Alarm nr 189, bombardement nr 41 van 19:10 tot 20:00
Maandag 29 Jan. 1945
Lekker uitgeslapen, en in de
koude kolen gehaald. Daarna met Jan naar de U. Bibliotheek, waar ik boeken van
Zola besteld heb. Dan naar Schöneberg voor de schoenen die gisteren kapot
gingen. De schoenmaker heeft een knecht, die Nicolaas heet. Een Russische
krijgsgevangen, officier. Er ontwikkelt zich een gesprek over de toestand, en
het blijkt dat de man 100% communist is. Heel Europa wordt communist. Hij zegt
het met een overtuiging waar je van omvalt. En hij heeft ook wel gelijk, als je
de kaart zo bekijkt en bedenkt wat er in de wereld gebeurt. Met de schoenmaker
gegeten, prima moet ik zeggen, en met weinig bonnen. Verder lang gepraat. De
schoenen zijn niet goed gerepareerd, ik moet omzien naar nieuwe.
Wehrmachtsbericht brengt niet veel nieuws, de Russen gaan nog steeds vooruit.
Maandagavond.
Merkwaardige stemming. Ik voel me
down, waarom weet ik niet precies. Voorafgaand was er invloed van een gesprek
met de schoenmaker en zijn Russische hulp. De Rus is door en door communist.
Twee maal uit Duitse gevangenschap ontsnapt. Heel Europa wordt communist
beweert hij, en ik geloof dat dit waar wordt. Als de Russen doorstoten tot en
met Holland, dan is het “Scheiße”. Met een front bij Posen, een beweeglijk
front nog wel, is het geen grapje dergelijke dingen te horen. Wordt Berlijn
verdedigd en wat spelen wij buitenlanders daar voor een rol bij.
De tweede domper op mijn stemming
is een belevenis in de Cineac in het station Friedrichstrasse. Een film van
Polygoon Haarlem draait er, en daar ga ik dus op af. Voor de film begint zie
ik… “Het” Russinnetje, mijn zwarte vriendinnetje die mijn lessen corrigeert.
Met spanning zit ik te wachten wie er bij hoort, en, hoe kan het ook anders,
het is Arnberg. Met zulke ontmoetingen word het je pas duidelijk of je wat
geeft om iemand, en helaas moet ik vaststellen dat het me zeer pijnlijk trof.
In mijn verbeelding heb ik dit lieve kind al vaak genoeg meegenomen naar
Holland, geïntroduceerd in ons huis, en de familie, in de kennissenkring.
Steeds weer denk je dat het gaan zal, maar vaak ook zie je het hopeloos in. Vooral
het Slavische is, geloof ik, op den duur niet te verdragen.
Maar nu verder met de film. Je
ziet Amsterdam, zoals het is, mooi en rijk. Heimwee is er niet zo zeer, omdat
je voelt dat dit Amsterdam niet meer bestaat. Dit Amsterdam is een sprookje. Jaren
geleden kon je daar in die sprookjesstad rondlopen, in dat sprookjesland leven.
Nu niet meer. Het is uit, dat leven is gedaan. Een arbeidersleven staat voor de
deur, erger dan nu, véél erger. Als ik me niet aan kan passen ga ik te gronde.
Heeft het leven nog zin als ik als koelie verder mijn bestaan op de aarde moet
slijten? Het is de vraag van oudejaarsavond, en ik kan hem nog niet beantwoorden.
Ik wil afscheid nemen van thuis, een afscheidsbrief schrijven, omdat ze
waarschijnlijk nooit meer iets van me horen.
We hebben vanavond weer in de
kelder gezeten. Wéér eens alarm, wéér eens vielen de luchtmijnen bij bosjes,
wéér eens kwam ik er goed van af. De bommen vallen zonder onderscheid, op arm
en rijk, op belangrijke en onbelangrijke mensen. Dit is ook een duwtje naar het
communisme, zoals je er dagelijks krijgt. Heb ik recht op méér luxe en meer
respect dan andere mensen omdat ik nu toevallig student ben geworden? Het is de
oude vraag, die tijdens de groentijd vaak tevoorschijn kwam, en die mij de
bijnaam communist bezorgde. Vanavond kan ik zulke vragen alleen maar stellen,
niet beantwoorden. Waar gaat het heen met ons? Dat we de vooravond van het
communisme beleven, dat staat als een paal boven water. Mussert of Moskou, het
is waarachtig nog waar ook. Maar waar wil ik heen met mijn gedachten, met mijn
gepraat? Het is het beste dat ik maar ga slapen.
Morgen schrijf ik een
afscheidsbrief naar huis.
Jan :
Maandag 29 Januari 1945.
…
‘s Avonds zou ik naar Frl. Rose.
Veel zin had ik niet, speciaal vanwege de kou, maar daar mijn handschoenen
practisch geheel kapot waren, moest ik wel. We hebben heel gezellig zitten
praten, over de toestand voornamelijk. Zij wilde ook côute que côute hier
blijven, en ze bood ons ook onderdak in haar woning aan, wat we natuurlijk als het
nodig mocht zijn, dankbaar zullen aanvaarden. Onderdehand kwam er alarm van
7.10 – 8.00. We zijn rustig boven gebleven. Het heeft toch wel zijn charmes
alarm te beleven in een verwarmde gezellige kamer. Toen ik thuis kwam brandde
het prachtig in de richting vlak achter het Stettiner Bahnhof.
Oswald sprak vandaag een
Hollander, die een brief van 15 Jan. uit Amsterdam had gekregen. Hierin stond
dat van iedere man 1 compleet costuum, 1 conpleet stel ondergoed en 1 paar
schoenen ingeleverd moest worden. Vn menschen, die in Duitschland zaten
behoefde ze niets af te geven, mits ze maar konden bewijzen dat die alle
meegenomen hadden, wat natuurlijk nooit te bewijzen is.
Zoo stelen ze alles van je, eerst
je radio, dan je fiets en ten slotte zelf de kleeren van je lijf. En dan
verlangen ze nog dat je vriendelijk en enthousiast voor ze bent! Vee is het!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten