Jan schreef gisteren in zijn dagboek:
Donderdag 27 Januari 1944
… Vanavond alarm van 8.05 – 8.20. Het was ontzettend. We hebben ditmaal midden in het bombardement gezeten. Elk ogenblik
hoorde je de bommen fluiten, en overal vlak in de buurt waren er inslagen. Alle
respect voor de vrouwen, die in de sprlittergraben zaten. Ze hebben geen gil
gegeven. Maar ik heb toch verschillende ogenblikken behoorlijk in mijn naad
gezeten. Bovendien is de loopgraaf tegenwoordig niet meer verlicht, dus zaten
we in het pikkedonker. Enfin, ook voor dit keer zijn we er weer goed afgekomen.
De barakken hadden dit maal wat
meer schade dan anders: een paar plafonds naar beneden, en hier en daar kijk je
tusschen vloer en muur naar buiten. In de buurt brandde het overal, en Ad den
Besten en ik gingen eens kijken of we ook konden helpen hier of daar. Na veel
moeite vonden we iemand die onze hulp gebruiken kon. Eerst bij de politie –
brandweer. We hebben ons in stilte doodgelachen. Een echt Duitsche organisatie:
op papier klopte alles, maar in de practijk niets: niemand wist waar hij
hoorde, er was geen water, de slangen pasten niet enz. enz. enz. We hebben in stille
devotie een paar minuten geluisterd naar wat een Haubtmann aan uitdrukkingen
van zijn tong liet rollen. Toen er daar voor ons niets meer te doen was, gingen
we meubels slepen. Daar we alpino’s op hadden, werden we algemeen uitgescholden
voor Franschen. Er liepen prachttypes rond: o.a. een man in pyama met een hoge
hoed. …
En vandaag:
Vrijdag 28 Januari 1944
Om 6 uur werden we door Frau
Becker uitgeklopt, omdat we naar de fabriek moesten loopen. Overal langs de
Spree heeft het gebrand. De fabriek zag er erg uit. Het gebouw A4, waar ik ook
zat, is voor de helft uitgebrand, alle zes verdiepingen door. Het vuur is door
de brandmuur gestuit, die langs het Gummilab liep. De Versuchsmischerei staat
nog. Het lab zelf was een rokende puinhoop. Toch, alle principes ten spijt,
vond ik het even een onaangename gewaarwording, om tusschen de puinhopen van de
kamers, waar je acht maanden gewerkt hebt, rond te lopen. Het defoapparaat was
een verwrongen hoop ijzer. … De Buna Abbau is “restlos
erledigt”.
De werkbrandweer heeft zich niet
al te erg ingespannen, niettegenstaande hun nationaliteit heb ik bijna geen
Duitser gezien, die niet inwendig grijnsde.
Een ontzettende geschiedenis heeft
zich in het AEG Lager Mühlenberg afgespeeld: tweehonderd doden. Oorzaak: de
schuilloopgraaf. Deze was inplaats van in beton, voorzien van een dak van gevlochten teen, gedekt met een laagje zand. Bovendien waren de deuren
afgesloten, en toen het goed begon smeerden de Duitsers, die de sleutels hadden
hem. Er viel een phophorbom {brandbom} in de kelder, met gevolg dat er een paniek ontstond. Resultaat: 200 doden, in hoofdzaak Franschen en Belgen.
…
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten