Utrecht 19 April 1944
Lieve Oswald,
Wat gaat de tijd toch ontzettend
vlug, nu is het al weer ruim een week geleden sinds ’t Pasen was. We hebben
gezellige Paasdagen gehad met één ei (per persoon), niet veel als je dat met
vroeger vergelijkt, maar mams zegt altijd: als je het op hebt is het precies
het zelfde of je er nu één of 8 hebt gehad. Wat mij betreft heb ik er dan
liever 8. Als logé hadden we Bertje uit Eindhoven. Die blijft toch zo
kinderlijk. Hij is nu 19, maar als je 16 zei zou ik het ook geloven. ’t Is toch
wel zielig, zo’n jongen die thuis niets mag: je bent maar opgelaten met een
vader als oom Jacob. We hadden gevraagd wanneer hij komen wilde en hij schreef
onmiddellijk terug dat hij Woensdag vacantie kreeg (hij is op de MTS) en dan
Donderdag voor de koffie kwam. Hij moest naar dr. Roessingk voor zijn asthma en
toen hij vertelde wat hij gezegd had, zei hij: ik moet over 6 weken terug
komen, tante, dan is het juist Pinksteren! Na Bertje is tante Fem uit Hengelo
een weekeinde geweest: ook gezellig. Dat is ook maar een zielepiet. Oom Willie
is nu moeite aan het doen om weer Duitser te worden, en Werner is bij de Waffen
S.S. opleiding. Niemand bemoeit zich meer met haar van haar vroegere vrienden,
dus zit ze de hele dag alleen, want oom W. zit natuurlijk de hele dag op de
fabriek. Je snapt niet dat ze altijd nog zo vrolijk genoeglijk is; gelukkig
maar, want anders had ze helemaal geen leven. Ik ben nog steeds thuis, de foto
is goed uigevallen maar dr. Bruyse vond dat ik nog niet kon beginnen, over 3
maanden wordt er weer een foto gemaakt. ’t Is wel jammer dat ik hier door een
jaar achter kom, directrice had het er zelfs over dat ik misschien die 2 jr. aan
K.Z.H. ook zou kwijt zijn, m.a.w. dat ik weer helemaal opnieuw zou moeten
beginnen, maar daar pieker ik nog maar niet over: ik zou het vreselijk vinden,
dat snap je. ‘k Mag nu weer veel meer doen of liever gezegd, ik doe veel meer;
ik slaap ’s nachts 12 uur, ’s middags 2 uur; ik mag met hoofd, armen en benen
in de zon zitten, en fietsen. ‘k Had toch zo’n zadelpijn, ondanks mijn
biefstukjes! Mijn verste wandeling is geweest over de nieuwe weg en door ‘t
park terug. Je zult de Biltse weg gewoon niet meer herkennen; de rondweg is
klaar tot de Biltseweg (part naar de Prins Hendriklaan en zo naar ’t stadion en
verder) ter hoogte van van Someren, dus vlak voor ’t fort is een tunnel voor de
fietsers, in ’t midden open en om ’t rondje rijdt de tram +auto’s.
Of ’t erg duidelijk is weet ik
niet, of liever ik weet dat ’t onduidelijk is, maar de bedoeling is goed. Dat
gat middenin ligt lager. ’t Is voor ’t ogenblijk erg handig en voor de fietsers
altijd, maar als er later weer veel auto’s komen zullen er wel ongelukken
gebeuren met trams en auto’s, vanwege de rotonde.
20 April.
’t Is al weer zulk prachtig weer,
kan ik vanmiddag in de tuin zitten zonnen. We moesten eigenlijk de hele dag de
zon in de tuin hebben dan was ik zo bruin als een indiaantje, voor zover ik
bruin word tenminste. Arike speelt op ’t ogenblik met Marijke in de tuin: dat
is toch zo’n eigenwijsje. Als ze bij ons de kamer binnen komt, klimt ze
dadelijk op een stoel en zegt “koek!”. Ze weet precies waar de koek staat en
draait er net zo lang omheen tot ze een stukje krijgt als ze er niet bij kan,
anders pakt ze ’t zelf wel, tot grote ergernis van haar moeder. ’t Lijkt me
ontzettend moeilijk van kinderen netjes op te voeden, want je verwent ze zo
gauw en ik moet altijd lachen als ze zo deemoedig kijkt als je een standje
heeft gehad; dat hoort natuurlijk niet.
Zaterdag hebben we reünie gehad
met een stuk of 10 zusters uit ’t K.Z.H. van vroeger toen ik er nog was. Ik
mocht wel niet meedoen, want ik moet me kalm houden(!!), maar ’s middags om een
uur of 4 stonden ze willens met z’n achten bij me voor de deur; zo gezellig. Je
hoort nog maar weinig van elkaar, want iedereen zit nu in een ander ziekenhuis,
en dan is het echt leuk van elkaar weer eens te spreken. ’k Was van plan van
pianoles te gaan nemen bij juff. Kwast, maar ze vond het voor die paar maanden
de moeite niet waard; nu speel ik maar dapper de zang dingen van Arike, ’t is
wel een beetje saai, want dan heb je alleen maar de ondertoon, de wijs moet je
er natuurlijk bij zingen dan is ’t pas aardig, maar Arike wil er niet eerder
bij zingen dan wanneer ik het goed kan spelen; dat kan ik nu ook wel begrijpen,
want ’t is erg vervelend voor haar, als ze zich inspant om ’t goed te doen, om
dan nu eens midden in een lange uithaal te moeten blijven steken omdat ik niet
verder kan. ‘k Vind zelf dat ik al aardige vorderingen maak, Arikes oordeel heb
ik nog niet gehoord.
21 Apr.
Je ziet dat ik niet zo erg vlot
vorder met mijn brief, ondanks mijn rustige leventje; maar ’t is altijd zo dat
hoe minder je te doen hebt, des te minder doe je ook. ‘k Moet me zo weer op de
pianostudie werpen; daar heb ik eigenlijk maar zo weinig gelegenheid voor, want
er komt zo vaak bezoek en dan heb ik geen zin om daar te zitten stuntelen.
Tante Marie van Egmond komt vandaag weer, een bezoeking! Ze heeft een weekje
vacantie en brengt dat door in Hilversum; vandaag komt ze dan even “overwippen”.
‘k Ben maar blij dat we die niet in huis hebben, dan was zij, denk ik, de enige
overlevende. Weet je al dat Mies voor haar examen geslaagd is en nu dus
chemisch analiste is? Nu moet ze nog een jaar voor ’t medisch gedeelte en dan
is ze klaar. Vlot gaat dat hè? ‘k Ga nu maar ophouden. O, ja ik hoor Jannie net
“praten”, sinds gisteren weten we dat ze gaat trouwen! ‘k Geloof met de 7e
die haar hebben wou. Arike en ik hebben de moed ook nog maar niet opgegeven met
dit voorbeeld voor ogen.
’t Beste er mee en veel groeten
van je
To
Geen opmerkingen:
Een reactie posten