Maandag 29 November 1943.
Vandaag weer een mooi staaltje
beleefd van de voorkomendheid van de A.E.G. jegens de buitenlanders. Inzake de
Kerstgratificatie kwam er een rondschrijven van Neumann, den bedrijfsleider.
Van de gratificatie zelf is nog niets bekend notabene. In dit schrijven werden
de schefs uitgenodigd de namen op te geven van de buitenlanders die naar hun
mening door gedrag enz. enz. enz. niet in aanmerking kwamen voor de
gratificatie. Over Duitsers die “Bummelschichte” en dergelijke maken, werd niet
eens gesproken.
Vanavond kwam er ineene een
donderslag bij heldere hemel voor me: Frau Reimann zegde me per 15 December de
kamer op. We hadden nooit iets met elkaar gehad, en dat zei ze zelf ook, maar
de oorzaak was, dat ze de lucht van mijn voeten niet kon verdragen.
…
Er zit nu niets anders op dan dat
ik naar het lager ga. Ik hoop alleen in godsnaam dat er in het Angestelterlager
plaats voor me is. Ik behoef onder de gegeven omstandigheden niet eens te
proberen een kamer te krijgen met 500.000 daklozen.
…
Dinsdag 30 November 1943.
…
Mijn salaris over November bedroeg
RM 184,49 Die stomme idioten op de administratie hadden natuurlijk vergeten dat
ik verhuisd was, en ijskoud de 40 Mark huur bij Gees weer afgetrokken. Het is
daar ook altijd wat. Ik heb nu 5 maanden mijn maandloon gehad, en alle 5 maal
was er iets niet in orde. Ik heb nog nooit zoo’n stel hersenloze idioten gezien
als op de administratie van het KWO.
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten