Zaterdag 20 Jan.
Een pestdag. Het is koud in het
lab. Hofmeijer met zijn pedante gezicht komt natuurlijk ‘s middags kijken,
omdat het vandaag de eerste dag is dat er gewerkt wordt op Zaterdag middag. Jan
heeft vrij en gaat om half één weg. De spanning over het verloop van het
Russisch offensief wordt ondraaglijk. Het blijkt dat van Duitse zijde het
offensief aan een andere kant verwacht is. In het Zuiden rukken de D. op,
noordelijker de Russen, in een razend tempo. Het ziet er naar uit dat dit het
laatste grote offensief is. En wat dan? Er doen zich duizenden vragen voor,
waar geen antwoord op te geven is. Wat gaat er met ons gebeuren? De Duitse
mannen gaan met de Volksstorm weg, maar de buitenlanders? Dit weekend verwacht
ik wel een of andere rare gebeurtenis. De spanning is te vergelijken met die in
de dagen vóór mijn vertrek hierheen. Je mist ieder aangrijpingspunt.
Na werktijd met Helga naar het
station gelopen. Ze heeft wel goed door wat er gebeurt in de wereld: ze bood
min of meer haar excuses aan voor de soep die ze had laten staan deze week, en
waarover ik me geërgerd heb.
Spreekrans vergadering. Een groep
van 5 man. Het wordt wel minnetjes langzamerhand, maar het is vandaag juist
bijzonder gezellig. We behandelen diepgaand het probleem van “wat er met ons
moet gebeuren” als de oorlog op een eind loopt. De conclusie is: we weten
niets, we moeten afwachten wat er gaat gebeuren. De voordacht gaat over de
toekomst van het toneel in Nederland. Erg aardig, de gedachten uitwisseling
achteraf is vooral prettig.
Jan en ik nemen nog even een
afzakkertje na afloop. Verder het laatste restje Deense kaas op een beschuit.
Jan :
Donderdag 20 Januari 1945.
Het legerbericht is nauwelijks te
volgen, zoo hard gaat het. Zou dit nu werkelijk het eind zijn van dit alles? Ik
moet zeggen, dat ik liever de stormloop vanuit het Westen verwacht had, maar
hoe dan ook, alles is welkom, wanneer het maar een einde aan dezen oorlog
maakt. Wij hebben niets meer te verwachten. 70 km . Zitten ze van Breslau.
Ik ben benieuwd of het nu als een lawine doorrolt, of dat er nog een linie
achter Breslau komt, waar ze de Russen tegen kunne houden. Een prettig weekend
is het voor de Duitsers in ieder geval niet, die voldoening hebben we.
…
Een deel van de avond hebben we
besteed aan een gedachte uitwisseling over den stand van den oorlog. Er waren
twee meeningen: de een zei: weglopen als de Russen komen, en de ander: rustig
hier blijven. Tenslotte zijn we het er over eens geworden, dat dat laatste toch
wel het verstandigste is. Oswald vooral is ontzettend benauwd, hij is er vast
van overtuigd, dat het voor ons op Siberië uitdraait. Ik voor mij geloof niet,
dat het zoo’n vaart zal loopen, en als het gebeurt, soit dan.
We zullen daar ook wel weer
doorheen rollen. Maar ik zou graag Vader, Moeder en Lydie weer terugzien.
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten