Utrecht 31 Oct 1943
Mijn lieve Oswald, het is zondag, prachtig zonnig weer. Paps
is met oom Albert gaan wandelen. Lilie zit te pingelen en gaat straks met Mies
wandelen. Tante Anna is nog in Hemstede; Grietje Brink is met weekend naar
huis; de inkwartiering is ook uit. ’t Is dus rustig in huis. Straks ga ik voor
het eten zorgen (Ellie komt pas laat thuis n.l.) en Maarten en Nel komen dan
eten. ’t Klein Petertje wordt dan in de plechtige studeerkamer van haar opa
gedeponeerd, waar zij vanuit haar wagen de rijen boeken kan aanschouwen en waar
zij na enig schreeuwen wel in slaap sukkelt. Maar voor het zover is kan ik mij
een poosje aan jou wijden. Deze week geen bericht van je gehad. Jammer.
Misschien komt er morgen vroeg wel iets vóórdat ik deze brief wegstuur. Ik doe
het anders meestal op Zaterdag, maar gisteren was het te druk. Ik moest in de
stad boodschappen doen en om 3 uur sluit het postkantoor; dan wordt het
natuurlijk weer Maandagmorgen. Hier geen nieuws. Dinsdag a.s. gaat de broeder
van Cor de naaister weer weg na een paar dagen verlof. Hij kwam een week over
tijd; kon de week daarvóór geen pas krijgen. Reden waarschijnlijk onbekend.
Zooals de afspraak heb ik geen pakje gestuurd. Dinsdag a.s. zal ik het verbod
maar overschrijden, al was het alleen om den hoed waarom je gevraagd hebt. Was
het blauwe potje welkom dat ik ongevraagd in een pak ingesloten had? Mevr.
Egberts had ook ongevraagd een potje gestuurd aan Jan. Die moeders, hè?, die
denken maar, eigener beweging, aan jelui bloote hoofdjes.
Ik moet je nog altijd het adres
geven van een collega van mr. Langerhorst. Ik heb het je al eerder gegeven je
hebt er niet op gereageerd, dus zal je hem wel niet gekregen hebben, ik zal
deze aantekenen, dan hebben wij meer kans dat de brief aankomt. Je leerraar verbeeldt
zich, vermoed ik, dat je daar je studie zult kunnen voortzetten onder leiding
van zijn collega. Ik vrees wel dat het toch niet gaat; maar hier is het adres:
Gustav Scheck, Trabenerstrasse 2 Berlin-Grunewisch. Ik kan niet meer lezen wat
er na Grune komt, het zal wel wiese zijn of weise of zo iets zijn, in ieder
geval het woord voor weide. ’t Is bedroevend zoo bitter weinig als ik van
Duitsch afweet. Dat merk ik nu met de inkwartiering. ’t Is een doodrustige
apotheker, in militair pak natuurlijk. Als ik me beter verstaanbaar kon maken
kon maken zou ik wel eens een praatje maken. Maar ik kan het niet en heb al
moeite genoeg met het hoog nodige. Je weet anders je rust niet als je dezen man
vergelijkt met Corrie! En netjes als het op de kamer is! Reusachtig. En steeds
precies op dezelfden tijd naar bed en weer op. ’s Morgens 5 à 10 min. ná Paps
gaat hij de deur uit. Om ± half zes komt hij weer even thuis. Vertrekt dan weer
en komt tusschen 8 en 10 weer terug. Tegen 11 uur gaat het licht uit. ’t Is een
verademing na het wilde gedoe en de ruwen telefoon van Corrie. Daar had in wel
zenuwpatiënt van kunnen worden. ’t Is wel eens gebeurd dat er in één middag 8 x
voor haar is gebeld! ’t Is toch wel bar. Zoodat ik maar hoop dat dit mannetje
er nog is als ’t eind van den oorlog er is en dat hij niet gek lang blijft! De
gissingen omtrent een naderend einde van het afschuwelijk drama zijn niet van
de lucht. Helaas weet niemand er iets van en leven wij eigenlijk in absolute
onwetendheid. Maar ik klamp mij toch vast aan de hoop dat het einde
onherroepelijk nadert. Die hoop hebben wij noodig om gewoon door te kunnen
leven en wij zullen wel niet teleurgesteld worden in onze verwachting.
De boomen zij definitief kaal.
Gisteren viel er nog een vergeten peer van den linker peerenboom. Zijn de peren
die jij gekregen hebt nog rijp geworden? Die rijpe zijn verrukkelijk; maar ik
heb er hier bij gehad die elastisch werden, maar toch niet rijp. Die heb ik dan
gekookt. Ik wou die peer die er gisteren nog af viel is wegen, op den brievenweger.
Maar het gaat niet. Een meer dan de helft kleinere peer weegt al 1½ ons, zie
ik. Dus die dikkert weegt wel 4 ons. ’t Is nog eens de moeite waard. Wij hebben
eigenlijk geweldig veel peren van den tuin. En dit in een stad. Wel 3 maanden
lang hebben wij iedere dag moes gegeten van de groote appelboom en nog heel wat
handappelen ook (jij ook trouwens, dat heb je zeker wel gemerkt). Dat is in
dezen tijd een ongekende luxe.
Maandag middag
Gisteren mijn brief afgebroken en
vanmorgen geen tijd gehad om hem verder af te maken. De bleeker slaat ons n.l.
een keer over bij gebrek aan personeel. Gevolg: zelf wasschen. Daar het weer
schitterend is hebben wij ons gerept om ’t zaakje in ’t zonnetje te drogen te
hangen. De jas van Gr. Brink is er ook bij. Hij is aardig schoon geworden, maar
de gaten zijn ontelbaar …. Hij loopt echt op zijn laatste beentjes. Grietje (de
werkster) komt deze week niet en misschien wel een heel tijdje niet. Dikje is
ziek. De dokter denkt diphterie, maar het is nog niet vast. In ieder geval kan
zij niet weg en moeten Ellie en ik alles alleen doen. Dat is een heele herrie
natuurlijk. Het huis is zoo geweldig groot en we zitten er met nog al wat
menschen in. Wij zijn in afwachting van het kapotte goed en wat je nog meer
terug wilt sturen. Je had in een brief aangekondigd 3 pakjes n.l. de plaat, de
jas van G.B. en tabak en bonbons. De plaat en de jas zijn gearriveerd. Verder
nog niets gezien. Ik weet niet of het al weg was of dat je het van plan was om
te sturen. Zoodra er iets kont vermeld ik het je. Ellies vriend Ries ligt in
Halle al meer dan 5 weken in ’t ziekenhuis! Hij had buikpijn. De pijn schijnt
over te zijn, maar hij is heel slap en ligt nog steeds te bed, zoodat Ellie
bezorgd is. Kwam er nu maar eens iemand uit die streek met verlof, dan hoorde
je wat meer dan uit de brieven die hij zelf schrijft. Maar er wordt blijkbaar
niemand los gelaten. En hoe is het bij jelui? Ik hop goed. Gelukkig dat je je
eigen potje kunt koken. Ries is in lagerverzorging en dat schijn wel eens wat
te wenschen over te laten. Hij krijgt steeds soep en dat is zoo’n jongen niet
gewend. Als je voor je zelf kookt kun je nog eens koken waar je zin in hebt en
zooals je het lekker vindt. Ik ben tenminste maar blij dat je gewicht goed is
dat is een goed teken. Als er nu maar uit de lucht geen gevaren op komen
zetten. Frits K. was Zaterdagmiddag hier. Die leeft altijd of de oorlog over 14
dagen uit is! Eens zal hij het natuurlijk goed hebben, want de laatste 14 dagen
zullen natuurlijk wel komen. Maar ik geloof niet dat wij het in de gaten zullen
hebben. Gisteren heel geweldig Maarten en Nel hier gehad. Petertje sliep toen
zij binnen kwamen en zij sliep nog steeds toen zij naar huis gingen. Het kind
gaat om 6 uur den nacht al in. Zij hebben echt géén kind aan haar! Vind je het
geen dot om te zien? Net een pop van celluloïd. En Oma kijkt wel een beetje
zoetsappig verheerlijkt, maar enfin ze zeggen dat het steeds zoo is als
Petertje in de buurt is! Ik schrijf trouwens aan Grand-père door bemiddeling
van het bureau maar hoor toch steeds niets.
Hier is nogmaals het adres van
Appenzeller. Neptunnstrasse 98 Zürich.
Dag
lieve jongen. Een stevige pakkert van je
Moeder.
Oos gaat vanavond naar de Mattheus passion. De Philharmonie staat er dus nog, maar voor hoe lang?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten