Om een uur of negen er uit en
naar de staatsopera voor kaarten. Twee stuks gekocht, voor Donderdag en
Vrijdag, met Jan de Boer. Verder na thuiskomst, lui op bed gelegen, wat
gelezen, wat geslapen, kortom op Bleekerse wijze de Zondag doorgebracht. Lekker
gegeten. Niet vergeten dat Juliaantje jarig is. Tenslotte door Thijs en Hans
overgehaald naar de film te gaan. “Ich klage an”. Film was wel goed, alleen, de
tendens was, dat de artsen op verzoek van de zieken een dodelijke dosis
medicijnen behoorden te mogen geven. Een probleem van de artsen en niet
van de gewone man. Het gaat niet aan een dergelijk probleem maar aan het gewone
publiek te grabbel te gooien. Dit bezoek aan de bioscoop zal me daarom nog wel
lang heugen, dat er een merkwaardige ervaring aan vast zat. De juffrouw naast
me bleek nogal veel ruimte nodig te hebben, ze zat met haar elleboog steeds
maar in mijn zij te porren. Ik retireer maar, want, eerlijk gezegd, ik dacht dat
het een oudere juffrouw was. Enfin, dat gaat zo door, toen ze geen succes had
begon ze aan mijn jas te trekken, en ze zakte zelfs iets af naar beneden, op
mijn dijen. Het werd langzamerhand wel pijnlijk vooral omdat erotische
gevoelens bij dergelijke brutaliteit en grofheid nu eenmaal achterwege plegen
te blijven. Eindelijk gaf ze het op. Maar toen in de film voorkwam: “Voor
iemand die lief heeft blijft er altijd hoop!” begon ze natuurlijk weer. Kortom,
ik was wel erg benieuwd toen het licht op ging. Het was maar goed dat Thijs en
Hans er bij waren, anders had ik dit “mokkel” achteraf nog aangeklampt, want ze
was niet ouder dan een jaar of 22, en met een goed figuur. Nu ja, laat ik
mezelf niet wijs maken dat er wat bijzonders gebeurd zou zijn, daar ben ik toch
een te nette jongen voor als het er op aankomt. Maar zo iets sterks heb ik nog
niet meegemaakt, daar moet je wel voor in Berlijn zitten.
30 april 2019
29 april 2019
Berlijn 29 April 1944 Brief 73 Het voorjaar is hier prachtig. Niet verder vertellen hoor, anders denken de mensen nog …
Berlijn 29-4-44
Lieve Paps, mams, en Lily,
De post doet het vlug
tegenwoordig, een brief van Paps van 21 April 27-4-ontvangen, zeer vlug dus.
Gelukkig hoor ik dat het pakje niet al te beschadigd is aangekomen, en ik hoop
dat jullie er van genieten. Pap schrijft geen commentaar op het doosje
sigaretten “Nur für Kriegsgafangenen” dat we hier toegedeeld kregen. Willen
jullie het doosje bewaren? Dolman en Barend heb ik geschreven, van Barend ook
een brief ontvangen. Soms ben ik wel eens even jaloers op de laatste, maar we
moeten eerst maar eens het eind afwachten voor we oordelen kunnen. Gisteren een
pakje van thuis ontvangen, met spulletjes van Arie en een heerlijk roggebroodje
met kaas. Ik zal er van genieten hoor!
Het is Zaterdag, en prachtig weer,
Maandag vrij (1 Mei) en de fruitbloesem staat overal in bloei. Alle reden dus
om een prettig weekeind te verwachten. Het voorjaar is hier prachtig, minder
wind en meer geur van bloesem dan bij ons. Niet verder vertellen hoor, anders
denken de mensen nog … enz. enz.
Overigens kregen we vanmorgen
officieel de Jobstijding dat we nu 54 uur per week moeten werken, hetgeen er op
neer komt dat we per dag 1 uur langer moeten werken. Dit gaat van onze vrije
tijd af, want op slapen en eten kun je niet bezuinigen. Vader, over die studie
schreef ik uitvoerig omdat ik zelf het gevoel heb dat ik veel vergeet. Ik maak
op het ogenblik een verslag van alles wat ik hier tot nu toe gewerkt heb.
Daarna aan de organische. Hoe zijn de photo’s? Morgen maken we een gipsmasker
van mijn hoofdje
Veel liefs
Oswald
Zaterdag 29 April 1944 Oos : Door de stank van half gebluste huizen naar huis. Verschrikkelijk die bombardementen.
Zaterdag
Kwart over elf alarm {volgens Jan
11:10 – 12:10}, verder niets bijzonders. Aanval tamelijk verspreid in
het Zuiden van de stad. Grote branden, veel rook.
Na afloop v. alarm toch de stad in,
bekende route Börse voor koekjes Staatsoper – Collignon – Haller en Schmidt.
Jan B. gaat naar huis, oefenen voor de Luchtschut. Door naar Zoo – Gutenbergse
Buchhandlung – Wittenbergplatz, alwaar ik in een boek winkel Thijs Vinks en
Hans vond. Samen verder naar de Bücherwurm. Tamelijk goede oogst boeken. Bob
heeft Mommsen voor me gekocht.
Door de stank van half gebluste
huizen naar huis. Wat is het toch eigenlijk verschrikkelijk die bombardementen.
En dan te bedenken dat kinderen (ja, kinderen) vanuit Holland schrijven:
Denk er aan dat je goed aantekent welk deel van de stad er nu weer kapot is.
Dat is overigens de instelling van de meeste mensen. Ze beseffen niet dat ze
een deel van zichzelf vernietigen.
Naar Herzberge. Jan E heeft
papieren om naar Münster te gaan, volgens mij lang niet voldoende, de
moeilijkheden komen daarna pas. Hij twijfelt zelf. Lang gepraat. Zijn
instelling is nog steeds: er bestaat maar één belangrijk vraagstuk en dat is:
hoe kom ik hier vandaan! Verder houdt de wereld op, andere problemen bestaan
niet.
Witkop is wat dat betreft beter
georiënteerd. Jan E is in het begin al verpest door Jan Nijman, samen deden ze niets
anders dan kankeren. Witkop komt deze week op onze vergadering, we zullen zien
of het hem bevalt. Vermoedelijk wel. Jan brengt me weg tot Ostgrenz,
besluiteloos.
28 april 2019
Vrijdag 28 April 1944 Oos : Die geschiedenis met de aardappels moet ik nog vermelden.
28 - 4 – 1944 Vrijdag
Begin van een verkoudheid zit me
dwars. Temperatuur in mijn lab 17 ºC op de gunstigste plaats. Openingen naar
Tropenraum open gezet, zodat warme lucht in stromen naar binnen komt. De
temperatuur stijgt tot dragelijk, maar meer ook niet.
Jobs tijding van langere
arbeidstijd, ’s morgens een half uur eerder beginngn; dus om 7 uur, en ’s
avonds een half uur later naar huis, dus om kwart na vijf. Dit betekent een uur
minder vrije tijd, want op slaap, op inkopen, op eten enz. kunnen we niet meer
bezuinigen.
In de braadpan van Edzard mijn
kalfsvlees opgezet en toen naar Fr. Rose gegaan, gaan Roseleren dus, in de
nieuwe terminologie.
Bij Roosje was vanavond een
bijzondere attractie: Dorientje was aanwezig en ze kende me gelukkig nog van de
“aardappels”. Die geschiedenis met de aardappels moet ik nog vermelden. Zoals
wel bekend is zoek ik sinds mijn geboorte naar een meisje met gemengde Du.
Engelse ouders. Laat Fräulein Rose een kennis hebben die aan deze eisen
voldoet! Ik was er natuurlijk direct weg van. Maar hoe pak je zoiets nu aan? Je
kunt toch moeilijk naar zo iemand toe gaan en zeggen dat je een kind van haar
wilt hebben, dat kan niet. Vooral als het een lief meisje is kun je dat echt
niet doen. Ja, dat werd natuurlijk erg moeilijk. De enige aankleding was: een
aanbod van haar aan Ad betreffende aardappels. Dit moest dus uitgebuit worden.
Ad lag de Dinsdag voor Pasen nog op bed, en wist dat hij niet naar Holland zou
gaan, hij moest dus eten hebben, dus aardappels, en het excuus zat dus in elkaar.
Het bezoek verliep erg vlot, niet eens al te geforceerd wist ik het gesprek op
ons gemeenschappelijk lot te brengen: de gemengdheid van de ouders. Een half
uurtje hebben we toen zitten praten, zeer gezellig. Enfin, gelukkig dat ik de
aardappels in een rugzak mee kreeg, en dus nog een aanleiding had eens terug te
komen, twee dagen later. Maar dat werd een strop, ze was haar koffers aan het
pakken voor een Paas-uitstapje. Ik kwam dus niet verder dan de stoep. Daar na
ben ik, trouw als een hondje, meegelopen telkens als er wat te spitten of te
lezen was bij Roseleintje, maar vandaag is het dan eindelijk zover dat de
attractie er ook bij is. Als grapje is het heel aardig om er eens verliefd op
te worden, maar als je nadenkt over de gevolgen! Stel je eens voor dat je met
zo iemand in Holland aankomt! Je zou het haar haast niet aan kunnen doen. En
zou je er later geen spijt van hebben, als je een vrouw hebt die niet “mee kan
doen”? dit zijn zo de overpeinzingen. Het zal wel een tijd duren voor ik weer
eens zo stellig overtuigd ben, zo volledig tot overgave geneigd ben als
indertijd met Truus.
Barend schrijft in een brief over
Truus. Ik ga gewoon door de grond als ik nog eens onverwacht aan haar herinnerd
word. Een beetje overdreven is dit, maar toch is het zo, dat als je je het
verleden weer goed voorstelt, er een zeer bittere smaak overblijft. Dit zal wel
zo blijven, een oude liefde vergeet je niet. Al is het de vraag of dit een
bewijs is voor de echtheid ervan.
Ouderkerk a/d Amstel 20 April 1944 van Barend. Aan de hoofdstad inundaties. Boeren proberen hun vee onder te brengen.
20 April 1944
Beste Oswald,
Zojuist je vader even op bezoek
gehad. Hoorde dat het je goed ging, dat je zelfstandig lab. werk doet en met
“collega’s” op één kamer in een barak woont, dat je je eigen bonnen hebt en de
ingrediënten daarop verkrijgbaar zelf klaarmaakt voor je dagelijkse maaltijd.
In Ouderkerk alles in orde. Dorp
niets veranderd. Langs Amsteldijk bij Amsterdam wat bomen gekapt en een paar
huizen geslecht, waaronder Rozenoord. Aan de hoofdstad inundaties. Boeren uit
het Gein, de Bijlmer, Baambrugge, Diemen *) proberen hun vee onder te brengen.
Veel vruchtbare grond zal gemist worden. De “Landsbond” ziet de
voedselvoorziening voor het komende jaar somber in. Hoe lang zal de boel nog
onder water moeten staan. De krant is de laatste dagen druk met invasie in de
weer. Noem enige koppen uit Nieuws vd Dag: Nederland en de “invasie”. “Het
element der verrassing bij Landingsoperaties”, “Het Westen gaat voor de
booten”, “Berlijn verwacht weldra operaties in het Westen”.
Het is te hopen dat de beslissing
binnenkort valt en de vrede komt. Adriaan heeft verlenging van termijn gekregen
tot Juli. De Z-kaarten procedure staat nu weer voor de deur. Bij verordening
opgave doen voor personeel voor de definitieve vrijstelling aan Duitse kamers
van koophandel. Wat mezelf betreft, verkeer ik in uitstekende
gezondheidsconditie. Op de boerderij is het altijd nog beter dan in de stad,
verder hoop ik je spoedig na de wapenstilstand meer te vertellen. H. vd Velden
is nog ziek in Ouderkerk. Loopt nog ongelukkig. Zal zo lang de oorlog duurt wel
slecht moeten blijven lopen. Tidde Goldhoorn is eveneens al lang thuis.
Maagzweer!
Het voorjaar heeft zijn intrede
weer gedaan. De bomen langs de oude getrouwe Amsteldijk beginnen weer te
botten. Koeien zo langzamerhand in het land. Wij hebben 4 melkkoeien in het
kippenhok de winter overgehouden. Daardoor hebben we nog wat pinken en
kalveren. Moeten in de wei vee uit inundatiegebieden opnemen. Thuis bezig
geweest met ons zeilbootje. Een zelfgebouwd bootje, sharpie model 12 m2 zeil. Denken
het van de zomer in Vinkeveen te leggen. Daar kan ik er ook eens in zeilen. De
bewoners van Ouderkerk wil ik mijn zeilkunst niet af laten kijken. Ik heb het
wijde water en de vlakte nodig. Hoe staat het met je verlof. Zal je in Mei nog
komen of moet dat overgaan? Ik hoop je met eventueel verlof te sterken. Als je
eens met Pruisje zou willen zeilen, zou je ons bootje wel kunnen gebruiken. Het
is bij mij schraal met de vrouwen. Heb de zoenen op mijn vingers kunnen tellen.
Als je terug schrijft schrijf dan aan mijn Moeder. Nu Oswald het beste er mee,
de kop er voor en de kop er af. Groeten aan eventuele bekenden. Sterkte en tot
spoedig kijk. De groeten van mijn Moeder en Broer.
Hartelijke groet
Barend
*) Helaas komt bij deze link het inzoomen op de desbetreffende polders, en het jaartal niet mee.
In deze brief is Pruisje vermoedelijk een koosnaampje voor ene Truus.
Utrecht 19 April 1944 van To. Als je het op hebt is het precies het zelfde of je nu één ei of 8 hebt gehad.
Utrecht 19 April 1944
Lieve Oswald,
Wat gaat de tijd toch ontzettend
vlug, nu is het al weer ruim een week geleden sinds ’t Pasen was. We hebben
gezellige Paasdagen gehad met één ei (per persoon), niet veel als je dat met
vroeger vergelijkt, maar mams zegt altijd: als je het op hebt is het precies
het zelfde of je er nu één of 8 hebt gehad. Wat mij betreft heb ik er dan
liever 8. Als logé hadden we Bertje uit Eindhoven. Die blijft toch zo
kinderlijk. Hij is nu 19, maar als je 16 zei zou ik het ook geloven. ’t Is toch
wel zielig, zo’n jongen die thuis niets mag: je bent maar opgelaten met een
vader als oom Jacob. We hadden gevraagd wanneer hij komen wilde en hij schreef
onmiddellijk terug dat hij Woensdag vacantie kreeg (hij is op de MTS) en dan
Donderdag voor de koffie kwam. Hij moest naar dr. Roessingk voor zijn asthma en
toen hij vertelde wat hij gezegd had, zei hij: ik moet over 6 weken terug
komen, tante, dan is het juist Pinksteren! Na Bertje is tante Fem uit Hengelo
een weekeinde geweest: ook gezellig. Dat is ook maar een zielepiet. Oom Willie
is nu moeite aan het doen om weer Duitser te worden, en Werner is bij de Waffen
S.S. opleiding. Niemand bemoeit zich meer met haar van haar vroegere vrienden,
dus zit ze de hele dag alleen, want oom W. zit natuurlijk de hele dag op de
fabriek. Je snapt niet dat ze altijd nog zo vrolijk genoeglijk is; gelukkig
maar, want anders had ze helemaal geen leven. Ik ben nog steeds thuis, de foto
is goed uigevallen maar dr. Bruyse vond dat ik nog niet kon beginnen, over 3
maanden wordt er weer een foto gemaakt. ’t Is wel jammer dat ik hier door een
jaar achter kom, directrice had het er zelfs over dat ik misschien die 2 jr. aan
K.Z.H. ook zou kwijt zijn, m.a.w. dat ik weer helemaal opnieuw zou moeten
beginnen, maar daar pieker ik nog maar niet over: ik zou het vreselijk vinden,
dat snap je. ‘k Mag nu weer veel meer doen of liever gezegd, ik doe veel meer;
ik slaap ’s nachts 12 uur, ’s middags 2 uur; ik mag met hoofd, armen en benen
in de zon zitten, en fietsen. ‘k Had toch zo’n zadelpijn, ondanks mijn
biefstukjes! Mijn verste wandeling is geweest over de nieuwe weg en door ‘t
park terug. Je zult de Biltse weg gewoon niet meer herkennen; de rondweg is
klaar tot de Biltseweg (part naar de Prins Hendriklaan en zo naar ’t stadion en
verder) ter hoogte van van Someren, dus vlak voor ’t fort is een tunnel voor de
fietsers, in ’t midden open en om ’t rondje rijdt de tram +auto’s.
Of ’t erg duidelijk is weet ik
niet, of liever ik weet dat ’t onduidelijk is, maar de bedoeling is goed. Dat
gat middenin ligt lager. ’t Is voor ’t ogenblijk erg handig en voor de fietsers
altijd, maar als er later weer veel auto’s komen zullen er wel ongelukken
gebeuren met trams en auto’s, vanwege de rotonde.
20 April.
’t Is al weer zulk prachtig weer,
kan ik vanmiddag in de tuin zitten zonnen. We moesten eigenlijk de hele dag de
zon in de tuin hebben dan was ik zo bruin als een indiaantje, voor zover ik
bruin word tenminste. Arike speelt op ’t ogenblik met Marijke in de tuin: dat
is toch zo’n eigenwijsje. Als ze bij ons de kamer binnen komt, klimt ze
dadelijk op een stoel en zegt “koek!”. Ze weet precies waar de koek staat en
draait er net zo lang omheen tot ze een stukje krijgt als ze er niet bij kan,
anders pakt ze ’t zelf wel, tot grote ergernis van haar moeder. ’t Lijkt me
ontzettend moeilijk van kinderen netjes op te voeden, want je verwent ze zo
gauw en ik moet altijd lachen als ze zo deemoedig kijkt als je een standje
heeft gehad; dat hoort natuurlijk niet.
Zaterdag hebben we reünie gehad
met een stuk of 10 zusters uit ’t K.Z.H. van vroeger toen ik er nog was. Ik
mocht wel niet meedoen, want ik moet me kalm houden(!!), maar ’s middags om een
uur of 4 stonden ze willens met z’n achten bij me voor de deur; zo gezellig. Je
hoort nog maar weinig van elkaar, want iedereen zit nu in een ander ziekenhuis,
en dan is het echt leuk van elkaar weer eens te spreken. ’k Was van plan van
pianoles te gaan nemen bij juff. Kwast, maar ze vond het voor die paar maanden
de moeite niet waard; nu speel ik maar dapper de zang dingen van Arike, ’t is
wel een beetje saai, want dan heb je alleen maar de ondertoon, de wijs moet je
er natuurlijk bij zingen dan is ’t pas aardig, maar Arike wil er niet eerder
bij zingen dan wanneer ik het goed kan spelen; dat kan ik nu ook wel begrijpen,
want ’t is erg vervelend voor haar, als ze zich inspant om ’t goed te doen, om
dan nu eens midden in een lange uithaal te moeten blijven steken omdat ik niet
verder kan. ‘k Vind zelf dat ik al aardige vorderingen maak, Arikes oordeel heb
ik nog niet gehoord.
21 Apr.
Je ziet dat ik niet zo erg vlot
vorder met mijn brief, ondanks mijn rustige leventje; maar ’t is altijd zo dat
hoe minder je te doen hebt, des te minder doe je ook. ‘k Moet me zo weer op de
pianostudie werpen; daar heb ik eigenlijk maar zo weinig gelegenheid voor, want
er komt zo vaak bezoek en dan heb ik geen zin om daar te zitten stuntelen.
Tante Marie van Egmond komt vandaag weer, een bezoeking! Ze heeft een weekje
vacantie en brengt dat door in Hilversum; vandaag komt ze dan even “overwippen”.
‘k Ben maar blij dat we die niet in huis hebben, dan was zij, denk ik, de enige
overlevende. Weet je al dat Mies voor haar examen geslaagd is en nu dus
chemisch analiste is? Nu moet ze nog een jaar voor ’t medisch gedeelte en dan
is ze klaar. Vlot gaat dat hè? ‘k Ga nu maar ophouden. O, ja ik hoor Jannie net
“praten”, sinds gisteren weten we dat ze gaat trouwen! ‘k Geloof met de 7e
die haar hebben wou. Arike en ik hebben de moed ook nog maar niet opgegeven met
dit voorbeeld voor ogen.
’t Beste er mee en veel groeten
van je
To
27 april 2019
Donderdag 27 April 1944 Oos : “Pahr Monaten” zeg ik met Berlijns accent zonder er op te letten dat ik mezelf hiermede verried!
27 April 1944
Van 5 tot 7 gehold voor inkopen
en nog eens inkopen. De bonnen verlopen Zaterdag, het is dus de hoogste tijd
vooral omdat er veel dingen niet makkelijk meer te krijgen zijn, je moet er
achteraan holen. Een distributie systeem loopt direct in de war als en
schaarste is, omdat dan de vaste klanten bevoordeeld worden.
Menu: verse kropsla – gebakken
bloedworst – gebakken aardappeltjes. Veel werk, maar het was dan ook heerlijk.
Om acht uur naar Frl. Rose, het
werkwoord “Reseleren” heb ik voorgesteld, en het zal nu algemeen gebruikt
worden. De uitdrukking “Kamerhoer” zal in het vervolg niet meer gebruikt
worden, dat is te cru als je iemand kent.
Aangezien de tram er aan kwam
staken we op echt Hollandse wijze over, d.w.z. de kortste weg nemend, en zonder
te letten op de agent, overigens het enige levende wezen dat er in de buurt
was. De agent riep ons en vroeg mij hoe lang ik al in Du. was. “Pahr Monaten”
zeg ik met Berlijns accent zonder er op te letten dat ik mezelf hiermede
verried! Gelukkig merkte de agent niet hoe belachelijk het was, en liet ons
gaan. Maar de tram was weg, en we moesten lopen omdat er een halfuur dienst is.
Fäulein Rose had de treurige
(verheugende?) mededeling dat het vandaag niet door kon gaan, maar Vrijdag,
omdat Dorientje, die er erg op gesteld is “Brandwache” had. Morgen dus weer er
heen. Nog even blijven zitten, wat “salat” gegeten en zoals altijd gekheid
gemaakt, en daarna naar huis gegaan. Ad wilde met de tram, Jan en ik gingen
lopen, en we waren gelijk thuis.
Op de fabriek niet veel gedaan.
“Dreck gespritzt” zoals Fr. Rose het noemt.
Amsterdam 21 April 1944 van Paps Overigens is het natuurlijk geenszins mijn bedoeling je van hieruit te beschoolmeesteren.
Wat de leesbaarheid van het handschrift van Paps betreft komt er hulp uit onverwachte hoek: de censor! En inderdaad schrijft hij een stuk leesbaarder.
Amsterdam 21 April 1944
Mijn beste jongen,
De censor heeft doen weten dat
ik duidelijker moet schrijven en dat je dan de brieven sneller zoudt krijgen,
dies zal ik deze keer eens extra mijn best doen om duidelijk te schrijven, wat
mij overigens niet gemakkelijk zal vallen. Maar ter zake:
Gisteren hebben wij het bewuste
pak van je ontvangen met brood, suiker enz. Het is machtig lief van je, maar je
hebt wat overdreven. Natuurlijk stellen we alles zeer op prijs, maar we hebben
het heusch niet nodig en we zijn maar bang dat jij je daardoor iets ontzegt. Zo
had je toch zeker de koffie en de suiker zelf kunnen gebruiken om eens een
lekker bakje te zetten, terwijl ook de hoeveelheid brood veel te groot was. Het
pak is erg lang onderweg gebleven en toen moesten we nog een invoervergunning
vragen, hetgeen ook nog 10 dagen heeft geduurd. Enfin, ten slotte is alles
terecht gekomen en we zullen van den inhoud genieten, zij het eenige weemoed
over je afwezigheid. Ik vind je bedoeling verschrikkelijk aardig, maar in gemoede,
wordt het niet wat dwaas dat we elkaar pakjes gaan sturen met gedeeltelijk den
zelfden inhoud? Wij komen er tegenwoordig heusch wel, hoor, daarover hoef je je
in het geheel geen zorgen te maken, en we zouden het allemaal heel, heel erg
vinden als je voor ons je ook maar het minste ontzegde. Dus hou daar rekening
mede. Het pakje cigaretten dat je vorige maal stuurde en dat je alleen maar
bruikbaar achtte voor de pijp, is niet zoo slecht als je wou doen geloven. De
cigaretten zijn slecht gestopt en de helft is leeg, maar overigens is de tabak
zeker niet slechter dan die we hier krijgen.
Gisteren heb ik Barend ontmoet.
Hij maakt het goed alleen nog een beetje nerveuzer dan hij altijd al was. Hij
zou je binnenkort schrijven. Zijn moeder maakt het ook goed; dezer dagen is zij
bij duisternis in de rivier {de Amstel}
terecht gekomen, gelukkig kon zij er zelf nog uitkrabbelen. Ze kwam n.b. van
Schieveen, dus een paar huizen ver en ziet in die 50 mater nog kans het water
in te lopen, haast onbegrijpelijk; maar als je in het donker eenmaal de kluts
kwijt bent, ben je verloren.
Dirk Dolman is ziek; hij ligt hier
in het Burgerziekenhuis en ik ga hem straks eens even opzoeken. Hij heeft, voor
zover ik weet een hartaandoening en nierbezwaren, een lelijke combinatie, zoodat
ik vrees dat zijn rol als timmermansbaas op de fabriek is uitgespeeld. Echt
zielig, want hij is pas 51 jaar, dus wel te jong om er uit te scheiden. Voor de
fabriek ook al weer een strop; we worden langzamerhand in Ouderkerk geheel
uitgebeend en hoe krijgen we later de boel weer goed op gang. Maar geen zorgen
voor den tijd; deze tijd heeft waarachtig genoeg aan zijn eigen zorgen.
Je schrijft in je laatste brief
wat over je studie. Blijkbaar heb je mijn bedoeling niet helemaal goed
begrepen. Mijn bedoeling was geenszins dat je je schaarsche genoegens zoudt
laten loopen, neen, die komen je volledig toe. Ik wilde alleen maar zeggen dat
het wel wenschelijk zou zijn zoo mogelijk iets aan je organische chemie
te doen. Dat is een heele kluif en je bent nu eenmaal niet het type dat zoo
iets in 3 à 4 maanden er in zet, om het daarna weer even gauw te
vergeten als je de bul in je zak hebt. Het moet bij jouw langzaam er in komen
en dan wat bezinken. Hiervoor is het van belang dat je dus er niet uit
raakt en er wat aan blijft doen. Een vergeten ogenblik op het lab. als
je op iets moet wachten, hetgeen toch bij elk chemisch werk voorkomt, benutten
om eens systematisch de org. chemie door te bladeren, is al van veel waarde.
Overigens is het natuurlijk geenszins mijn bedoeling je van hieruit te
beschoolmeesteren. Het is dat mijn gedachten veel bij je zijn en dan pieker je
ook over zulke dingen, over je toekomst enz. Ik reken maar zoo dat, als je
terug bent en de studie weer kan worden hervat, je er gauw een einde aan zult
willen maken, nu je de praktijk al zoo lang kent. Het zal goed zijn hiermede
rekening te houden en je voor te bereiden voor zover dat mogelijk is. Je enkele
genoegens, muziek en toneel, behoef je er zeker niet voor prijs te geven; dat
zou ik zelfs niet willen want dat moet je moreel hoog houden. Dan maar liever
wat langer hier studeren later. Ik hoop dat je me nu beter begrijpt en me niet
beschouwd als de “pa” die het beter wil weten en onbillijke eischen stelt. Ik
heb maar één verlangen en dat is dat je weer bij ons terugkomt, rijper maar
overigens zooals je weggegaan bent. Al het andere is bijzaak, waarover je
alleen maar denkt en schrijft om het alles overheersende wat te verdringen en
je er wat van los te maken. Dus, jongen, doe jij maar wat je het beste vindt,
tot nu toe heb je je kranig gehouden en ik vertrouw dat je dat zult blijven
doen. Schrijf Dolman een kaartje, hij zou dat heerlijk vinden, hij informeert
elke keer als ik hem zie naar jou. Zijn adres is Amsteldijk Z. No60.
Nu ja, tot wederschrijfs. Het
beste,
Je Vader
Grietje Brink is weer terug.
Het huis davert weer van haar stappen en haar gulle lach. Het assistentschap is
niet doorgegaan ten slotte.
26 april 2019
26 April 1944 Vervolg Brief 72 Als jullie een pakket met mijn hoofd tegen komt betekent dat niet dat ik dood ben.
26 April
Gisteren avond heeft Ad den
Besten, (die helemaal gezond is gelukkig) een lezing gehouden over de
dichtkunst, het was werkelijk goed, de beste lezing die we tot nu toe gehoord
hebben. Die dichters leven toch maar in een heel andere wereld dan wij, en het
moet heerlijk zijn om zoveel idealisme te hebben dat het de akelige dingen die
zich opdringen, overstemt. Dit is bij Ad zeker het geval. Hij kan in een
cantine met buitenlandse, (soms een verzameling van menselijke ellende en
armoede) met een boekje gedichten volkomen tevreden zijn. Hij ziet niets van
wat er om hem heen gebeurt en geniet.
Zondag heeft Jan de Boer van Jan vd Braak een “dodenmasker
gemaakt. Een laag gips over het gezicht heen, hard laten worden en dan later
van dit negatief een positief maken. Het effect is verrassend, je krijgt een
schitterende kop. Met een pet er boven is het net echt. Ik ben als volgende aan
de beurt, wees dus niet verbaasd als jullie op een goede dag in een paket mijn
hoofd tegen komt! Het betekent niet dat ik dood ben! Een erg leuke liefhebberij
is dit. We hebben alleen geen goede gips, het duurt wel een uur voor alles hard
is, en je mag niet slikken want dan gaat de kin kapot!
En dan heb ik nog een verzoek. De
photo’s van de barak en zijn bewoners vinden jullie natuurlijk erg leuk, maar
de anderen willen ze ook zien. Willen jullie die photo’s in een album plakken,
met de namen er onder, en dan aan de andere ouders sturen? Natuurlijk alleen
aan degenen die er op staan, de anderen hebben er niet direct belang bij.
Toevallig staat Jan de Boer er niet op, en Ad den Besten ook niet, die waren
die morgen naar de opera. Zelf sta ik er in mijn beste pak op, ik was van plan
naar Jan Egberts te gaan. De photo’s zijn genomen op Zondag 27 Februari 1944. Stuur
ze liefst eerst naar Groningen, naar Bob, met het verzoek ze aan mevr.
Engelkens te laten zien, en door te sturen naar Vinks of vd Berg in Tilburg.
Daarna kan je ze ook aan de Fam. de Boer en den Besten doorgeven. De photo’s
zijn van ons, de anderen krijgen ook afdrukken, maar dat gaat niet zo
eenvoudig. Ik maak nog meer photo’s, die zien jullie over een paar maanden dan
wel. De binnenhuis photo’s zijn mislukt, te weinig licht.
De briefkaart van mams van
20-IV-44 voor Grandpère ontvangen en meteen doorgestuurd. Wil mams nog wat zakdoeken
sturen? Ze slijten hier erg en ik ben er bijna door. De wollen sokken zal ik
naar huis sturen, als het kan zou ik graag een of twee paar katoenen hier
willen hebben in ruil. Langzamerhand merk ik aan mijn kleren wel dat ik hier
een jaar zit! Alles gaat kapot. De twee witte jassen die ik hier heb zijn beide
aardig kapot. Het wordt hoog tijd voor verlof. Sturen jullie de witte jas die
thuis is hierheen, dan stuur ik deze twee naar huis.
Nu lieverds, dit is zo ongeveer
alles wat ik te vertellen heb. Denken jullie niet dat jullie niet meer hoeft te
schrijven omdat ik toch wel gauw met verlof kom, want dan kon ik wel eens lang
zonder post zitten! Ik laat wat ruimte voor een P.S. als me nog iets te binnen
schiet.
Veel liefs
Oswald
P.S. Cor
Wiegers moet natuurlijk de photo’s ook zien, hij staat er op als een “oude
Jood” met zijn mutsje op!
P.P.S. Stuur in het volgende paketje mijn huissleutel
op, ik wil er in kunnen als ik met verlof thuis kom!
Woensdag 26 April 1944 Oos : Dat kan natuurlijk niet! De dokter moet constateren dat je weer beter bent!
Woensdag 26 April 1944
Heerlijk uitgeslapen en gedouched,
en om half negen naar den dokter. Ik heb n.l. een enorme stommiteit uitgehaald.
Ik ben door den dokter “ziek geschreven” en ben daarna op eigen houtje toen ik
me gezond voelde, weer gaan werken! Dat kan natuurlijk niet! De dokter moet
constateren dat je weer beter bent! Weer twee uur in de wachtkamer zitten, weer
een dag verzuimen, zo gaat dat hier. Voorbeeld van “papierkrieg”.
Ik had de gelegenheid willen
benutten tot het inkopen van aardappels en groenten, en melk maar er was niets
te koop. Verder wilde ik een koffer van Jan en een pakket van mezelf naar het
Schlesischer Bahnhof brengen. Maar….. de dokter had geen spreekuur, zodat ik
niet al te lang kon wegblijven. Om tien uur weer op de fabriek aanwezig. Jan de
B. had mijn plaats aan de machine al overgenomen, omdat ik er niet was.
Het eten in de cantine, (een van
de belangrijkste dagelijkse verrassingen) was bij uitzondering goed. D.w.z. het
vlees was goed toebereid, maar er waren te weinig aardappels.
Brief naar huis geschreven, kaart
van mams ontvangen die ik door moet sturen naar Grandpère. Wat is dat toch
zielig met die man, en je staat praktisch machteloos. Mijn papieren voor verlof
naar Frankrijk ben ik kwijt, die zijn bij Mams, en Grandpère stuurt geen nieuw
bewijsmateriaal. In ieder geval zal ik proberen als ik in Holland ben naar Grp.
Toe te reizen voor de laatste dagen van mijn verlof. Grandpère is nu zo
ongeveer blind aan het linker oog, vreest voor het rechter, en is zijn trouwe
dienstbode kwijt. Het is ellendig dat je niets kunt doen. Zo nu en dan een
pakje sturen, dat is alles.
Na afloop van de werktijd, nadat
ik “So langsam an Freierabend gemacht“ had, naar Rahnsdorf in het “Strandbad Müggelsee” waar Hayo Woelinga zijn afscheid zou vieren. Hayo is een
merkwaardige figuur, zo zelfverzekerd en bedachtzaam, de spontaniteit is er
niet te vinden.
Het was overigens erg gezellig, en
we hebben heerlijk gegeten. Twee maal vis (met heerlijke sous) en twee porties
appelmoes. Het eten is toch maar erg belangrijk, ook voor Oswald de Bruin, merk
ik.
Aan de omme zijde van dit blad tot
aandenken een menu (gejat), waarop de namen van de deelnemers aan dit afscheid,
Thijs, Edzard, Ad, Hayo en ik prijken. De omlijste gekookte schol was dus het
favoriete gerecht. De appelmoes kregen we extra, omdat we Hollanders waren, en
de ober toevallig ook. Een prachtkerel overigens. “internationaal gezelschap
hebben we hier. Kijk, dat zijn Badoglio bandieten. Amio bella Napolis. Zie je
wel, ik lul al Italiaans ook” enz. enz. verder echte ober manieren zo typisch
“superieur”, iemand die lak heeft aan dat belangrijke gedoe van de gasten.
Er zat ook een gewonde Hollandse
SS. man, met een groot verband om zijn hoofd en het liefste meisje uit
Rahnsdorf aan zijn zijde. De Hollandse smaak had hij wat dat betreft toch nog
bewaard. We werden door de ober op de nationaliteit van deze man attent
gemaakt, die tot zijn schande gemerkt had dat het een Hollander was. Tegen zijn
collega had hij een opmerking over de benen van het meisje gemaakt, en kreeg
toen: “Zo, vind jij dat?” op zijn bord!
’s Avonds getekend voor Bob, als
hij te laat terug komt krijg ik geen verlof. We zullen proberen gelijktijdig
verlof te krijgen, en beiden weg te blijven.
25 april 2019
Berlijn 25 April 1944 Brief 72 Dit komt omdat ik nu een dagboek bijhoud, en dan raak ik in de war met wat ik al geschreven heb.
72
Berlijn 25 April 1944
Lieve Paps, Mams en Lily.
Daar begin ik maar weer met zo’n
groot vel papier. En voor dat je het weet is het toch al weer vol ook. Ik heb
veel te vertellen, al weet ik niet precies meer wat ik al geschreven heb en wat
niet. Dit komt omdat ik nu een dagboek bijhoud, en dan raak ik in de war. Maar
laat ik beginnen met te zeggen dat alles hier uitstekend gaat, en dat we het
erg rustig hebben. Als dat maar niet een stilte voor de storm is. Morgen gaat
er een paketje weg naar huis, ik hoop dat er niet weer uit gegapt wordt, ik heb
de inhoud op het deksel geschreven. Er zitten diverse surprises in, ik hoop dat
jullie ze zult kunnen waarderen. Het is een antwoord op alles wat jullie me
gestuurd hebben, en een beloning voor de doorstane angsten. Zo vatten we hier
de extra rantsoenen tenminste op, die de laatste tijd erg vaak voorkomen, en
waarvan ik jullie een deel stuur. Zoals ik al schreef is uit de vorige paketten
dus suiker en koffie gestolen, erg jammer.
Zaterdag ben ik met Bob naar
“Iphigenie auf Tauris” een toneelstuk van Goethe, geweest, zoals gewoonlijk was
het erg mooi. We hadden het van te voren een paar maal gelezen en bestudeerd,
onze verwachtingen waren dus hoog gespannen, en we werden teleurgesteld door de
vrouwelijke hoofdrolspeelster, een juffrouw met een zware Izak Leander stem en veel verbeelding. De
andere spelers waren goed.
Zondag ben ik bij Jan {Egberts} geweest en
ik heb een eindje met hem gewandeld. Hij heeft de hoop op verlof opgegeven. Ik
zeg maar steeds dat hij geduld moet hebben en zich met andere dingen moet
bezighouden, zorgen dat hij geen tijd meer over heeft, maar altijd te kort enz.
enz. maar ik kan hem niet zover krijgen dat hij zich er bij neerlegt dat hij nu
eenmaal hier is. Kees Booy was ook aanwezig Pels Rijcken is nog niet uit het
ziekenhuis ontslagen maar komt eerstdaags los. Hij heeft volgens de laatste
berichten “Rode Hond’ gehad.
De brief is niet af, morgen verder.
25 April 1944 6e vergadering van het Spree kransje. De vergadering wordt 5 minuten geschorst wegens zwarte handel in sigaretten.
Samenvatting van de voordracht
Als reeds eerder vermeld werden de verslagen in handschrift opgestuurd naar de vader van Jan de Boer, in Amsterdam, die het op zich genomen had de verslagen te vermenigvuldigen en aan de ouders van de leden van de Spreekrans op te sturen. In Utrecht zijn deze verslagen zo goed als allemaal bewaard gebleven.
Jan in zijn dagboek:
Jan in zijn dagboek:
Dinsdag 25 April 1944.
We vonden onze
voorzittershamer zoo mooi dat we er prompt nog een tweede voor mij bij gemaakt
hebben. Deze is iets anders (mooier) geworden maar is dan ook met te meer
ervaring gemaakt.
Het leuke van
dien hamer is, dat hij voor 100% van de AEG is. Allereerst is hij uitsluitend
van AEG materiaal, maar tevens is hij geheel in de fabriekstijd vervaardigd, in
de ontbijt en middagpauzes hebben we ons er stiptelijk van onthouden, eraan te
werken.
Dinsdag 25 April 1944 Oos : Na werktijd eerst inkopen gedaan. Dat is toch een kruis. Zoveel tijd als dáár in gaat zitten.
Dinsdag 25 April.
Vandaag weer moeten oprollen aan de spritzmachine. Gelukkig niet lang. Brief naar huis dus niet af gekregen. Het wordt weer eens tijd dat ik schrijf. Wat in mijn brieven komt te staan, en wat in mijn dagboek, kan ik nu slecht uit elkaar houden. Beiden bewaren, dat is het beste.
Na werktijd eerst inkopen gedaan. Dat is toch een kruis. Zoveel tijd als dáár in gaat zitten, en dan organiseer ik het nog wel zo goed mogelijk. ’s Avonds lezing van Ad, met als voorzitter O. de B.
Ad had gevraagd vroeg te beginnen, en Edsard had verklaard dat hij zijn verslag (officieus) nog niet had gemaakt, er was dus alle reden om vroeg te beginnen, en met onzin vragen Ad op te houden. Het lukte prachtig. Hajo Woelimga kwam nog op bezoek, op tijd om alles mee te maken. Er werden sancties vast gesteld:
1e Voor het niet houden van een lezing: uitstoting uit het Spreekransje.
2e Voor het niet maken van een uittreksel: 10 Mark boete in de “Schetenpot”
3e Voor het niet maken van een officieus verslag: thee schenken en tracteren op Kuchen naar smaak van de vergadering.
Na al deze moeilijkheden opgelost te hebben, werd Ad nog even verneukt op zijn titel van de voordracht, die hij zelf “Voordracht met Erläuterungen” noemde. Dat was dus geen gewone lezing en kon dus niet door gaan. Ad zat te springen hij wilde eindelijk eens aan de gang.
De voordracht, die ging over “de Duitse poëzie van na den Wereldoorlog tot 1933.
De voordracht was uitstekend, en had voor een gezelschap leraren in Duits gehouden kunnen worden. Ad is wel een “grote geest” zoals ik dat noemen wil de gedichten waren uitstekend gekozen. Het peil was dus wel zéér hoog. Ad zal later de beste preken leveren maar Cor Wiegers wordt de beste zielenherder.
24 april 2019
Maandag 24 April 1944 Oos : Geen tijd gehad een brief naar huis te schrijven, voorzittershamer van kunststof gemaakt.
Maandag 24 April 1944
Gewekt door kwebbelende Russinnen,
die ontluisd moeten worden. Later beginnen ze te zingen, hetgeen een beter
effect sorteert. Ze zijn erg kuis, en kijken niet naar de naakte mannen. Jammer
dat ik ze niet kom fotograferen, zo op de grond met hun hoofddoeken, een
typisch gezicht.
Geen tijd gehad een brief naar
huis te schrijven, voorzittershamer van kunststof gemaakt.
In de kantine ruzie gemaakt met
een van de Amsterdammers die een dienblad expres om gooit, en laat liggen. Een
lullige houding en als bewijs dat ik het er niet mee eens ben heb ik het
opgeraapt. Snappen doen ze er niets van.
’s Avonds eerst foto’s uitgezocht,
en bestellingen genoteerd. Daarna met Edzard een eindje gewandeld naar
Hirschgarten om de was af te halen bij de Française. Daarna langs de Spree
gelopen, kano gehuurd en een half uurtje gepaddeld. Heerlijk weer was het. Het
is op het ogenblik precies de tijd waarin we gekomen zijn. Sommige geurtjes
maken dat je plotseling weer aan die eerste Mei-dagen denkt, en dan wil je naar
huis, eindelijk. Als ik toen geweten had dat het een jaar (en meer) zou duren,
dan had ik het somber ingezien, en alles is toch goed afgelopen tot nu toe.
Maar wat staat ons nog te wachten?
Voorzittershamer voor de Spreekrans
Hoe de voorzittershamer er inwendig uit ziet is niet onderzocht. Ze is bekleed met kunststof vellen die na 75 jaar wat beginnen te verouderen, en een buitenbekleding van aluminium draad, geïsoleerd met met een kunststof, bedoeld voor elektrische installaties. Deze laatste kunststof vertoont nog geen enkel teken van veroudering. De samenstelling van de verschillende kunststoffen is niet bekend.
Jan in zijn dagboek:
Eindelijk zal ik
nu maar eens mijn winterkleren naar huis zenden. Ik hoop in godsnaam maar dat niet
de helft er uit gestolen wordt. Maar ik vind het tenslotte ook niet verantwoord
de zaak hier te houden, tenslotte kan het iedere nacht afbranden. Enfin ik zal
(zooals trouwens met ieder pakketje het geval is) blij zijn als het goed
aangekomen is.
Er is vandaag wel alarm maar niemand vermeldt wanneer
De volgende dag:
… mijn koffer
weggebracht met de winterkleren. Het was misschien verstandiger geweest, het
niet te doen, want enkele punten wijzen er op, dat we onze lang verwachte en
toch ook weer niet verwachte invasie misschien zeer binnenkort krijgen, zooals
het doorlopend bombarderen van practisch alle verkeersknooppunten en W
Duitsland enz.
23 april 2019
Zondag 23 April 1944 Oos : Naar huis – naar huis, hier is het een rotzooi enz. enz. Het is om wanhopig van te worden.
Zondag 23 April
Te beroerd om voor kaarten in de
rij te gaan staan, om een uur of tien opgestaan en direct aanstalten gemaakt
naar Jan {Egberts} te gaan, om daar te
gaan wandelen. Aangezien de tram 68 niet meer rijdt, naar Liettenberg gegaan en
daar met 69 gereisd, het ging erg vlot. Jan vertelde me dat ik een historische
gebeurtenis meemaakte: hij was zijn kamer aan het schoonmaken. Erg onbeleefd om
dat te doen als er een gast is. Een eindje gewandeld over het Gelände, waarover
het voorjaar haar groen sluier gespreid heeft. Jan is nog steeds vervuld van
één gedachte, en dat is: “Ik moet naar huis”. Het ongelukkige is dat,
als we er samen over praten, bij mij natuurlijk deze gedachte ook aangewakkerd
wordt, en dat is vervelend. Jan verwacht spoedig een invasie en wil dan thuis
zijn. Inderdaad zijn de dingen die op het spel zijn van zéér grote betekenis,
en daar maak ik me misschien te weinig zorgen over. Ik amuseer me hier, en
daarmee uit. Waarom zou ik me verliezen in speculaties, want dat zijn het toch
maar. Je weet niet of je het hier wel zo slecht zult hebben als de zaak
instort. Hier ben je een van de velen, en ik vrees voor de intellectuele
hoofden in Nederland.
