16 mei 2018

Berlijn 16 mei 1943 Een machine die isolatie draait om kabels


VII
Berlijn 16 mei ‘43

Beste Paps, Mams en Lily,

Mijn vrije zondag heb ik benut met wandelen in Berlijn, en dat is maar goed ook, want het toeval wilde dat ik “Unter den Linden” Jan Egberts tegen kwam! Mijn brief zal daardoor wat korter worden, dan ik me had voorgesteld. Na het vertrek uit het kamp in Rehbrücke, waar alle studenten bij elkaar waren, werd ik met 14 anderen, een raar groepje met theologen, economen enz. enz. naar het Kabelwerk Oberspree gestuurd. Men was daar erg welwillend, en, na gekeurd te zijn en zo, werden we ’s avonds naar het “lager” gestuurd. Daar wachtte ons de eerste grote teleurstelling. In dat kamp waren n.l. voornamelijk Tsjechen, en verder Franschen, die het, ogenschijnlijk vrij nette huis, in een zwijnenpan hadden herschapen. De matrassen, de vloer, de waschgelegenheid en de W.C., alles was even vies en vuil. Onze eerste reactie was: dan blijven we maar buiten slapen. We hebben toen eerst de arts die ons ’s middags geholpen had op de fabriek, opgebeld en om raad gevraagd.
De volgende dag zou hij er werk van maken. We moeten er dus wel in. De “lager Fürer” voelde nattigheid, en deed best om ons rustig te krijgen. De volgende dag werden aparte kamers ontruimd, en daar mochten wij intrekken, nadat alles schoongemaakt was. Het is nog niet zover dat de W.C. schoon is, de Tsjechen vinden het niet nodig om door te spoelen, het zal dus wel nooit schoon worden. Donderdag werden we verdeeld, ieder kreeg zijn baantje. Er waren ondertussen nog elf lotgenoten bij gekomen, van deze 26 werden er 20 “Angestelter” d.w.z. zoiets als ambtenaren, met kantoorwerkjes. De zes anderen werden op de fabriek geplaatst. Ik heb gevraagd of ze me niet terug wilden sturen, omdat er geen chemisch werk was. Dat kon niet. Mijn directe baas, een bedrijfsleider, heeft ons toen het lichtste werk gegeven dat er was, het enige wat hij doen kon. Nu sta ik achter een machine die isolatie draait om kabels. Zwaar werk is het zeker niet, het wordt meest door vrouwen gedaan.
Ik begin om zes uur, en om half drie ben ik klaar. Als het druk wordt, moeten we 12 uur werken, en alle zondagen bovendien. Verder word ik natuurlijk gebruikt om verschillende karweitjes op te knappen. De bedrijfsleider zei dat hij erg slechte ervaringen had met Hollanders op de fabriek, maar dat hij de prettigste herinneringen had aan de tijd dat hij in Holland gewerkt heeft. Dit is wel duidelijk.
De eerste dagen hebben we op de fabriek eten gekregen, maar dat is nu uit. We hebben bonnen gekregen, en we moeten zelf in het kamp eten klaar maken. Alleen het middagmaal krijgen we op de fabriek. Hoe dat koken gaan moet weet ik nog niet, maar dat zal wel weer mee vallen. Alles went. De tweede dag was ik al gewend aan het fabriekswerk.
Het kamp zelf is een oude schouwburg of zoiets, in de grote zaal zijn afschotjes gemaakt, waar kribben in staan en kastjes. Hangsloten zitten er op maar veel sleutels passen op elkaar. Dat is erg vervelend, want wij zij van huis uit te goed van vertrouwen. De studenten hebben nu aparte kamers gekregen, verkleedkamers of zoiets, dat is natuurlijk prettiger.
Vanmiddag ben ik ontzettend veel collega’s tegengekomen, en ik heb gemerkt dat ik nog niet eens zo slecht af ben, er zijn er die 12 uur per dag werken in een geweren fabriek.
Ik zou bijna vergeten te vertellen, dat ik, nadat ik werkman geworden was, op de fabriek een grote afdeling “Chemie” tegen kwam. Natuurlijk ben ik direct binnen gestapt en heb geprobeerd de baas te spreken te krijgen. Dit lukte niet, en ik ben tenslotte afgescheept door een vent die vond dat we er veel te best afkwamen! Nu ik weet dat veel studenten arbeider geworden zijn, zie ik ook niet dat ik nog zou kunnen veranderen. Als het niet te lang duurt is het zo erg niet. Ik kan niet aan iedereen schrijven, doe dus vooral de groeten aan Maarten, Nel, Petertje, Tante Anna, de buren, de Milië enz. enz. Oom Albert en Tante Fie zal ik apart schrijven
Veel liefs                            Oswald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...