21 november 2018

Utrecht 31 Oct 1943 van Mams De inkwartiering is een doodrustige apotheker, in militair pak natuurlijk.


Utrecht 31 Oct 1943

Mijn lieve Oswald, het is zondag, prachtig zonnig weer. Paps is met oom Albert gaan wandelen. Lilie zit te pingelen en gaat straks met Mies wandelen. Tante Anna is nog in Hemstede; Grietje Brink is met weekend naar huis; de inkwartiering is ook uit. ’t Is dus rustig in huis. Straks ga ik voor het eten zorgen (Ellie komt pas laat thuis n.l.) en Maarten en Nel komen dan eten. ’t Klein Petertje wordt dan in de plechtige studeerkamer van haar opa gedeponeerd, waar zij vanuit haar wagen de rijen boeken kan aanschouwen en waar zij na enig schreeuwen wel in slaap sukkelt. Maar voor het zover is kan ik mij een poosje aan jou wijden. Deze week geen bericht van je gehad. Jammer. Misschien komt er morgen vroeg wel iets vóórdat ik deze brief wegstuur. Ik doe het anders meestal op Zaterdag, maar gisteren was het te druk. Ik moest in de stad boodschappen doen en om 3 uur sluit het postkantoor; dan wordt het natuurlijk weer Maandagmorgen. Hier geen nieuws. Dinsdag a.s. gaat de broeder van Cor de naaister weer weg na een paar dagen verlof. Hij kwam een week over tijd; kon de week daarvóór geen pas krijgen. Reden waarschijnlijk onbekend. Zooals de afspraak heb ik geen pakje gestuurd. Dinsdag a.s. zal ik het verbod maar overschrijden, al was het alleen om den hoed waarom je gevraagd hebt. Was het blauwe potje welkom dat ik ongevraagd in een pak ingesloten had? Mevr. Egberts had ook ongevraagd een potje gestuurd aan Jan. Die moeders, hè?, die denken maar, eigener beweging, aan jelui bloote hoofdjes.
Ik moet je nog altijd het adres geven van een collega van mr. Langerhorst. Ik heb het je al eerder gegeven je hebt er niet op gereageerd, dus zal je hem wel niet gekregen hebben, ik zal deze aantekenen, dan hebben wij meer kans dat de brief aankomt. Je leerraar verbeeldt zich, vermoed ik, dat je daar je studie zult kunnen voortzetten onder leiding van zijn collega. Ik vrees wel dat het toch niet gaat; maar hier is het adres: Gustav Scheck, Trabenerstrasse 2 Berlin-Grunewisch. Ik kan niet meer lezen wat er na Grune komt, het zal wel wiese zijn of weise of zo iets zijn, in ieder geval het woord voor weide. ’t Is bedroevend zoo bitter weinig als ik van Duitsch afweet. Dat merk ik nu met de inkwartiering. ’t Is een doodrustige apotheker, in militair pak natuurlijk. Als ik me beter verstaanbaar kon maken kon maken zou ik wel eens een praatje maken. Maar ik kan het niet en heb al moeite genoeg met het hoog nodige. Je weet anders je rust niet als je dezen man vergelijkt met Corrie! En netjes als het op de kamer is! Reusachtig. En steeds precies op dezelfden tijd naar bed en weer op. ’s Morgens 5 à 10 min. ná Paps gaat hij de deur uit. Om ± half zes komt hij weer even thuis. Vertrekt dan weer en komt tusschen 8 en 10 weer terug. Tegen 11 uur gaat het licht uit. ’t Is een verademing na het wilde gedoe en de ruwen telefoon van Corrie. Daar had in wel zenuwpatiënt van kunnen worden. ’t Is wel eens gebeurd dat er in één middag 8 x voor haar is gebeld! ’t Is toch wel bar. Zoodat ik maar hoop dat dit mannetje er nog is als ’t eind van den oorlog er is en dat hij niet gek lang blijft! De gissingen omtrent een naderend einde van het afschuwelijk drama zijn niet van de lucht. Helaas weet niemand er iets van en leven wij eigenlijk in absolute onwetendheid. Maar ik klamp mij toch vast aan de hoop dat het einde onherroepelijk nadert. Die hoop hebben wij noodig om gewoon door te kunnen leven en wij zullen wel niet teleurgesteld worden in onze verwachting.
De boomen zij definitief kaal. Gisteren viel er nog een vergeten peer van den linker peerenboom. Zijn de peren die jij gekregen hebt nog rijp geworden? Die rijpe zijn verrukkelijk; maar ik heb er hier bij gehad die elastisch werden, maar toch niet rijp. Die heb ik dan gekookt. Ik wou die peer die er gisteren nog af viel is wegen, op den brievenweger. Maar het gaat niet. Een meer dan de helft kleinere peer weegt al 1½ ons, zie ik. Dus die dikkert weegt wel 4 ons. ’t Is nog eens de moeite waard. Wij hebben eigenlijk geweldig veel peren van den tuin. En dit in een stad. Wel 3 maanden lang hebben wij iedere dag moes gegeten van de groote appelboom en nog heel wat handappelen ook (jij ook trouwens, dat heb je zeker wel gemerkt). Dat is in dezen tijd een ongekende luxe.

