Paps
Oos
noemt zijn vader Paps. Deze, Gerrit de Bruin, werd op 4 augustus 1888 geboren,
studeerde scheikunde. Dit ging bepaald niet vanzelf. In zijn tweede jaar, maart
1908, overleed zijn vader, die leraar was aan de veeartsenijschool te Utrecht.
(deze zou later als veterinaire faculteit in de universiteit opgaan.) Door
handelen van Gerrits moeder was de
toelage die zij als weduwe kreeg veel lager dan had gekund, waardoor er
eigenlijk geen geld meer was voor de studie van Gerrit. Gelukkig had hij
tijdens zijn dienstplicht er voor gekozen bij de vrijwillige militie te gaan.
Dit leverde, zolang hij in de zomermaanden dienst deed, een aardige toelage op.
Ook gaf hij bijlessen aan scholieren en zo konden zij de eindjes aan elkaar
knopen.
Toen
zijn studie voltooid was werd hij uitgenodigd om aan de universiteit assistent
te worden maar met een universitaire carrière voor zich brak in 1914 de oorlog
uit die later de eerst wereldoorlog zou gaan heten. Uiteraard werd Gerrit
gemobiliseerd en moest rond Utrecht verschillende artilleriestellingen bouwen
en bemannen. Hierbij viel zijn organisatie talent en de manier waarop hij met de
“troep” omging op. De luitenant kolonel Gey van Puttius vond dan ook dat hij
beter op zijn plaats zou zijn bij de verenigde Buskruitmakers, de fabriek die
alle springstoffen voor het leger en de marine maakte maar waar het nu niet
bepaald goed georganiseerd was. Hij werd daar eerst bedrijfsleider; met
“groeimogelijkheden”. Zodoende was Gerrit in 1940 bij het uitbreken van de
oorlog directeur van “de kruitfabriek” zoals die in het gezin genoemd werd.
Door
zijn kinderen ondertussen Paps genoemd was het Gerrits grootste doel de fabriek
deze oorlog door krijgen: “zonder ook maar één gram kruit voor de moffen te
maken”. Om de fabriek niet failliet te laten gaan maakte hij van alles wat voor
de burgerbevolking nuttig kon zijn of surrogaat voor iets. Ondanks bezoeken van
SS en SD en zelfs een ondervraging van de SD op de Maliebaan in Utrecht wist
hij het steeds zo te draaien dat er geen springstoffen gemaakt werden. Dit
laatste was des te zuurder omdat hij zelfs ook aan de Maliebaan woonde; voor de
Duitsers het “unter den Linden von Holland”. Hierover kon Paps natuurlijk niets
in brieven naar Berlijn schrijven vanwege de censuur!
Paps
werkte in die tijd hoofdzakelijk op het hoofdkantoor van de fabriek in
Amsterdam maar ging wekelijks bij beide fabrieken, Ouderkerk en Muiden, op
inspectie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten