28 maart 2020

Utrecht 21 Februari 1945 van Mams : Een mensch moet helaas tot de conclusie komen dat er meer gekken dan wijzen in rondlopen.


Utrecht 21-2-‘45
Mijn Lieve Oosje,
’t Is al ontzettend lang geleden dat ik je geschreven heb. Dat komt dat het erg moeilijk is zich de spreuk van Willem van Oranje eigen te maken: point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer {Men hoeft niet te hopen, te ondernemen, noch te slagen om te volharden}. Als je dat niet in praktijk brengt wordt schrijven een hopeloos iets. Maar zie, het gaat mij nu als jou: ik heb spijt dat ik niet geperseveerd heb, want gisteren kregen wij weer een briefkaart en een brief van je (16 Nov. {dit past niet in de nummering. Mogelijk brief 125 van 9 nov. of kaart 124 van 4 nov. } en 21 Dec.) het was leuk wat van je te horen. Jammer dat je je zoo bezorgd over ons maakt. Er is helemaal geen reden voor. Wij hebben het Koninklijk vergeleken bij vele anderen. Ons voedsel is zwaar gerantsoeneerd, maar toch voldoende dank zij de bijdragen uit O’kerk, volkstuin! Ons licht gaat wel, daar wij toch voor ’t naar bed gaan nog steeds bij een kaars (waarover een witte kap) met de hele familie rustig zitten lezen. Onze verwarming gaat ook wel dank zij indertijd de uit O’kerk meegebrachte brandstoffen, die wij steeds heel zuinig bewaard hadden. Eten koken op ‘t kacheltje ben ik aardig gewend en wij zitten iedere dag te smullen. Paps geniet nu van de meest ranzige kliek boter dat het een lust is. Weet je nog hoe’n gezeur het in O’kerk was met de boter? Ik moet steeds van de ene leverancier naar de andere omdat de boter “sterk” was! Alles is toch maar relatief en ranzige boter blijkbaar te prefereren boven “geen” boter! Verder gaat alles hier zijn gewone gangetje. Ik heb net paps uitgelaten: hij is weer per fiets (waarvoor hij gelukkig een vergunning heeft gekregen) zijn zaken gaan behartigen. Hij blijft dan 3 dagen weg. D.w.z. komt overmorgen in den loop van de middag weer thuis. Thuis zit hij geen ogenblik stil en is zoo mager als een brand… . Maar je weet, hij kan niet stil zitten en rommelt maar steeds wat. Grootmoeder uit de Burgstraat {Maria van den Berkhof} noemde dat van haar man {Gerrit de Bruin de wijkmeester} “mullen”. Als je er kwam was het altijd: grootvader “mult“ wat in de tuin, of bij zijn kippen of zoo. Alles wat vroeger Dirk {Dolman} deed doet hij nu. En nog veel meer zooals houtjes hakken, voor den kachel zorgen enz. Zooals ik zei dus heb ik hem net uit gelaten en ben nu weer in bed gekropen met mijn briefpapier. ’t Is nog te vroeg voor de kachel en zoo zitten schrijven kan ik niet. Dat is goed voor tante Anna die vriesvast is! Op haar lichaam voelt zij n.l. geen koude en dan begrijpt ze niet dat zij dode vingers krijgt als zij zonder vuur opgeprikt zit te schrijven! Als ik haar was weet ik wel dat ik tot 11 of 12 uur mijn beschikbaar hield om mij erin te warmen. Maar dat kan niet want dat bed moet om 8 uur 15 min. afgehaald worden, om 8 uur 31 min. opgemaakt worden, dan moet er ontbeten worden en om 2 min. vóór negen komt zij naar beneden een kop thee halen. Precies een machine. Ongelooflijk. Koude of geen koude, eten of geen eten, het ritueel mag onder geen beding gestoord worden. Enfin, ’t is háár zaak! En nu mijn lieve Puk wil ik je wel zeggen dat ik spijt heb als haren op mijn hoofd dat ik je indertijd niet heb vastgehouden en dat ik je zoomaar heb laten gaan. Wie weet hoe alles nu lopen zal en wanneer wij je terug zien! ’t Is een afschuwelijke wereld en een mensch moet helaas tot de conclusie komen dat er meer gekken dan wijzen in rondlopen, anders zou het er zóó niet uitzien.
Dag lieve jongen, houd je maar taai en dat wij je maar gauw terug mogen zien. Maak je geen zorgen over ons persoonlijk. Wij rollen er wel door.
Een stevige pakkert van je
Moeder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...