Om een uur of negen er uit en
naar de staatsopera voor kaarten. Twee stuks gekocht, voor Donderdag en
Vrijdag, met Jan de Boer. Verder na thuiskomst, lui op bed gelegen, wat
gelezen, wat geslapen, kortom op Bleekerse wijze de Zondag doorgebracht. Lekker
gegeten. Niet vergeten dat Juliaantje jarig is. Tenslotte door Thijs en Hans
overgehaald naar de film te gaan. “Ich klage an”. Film was wel goed, alleen, de
tendens was, dat de artsen op verzoek van de zieken een dodelijke dosis
medicijnen behoorden te mogen geven. Een probleem van de artsen en niet
van de gewone man. Het gaat niet aan een dergelijk probleem maar aan het gewone
publiek te grabbel te gooien. Dit bezoek aan de bioscoop zal me daarom nog wel
lang heugen, dat er een merkwaardige ervaring aan vast zat. De juffrouw naast
me bleek nogal veel ruimte nodig te hebben, ze zat met haar elleboog steeds
maar in mijn zij te porren. Ik retireer maar, want, eerlijk gezegd, ik dacht dat
het een oudere juffrouw was. Enfin, dat gaat zo door, toen ze geen succes had
begon ze aan mijn jas te trekken, en ze zakte zelfs iets af naar beneden, op
mijn dijen. Het werd langzamerhand wel pijnlijk vooral omdat erotische
gevoelens bij dergelijke brutaliteit en grofheid nu eenmaal achterwege plegen
te blijven. Eindelijk gaf ze het op. Maar toen in de film voorkwam: “Voor
iemand die lief heeft blijft er altijd hoop!” begon ze natuurlijk weer. Kortom,
ik was wel erg benieuwd toen het licht op ging. Het was maar goed dat Thijs en
Hans er bij waren, anders had ik dit “mokkel” achteraf nog aangeklampt, want ze
was niet ouder dan een jaar of 22, en met een goed figuur. Nu ja, laat ik
mezelf niet wijs maken dat er wat bijzonders gebeurd zou zijn, daar ben ik toch
een te nette jongen voor als het er op aankomt. Maar zo iets sterks heb ik nog
niet meegemaakt, daar moet je wel voor in Berlijn zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten