Heerlijk geslapen in het bed van
Jan E. Haasje rep je naar huis, omdat ik om half tien afgesproken heb voor de
reis naar boeken in Babelsberg, van Duren gaat ook mee. Twee boeken gekocht, 51
Mark. De juffrouw is dermate beleefd dat ik haar niet versta: “Darf ich um
Ihren werten Namen bitten”.
Naar Potsdam. Pakketten naar
Denemarken worden nog aangenomen, dat is een bof. Maandag brengt Jan er direct
een paar weg.
Slecht gegeten en lang gesjouwd
met de zware boeken. Thuis gekomen geen licht geen gas “echt Hollands”; naar
Borris. Na lang wachten wordt de deur open gedaan door een “dame in broek”, die
we al eerder gezien hebben op de cursus. Fr Peschko zit ook boven bij haar in
een klein zolderkamertje. Een klein meisje blijkt de dochter van deze dame te
zijn, die uit Thorn komt, en alles daar heeft moeten achterlaten, nog uit de
stad weggekomen hoewel er geen treinen meer reden. Lange verhalen over de
terugtocht, en vooral over het feit dat degenen die blijven moeten direct over
sabotage spreken als een ander weg wil. Toen de Russen op 15 km van de stad stonden was
er zogenaamd nog geen gevaar, maar het scheelde een haar of ze waren al van
achteren afgesneden.
Raad ingewonnen over het maken van
de rugzak. Eenvoudig is het niet. Het beste is maar dat de schoenmaker hem
naait, maar daar zal veel overreding voor nodig zijn. We laten bij Fr Peschko
een paar kaarsen achter, en gaan na vergeefs getob met kapotte lampenleiding
weer naar huis. Jan heeft weer geen jas aan te trekken, en daar schrikt Frl.
Peschko zo van dat ze hem dadelijk belooft nog even in de kast te kijken. Ze
zoekt, en ja, daar komt een oude winterjas te voorschijn. Jan zegt achteraf dat
hij zich echt een schooier voelt, zonder jas komen, met een nette jas
vertrekken.
Thuis nog even in de kou een
pannekoekje gebakken, en met de Vries gepraat. Dagboek wat bijgeschreven en
naar bed.
Jan :
Zaterdag 17 Februari 1945.
Oswald was zo enthousiast over de
boeken die ik verleden week in Babelsberg gekocht had, dat hij er vandaag ook
heen wilde. Ik ging met hem mee. En Fred sloot zich bij ons aan, dus waren de
voorwaarden voor een gezelligen dag geschapen. In Potsdam, waar we daarna
naartoe gingen, waren ze bezig de bruggen te mineeren en barricaden te bouwen.
Als tankversperring gebruikten ze notabene onze vroegere Hollandsche “asperges”,
rioolbuizen met beton gevuld, met schuin daaruit naar boven stekende stukken
spoorrails. Indertijd hebben ze daar zoo om gelachen in Holland; nu gebruiken
ze ze zelf, en kunnen wij lachen…
Ons tweede doel was een foto te
laten maken. Nergens was echter een fotograaf te vinden, die open was daar
Potsdam aan de “Lichtsperre” deed. In ons vanouds bekende kroegje “das Dreimäderlhaus”
konden we helaas niet eten, en waar we terecht kwamen, was wel goed eten, maar
niet veel bijzonders. …
Thuis gekomen voelde ik me net in
Holland: geen licht, geen gas, geen kolen en niets te eten….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten