21 augustus 2019

Zeist 9 Augustus 1944. van To : Ik ben niet doorgelicht, dus moet ik maar weer een week op mijn bed blijven.


Zeist 9 Augustus 1944
Lieve Oswald,
‘k Zal je maar weer eens schrijven, hoewel ik denk dat je de vorige maar net gekregen hebt; ik hoorde tenminste dat ze hem een paar dagen geleden pas op de post gebracht hadden. ‘k Zal je uitvoerig verslag doen van mijn verjaardag; ik ben zo ontzettend verwend, ik werd er gewoon verlegen van. ’s Nachts om 12 uur begon het festijn; de wacht kwam me feliciteren met bloemen en soep; Greetje en Sineke waren eerst van plan mij ’s morgens vroeg mijn cadeautje te geven, maar omdat we nu toch eenmaal wakker waren kreeg ik ’t ook gelijk maar; van paps had ik de vorige dag een pakje gekregen, dat ik de volgende morgen pas open mocht maken; we hadden ’t alle drie al terdege bevoeld en waren tot de conclusie gekomen dat er chocolarepen in zaten; die hebben we toen ook maar soldaat gemaakt; waarop we erg lekker geslapen hebben. Om ½7 al weer gewekt, dit maal met thee + beschuit met suiker + een bloem door ’t oor van mijn kopje. Voor deze gelegenheid werd mijn bed opgemaakt en mocht ik me dadelijk gaan wassen!! Bij ’t ontbijt geen pap maar wel een ei! Na ’t ontbijt kwamen alle zusters mij een handje drukken, ik werd er helemaal verlegen door; daarna zijn we maar gaan kuren om van de emotie te bekomen. Bij de koffie (om 11 uur) kregen we chocola in plaats van melk + 2 plakken cake! Onder deze bedrijven door werd ik niet geplaagd; Greetje en Sineke hadden namelijk afgesproken dat dat voor deze ééne dag wel kon worden overgeslagen. Om 12 uur mochten we binnen aan tafel eten; de tafel was ontzettend gezellig versierd; slaatje vooraf en een reuze tros druiven toe. Na ’t eten kwam dr. Wester uit het K.Z.H. me feliciteren namens alle zusters die ik daar nog ken met een boek met alle namen er in en een grote bos bloemen. Erg leuk, want ik had er absoluut niet op gerekend dat ze er aan zouden denken. Na ’t rusten kreeg ik zo telkens een bos bloemen gebracht van vrienden en bekenden, ik wist gewoon niet waar ik alles laten moest. En toen kwam mijn bezoek. Arike, Lily, Kiek, Mams, tante Jeanette Kiers, mevr. Shielter, paps en ’s avonds paps en de jouwe. Van ’t ziekenhuis schonken ze Perl en den gelijke voor mijn visite en den kok had taartjes gebakken met mokka er op. Zo verrukkelijk! ‘k Kreeg natuurlijk de nodige cadeautjes, maar die zal ik maar niet opsommen want dat wordt zo saai. Van Zr. Valk kreeg ik een theelepeltje, echt snoezig van haar. Na ’t bezoek hebben we weer aan tafel gegeten. Soep met room er door, puree met ragout, aardappelen en puree met spinazie en sla van komkommer en tomaat, met een ei, en toe vla met verrukkelijke compote. Na afloop zijn we een poosje amechtig in ons bed gaan liggen. Na ’t bezoek ’s avonds, jouw en mijn pa zijn geweest, kwamen er nog een stuk of wat zusters en directrice, die in hoogst eigen persoon zich naast mijn bed neerzette en ik in mijn nopjes, dat begrijp je. Er werd weer cake met limonade rondgedeeld, waar ik maar niet meer van gegeten heb omdat ik nog zo vol was. Je snapt dat we lekker geslapen hebben na zo’n dag. Ik had helemaal niet verwacht dat ‘t zo gezellig zou worden,want zolang ben ik hier toch nog niet. Zr. Valk had zich zo uitgesloofd om ’t zo prettig te maken, echt leuk van haar. In ’t begin was ik helemaal niet zo op haar gesteld, maar dat zal wel van vreemdigheid geweest zijn. In ieder geval ben ik nu buitengewoon gek op haar. Je hebt toch overal wel aardige mensen; in ’t K.Z.H. heb ik ’t ook zo goed getroffen met de hoofdzuster en hier zijn ze ook engelen. ’t Zal natuurlijk nog wel eens tegen vallen als ‘k weer eenmaal aan ‘t werk ben. Maar als ze je uitkafferen terwijl je weet dat ze je mogen is ’t toch weer wat anders dan wanneer je denkt ze je niet uit kunnen staan. ’t Gaat verder goed met me. ‘k Weet niet wanneer ik weer doorgelicht word, misschien morgen, misschien volgende week pas.
‘k Heb nog wel vaak een naar en akelig gevoel in mijn rug als ik een poosje rondgescharreld heb, maar dat zal wel weer wennen als ik op ben. ‘k Kan er toch wel weer tegenop zien om naar huis te gaan; niet dat ik het zo fijn vind om op bed te liggen, ik ben natuurlijk weer heel graag helemaal beter, maar ’t idee dat ik nog niet weet hoeveel maanden ik thuis moet rondscharrelen, vind ik ontzettend. Je mag niets doen waar je moe van wordt en ik zit natuurlijk steeds alleen want iedereen heeft zijn bezigheden; dan word ik vervelend en erger me overal aan. Als je al zo’n tijd altijd met een heleboel andere mensen samen gewoond hebt en alles met zijn allen gedaan hebt, is ’t niet geen pretje om je thuis op je eentje met niets doen te moeten vermaken. Als ik met Januari weer beginnen mag heb ik n.b. een heel jaar niets gedaan. Dat is ook eens maar nooit weer! ‘k hoop tenminste dat je me als je terug bent weer goed en wel, blozend en gezond aan ’t werk zult zien. We hebben hier een wespenplaag; één nest is er al uitgeroeid, dat had zich gevestigd in de rouwkamer. ’t Andere moet nog opgespoord worden; ’t zal er wel zijn, want we hebben in een kopje met bessensap 41 wespen gevangen. En dan moet je weten dat ik als de dood voor die beesten ben! En nu gaan we alweer eten, gebakken vis! Je zal wel zitten watertanden bij deze brief; zelfs onze verwaande tongen appreciëren dat nog en dat zegt wat.
Zaterdag mogen mijn pa en ma bij me komen eten omdat ik jarig ben geweest. Aardig vind je niet. Nu Oos ik houd eens op, misschien komt er morgen nog een eindje bij.
Ik ben niet doorgelicht, dus moet ik maar weer een week op mijn bed blijven. ‘k Word er een beetje vervelend van, zou er dan nooit een eind komen aan dat ziek zijn. ‘k Schrijf ook maar niet verder, want ik ben toch niet gezellig en tegen de tijd dat jij dezen brief krijgt ben ik al weer lang en breed kiplekker en vrolijk. Tot een volgende keer.
Veel liefs van je
To

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...