12 maart 2019

Montpellier 19 / II / 44 van Grand-père: Pour combler le malheur je perds la vue, je ne vois presque plus de œil gauche.

 De brief die Oos de 10e uit Montpellier ontving. Dat is op zich opmerkelijk want die is van 19 februari en de 15e had Grand-père daar al weg moeten zijn.


Montpellier le 19 / II / 44
Mon cher petit-fils
Je reçois ta lettre du 31 / I / et suis heureux de
te savoir en vie et en santé, car je suis
toujours bien inquiet sur ton compte.
Ici je suis toujours à attendre une autorisation
pour me permettre d’aller à St Hippolyte ou j’ai
une maison, louée à mon cousin, pour moi.
Mais il faut, pour changer de place, une
quantité de formalités, en sorte que le temps
passe, et je ne pars pas.
Enfin il arrivera cea que Dieu voudra. Ma santé
toujours bien mauvaise. Je souffre beaucoup de
mes pieds; je ne peux presque plus marcher, et
l’entérite me joue de mauvais tours.
Pour combler le malheur je perds la vue,
je ne vois presque plus l’ œil gauche,
une veine de l’œil est obstruée par un
caillot de sang qui la bouche en sorte
que j’ai comme une grande tâche noire
devant la prunelle. Je suis allé consulter un
professeur oculiste et je suis sous traitement.
Mais je doute que la vue ne reviènne à l’œil,
qui est l’ œil gauche. J’y vois tres
mal et je verse le vin à côté des verres !
Ta mère se propose de venir me rejoindre.
Mais je redoute un tel voyage, car le froid
m’est très nuisible et je le redoute, en
plus il fait froid et plus je souffre.
Enfin je te tiendrai au courant de ce que je
ferai ou ne ferai pas. Je voudrais emporter
avec moi du linge et des vêtements, car on
ne sait pas, si l’on part, ce qui arrivera
dans la maison abandonnée.
Je t’ecris à la hâte, et tu excuseras mon
écriture, car j’y vois très mal.
Mille bons baisers de ton vieux grand-père,

Genouy 

Montpellier 19 / II / 44
Lieve kleinzoon,
Ik heb je brief van 31 jan. ontvangen en ben blij te weten dat je nog in leven en gezond bent want ik ben altijd bezorgd wat jou betreft. Hier wacht ik nog steeds op vergunning om naar St Hippolyte te gaan waar mijn neef een huis voor mij gehuurd heeft. Maar om te verhuizen is er een groot aantal formaliteiten nodig, zodat de tijd verstrijkt, en ik maar niet vertrek.
Enfin Gods wil geschiede. Mijn gezondheid is nog vrij slecht. Ik heb veel last van mijn voeten; ik kan bijna niet meer lopen, en een dunne darmontsteking speelt me parten.
En tot overmaat van ramp verlies ik het gezichtsvermogen, met mijn linker oog zie ik bijna niets meer, een ader in het oog is verstopt door een stolsel dat hem zodanig blokkeert dat ik een soort van grote zwarte vlek heb voor de pupil. Ik heb een professor oogheelkunde geconsulteerd en ik ben onder behandeling. Maar ik betwijfel of ik het zicht terug krijg in het oog, dat het linker oog is. Ik zie heel slecht en ik schenk de wijn naast de glazen!
Je moeder is van plan zich bij mij te voegen. Maar ik vrees zo’n reis, want de kou is erg schadelijk voor mij en ik vrees hem, bovendien hoe kouder het is hoe meer ik lijd.
Enfin, ik zal je op de hoogte houden van wat ik wel of niet doe. Ik zou linnengoed en kleding mee willen nemen, want je weet niet wat er, als je vertrekt, in het verlaten huis zal gebeuren.
Ik schrijf je in haast, en je zal me mijn handschrift moeten vergeven want ik zie erg slecht.
Duizend dikke kussen van je oude grootvader,

Genouy




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...