Na onze wandeling op Kees gewacht.
De foto’s interesseren Jan ook al niet. Naar huis – naar huis, hier is het een
rotzooi enz. enz. het is om wanhopig van te worden. Als ik zo was, dan zou ik,
geloof ik, al lang òf in het KZ {concentratierkamp} òf in
Holland zitten.
Pels ligt nog steeds in het
ziekenhuis, ons bezoek aan dat lager bracht dus weinig op. Kees en Jan gingen
naar een Variété en namen het mij kwalijk dat ik niet mee ging. Ja, ik wilde
naar de Invalidenstraße. Ik heb geen tijd om hier rond te hangen, mijn tijd kan
ik beter gebruiken.
In de Invalidenstraße een enorme rotzooi
(beter woord niet te vinden) bij de studenten, het is gewoon verschrikkelijk.
De zelfde geest als bij Jan Egberts. Wat ben ik toch blij dat ik bij een beter
groepje zit, wat betreft die slordigheid.
Bij mijn thuis komst had ik spijt
dat ik dien dag niet thuis gebleven was en een dodenmasker van me had laten
maken. Het is geweldig leuk, van Jan v.d. Braak, gemaakt door Jan de Boer en
zijn vriend… Ik wil er ook een hebben hoor. Alleen de gips is slecht, en verder
moeten we hem op de fabriek gappen, hetgeen niet leuk is. (Maar dat doet Jan {de Boer} met een stalen gezicht). Wat
zullen ze thuis opkijken als ze mijn hoofdje te zien krijgen in gips. Het is
toch veel leuker je tijd met deze grapjes te vullen, dan dat je er alleen maar
aan kunt denken hoè je wel naar huis moet komen.
Met Jan de B en Hans bij Fran
Becker in het kamertje naar de Frühlingssonate en naar de zevende van Beethoven
geluisterd, met pijp en boek. Paans moppert weer omdat ik zijn koffer 10
minuten na de tijd uit het kofferhok haal.
22 april 2019
Zaterdag 22 April 1944 Oos : Tussen Deutsche en Fraßösische Dom in. De eerste is kapot, de tweede half.
Zaterdag 22 April.
Zoals gewoonlijk heb ik het ook
vanmorgen enorm druk. De moeilijkheid is, dat er in een halve dag net zoveel
privé zaken moeten gebeuren als anders in één dag. Verder zitten er nog een
verslag, en het toneelstuk Iphigenie op me te wachten.
Na twaalf naar Börse voor de
Cakes, en naar de staatsoper. Programma niet interessant, op één na alle
opera’s gezien. Met Jan de Boer verder op zoek naar gebakjes in een straatje
achter Börse. Daarna via Collignon (boekje over kunststoffen gekocht) naar de
photo’s (zijn genomen op 27 Februari). Dat was een verrassing, ze zijn geweldig
leuk geworden. Daarna gaat Jan B naar huis, hij moet oefening van de Luftschutz
meemaken. Bij Gellius worden ze vervelend, ze vragen wat je eigenlijk hebben
wilt, en dan weet je op zo’n moment niets te zeggen.
In Zum Spaten (Friedrichstraße)
gegeten en nog wat gelezen, en om 5 uur naar het Schauspielhaus,
Gendarmermarkt. Tussen Deutsche en Fraßösische Dom in. De eerste is kapot, de
tweede half.
Schauschpielhaus zelf vertoont enkele sporen van brandbommen maar
is verder onbeschadigd. De zaak is afschuwelijk lelijk, maar zeer praktisch. We
zaten derde rang, vierde rij, maar alles was toch goed te zien. Bob kwam bijna
te laat, omdat hij nog even had willen eten, en toen bij de Stamm op had
vertelde de ober dat hij nog zulke lekkere vis had, en toen nog weer zo’n
lekkere pudding. Resultaat dar Bob met volle maag en hikkend in de schouwburg
verscheen.
Het publiek is hier overwegend
Duits, maar zoals altijd zijn ook hier de Hollanders vertegenwoordigd.
Studenten natuurlijk.
Over het stuk Iphigenie auf Tauris,
was ik enthousiast na het lezen. Het is prachtige taal en vooral zeer rijk aan
inhoud. De vertolking door de Maria Koppenhöfer was wel goed, maar ze heeft een
enorm vervelende stem. Zoals Bob het uitdrukte, een Amerikaanse rookstem. En
daar ben ik erg gevoelig voor, ze heeft veel bedorven met die
Zara-Leander-stem.
Rolverdeling
“Heram in eure Schatten, rege
Wipfel. Des alten, heil’gen, dichtbeladten Haines enz.
Onsterfelijk mooi is dit alles, en er zijn zoveel stukken
die als gezegd in de Duitse taal zijn achter gebleven. Op ons slaan enkele
stukken:
“Weh den, der forn von Eltern und
Geschwestern,
Ein einsam Leben fürt! Ihm zehrt
der Gram
Das n”schts Glük vor seinen
Lippen weg,
Ihm schwärmen abwärts immer die
gedanken.
Nach seines Vaters Hallen, wo….
Enz.
En dan:
Kann uns zum Vaterland die Fremde
werden?
Und dir ist fremd das Vatreland
geworden.
Das ist es, warum mein blutend
Hertz nicht heilt.
Verder ook:
Es fürchte die Götter
Das Menschen ge schecht
Sie halten die Herrschaft
In ewigen Händen
Und können sie brauchen
Wie’s ihnen gefällt
Orkest speelde heel goed (Aubin
Skoda)
Goethe speelde deze rol zelf bij
de eerste opvoering. Het laatste stuk beviel me beter dan het begin. Of dat aan
mij ligt, dat ik aan de stemmen van de spelers gewend raakte, of dat de spelers
er beter in kwamen, dat kan ik niet beoordelen. Naar het genot te oordelen, dat
het lezen van de tekst oplevert, kan ik niet zeggen dat de vertolking
verrassend goed was.
Na afloop een eindje door de stad
gewandeld tot Jannoritz br”cke, omdat het zulk mooi weer was.
Uit Jans dagboek:
Uit Jans dagboek:
Er wordt in de
stad op het ogenblik hevig op ondergedoken soldaten gecontroleerd door de
militaire politie.
21 april 2019
Vrijdag 21 April 1944 Oos : Direct uit de barak komend slaat me de geur van de Meidoornboom die in bloei is geraakt.
Vrijdag 21 April 1944
Direct uit de barak komend heden
morgen slaat me de geur van de Meidoornboom die heden nacht in bloei is
geraakt. Je dag is meteen goed op deze manier, dit zijn prettige verrassingen.
Thee met koekjes eten met Jan B.
verder niets anders te doen dan dagboek bij schrijven, en nu eindelijk
“Iphigenie auf Tauris” eens lezen.
Jan uitgelegd hoe ons huis er uitziet. Plattegrond met uitleg. Wat is ons huis toch groot, en wat zou ik graag
naar huis gaan. Je moet niet te vaak over thuis spreken, “daar word je beroerd
van” om met Corrie te spreken.
De kantine verzorgt ons vandaag
met bloedworst, een tractatie. Brief van Mams, waaruit ik opmaak dat de koffie
uit mijn laatste pakje gestolen is. Zeer vervelend, zulke dingen vergallen me
de hele dag!
Met Jan de Boer in Rahmsdorf gaan
eten. Dat geduvel met het gebrek aan aardappels begint nu. Gewandeld naar
Friederikshagen.
’s Avonds nog wat gelezen in
“Iphigenie auf Tauris”, waar ik Zaterdag heen moet. Prachtige werken zijn dat
toch van Goethe.
Utrecht 13-4-‘44 Brief Mams: Ik was bang dat ik je pakken niet meer op tijd zou kunnen kloppen en schuieren.
Utrecht 13-4-‘44
Mijn lieve Oswald,
’t Is alweer bijna 14 dagen
geladen dat ik geschreven heb. De tijd gaat gauw en ik heb nauwelijks tijd meer
om brieven te schrijven, want ik heb weer helemaal geen hulp. Gre is weer ziek
en een andere werkster die 1x per week zou komen is 1x geweest en toen
weggebleven. Zij had het niet naar haar zin gehad, zei ze later tegen Eeltje!
Enfin, dan maar niet. Gelukkig is ons huis nog netjes in de verf en hebben wij geen vaste kleden waar de mot zich in kan nestelen. Dus het ziet er
nog wel netjes uit al wordt er niet hard in gewerkt. Lieve Oosje, wij hebben
gisteren en vandaag een pakje van je gekregen. Gisteren met sigaretten en
boeken en vandaag eindelijk wat brood. Wij hadden verleden week bericht
gekregen dat er een pakje brood en suiker voor ons in Zevenaar lag. Paps heeft
naar den Haag moeten schrijven om een invoervergunning en nu is het vandaag
gearriveerd. Ik heb er om 12 uur al een sneetje van gegeten! ’t Is net het
boerenbrood dat wij als kind in Auvergne aten. Maar wat was nu de suiker? Er
zat verder zeeppoeder, zeep, boeken, de poeder voor Lily en een doosje
sigaretten in. Zij hadden de doos aan één kant open getrokken en de zeeppoeder
rolde al op de stoep. Ik heb ze opgeveegd en weer in de doos gedaan. Je bent
een dot dat je al die pakjes stuurt, maar kom je nu zelf niet te kort? En ik
ben nu zoo slordig met het pakjes verzenden voor jou! Dat komt omdat ik zoo
veel andere dingen moet doen en die pakjes samenstellen is nog een heel
gedoetje, dat weet je nu ook wel, niet? Wij hebben een hoop heerlijk blikgoed
van Arie v.d. Linde gekregen voor je. Hij kwam het brengen verleden Zaterdag.
Heb jij bericht van Gr.père? ik kreeg gisteren een brief van Mevr Lecointre en laat nu toch die arme Zelie overleden zijn! Vind je ’t niet verschrikkelijk dat
Gr.père dat ook nog mee moet maken. Hoe moet het nu toch met die stumper! Hij
moet toch zien dat hij je naar zich toe krijgt! Maar hij wil niet hier heen heb
ik begrepen. Maar hij kan daarom toch wel vragen of je hem haalt. Als je er
bent kan zijn gezondheid hem het reizen beletten, maar dan ben je er toch
tenminste geweest. Of ik moet er heen! Maar ik zou jokken als ik niet bekende
dat ik tegen de reis op zou zien. Al die volle treinen! Ik ben geen heldin in
de drukte. En ik weet ook niet waar hij heen moet. In ’t huis in St Hipp. Zal
hij nu niet kunnen, nu hij Zelie niet meer heeft. Ik krijg er nachtmerries van
als ik aan al die narigheid denk! Maar kom, wij moeten den moed niet verliezen.
Ik wou dat die ellendige oorlog maar eens afgelopen was. Hoe langer het duurt
hoe meer ellende er immers komt. Van Yvonne hoor ik dat de Duitschers over ’t
algemeen denken dat het nog lang zal duren. Ik hoop dat zij zich ter dege
vergissen en dat de veelbegeerde vrede onverwachts over ons daalt. Heb ik je al
verteld dat Lecornu met het aannemen goed gepreekt heeft? En met Paschen ook.
Wij waren erg tevreden. Zelfs Lily vond het goed. Nu lieve schat. Dààg. Daar
komt Tante Anna al aan voor ’t bakje koffie.
Een stevige, lekkere pakkerd van
je
Moeder.
P.S. Heel dun gesneden en met kaas
belegd is dat brood van je heerlijk. Maar je mag het niet meer sturen hoor: Wij
hebben het nu geprobeerd, nu moet je ’t zelf lekker oppeuzelen. Paps en ik
hebben je kleren motvrij ingepakt. Ik was bang dat ik je pakken niet meer op
tijd zou kunnen kloppen en schuieren. Dag lieve schat. Een stevige zoen.
20 april 2019
Berlijn 20-4-44 Brief 69 - 70 Ik zal niet op je verjaardag aanwezig kunnen zijn denk ik, Mams. Dat zal dan de tweede keer zijn.
69
Berlijn 20-4-44
Lieve P.M.L.
Het is al weer een week geleden
dat mijn brief weg ging, en mijn belofte om mijn betoog dat ik begonnen was
voort te zetten ben ik niet nagekomen. Het ging geloof ik over onze positie
hier. Enfin, ik heb tegenwoordig een dagboek waar ik dergelijke reflecties in
op schrijf, denk maar dat ik oppervlakkig geworden ben. In Gronignen zijn
volgens de geruchten aldaar, Bob en ik de pessimisten, dit omdat wij denken dat
de ellende pas goed begint als de oorlog is afgelopen, terwijl de doorsnee
Hollander denkt dat dan alles weer koek en ei is. Alleen nog een paar mensen
die hen niet bevallen dood slaan, maar dan is het ook meteen weer in orde!
Eenvoudigen van geest die er zo over denken. Ik geloof dat ik al eens
geschreven heb dat ik de kans die ik heb naar huis te komen en jullie dar in
het oude huis aan te treffen, en weer rustig aan de studie te kunnen gaan,
minder acht dan vijftig procent. Maar laat ik jullie niet met deze sombere
gedachten lastig vallen, denk vooral niet dat ik er zelf onder lijd.
Gisteren heb ik vroeger vrij
gevraagd om naar een boekwinkel te gaan waar ik een boek op het oog had. Met
Jan de Boer samen ben ik toen de stad in gesjouwd om drie uur. De verloren tijd
haal ik nu ’s morgens in door vroeger te komen. Het is zulk heerlijk weer op
het ogenblik, ik geniet gewoonweg van het voorjaar zoals nog niet vaak in mij
leven.
70
Maandag ben ik met Ad den Beste ,
Jan de Boer en Hans Bornewasser naar
Fräulein Rose, een vrouwelijke predikant uit Köpenick, geweest. Ik was er
nu voor het eerst, de anderen komen er geregeld. Het is een enorm aardig en
vrolijk mens, iets àl te intellectueel, maar dat kan geen kwaad. Eerst hebben
we in de tuin gespit en gesproeid. Hans en Ad hebben elkaar als kinderen staan
natspuiten, we hebben ons krom gelachen. Daarna hebben we wat bij elkaar
gezeten, Ad heeft gedichten voorgelezen, en Jan de Boer heeft op de piano
gespeeld.
Vandaag gaan Jan en ik de tuin wat
verzorgen, het is een grote tuin, 5x die in Utrecht, met veel vruchtbomen,
bessen enz. enz. Ik had er al over gedacht hier een volkstuintje te nemen maar
dit is een veel betere oplossing, hier heb ik alles bij elkaar aan
materiaal (schop, hark enz.) en ik kan de zaak laten liggen als ik er geen zin
meer in heb. In ieder geval ga ik vanavond spitten. We doen hier nooit aan
sport, dus het is wel een goede oefening.
Een lange brief van Lily gisteren
ontvangen (brief van 13 April). Ze schrijft dat de twee laatste pakjes
aangekomen zijn. Wat zeggen jullie er van? Ik ben benieuwd wat jullie met het brood
gedaan hebt! Behalve de boeken is alles voor jullie hoor. De tabak en zo. Is
het Weckglas heel overgekomen? Ik zal niet op je verjaardag aanwezig kunnen zijn
denk ik, Mams, erg jammer. Dat zal dan de tweede keer zijn.
Groetjes en veel liefs
Oswald
Donderdag 20 April 1944 Oos : Half twaalf in bed. Paar minuten later: “Luft Warnung”. Pesterij is dat.
Donderdag 20 April
1944
De verjaardag van Jansen wordt
waardig gevierd. Verlof aangevraagd. Jan Egberts opgebeld, die vertelt dat tot
Augustus de treinen al vol geboekt zijn. Zondag ga ik naar hem toe. De kantine
serveerde heden vis, kabeljauw of zoiets. Heerlijk, maar jammer dat er geen
soep bij was. Biertje genomen ter ere van de verjaardag. Iedereen wacht op
alarm maar er gebeurt niets. Te slaperig om “Iphigenie auf Taurus” te lezen.
Jan B treft voorbereidingen voor de dodenmasker fabricage. Wat is het weer
stil, we zijn weer alleen.
Avondeten: rijst en gebakken aardappeltjes.
Daarna naar Fräulein Rose. (alias
Kamerhoer) Tuin gespit. Bloesem bewonderd. De natuur is hier laat, maar gaat
erg snel. Stad vol vlaggen, veel meer dan ik verwacht had. Roselein opgewonden
als altijd. Jan en Hans spelen nog wat piano. Half twaalf in bed. Paar minuten
later: “Luft Warnung” en in de schuilkelder. Pesterij is dat. Bob en Jan B in
de Luftschutz, na een praatje van Paans.
Utrecht 13 April 1944 van Lily Je beleeft hier rare dingen als je geen dienstbode hebt.
Utrecht 9 april
Verstuurd 13 april
Lieve Oos,
Ziezo, ik ga je maar weer eens
een epistel dichten, na mijn verontwaardigde brief van 2 weken geleden. Je
brief heb ik gekregen, en ik stel het zeer op prijs persoonlijk een brief van
je te krijgen hoor. Fijn. Ik schrijf heel gek vandaag, maar ik ben nu eenmaal
in zo’n bui. Je zult ’t wel kunnen lezen. Nu, we zijn nu definitief leden van
de Waalse kerk geworden, met z’n zessen. Het “examen” was Donderdag 30 maart.
Zoals je weet laat le Cornu ons allemaal nà alkaar een half uur lang komen en
neemt ons onder ’t mes. Zijn hooglerarenconplex voedt hij nog altijd aan zijn
boezem(!) Ik kwam na Kees R. en ’t was gewoon schitterend, daar zat de
examinator + assessor, met name ds. le Cornu en een ouderling. Le C. begon met
me gerust te stellen, vond z. zelf buitengewoon aardig natuurlijk, en toen,
zichtbaar onder de indruk van de plechtigheid van ’t ogenblik, begon hij de
ondervraging. Woensdag hadden Willy Vos en ik samen nog de hele geschiedenis
van de Hervorming doorgeraced, het was een hele boel, maar ik heb de
voornaamste dingen er uit gehaald. Toen Willy wegging Woensdag, waren we er
beide van overtuigd dat we niets, maar dan ook niets wisten. Des te meer
viel het me mee toen le C. begon met me enkele Parabels te vragen, met veel
gesteun kwam ik tot 8. Toen moest ik “le bon Samaritain” vertellen. Ik had hem
net gelezen in de bijbel dus dat ging prachtig, dwz ik rammelde als een
bezetene het verhaaltje af + de moraal, zó dat le C. alleen maar kon knikken en
de ouderling zelfs dát niet, omdat hij het waarschijnlijk niet goed volgen kon!