Maandag middag
Gisteren mijn brief afgebroken en vanmorgen geen tijd gehad om hem verder af te maken. De bleeker slaat ons n.l. een keer over bij gebrek aan personeel. Gevolg: zelf wasschen. Daar het weer schitterend is hebben wij ons gerept om ’t zaakje in ’t zonnetje te drogen te hangen. De jas van Gr. Brink is er ook bij. Hij is aardig schoon geworden, maar de gaten zijn ontelbaar …. Hij loopt echt op zijn laatste beentjes. Grietje (de werkster) komt deze week niet en misschien wel een heel tijdje niet. Dikje is ziek. De dokter denkt diphterie, maar het is nog niet vast. In ieder geval kan zij niet weg en moeten Ellie en ik alles alleen doen. Dat is een heele herrie natuurlijk. Het huis is zoo geweldig groot en we zitten er met nog al wat menschen in. Wij zijn in afwachting van het kapotte goed en wat je nog meer terug wilt sturen. Je had in een brief aangekondigd 3 pakjes n.l. de plaat, de jas van G.B. en tabak en bonbons. De plaat en de jas zijn gearriveerd. Verder nog niets gezien. Ik weet niet of het al weg was of dat je het van plan was om te sturen. Zoodra er iets kont vermeld ik het je. Ellies vriend Ries ligt in Halle al meer dan 5 weken in ’t ziekenhuis! Hij had buikpijn. De pijn schijnt over te zijn, maar hij is heel slap en ligt nog steeds te bed, zoodat Ellie bezorgd is. Kwam er nu maar eens iemand uit die streek met verlof, dan hoorde je wat meer dan uit de brieven die hij zelf schrijft. Maar er wordt blijkbaar niemand los gelaten. En hoe is het bij jelui? Ik hop goed. Gelukkig dat je je eigen potje kunt koken. Ries is in lagerverzorging en dat schijn wel eens wat te wenschen over te laten. Hij krijgt steeds soep en dat is zoo’n jongen niet gewend. Als je voor je zelf kookt kun je nog eens koken waar je zin in hebt en zooals je het lekker vindt. Ik ben tenminste maar blij dat je gewicht goed is dat is een goed teken. Als er nu maar uit de lucht geen gevaren op komen zetten. Frits K. was Zaterdagmiddag hier. Die leeft altijd of de oorlog over 14 dagen uit is! Eens zal hij het natuurlijk goed hebben, want de laatste 14 dagen zullen natuurlijk wel komen. Maar ik geloof niet dat wij het in de gaten zullen hebben. Gisteren heel geweldig Maarten en Nel hier gehad. Petertje sliep toen zij binnen kwamen en zij sliep nog steeds toen zij naar huis gingen. Het kind gaat om 6 uur den nacht al in. Zij hebben echt géén kind aan haar! Vind je het geen dot om te zien? Net een pop van celluloïd. En Oma kijkt wel een beetje zoetsappig verheerlijkt, maar enfin ze zeggen dat het steeds zoo is als Petertje in de buurt is! Ik schrijf trouwens aan Grand-père door bemiddeling van het bureau maar hoor toch steeds niets.
Hier is nogmaals het adres van Appenzeller. Neptunnstrasse 98 Zürich.
Dag lieve jongen. Een stevige pakkert van je
Moeder.

Oos gaat vanavond naar de Mattheus passion. De Philharmonie staat er dus nog, maar voor hoe lang?




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...