wij hopen heel erg dat je tegen Nieuwjaar den brief hebt gekregen waarin ik je een gelukkig Nieuwjaar toewenschte. Paps had hem geschreven, maar ik heb nog wat in de kantlijn geschreven. Er was ook een brief van Lily voor je die je gelijk moet bereikt hebben. Niets nieuws te vermelden sindsdien. Ons leven gaat zijn gangetje, vervuld van de talloze kleine zorgen voor proviandering etc. Wij zitten bij een kaars die in een glazen pot met water staat te branden en waarover wij een witte kap hebben gehangen. Op die manier kunnen wij met z’n viertjes wat lezen of schrijven. Het dienstmeisje is gelukkig vertrokken naar haar broeder. De voedselschaarste is oorzaak geweest dat ik haar aangeraden heb naar ’t platteland te gaan, als zij enigszins kon. Dat heeft zij toen gedaan, al heeft het heel wat moeite gekost uit te zoeken hoe dat moest. Pas bij de 3e poging is ‘t gelukt. De vader van haar vrijer en zij, zijn op de fiets gegaan. De man met de bagage achterop en zij met Dikkie van Grietje achterop. Dikkie is daarna op de fiets terug gereden, want die fiets was niet van haar en moest weer hier naar den eigenaar terug. Bij het eerste vertrek was het zoo glad dat zij in Zeist de tocht op moesten geven en terug kwamen. Bij de tweede poging werden er fietsen gevorderd en dorsten zij het niet wagen. De derde maal is het gelukt. En ik ben blij dat ik van die babbelkous af ben. Zij zat den heelen dag bij mij en haar mond stond niet stil. Ik kon het eenvoudig niet meer harden. De huishouding is, door het gebrek dat er aan alles heerscht, zoo vereenvoudig dat het makkelijk zonder meisje gaat. Koken doe ik in de huiskamer op de kachel, dus de keuken is buiten gebruik, of zoo goed als! Vloeren wrijven doen wij niet meer (geen boenwas) ramen lappen ook niet (geen zeep, spons of zeem meer). Alleen wat vegen en stoffen. En de groote wasch, wel is waar, maar dat doet Grietje en ’t kind (“de booi”) heeft er nooit een vinger naar uitgestoken behalve om er al haar spullen in te doen. Zoodat wij genieten van onze vrijheid in ons eigen huis. Paps heeft het druk als een baasje met honderd en één bezigheden. De voornaamste is het bemachtigen van voedsel. Het is hem de laatste tijd nog wel aardig gelukt en misschien komen er weer een paar pondjes bij, want wij worden knap mager, al voelen wij ons allemaal wonderlijk fit. Ik denk doordat wij heel veel groenten eten alles met schil en al. Wij smullen nu van aardappelen of peren of appelmoes met schil gekookt. Dat behoedt ons voor gebrek aan vitaminen, en als je die maar krijgt kun je best een pondje vet missen. Kun je nog werk maken van Gr-père? De stakkerd wordt vandaag 84! Zou tante Olga bij hem zijn? ’t Is toch erg dat je niet eens een berichtje kunt sturen! Nu lieve Oosje, je merkt uit deze brief wel dat ons leven zijn gewone gangetje gaat, net als het jouwe. Dat het voor jou en voor ons zoo moge blijven tot dat de zoo begeerde vrede er eindelijk is?
Een stevige pakkerd van je Moeder

P.S.  Je vriend Willemse heeft met je verjaardag geschreven en wij kregen een kaart dat hij een zoon heeft gekregen.

18 februari 2020

Zondag 18 Februari 1945. Oos : De kachel is vandaag nog aan, maar dat heeft ons ook de laatste kolen gekost.

Alarm nr. 204 van 19:30 tot 20:15

Zondag 18 Februari 1945
Koud gehad in bed, er begint weer een koude periode, en ik zal dus mijn jas weer over de dekens moeten leggen. Naar de Franse film met Jan dB. Onderweg wordt aan de barricades gebouwd. De Belgen durven er niet langs, maar ons kan het niet schelen. Als we moeten helpen dan is het niet anders, je kunt je toch niet laten storen!
De film is niet best, “Le camion Blanc”, een film over het zigeuner leven. Van dit onderwerp had veel meer gemaakt kunnen worden. Het geluid is slecht, zodat ik lang niet alles verstaan kan. Jan heeft natuurlijk veel meer moeite, en het mag wel een vergeefse tocht genoemd worden voor hem.
In Herzberge alles in orde. Jan {E} loopt weer rond, en is beter. Zijn humeur is nog niet in orde, hij heeft daar twee weken aan Hermien liggen denken natuurlijk. Hermien zit nu al zes weken in het Noorden, en dien tijd zit zijn moeder alleen thuis. In de kou en in de ellende. Ik wandel een eindje, maar Jan heeft een afschuwelijk humeur waarin geen verandering is te brengen.
Kees en Hans zijn beter te spreken, en als Jan weer naar zijn paviljoen toe is, stijgt de stemming tot een plezierige onzin stemming. Kees is wel een rare druif, moet ik zeggen, gezellig om een borrel mee te drinken.
Om half vijf stappen Kees en ik op, als Witkop en Woudstra juist komen. Ze hebben eerst interesse voor de was, en daar na pas voor de bewoners en gasten, zoals dat gewoonlijk gaat. Ik zelf heb ook altijd bijzondere interesse voor het eten! Vandaag zelfs een stuk vlees, het eten van Jan komt nog steeds door hoewel hij in een ander paviljoen opgenomen is.
Kees gaat nog even mee naar de Invalidenstrasse, en bewondert mijn nieuwe boeken. Hij krijgt nog een pannekoekje en gaat door naar huis.
De kachel is vandaag nog aan, maar dat heeft ons ook de laatste kolen gekost. En dat op een ogenblik dat er een nieuwe koudeperiode inzet! We bakken een pannekoekje en gaan naar bed.

Jan heeft hier niets aan toe te voegen, anders dan dat hij aan zijn voordracht voor de Spreekrans werkt.

17 februari 2020

Zaterdag 17 Februari 1945. Oos : Raad ingewonnen over het maken van de rugzak. Eenvoudig is het niet.

Zaterdag
Heerlijk geslapen in het bed van Jan E. Haasje rep je naar huis, omdat ik om half tien afgesproken heb voor de reis naar boeken in Babelsberg, van Duren gaat ook mee. Twee boeken gekocht, 51 Mark. De juffrouw is dermate beleefd dat ik haar niet versta: “Darf ich um Ihren werten Namen bitten”.
Naar Potsdam. Pakketten naar Denemarken worden nog aangenomen, dat is een bof. Maandag brengt Jan er direct een paar weg.
Slecht gegeten en lang gesjouwd met de zware boeken. Thuis gekomen geen licht geen gas “echt Hollands”; naar Borris. Na lang wachten wordt de deur open gedaan door een “dame in broek”, die we al eerder gezien hebben op de cursus. Fr Peschko zit ook boven bij haar in een klein zolderkamertje. Een klein meisje blijkt de dochter van deze dame te zijn, die uit Thorn komt, en alles daar heeft moeten achterlaten, nog uit de stad weggekomen hoewel er geen treinen meer reden. Lange verhalen over de terugtocht, en vooral over het feit dat degenen die blijven moeten direct over sabotage spreken als een ander weg wil. Toen de Russen op 15 km van de stad stonden was er zogenaamd nog geen gevaar, maar het scheelde een haar of ze waren al van achteren afgesneden.
Raad ingewonnen over het maken van de rugzak. Eenvoudig is het niet. Het beste is maar dat de schoenmaker hem naait, maar daar zal veel overreding voor nodig zijn. We laten bij Fr Peschko een paar kaarsen achter, en gaan na vergeefs getob met kapotte lampenleiding weer naar huis. Jan heeft weer geen jas aan te trekken, en daar schrikt Frl. Peschko zo van dat ze hem dadelijk belooft nog even in de kast te kijken. Ze zoekt, en ja, daar komt een oude winterjas te voorschijn. Jan zegt achteraf dat hij zich echt een schooier voelt, zonder jas komen, met een nette jas vertrekken.
Thuis nog even in de kou een pannekoekje gebakken, en met de Vries gepraat. Dagboek wat bijgeschreven en naar bed.

Jan :


Zaterdag 17 Februari 1945.
Oswald was zo enthousiast over de boeken die ik verleden week in Babelsberg gekocht had, dat hij er vandaag ook heen wilde. Ik ging met hem mee. En Fred sloot zich bij ons aan, dus waren de voorwaarden voor een gezelligen dag geschapen. In Potsdam, waar we daarna naartoe gingen, waren ze bezig de bruggen te mineeren en barricaden te bouwen. Als tankversperring gebruikten ze notabene onze vroegere Hollandsche “asperges”, rioolbuizen met beton gevuld, met schuin daaruit naar boven stekende stukken spoorrails. Indertijd hebben ze daar zoo om gelachen in Holland; nu gebruiken ze ze zelf, en kunnen wij lachen…
Ons tweede doel was een foto te laten maken. Nergens was echter een fotograaf te vinden, die open was daar Potsdam aan de “Lichtsperre” deed. In ons vanouds bekende kroegje “das Dreimäderlhaus” konden we helaas niet eten, en waar we terecht kwamen, was wel goed eten, maar niet veel bijzonders. …
Thuis gekomen voelde ik me net in Holland: geen licht, geen gas, geen kolen en niets te eten….




Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...