Innerlijk lachte ik me slap, eigenwijs hè. Enfin, ik wist alles wat hij vroeg
op één ding na, d.w.z. dat er ergens in Lévitique staat dat de haas en het
konijn herkauwers zij ….. nou zeg. Dat moest ik weten om te bewijzen dat je
niet alles wat er in de bijbel staat “au mot” moest nemen. Zondag zijn we dan
bevestigd, en het was werkelijk mooi, een goede preek, het geheel
indrukwekkend. Onderwerp: je suis la lumière du monde, celui qui me suit ne
marchera pas dans les ténèbres, mais il aura la lumière de la vie”. Hij heeft
‘t ook over Dook en jou gehad. Eventjes.
Het was voor ons allemaal een
mooie dag. We kregen een bijbel en gezangenboekje en een ingelijste plaat. Wat
rijk hè. Dat is echt voor zo’n “elite gemeente”. Nu iets over de Mattheus
Passion. Bij de vd Elsten doen ze het wel weer, ze hebben gevraagd of ik weer
mee deed, maar ik heb geen tijd. Ik vond ’t reuze sneu, maar niets ààn te doen!
Het zijn van ‘t jaar allemaal anderen dan vorig jaar. Maurits is er natuurlijk
niet, en zo’n massa anderen niet, die vorig jaar wel konden. Toch heb ik de
Matth. gehoord, en wel bij een in twee avonden verdeelde kerkdienst in de
Pieterskerk. Het was wel mooi hoor, maar het is zo jammer dat je zo critisch
wordt als je er zelf veel van weet. De dirigent was geen vakman, en dat merkte
je aan alles – er zat geen lijn in, geen enkele inzet was gelijk, de
sopranensolo was de eerste avond uitgesproken slecht. De 2e avond
ging alles veel beter. Ik ben er heen geweest met Piet L. een reuze aardige
vent, we kunnen samen goed opschieten en proberen elkaar ’t leven wat minder
afgrijselijk te maken. Het is zo fijn om naar muziek te luisteren met iemand
waarvan je weet dat hij er met zoveel of meer uit haalt dan jezelf – onze
smaken komen nogal overeen. Alleen vindt hij alten steevast lelijk, hoe dan
ook. Iets wat ik niet altijd vond. Hij houdt niet van dat keelgeluid, daar wordt
hij al kriebelig van. Je kunt je soms krom lachen om hem, hij is zo geestig en
bekijkt goddank de wereld ook met een flinke dosis humor, dat is voor mij heel
plezierig. Hij komt vrij geregeld hier tegenwoordig en loopt dan met zijn
handen in zijn zakken de kamers in ’t huis door alsof hij hier jarenlang
woonde! Die mams is toch zo’n rare – ze is toch nog altijd dezelfde. Ze vindt
Piet heel aardig, net zoals ze Jan altijd aardig vond en als hij komt verwent
ze hem, met ’t gevolg dat hij uit materialistische oogpunt overwegingen nogal eens aan komt zeilen. Gisteren werd er
gebeld. Het was de kruidenier die kwam horen. Ik deed open en riep mams, ging
zelf boven zitten werken. Even later hoor ik ’t poortje opengaan, een fiets
neerzetten, opgewekt gepraat enz. ik dacht wat voert mams toch uit met die
kruidenier. ( je weet dat dat ook een speciaal vriendje van haar is) De wasmand
had de hele morgen in ’t portaal gestaan, maar die was nogal zwaar en we waren
te lui geweest om hem naar boven te sjouwen. Enfin, het opgewekte gekeuvel kwam
nader en nader met als begeleiding het geknars van de wasmand. In mams kamer
werd hij met een plof neer gezet – en opeens herken ik de stem van Piet, die
pàs nog geweest was en die we helemaal niet verwachtten- hij klopte bij me aan,
kwam binnen, plofte onder luid gekreun op een van mijn dien ten gevolge niet
minder luid kreunende wrakke stoeltjes, en stootte uit: wat een gek huishouden
is dat hier ….. hij kwam n.l. toevallig langs fietsen, en mams die net de
kruidenier weg had gestuurd had hem juist gezien, hem in figuurlijke zin bij de
kraag gepakt en gezegd: breng jij de wasmand eens even naar boven …. Je beleeft
hier rare dingen als je geen dienstbode hebt. Ziezo, ik ga nu laden oftewel
lunchen. Ik weet nog niet wanneer ik dit epistel weg zal sturen. /
Het is nu tweede paasdag, en
avond. Net heb ik als een idioot zitten zwoegen op stereosommetjes; daar ben ik
toch zo stom in. Verschrikkelijk. Als ik bij m’n leraar zit kan ik ze opeens
wel, maar thuis kom ik op geen enkel idee. 19 mei heb ik schriftelijk!!! Denk
aan me alsjeblieft; misschien ben je dan wel met verlof. Stel je voor – dan zou
ik juist dat lamme examen hebben. Zaterdag is Arie hier geweest. Hij was op de
fiets, daar hij liever niet in de trein zit. Mijn gevoelens jegens hem zijn wel
erg veranderd, gelukkig voor mij; maar (het zal je ongelooflijk toeschijnen) ik
vrees nu voor complicaties van zijn kant. Als het zo is, dan is de op de keper
beschouwd het hele geval tragisch, vind je niet. Enfin, laten we hopen dat er
geen moeilijkheden meer komen want, zie je, ik heb de laatste tijd al zo
verschrikkelijk veel akkewietjes gehad dat ik er schoon genoeg van krijg. Ik ga
bijna geloven dat ik àl te veeleisend ben, maar ik ben niet van plan te gaan
trouwen met iemand waarvan ik niet houd. En als er iemend is waar je wel om
geeft, reageert die niet, òf twee jaar te laat – Tragi-comedie zou je
dit kunnen noemen. Och och wat is het leven vaak ingewikkeld, juist in
“kleinigheden”. Nu ben ik altijd nogal erg zwaar op de hand geweest,iets wat je
in deze tijden juist niet zijn moet want er zijn àl te veel dingen waarover je nodeloos
kunt zitten piekeren. Ik moet dat nodig afleren, want anders word ik nog
zenuwpatiënt! Stel je gerust, zo ver ben ik nog niet gedaald. De Miliï zijn hun
huis uit gepoot, de halve Stolberglaan trouwens, en zitten nu met z’n allen in
een woonkamer op het Noord-O. daarom zijn ze vandaag om half2 al bij ons komen
zitten en we hebben zitten zommebaaien in de tuin. Om 5 uur gingen ze pas weg.
En we waren allemaal in zo’n gekke bui, ieder op z’n beurt deed een duit, met
name een geestigheid, in het zakje, op
’t laatst lagen we slap. Oom Albert is trouwens de laatste tijd ook zo geestig.
Zaterdagavond waren p. en m. a. d. overkant, en oom A. kwam naar beneden, de
kamer in, reusachtig feestelijk gezicht, bloem in het knoopschat, en ging
iedereen een handje geven, en zei: zo, nou, dat is mooi dat jullie er aan
gedacht hebben, dank je wel voor jullie belangstelling. Geen mens snapte er
iets van, noch paps noch mams noch de hele verdere familie van Egmond. En oom
A. ging met een reuze voldaan en ver genoegd gezicht rond zitten kijken, met zo’n
knalgele narcis in z’n knoopschat. Enfin, de hele zaak lag slap natuurlijk.
Stel je oom A. goed voor! en wat bleek nu? Hij had toevallig gemerkt dat hij
die datum25 jaar geleden gepromoveerd was!
We hebben vandaag 12 April een pak
van je ontvangen. Je bent een snoezepoes dat je me zoveel cigeretten stuurt, ik
heb er nog nooit van mijn leven zoveel gehad! Maar ik krijg de laatste tijd
nogal eens herenbezoek zodat ’t me soms wel van pas kwam. Nu is ’t voorlopig
afgelopen gelukkig , dat bezoek. Alleen Piet komt nog wel eens, maar zo zelden,
want hij is zelf ook hard aan het werk. En dan dat boekje over Beethoven vind
ik ook enig; het is zo gruwelijk jammer dat we hier nooit meer naar concerten
gaan. de abonnementsconcerten zijn afgeschaft, gecombineerd met de
volksconcerten, je moet steeds zelf je kaart weer gaan kopen, en dan ’t
publiek!! Om voor weg te lopen gewoon. Nu, er is niets meer aan. Nu ga ik de
brief wegstueren want ik heb er al een dag of 4 over gedaan. Excuus! Dag snuitje(!)
Zoen van Lily
P.S. Henk van Dam heeft een zoon Michel
Johan. Enig hè.
P.P.S. Vandaag 13 April pak met
brood gekregen. Dank voor Aromat en de Hollandse poeder! Je verwent me, niet
meer doen hoor.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Toegift 1945 - 1985
Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...