Berlijn 15 mei 1943
Beste paps, Mams en Lily,
Gelukkig kan ik schrijven dat
het weer wat beter gaat. Het werk op de fabriek valt erg mee. Verder heb ik me
verzoend met het idee arbeider te zijn, en dan kom je al een heel eind. Het
kamp waar ik zit is in zoverre verbeterd, dat we nu behoorlijke slaapkamers
hebben, d.w.z. op de manier in dienst met 8 man één kamer. De “Lager Fürer” is
een Franschman, die notabene uit Bône komt en tante Olga kent! Ik heb nog geen
tijd gehad veel met hem te praten, ik schrijf er nog wel eens
over. Het aantal vreemdelingen in Berlijn is geweldig groot, op de tram schat
ik 50%. Op de fabriek ook, veel vrouwen uit Oekraïne, en mannen van alle
nationaliteiten. Wij vreemdelingen moeten op de fabriek een rode band om de
linker arm dragen, buiten de fabriek niet. Pakjes neem ik graag in ontvangst,
hoe het versturen gaat en zo, daar weet ik niets van. Misschien dat ik later een
vertrouwd adres in de stad opgeef, maar dat horen jullie dan wel. Doe in de
pakjes vooral: zeep, zakdoeken (uit mijn palissanderhouten kist, sleutel in het
bureau), een hangslot (met goede sleutel) en verder natuurlijk eten.
Morgen, Zondag, hoef ik niet te
werken, het is niet zo erg druk op de fabriek, als het druk is werken we alle Zondagen door en 12 uur per dag. Morgen ga ik, als goed uitslapen ben een lange
brief schrijven, maar denk er om, ik kan hem pas maandag posten. Verder zal ik
in het vervolg niet iedere dag meer schrijven, ik moet er 25 min voor lopen,
want ik mag hem niet in de bus doen.
Een zoen van
Oswald
Berlin Köpenich
Friedrichstraße 14
Geen opmerkingen:
Een reactie posten