Alarm nr 187 van 20:30 tot 22:00
27 Januari 1945
Het heeft vannacht weer enorm
gesneeuwd, er ligt een flink pak. Ik loop nog steeds naar de fabriek, van het
station af, maar tegenwoordig alleen. Springertje is obscuur geworden. De
voetbrug over de Spree is levensgevaarlijk geworden.
Als Jan om twaalf uur vertrekt is
het toch maar vervelend tot half vijf te moeten blijven.
Half vijf. Naar het station lopen,
want de tram is nog niet ingesteld op dit sluitingsuur. Naar Borris. In de
trein met Helga gereisd. Afgesproken dat ze een bezoek aan het Lager brengt.
Borris was weer zeer interessant. “Het langzame deel” heette het onderwerp waar
hij over sprak. Jammer dat hij geen uittreksels geeft van de dingen die hij
daar vertelt. Borris speelde Bach, Mozart, Beethoven, Reger, Hindermith en ten
slotte eigen werk. De toestand wordt voor hem niet beter, hij durft niet meer
te reizen naar zijn vrouw. Zijn bezittingen zijn voor een belangrijk deel in
Eberswalde, en zijn vrouw gaat daar weg omdat de omgeving niet veilig is (een
gevangenen kamp).
Tot besluit komt er Luftwarnung.
We gaan toch maar naar het station en moetn nog anderhalf uur in de trein
zitten voordat we in een stampvolle trein, een “Kurzzug”, naar huis toe reizen.
Hans wordt misselijk en moet uitstappen. De volgende trein is leeg…
Thuis probeer ik nog kaarten voor
een concert te verkopen, maar het lukt niet. De bovenste verdieping staat vol
rook, v.d. Dalen heeft geprobeerd een binnen brand te maken, wat aardig gelukt
is. Bob, Pieter Bosel en Georg Brautigam liggen heerlijk te pitten in een verstikkende
atmosfeer. Niemand heeft zin om naar het concert toe te gaan. Het is ook geen
gunstige tijd om met kaarten te leuren, ’s avonds om half elf na anderhalf uur
alarm.
Maar ondertussen blijven we met de
kaarten zitten. Na een gezellig pijpje en een borrel naar bed.
Jan :
Zaterdag 27 Januari 1945.
Daar Oswald nog tot half vijf door
moest werken en ik om 12 uur vrij had zond hij mij naar het ziekenhuis
Herzberge om de ons beloofde kaarten af te halen, waar zijn vriend, de
medicijnman Jan Egberts voor gezorgd had. Na een enorme reis in de kou kwam ik
er aan. De Hollandsche studenten zitten daar niet slecht, vrij eten, vrije
wasch, kappen enz. enz. Alleen de kamers zijn ongezellig. Ik werd er feestelijk
ontvangen, met twee groote borden koolsoep met spek en twee sigaretten.
…
Het verkeer is hopeloos geworden. Alles
rijdt minimaal. Zeer vele tramlijnen zijn opgeheven, de U-Bahn rijdt in een
halfuurdienst en de S-Bahn om de 20 minuten, behalve op het beroepsverkeer.
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten