18 mei 2018

Berlijn Hirschgarten 18 Mei 1943 Morgen of overmorgen krijg ik een “eigen” machine


Berlijn Hirschgarten   18 Mei 1943

Beste Maarten en Nel.

Jullie hebt waarschijnlijk van thuis wel zo’n beetje gehoord hoe het met me gegaan is. Een geregeld verslag heb ik niet geschreven, daarvoor waren de omstandigheden te verward: zo bij voorbeeld zondag. Ik had me voorgesteld de hele dag te besteden aan schrijven van brieven, maar na lekker uitslapen ging iedereen naar het centrum van Berlijn. Ik had geen zin om te blijven, en ging mee. Laat ik nu midden op “unter den Linden” Jan tegen komen!
Klaas en Kees Booy waren er ook, en verder nog vrienden van Jan. Jan heeft nog geen vast adres, hij zit op het ogenblik in een gesticht, een soort ziekenhuis, met gekken, en hij wordt later verder gestuurd. ’s Nachts zitten ze met al die gekken in de schuilkelder, het schijnt merkwaardige verstrooiing te zijn. Jan wist nog niet waar hij heen gestuurd wordt, er waren van zijn groep in dat ziekenhuis 10 man maar hun vaste bestemming gestuurd, ieder naar een verschillend adres. Ik hoop dat Jan in Berlijn blijft.
Maar laat ik eerst iets uitvoeriger vertellen wat er geworden is van al mijn pogingen chemisch werk te krijgen. Op de fabriek liep alles vast. Van de 26 man zitten er 21 op kantoor, 5 zijn arbeider. Er was geen mogelijkheid chemisch werk voor me te vinden. In Ommen hadden we echter adres gekregen waar we met bezwaren komen konden. Gisteren ben ik daarheen geweest, maar niemand was natuurlijk op de hoogte. Men deed erg welwillend, tot ik tenslotte bij een klerk terecht kwam op het “Arbeitsambt Berlin”, en die was zodanig op de hoogte, dat hij wist dat we iets misdaan hadden, en dat we dus niets te vertellen hadden. Na lang praten kreeg ik een formulier te pakken, de officiële weg, dus een weg die maanden duurt. De enige goede manier om weg te komen is, dat een ander bedrijf, dat ook belangrijk is, me vraagt te komen. Een nieuwe kennis van me, die in Berlijn connecties heeft, heeft me beloofd iets voor me te doen. Dit is de enige hoop die er nog is.
Het werken als arbeider valt me anders genoeg mee. Ik begin om zes uur, na een reis van 20 min. met de tram. Als je je eisen maar laag stelt is het zelfs niet eentonig. Ik ben op het ogenblik nog in de leer, morgen of overmorgen krijg ik een “eigen” machine.
In het kamp begin ik ook al wat in te burgeren. Er zijn een paar aardige Fransche jongens, waar ik best mee kan praten, en de jongens van mijn kamer zijn ook erg geschikt. Het is een soort communistisch gezelschap geworden, wat betreft de huishoudelijke artikelen, omdat niemand goed uitgerust is. Ik heb bijvoorbeeld al twee maal gekookt, zonder dat ik één pan bezit! Van de fabriek krijgen (kopen!) we het hoog nodige, een pan, een schaal, een vork en een lepel. Gisteren kookte ik aardappels, en gooide er later maar twee kroppen sla bij, daarna een beetje boter, en het smaakte heerlijk! Vandaag was er geen groente, daarom heb ik bij de afgegoten aardappels melk gedaan, een ei er door geprakt en het smaakte weer heerlijk! Ik bewaar al mijn brood voor de fabriek. Om twaalf uur krijgen we daar een warme maaltijd, twee borden soep of een bord stamppot. Maar met al dat inkopen en koken gaat alle vrije tijd verloren. Ik heb nauwelijks tijd om een paar brieven te schrijven! En dat moet dan gebeuren in een zaal, waar iedere voorbijganger een aardbeving veroorzaakt. Verder is de tafel wankel, het woelig, de radio staat aan. Het komt er dus langzamerhand op neer, dat we na het werk inkopen doen, en dan het kamp niet meer verlaten.
Hoe gaat het verder met Petertje? Ik ben erg benieuwd naar de photo’s, ik hoop dat er al één onderweg is. Ik moet nu naar bed, het is al tien over negen. Stuur je de brief ook naar Paps en Mams?
Tot ziens
Oswald
P.S. Vraag of Mams ook postpapier stuurt, en enveloppen vooral anders kan ik niet meer schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...