Dinsdag 25 April.
Vandaag weer moeten oprollen aan de spritzmachine. Gelukkig niet lang. Brief naar huis dus niet af gekregen. Het wordt weer eens tijd dat ik schrijf. Wat in mijn brieven komt te staan, en wat in mijn dagboek, kan ik nu slecht uit elkaar houden. Beiden bewaren, dat is het beste.
Na werktijd eerst inkopen gedaan. Dat is toch een kruis. Zoveel tijd als dáár in gaat zitten, en dan organiseer ik het nog wel zo goed mogelijk. ’s Avonds lezing van Ad, met als voorzitter O. de B.
Ad had gevraagd vroeg te beginnen, en Edsard had verklaard dat hij zijn verslag (officieus) nog niet had gemaakt, er was dus alle reden om vroeg te beginnen, en met onzin vragen Ad op te houden. Het lukte prachtig. Hajo Woelimga kwam nog op bezoek, op tijd om alles mee te maken. Er werden sancties vast gesteld:
1e Voor het niet houden van een lezing: uitstoting uit het Spreekransje.
2e Voor het niet maken van een uittreksel: 10 Mark boete in de “Schetenpot”
3e Voor het niet maken van een officieus verslag: thee schenken en tracteren op Kuchen naar smaak van de vergadering.
Na al deze moeilijkheden opgelost te hebben, werd Ad nog even verneukt op zijn titel van de voordracht, die hij zelf “Voordracht met Erläuterungen” noemde. Dat was dus geen gewone lezing en kon dus niet door gaan. Ad zat te springen hij wilde eindelijk eens aan de gang.
De voordracht, die ging over “de Duitse poëzie van na den Wereldoorlog tot 1933.
De voordracht was uitstekend, en had voor een gezelschap leraren in Duits gehouden kunnen worden. Ad is wel een “grote geest” zoals ik dat noemen wil de gedichten waren uitstekend gekozen. Het peil was dus wel zéér hoog. Ad zal later de beste preken leveren maar Cor Wiegers wordt de beste zielenherder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten