Berlijn 15-9-1944
120
Lieve Paps, Mams en Lily.
Eindelijk dan maar weer een
brief. Het zal wel zeer de vraag zijn, of de post mijn moeite zal belonen, en
de brief zal bezorgen. Misschien ben ik wel eerder thuis, maar
hoogstwaarschijnlijk zal deze brief wel nooit terecht komen. Het is ook de
vraag of het postkantoor nog aanneemt, ik hoorde al vertellen dat hier en daar
voor Holland niets meer wordt aangenomen.
Alles gaat hier zijn oude
gangetje. In mijn briefkaart 119 heb ik al geschreven dat ik jullie brieven van
1 Sept. als de laatste beschouwde. Misschien dat er nog een enkele brief door
komt, maar dat zal toch wel gering zijn. Het plezier van het schrijven gaat er
wel van af, als je niet weet of er nog wat van terecht komt. Ik zal maar niet
schrijven over de enorme spanning waarin we leven, jullie zitten zelf
waarschijnlijk nog meer in spanning dan wij. Alle geruchten ten spijt geloof ik
dat tot nu toe ons landje nog gespaard is gebleven voor het oorlogsgeweld, maar
ik vrees dat het niet lang zo zal blijven. Vooral Limburg krijgt het nog wel te
verduren.
Behalve dan de enorme spanning,
waarin we leven, is er eigenlijk niets bijzonders te vermelden. Het is, na een
periode van regen, nu weer mooi herfst weer geworden. Het is alleen jammer dat
het al zo gauw donker wordt. Nu we tot kwart over vijf werken. Kunnen we
nergens meer naartoe ’s avonds. Wat koken, wat lezen en praten, en het is
alweer bedtijd. Vooral als je dan nog een uurtje alarm hebt, dan heb je
eigenlijk je avond alleen al voor eten en slapen nodig. Maar ondanks dit alles
gaat de Spreekrans ongestoord door. Vlak na de verhuizing is er een inzinking
geweest, maar die zijn we te boven. We hebben enkele nieuwe leden, die met
interessante voordrachten kwamen. Jullie zult wel geen verslagen meer krijgen
dank ik; we wagen het niet meer pakketten weg te sturen. Het is zonde van de
pakketten, omdat de inhoud niet direct te vervangen is. Maar het is natuurlijk
de vraag of we de spullen nu wel later kunnen sturen. Ik verwacht n.l. een
dermate grote chaos dat we blij zullen zijn als we zelf thuis komen! Maar we
maken ons geen zorgen vóór de tijd, dat zullen we ook wel zien.
Morgenmiddag ga ik zowaar weer
naar een concert! Ondanks alle ophefferij van cultuurinstellingen is er toch wel
weer gelegenheid iets te horen. Ik denk wel dat het goed zal bevallen na een
maand zonder muziek! Jullie raad, een voorraad te vormen heb ik opgevolgd, en
ik kan desnoods wel een week in huis blijven als het moet. Verder weet ik niet
wat ik zou kunnen doen. Het beste is natuurlijk buiten de stad een onderkomen
zoeken, maar daarvoor zal de gelegenheid wel ontbreken.
Wat heb ik nog meer te vertellen?
Eigenlijk niets. De oorlogsgebeurtenissen beheersen het leven en drukken op een
zodanige wijze, dat je aan normale dingen niet meer denken kunt. Voor mezelf
heb ik het gevoel dat ik de Meidagen van 40 nog eens beleef. Net het verschil,
dat de toekomst nu misschien nog wat onzekerder is dan toen. Je wist toen
eigenlijk nergens van, en je hebt nu met de wreedheden die er op de wereld
gebeuren, kennis gemaakt. Wat verlang ik er naar weer thuis te komen!
Veel liefs
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten