Berlijn 22 Maart 1944
Lieve Lily
Nu ik weer eens een lange brief
van je gekregen heb, en er is toevallig weer een gelegenheid een extra brief te
sturen, voel ik de behoefte ook weer een persoonlijk woordje tot je te richten,
dat zal je wel goed vinden denk ik. Ik kom net weer eens uit de schuilkelder,
die alarmen overdag zijn niet erg leuk, maar je vergeet het net zo snel als
anders, je denkt er eenvoudig niet meer aan na een half uurtje. Jan de Broer en
ik hebben op het ogenblik maar één vrees, en dat is, dat ze het Schiller
theater, waar we morgen de Faust moeten zien, in elkaar gegooid hebben. Verder
danken we natuurlijk aan onze vrienden in andere stadsgedeelten, maar ach, die
angst stompt ook al gauw af.
Er is op het ogenblik een heel
stel vrienden van me dat naar Holland is Ernst, Klaas, daar heggen jullie
misschien wel bericht van. Dan komt Jan de Muinck-Keizer, die vertrekt morgen,
en verder ook nog Cor Wiegers, een van het stel in mijn barak, die vertrekt ook
binnenkort voor goed. Hij heeft als hulp-predikant een baantje gekregen. Klaas
en Cor Wiegers wonen wat ver weg, maar Jan de Muinck moet je maar eens gaan
opzoeken in Bilthoven. Ga maar eens met Paps een fietstochtje maken, en dan
stap je maar eens af. Mijnheer de M. is een aardige man, hij is hier geweest.
De rest van de familie ken ik niet. Je zult zien hoe leuk het is van iemand die
er geweest is weer nieuws te horen. Paps kan hem dan ook eens wat vragen.
Je bent bij Arie geweest schrijf
je. Erg leuk, het is een echte gezellige vent die Arie. Maar het is te dwaas
dat jij bij hem moet komen, hij had toch wel minstens naar Utrecht kunnen gaan.
Wat dit betreft is het een rare vent hoor. Hij geeft zich helemaal geen
rekenschap van de andere partij daar wel van denkt. Hij vindt het leuk om te
praten en verder niets. Maar als kameraad is het een verduiveld aardige vent.
Zondag l.l. heb ik de opera
“Meistersinger van Nürnberg” gezien voor de tweede maal. De muziek is prachtig
Furtwängler had de leiding, het was dus zo mooi als het maar kan. Wagner kan je
dus pas waarderen als je zijn opera’s gezien hebt. Zo iets geweldigs, zo
massaal, dat de muziek dat ook wel moet zijn. Voor de Mattheus passion
heb ik ook weer kaartjes, ik ben blij dat we vorig jaar samen nog een en ander
bestudeerd hebben. Voeren jullie weer iets op in het klein, of is de fam. v.d.
Elst daar niet meer voor te vinden? Het is jammer dat je die opera’s hier niet
met me kunt zien, ik ben overtuigd dat ik later in mijn leven niet meer in
staat zal zijn zulke prachtige opvoeringen te horen. Ik ben dankbaar dat ik in
Berlijn zit, wat deze kant van de zaak betreft. De tegenstelling met de
ruïnes, die je direct ziet als je buiten komt, vergalt wel veel, maar er blijft
erg veel moois te genieten. Gelukkig is mijn werk zo, dat ik er nog plezier aan
heb, jongens als Pels moeten van 6 tot 6 werken, en hebben dus geen puf meer
nog in de rij te gaan staan op Zondagmorgen. Hij krijgt dan ook wel eens
kaarten van me aangeboden.
Lieve zus, wil je er voor waken
dat mijn brieven niet verloren gaan? Ik wil ze bewaren voor later, als een
soort dagboek. Hier kom ik er niet toe zoiets te schrijven.
Wat die juffrouw betreft, geven
jullie de wens te kennen alleen heren op kamers te willen hebben, deze
wens kan niemand je kwalijk nemen, en dan ben je van die vieze vrouwen af.
Zulke toestanden kunnen ze zich hier niet voorstellen, ik vertel dan ook aan
iedereen die het horen wil om ze wat meer op de hoogte te stellen van de
toestand bij ons!
Het gedicht Honestrum Petimus
Usque is niet lang, dat kun je best even overschrijven! Ik geloof dat jullie
een boekje op het oog hebt, dat is niet de bedoeling. De muziek van Badings zal
wel niet te vinden zijn.
Nu zus, tot schrijvens maar weer,
ik heb haast, ik heb het steeds druk hier. Dit is maar het beste ook. Zoveel
mogelijk opsteken en je niet door de tijden laten neerslaan, moreel hoog
blijven staan en de ellende die er om je heen te vergeten. Dat is het waar ik
bewust naar streef, om zelf onbeschadigd uit deze tijd tevoorschijn te komen.
Tot ziens lieve zus, hopelijk
duurt het niet te lang voor ik verlof krijg
Je broertje
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten