Utrecht 7 November 1943
Lieve Oos,
Dit is, geloof ik, de eerste brief van No 100 na de
ontvangst van de jouwe. Uit naam van allen hartelijk dank daarom. Is het bij
jullie ook zo koud en regenachtig als hier? We hebben verdraaid mooi weer gehad
de laatste tijd, maar nu lijkt ’t wel huilen. Eergisteren zijn we naar een
piano + zang avond van George van Renesse en Albert Douma geweest. ’t Was geweldig
goed. A. Douma was helemaal gewoon in zijn doen en laten, helemaal geen groewal
(kwal) zoals juffrouw Chevalier zegt. G. van Renesse was reuze. Je was er
duetten in. Verder gaan we niet veel uit tot nu toe. Alleen zijn we naar een
luchtbeschermingsavond geweest omdat dat moet.
To is vorige week Zondag naar het ziekenhuis in Zeist
gegaan. ’t Bevalt haar maar matig, ze vond ’t vreselijk om al die dikke gatten
van die vrouwen te moeten wassen; dan moet je zulke lieve bibsjes van
kindertjes gewend zijn. ’s Avonds kan ze niet thuis komen omdat het donker is
enz. enz. Bovendien stopt de zustertram ’s avonds niet meer bij de Donderstraat
zodat ze helemaal naar de Voorstraat moet lopen, ook al bij ’t verlies dus. Jij
mag ik ook wel onthouden, als je soms eens binnen kort onverhoopt thuis mocht
komen. Alles kan.
Vind je dit papier niet hyper oorlogs? ’t Is in de Bijenkorf
gekocht en ’t kaakt vreselijk! Weet je dat ik een foto heb laten maken dewelke
goed gelukt is! Hoe is ’t mogelijk zul je zeggen maar ’t is zo. Alleen mijn
kraagje zit vreselijk slordig. Mies vindt echter dat dat bij mij hoort, niet
erg complimenteus. Hoe gaat ’t bij jullie in Berlijn. ’t Is echt misslijk van
me, maar ik kan me zo verdraaid slecht voorstellen, hoe ’t bij jullie is. Heb
je nou goede vrienden, waar je mee praten kunt, zodat ’t niet eens zo erg
hindert, dat je onnozele brieven van mij krijgt? Je schrijft altijd nogal
opgewekt naar huis, dat is goed zo maar ik zou me best kunnen voorstellen, dat
je soms in hele andere stemming bent dan je zo laat merken. Probeer als je
blieft deze winter opgewekt te blijven, Oos.’t Zal soms wel vervelend moeilijk
zijn, maar ’t is enige manier om er te komen. En ’t is maar één winter moet je
maar denken. Als je deze brief krijgt duurt ’t eigenlijk nog maar twee maanden
voordat we de eerste lentedagen weer krijgen. En dan is alles gauw voorbij. Bovendien is ’t voor de anderen
Oos, ik ga nu naar beneden om,
heel alledaags, een kopje thee te schenken. Anders doet Mams ’t en die holt
toch al meer dan mij lief is. Paps eet tegenwoordig nooit meer gelijk met ons.
Hij is altijd pas om een uur of 7, half 8 thuis. Helemaal niet gezellig, maar er
is niets aan te doen. Acht liter benzine in de maand is niet veel, al heb je
nog zo’n klein auto’tje. Tante Anna schommelt hier nog altijd om het huis en
vanmiddag heeft ze geleerd, dat ze absoluut niet wist, hoe ze de tafel moest
dekken. Snap je dat nou, als je een jaar ergens gegeten iedere dag gegeten
hebt, als je dan nog niet weet waar de boel moet liggen? Ik geloof dat ze nog
steeds een of andere afwijking heeft.
Dag en kusjes
Arike
Oos heeft een kaartje voor een vioolavond, vanavond. De controlestrook zit er alleen nog aan. Het ziet er dus naar uit dat de zaal afgebrand is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten