Uitgeslapen. Niemand gaat naar de
fabriek, maar Jan en ik besluiten dat één van beiden vanwege het eten wel gaan
moet. Om half tien ga ik weg, en om half elf ben ik al ter plaatse. De S-Bahn
rijdt al weer over Neuköln naar Schöneweide. De hele buurt bij Ostkreuz is
kapot. Ik ben bang voor Jan Egberts en Hans v. Griffen, die krijgen daar altijd
wat als het op de spoorlijn gemunt is. Op de fabriek is het een lege boel, de
helft van het personeel is niet verschenen, en de andere helft zit niets te
doen. Nowak is natuurlijk wel even aanwezig en komt dan naar de afdeling. Je
ziet hem hele weken niet, maar na zoiets komt hij altijd direct kijken of de
mensen er zijn. Mijn verhalen over de bommen voor en achter het huis maken niet
veel indruk.
Helga, Godorr (bij de Volks Storm)
Kuschel, de twee leerlingen en Jahn zijn geen van alle aanwezig. Fr Rose zit in
een kwade buurt, wordt er verteld, Siegenhagen is er volledig uit gebrand.
Vooral de buurten Ostkreuz, Lichtenberg, Rummelsburg is erg getroffen.
Weißensee ook. Berto kan dus ook een kwade pijp roken.
Met het excuus van de
pokkeninenterij ga ik om twee uur weer weg, na anderhalve portie koolsoep
gegeten te hebben. Bij de schoenmaker is alles in orde. Mijn lage schoenen
afgegeven, de zool is doorgebroken. Fles wijn afgegeven, waarvoor ik vlees hoop
te krijgen.
Bij Dr. Trietzen eerst weer wachten. We zijn zes man
sterk, de anderen zijn bang voor de gevolgen! Hoe het mogelijk is snap je niet.
De toestand is toch zo dat iedere besmettelijke ziekte een epidemie kan worden.
In normale tijden neem je al het risico van een paar dagen ziek zijn, terwijl
je dàn bij het begin van een epidemie altijd nog kan gaan inenten. Jammer dat
ik voor de andere ziektes als cholera, typhus enz. te laat ben.
Jan v.d. Braak is verontwaardigd
dat we hem niet verteld hebben dat hij voor diphterie in zijn bil geprikt
wordt. Dan had hij zich gewassen en een schone onderbroek aangetrokken. Hij
vindt het oneerlijke concurrentie, vooral omdat de zuster de prik geeft. Van
zo’n wachtkamer zou je ziek worden, zeventig patiënten worden er vandaag
behandeld. Het is wel een meester in zijn vak, drie patiënten tegelijk, en
werkelijk nog goed onderzoeken ook.
Vanavond weer alarm, en ’s nachts
om half drie nog eens.
Frederikse vertelt dat hij een
paar jongens uit Amsterdam heeft gesproken, die door de honger gedwongen waren
te vluchten. En zich daarom bij de O.T. gemeld hebben. Wat een toestanden.
Jan :
Dinsdag 27 Februari 1945.
Vandaag thuis gebleven en de boel
gerepareerd. Een vanonze twee ruiten is gesneuveld, en verder de kozijnen
ontzet of kapot. Ik heb er toen maar een paar koziojnen van de kamer achter ons
in gezet. Het was een heel werk, vooral omdat ik niets geen apparaten behalve
de Spreekranshamer, een schroevendraaier en mij mes tot mijn beschikking had. Maar
het lukte toch.’s Middags was er weer paniek in de buurt, het was weer “dicke
luft”.de bevolking is enorm verbitterd en angstig. De aanval heeft weer een
geweldig aantal dooden gekost, dank zij ingestorte kelders en dergelijke. Zulke
openbare schuilplaatsen die niet gehouden hebben zijn officieel door de Partij voor
onbruikbaar verklaard, iets wat de stemming nu eenmaal niet bevordert.
Oswald is nog even naar de fabriek
geweest, en kwam terug met het bericht, dat Ziegenhagen volledig uitgebrand was.
het spijt me ontzettend, maar ik kan het niet erg voor hem vinden. Een dergelijk
individu verdient niet beter. Het is het verdiende loon voor zijn “Schleimscheisserei”.
{slijmschijterij}. Wat me veel meer
spijt is dat naast Pessel een luchtmijn gevallen is. alle ramen en deuren zijn
er uit, en de goede man wist niet hoe hij met zijn eene hand alles weer in orde
zou krijgen. …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten