09 november 2019

Berlijn 9 November 1944 Brief 125 : Dan krijg je weer een beetje hoop, dat er misschien nog iets gespaard blijft.


125
Berlijn 9 November 1944
Lieve P.M. en L.
Willen jullie geloven dat ik gisterenavond een uitbundige vreugdedans gemaakt heb op de vier vierkante meter kameroppervlakte die Jan en ik de onze mogen noemen, een vreugdedans ter gelegenheid van het ontvangen een brief van Paps, gedateerd 22 October ’44. Paps schrijft, al even weinig vertrouwen te hebben in de overkomst als ik een maand geleden. Maar jullie ziet, de wonderen zijn de wereld nog niet uit! De moraal is overigens weer: schrijven, toch altijd maar schrijven, je weet nooit of het toch niet aankomt. Van Lily heb ik nu al een hele tijd geen brief gehad, ik zou graag eens horen hoe ze zich bezig houdt in de nieuwe omstandigheden. Wat moet dat erg zijn als je met de kippen op stok moet gaan! Toen ik dat gisteren las, moest ik plotseling weer aan de waskaarsen denken, die ik eens gemaakt heb, en die nu misschien nog beter dienst zullen doen dan op oudejaarsavond! Ze branden beslist nog wel een paar weken. Wie had ooit gedacht dat er nog eens een zo dringende vraag naar zou zijn. Als ik me niet vergis ligt er nog meer was bij mijn bijenspullen, waarvan jullie nog kaarsen zouden kunnen maken. Ik ben erg blij dat jullie wat het eten betreft, nog dragelijk hebt. Ik hoop dat het zo blijft. We zitten hier erg in angst over alles wat er in Holland gebeurt. En de hoop op een vlug einde is weer volkomen weg. Het enige wat er op zit om de aandacht af te leiden, is werken, iets te doen hebben. Mijn werk op de fabriek is nog altijd interessant, en ik ben volkomen vrij in mijn indeling van den tijd. Thuis, ik bedoel in het lager, zorgen we nog steeds voor lezingen, gisterenavond was er weer “Spreekrans”. Jan Egberts en Kees Booy komen tegenwoordig ook vaak luisteren, dat is voor mij ook erg gezellig. Maar de moeilijkheid is steeds weer, de mensen er toe te krijgen een voordracht te houden. Dat is ook niet makkelijk als je alles thuis moet voorbereiden.
Zaterdag ben ik bij Jan Egberts geweest, en, omdat we om 8 uur thuis moeten zijn, heb ik mijn spulletjes maar meegenomen, en ben ik bij Jan blijven pitten. Jullie hebt geen idee hoe zalig ik me gevoeld heb in dat echte bed, met een schone verende matras, schone lakens, alles even helder en proper. Je merkt dan pas wat je mist in je houten krib met stromatras. En dan heb ik het nog goed, een vriend van Jan dB. Ligt direct op het hout. De matrassen hebben ze verbrand omdat er al te veel ongedierte in zat! In ieder geval, bij Eggie is het nog uitstekend, en het was net of ik een paar jaar terug leefde, en ik bij Jan op zijn “kast” logeerde op de Herengracht. Wat ligt dat allemaal ver weg, zo ver van de werkelijkheid dat je haast niet meer kunt geloven dat die oude tijden ooit weer zal terug komen. Alles wat ik aan materiële dingen in Holland heb achtergelaten, heb ik als het ware afgeschreven. En als je dan weer een brief krijgt waarin staat dat jullie rustig zitten te wachten dat er iets gaat gebeuren, en dat jullie het goed maken, dan krijg je weer een beetje hoop, dat er misschien nog iets gespaard blijft. En dan wordt je meteen ongeduldig, die spanning is niet te verdragen. Maar ik ben helemaal van mijn à propos geraakt. We hadden het over mijn bezoek aan Herzenberge, aan Jan Egberst. Hij maakt het best, hij werkt hard tegenwoordig, hij studeert tot ’s nachts half twee. Maar hij hoeft dan ook pas om acht uur op te staan, en is om één uur klaar! Jan Pels Rijcken was Zaterdag ook aanwezig, en we hebben heerlijk erwtensoep gegeten. Ik ga nog eens vaker een weekend bij Jan E. doorbrengen, het is enorm gezellig en “ouderwets”, het doet aan de “goede oude tijd” denken.
In onze groep studenten is er nu weer een nieuw gevaar opgedoken: het kantoorpersoneel wordt niet alleen tot arbeider gebombardeerd, maar bovendien worden de jongens dan domweg naar een andere fabriek gestuurd, hetgeen ook betekent dat ze verhuizen moeten. Aangezien we om 8 uur binnen moeten zijn, wordt het zo, dat we degenen die weg zijn hoogstens Zondag zien. Meer dan meubilair is men hier niet op de fabriek. Tot nu toe is er maar één geval (Brautigam), maar er zullen nog wel meer mensen weggestuurd worden.
Lieve huisgenoten, wat zou ik het heerlijk vinden als alles nog overeind stond als ik misschien in de verre toekomst thuis kom. Zorg er voor dat er zo minmogelijk verbrandt als er wat mocht gebeuren. En ga vooral niet op de vlucht. Eens moet je er toch door en dat kun je beter thuis doen dan “ergens” verderop. Ik geloof wel dat het gunstig zou zijn in Ouderkerk, maar dat is ook de enige uitzondering die ik wil maken. Groeten aan alle bekenden. Sterkte, vooral ook voor Maarten en Nel
Veel liefs
Oswald

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...