11 december 2019

Berlijn 11 December 1944. Brief 127. P.S. Weet Maarten mijn adres, voor het geval hij ook hierheen gestuurd wordt?


127
Berlijn 11 December 1944
Lieve Paps, Mams en Lily,
Al weer een brief meer dan ik gedacht had. Het is al weer een paar weken geleden dat ik voor het laatst schreef, ik heb de moed verloren met al dat schrijven en nooit eens wat ontvangen. Overigens heb ik een paar dagen geleden een brief van Mams ontvangen, van 4 November. Ja, ik lees nu dat de brieven compleet zijn tot het ogenblijk dat ik ophield met schrijven, dat is na 120. Toen heb ik vijf weken niet geschreven, zodat jullie wel een poos zonder bericht zult zitten! Maar voorlopig behoeven jullie je niet ongerust te maken. Ik zit nog steeds onder de zelfde omstandigheden, en over wat er nog komt heeft het geen zin zorgen te hebben. We zullen wel zien wat er gebeurt, en ik zal alle pogingen in het werk stellen zo heel mogelijk door alles heen te komen.
Gisteren heb ik heerlijk gewandeld, een namaak wandeling naar Zeist en de Bilt. Jammer dat Paps en oom Albert er niet bij waren! Het is langzamerhand een heel tijdje geleden dat we samen gewandeld hebben, en het duurt wellicht nog aardig lang ook, al heb ik steeds nog hoop op een spoedig einde van de misère. De toestand is in het jaar 1944 wel sterk veranderd, was het een jaar geleden nog zo, dat we hoopten onze familie, en ons landje, nog ongeschonden terug te vinden, op het ogenblijk mogen we alleen bescheiden hopen dat onze familieleden er levend afkomen. Zo nu en dan horen we hier wel berichten uit Holland, ook van mensen die hierheen getransporteerd zijn, tegen hun zin. We vragen ons af of het hoogtepunt van de ellende al bereikt is. Maar hat heeft geen zin ons zorgen te maken, laat ik liever eens wat vertellen van ons leven hier. Zoals ik al schreef, de toestand is nog steeds het zelfde. Jan de Boer en ik zitten met een Deen en een Belg (die er nooit is) op een kamer. Een prachtige kamer, een uitstekende kachel en op de eerste verdieping, Keuken bij de hand. Jan heeft verder een electrisch kookapparaatje zodat we pannekoeken e.d. in de kamer kunnen klaarmaken. Helaas zijn alle ruiten kapot, zodat we zondags in het donker zitten. Maar ach, het is winter, en Zondags gaan we uit. Door de weeks is het steeds donker als we thuis zijn. Drie weken geleden zijn er plaatsen vrij gekomen en het andere kamers op de vierde verdieping, omdat er mensen weggingen, maar Jan en ik zijn maar beneden gebleven, al zouden we boven alleen met studenten gezeten hebben.
Jan en ik houden van orde en netheid, opruimen en schoonmaken, en boven voelen die jongens daar niets voor. Het is er altijd een grote bende en om daar nu in te trekken, dat is nu niet zo prettig. Onze kamergenoot, de Deen, is een prettige jongen, een beetje een oud wijf maar we kunnen goed met hem opschieten.
Verder ademt het lager op het ogenblik in een Kerstsfeer, de voorbereidingen zijn volop aan overal en op elk gebied getroffen. Met onze groep studenten willen we niet onderdoen voor het Kerstfeest van vorig jaar, hoewel we de beste krachten missen. Huizinga als voordrachtskunstmeester, en de beide dominees missen we wel erg, ze waren de gangmakers en vooral Cor Wiegers bracht een echte Kerststemming. Hoe het nu zal gaan weten we nog niet, maar we hopen het beste. We hebben ons al lang neergelegd bij de gedachte dat het nog wel tot het voorjaar zal duren, in ieder geval na Nieuwjaar.
Mams hoeft zich vooral geen zorgen te maken over mijn kleren, ik zit er best in hoor, dank zij Jan Egberts met zijn reparatie inrichting “Herzberge”. Heel wat studenten hebben daar al bij de gekken hun kleren laten maken. Mijn goede pak draag ik alleen Zondags, de andere heb ik laten repareren, de kousen ook vaak. Mijn winterjas gaat wel kapot, maar ik heb er tenminste een. Ik heb een voorraad levensmiddelen gemaakt, (koffie e.d. van de bombardementen, geruild) en ik kan dus nog wel tegen een stootje. Op het ogenblik zijn we vooral bang dat we misschien nog een keer versleept worden vóór het einde van de oorlog, zoals v. Mieghem en consorten. Die zijn nu drie weken weg, en we hebben nog niets van ze gehoord. We weten alleen dat ze waarschijnlijk naar het Westen zijn.
Het was mijn bedoeling een prettige Kerst brief voor jullie te schrijven, maar het is maar een rare opsomming van meest onplezierige dingen geworden. Maar het is zo lang geleden dat ik wat van me heb laten horen, dat ik toch deze brief maar op de post zal doen. Veel liefs voor jullie allemaal (zit het huis al vol evacués?) Ook voor anderen, huisgenoten, kennissen enz. enz. prettig Kerstfeest en een vrolijk Nieuwjaar, en laten we hopen dat het nu eindelijk in 1945 eens uit zal zijn met de ellende. Veel, heel veel liefs
Oswald

P.S. Weet Maarten mijn adres, voor het geval hij ook hierheen gestuurd wordt?
OB

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...