Geen alarm vandaag! Nou ja; niet voor 24:00
Maandag 19 Maart 1945
Bonnetje van Hans Bornewasser voor
het cantine eten gekregen, + portie van Witteveen, + ¾
portie van vd Braak, + 4 portie’s van Jan en mijn samen, totaal 6¾ portie,
waarvan we s’ middags 4¾ portie verorberen! Na afloop kokhalzen we beiden, en
we moeten een pijp roken om het te laten zakken.
Vanmorgen heerlijk uitgeslapen, de
verbindingen zijn toch erg slecht, zodat niemand kan controleren of je op tijd
vertrokken bent. Om tien uur pas op de fabriek.
De kleine was gedaan op de
fabriek, zakdoeken. Schröder loopt op onze afdeling
rond te neuzen, zodat hij verhindert dat we de was open en bloot in het lab te
drogen hangen.
Kontovsky
vertelt vuile moppen. Na fabriekstijd naar Schöneberg, informeren bij de
schoenmaker hoe het met hem en zijn spek staat. Hij nodigt me uit … bij Kees zijn
aardappels te komen eten. Kees komt ook nog, nadat ik vergeefs geprobeerd heb
me te laten knippen. De kapper heeft geen stroom, en kan dus niet op volle
toeren knippen. Er zijn twee knechts in de zaak: een levendige Fransman en een
dooie Hollander. Die staat er bij met het gezicht dat typisch is voor een
Hollander die lak aan alles hier in D. heeft. De Fr. is één en al activiteit.
Bij Kees moeten we nog even, na
een voortreffelijke maaltijd, naar een juffrouw die alcohol heeft. Die bevuild
is met olie. De terugkerende soldaten hebben ergens alcohol gevonden en alles,
o.a. ook een olievat, met alcohol gevuld. Gevraagd een chemicus die de alcohol
weer comsumabel maakt. Ik beloof mijn best te zullen doen. Ze biedt ons thee
aan, maar die krijgen we niet omdat hij nog niet klaar is en vanwege “voor
alarm”. In ruil wil ze sigaretten; wat een raar, lelijk mirakel toch.
Met Portegies weg, dan weer terug
omdat ik de fles heb laten staan, gependeld naar huis.
Van de sectie Herzberge niets
gehoord, verhalen dat het in Lichtenberg heel erg is.
Zonder alarm om tien uur
naar bed. Dit is de grootste verrassing sinds maanden, op het gebied van
luchtaanvallen. Iedereen loopt door het lager en durft niet naar bed, omdat er
nog geen alarm geweest is.
Om drie uur halen ze ons uit bed,
voor een uurtje. Trouw tippel ik nog steeds naar het station.
Jan :
Maandag 19 Maart.
We hebben vanmorgen eerst maar eens een uurtje
uitgeslapen om van de vermoeienissen van gisteren te bekomen. Mijn rechter bil,
die alweer een heel stuk op streek was, heeft gisteren weer een knauw gehad toen
ik (voor het eerst hier in Berlijn) door het raampje de S-Bahn uit ging, daar
ik er anders geen kans toe zag, er uit te komen.
…
’s Avonds naar huis terug was het
weer een heele mooie vertoning. Ik was nu van plan den anderen weg naar huis,
over de Stadtbahn, te nemen. Tot Treptow ging alles glad, van daar moest ik
naar Ostkreuz loopen, daarvandaan pendelen tot Schlesischen Bahnhof en van daar
tot Friedrichstrasse. Ik beleefde weer eens een typisch staaltje van de
Berlijnsche S-Bahn organisatie: het perron in Ostkreuz stond heelemaal vol met menschen,
5 rijen dik. De trein die binnenkwam had echter zijn twee voorste wagens
(25% van de totale plaatsruimte dus) afgesloten en de conducteur weigerde –
zonder opgave van redenen overigens – de deuren te openen. De menschen moesten
dus bij elkaar in de resterende wagens gestouwd worden, wat natuurlijk niet
lukte. Op het Schlesische Banhhof werd het echter enkelen te grijs, en een nam
een resoluut besluit en sloeg een raam in, waarna hij naar binnen kroop en de
andere ramen opende. Toen konden er tenminste nog wat anderen bij. Tenslotte kwam
een listige stationschef, die de sloten opende. Dit is nu weer een typisch
staaltje van de S-Bahn “souplesse”.
...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten