Utrecht 21-3-‘44
Lieve Oosje,
Gisteren werd paps verrast door
de stem van Klaas aan de telefoon. Wij waren opgetogen zulke versche berichten
van je te hebben; als er maar niet te veel narigheid uit de lucht komt vallen,
zijn wij gerust over je. Vanmorgen kwam er weer een pakje. Inhoud: een boek,
een paar lege trommels, zeeppoeder en een paar boekjes en weer de noodige
sigaretten en wat tabak. Paps is er goed mee. Je bent een pure schat dat je dat
stuurt, maar kom je zelf niet te kort, daardoor? Ik ben weer een paar dagen
knock out geweest. Mijn ingewanden weer. Ik zal voorzichtig moeten worden, want
het is een beetje lastig. De dokter heeft mij een wondermiddel voorgeschreven:
Aplona. Schitteren eenvoudig. Succes verzekerd. Ik zou willen dat Gr.père dat
ook nam. Ik heb aan mme. Lecointe geschreven, maar ’t is
de vraag of zij ’t in Frankrijk hebben. Ik heb gedacht dat jij het misschien
wel zou kunnen laten sturen aan je Gr.père door een apotheker. Het zal je
misschien wel een hoop welbespraaktheid kosten om het gedaan te krijgen, maar
je kunt geloof ik nog al aardig je woord doen, niet? Alleen weet je misschien
waar Gr.père nu zit? Je brief met doktersattest is goed aangekomen. Ik geloof
niet dat ik er veel aan heb. ’t Is n.l. een beetje oud. Gr.père zal nu wel
niets nieuws sturen denk ik. Ik schrijf nu geregeld met Parijs, naar Lec. 3 Place de la Nation, en naar cousine Henriette (Tardres, rue Heri Monnier 14, (19ème) in de
hoop dat zij Gr.père op de hoogte houden. ’t Is anders erg zielig met hem
gesteld. Ik heb vanmorgen de dames Fischer opgebeld. Zij weten nog niet wanneer
hun neef over komt, maar zij zullen mij direct vertellen als hij er is. Als hij
niet naar Utr komt kan ik desnoods wel naar Velp om hem te spreken als het
wenschelijk is. Zij hebben in Velp ook geen telefoon meer. Het wordt hoe langer
hoe treuriger met ons gesteld! Zoolang wij hem nog hebben, in Utr, moeten wij
er maar van profiteren; maar hoe lang nog? Waarschijnlijk niet zoo heel lang,
tenzij op heel verrassende wijze de vrede plotseling uit den hemel daalde! Stel
je voor, Oos, zoo ineens heel onverwachts Vrede! Wat zou dat een feest zij!
Soms denk ik wel eens dat het best zou kunnen, en dan ben ik plotseling heel
optimistisch. Ik ben zoo’n beetje begonnen schoon te maken; ik zou vandaag een
flinke werkster krijgen, die 2 hele dagen per week zou komen. Dat zou
schitterend geweest zijn; maar…. zij is niet verschenen. Ben benieuwd of zij
ziek is of dat zij een betere mevrouw heeft kunnen krijgen!! ’t Is tegenwoordig
een toer. Gelukkig dat mijn getrouwe Grietje mij nog helpt. Die mag ik wel
houden! Nu lieve Oosje, het is alweer over twaalven. Prak maken, maar weer. ’t
Is een geluk dat wij geen gebrek aan aardappelen hebben. Dag lieve Puk; wij
zijn erg blij met de goede berichten die Klaas meebracht en omhelzen je in
gedachten zoo stevig als maar kan. Een boel pakkerts van
je Moeder.
P.S. wij
denken aan al je raadgevingen, maar hoè die ten uitvoer te brengen? ’t Is niet
eenvoudig!