125
Berlijn 9 November 1944
Lieve P.M. en L.
Willen jullie geloven dat ik
gisterenavond een uitbundige vreugdedans gemaakt heb op de vier vierkante meter
kameroppervlakte die Jan en ik de onze mogen noemen, een vreugdedans ter
gelegenheid van het ontvangen een brief van Paps, gedateerd 22 October ’44.
Paps schrijft, al even weinig vertrouwen te hebben in de overkomst als ik een
maand geleden. Maar jullie ziet, de wonderen zijn de wereld nog niet uit! De
moraal is overigens weer: schrijven, toch altijd maar schrijven, je weet nooit
of het toch niet aankomt. Van Lily heb ik nu al een hele tijd geen brief gehad,
ik zou graag eens horen hoe ze zich bezig houdt in de nieuwe omstandigheden.
Wat moet dat erg zijn als je met de kippen op stok moet gaan! Toen ik dat gisteren
las, moest ik plotseling weer aan de waskaarsen denken, die ik eens gemaakt
heb, en die nu misschien nog beter dienst zullen doen dan op oudejaarsavond! Ze
branden beslist nog wel een paar weken. Wie had ooit gedacht dat er nog eens
een zo dringende vraag naar zou zijn. Als ik me niet vergis ligt er nog meer
was bij mijn bijenspullen, waarvan jullie nog kaarsen zouden kunnen maken. Ik
ben erg blij dat jullie wat het eten betreft, nog dragelijk hebt. Ik hoop dat
het zo blijft. We zitten hier erg in angst over alles wat er in Holland
gebeurt. En de hoop op een vlug einde is weer volkomen weg. Het enige wat er op
zit om de aandacht af te leiden, is werken, iets te doen hebben. Mijn werk op
de fabriek is nog altijd interessant, en ik ben volkomen vrij in mijn indeling
van den tijd. Thuis, ik bedoel in het lager, zorgen we nog steeds voor
lezingen, gisterenavond was er weer “Spreekrans”. Jan Egberts en Kees Booy
komen tegenwoordig ook vaak luisteren, dat is voor mij ook erg gezellig. Maar
de moeilijkheid is steeds weer, de mensen er toe te krijgen een voordracht te
houden. Dat is ook niet makkelijk als je alles thuis moet voorbereiden.
Zaterdag ben ik bij Jan Egberts
geweest, en, omdat we om 8 uur thuis moeten zijn, heb ik mijn spulletjes maar
meegenomen, en ben ik bij Jan blijven pitten. Jullie hebt geen idee hoe zalig
ik me gevoeld heb in dat echte bed, met een schone verende matras, schone
lakens, alles even helder en proper. Je merkt dan pas wat je mist in je houten
krib met stromatras. En dan heb ik het nog goed, een vriend van Jan dB. Ligt
direct op het hout. De matrassen hebben ze verbrand omdat er al te veel
ongedierte in zat! In ieder geval, bij Eggie is het nog uitstekend, en het was
net of ik een paar jaar terug leefde, en ik bij Jan op zijn “kast” logeerde op
de Herengracht. Wat ligt dat allemaal ver weg, zo ver van de werkelijkheid dat
je haast niet meer kunt geloven dat die oude tijden ooit weer zal terug komen.
Alles wat ik aan materiële dingen in Holland heb achtergelaten, heb ik als het
ware afgeschreven. En als je dan weer een brief krijgt waarin staat dat jullie
rustig zitten te wachten dat er iets gaat gebeuren, en dat jullie het goed
maken, dan krijg je weer een beetje hoop, dat er misschien nog iets gespaard
blijft. En dan wordt je meteen ongeduldig, die spanning is niet te verdragen.
Maar ik ben helemaal van mijn à propos geraakt. We hadden het over mijn bezoek
aan Herzenberge, aan Jan Egberst. Hij maakt het best, hij werkt hard
tegenwoordig, hij studeert tot ’s nachts half twee. Maar hij hoeft dan ook pas
om acht uur op te staan, en is om één uur klaar! Jan Pels Rijcken was Zaterdag
ook aanwezig, en we hebben heerlijk erwtensoep gegeten. Ik ga nog eens vaker
een weekend bij Jan E. doorbrengen, het is enorm gezellig en “ouderwets”, het
doet aan de “goede oude tijd” denken.
In onze groep studenten is er nu
weer een nieuw gevaar opgedoken: het kantoorpersoneel wordt niet alleen tot
arbeider gebombardeerd, maar bovendien worden de jongens dan domweg naar een
andere fabriek gestuurd, hetgeen ook betekent dat ze verhuizen moeten.
Aangezien we om 8 uur binnen moeten zijn, wordt het zo, dat we degenen die weg
zijn hoogstens Zondag zien. Meer dan meubilair is men hier niet op de fabriek.
Tot nu toe is er maar één geval (Brautigam), maar er zullen nog wel meer mensen
weggestuurd worden.
Lieve huisgenoten, wat zou ik het
heerlijk vinden als alles nog overeind stond als ik misschien in de verre
toekomst thuis kom. Zorg er voor dat er zo minmogelijk verbrandt als er wat
mocht gebeuren. En ga vooral niet op de vlucht. Eens moet je er toch door en
dat kun je beter thuis doen dan “ergens” verderop. Ik geloof wel dat het
gunstig zou zijn in Ouderkerk, maar dat is ook de enige uitzondering die ik wil
maken. Groeten aan alle bekenden. Sterkte, vooral ook voor Maarten en Nel
Veel liefs
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten