XII (XI was briefkaart)
Hirchgarten 3 Mei Juni ‘43
Beste Paps, Mams,
Lily en verdere familie.
Deze brief wordt naar Holland
mee genomen door een kennis van één van ons, die zaterdag of zondag weer terug
gaat.
Hij was hier eergisteren, en vertelde ons het een en ander
waar we belang in stelden. Het is Ir. Damme, naar ik meen heeft Maarten iets
met hem te maken gehad toen hij solliciteerde bij Werkspoor. Desnoods, als
jullie mijn brieven niet geloven, zal hij jullie geruststellen over de toestand
hier. In het kamp hier zit een Utrechtsch student, de Muinck-Keizer, waarvan
jullie de familie wel kunt bereiken, Ir. Damme kwam speciaal voor deze student.
Het gaat uitstekend met me, vooral
nu ik weet dat ik op het Lab. kom. Vandaag zijn er weer een paar jongens hier
op bezoek, die bij Messing werken, deze kerels hebben het nog beroerder dan ik
het eerst had. Hoe ik hier beland ben is wel heel merkwaardig. Wat er achter de
schermen gebeurt is weet ik eigenlijk niet. Maar de feiten zijn dat er eerst
géén Lab. was, daarna wèl maar ik mocht er niet op. Vrijdag l.l. ben ik naar
een kantoor geweest, waar iemand zetelt die voor de buitenlanders zorgt. Daar
vertelde ik hoe ik behandeld was, en vroeg hem alleen er naar te informeren of
het werkelijk onmogelijk was op het lab. te komen. Dinsdagmiddag daarop, moest
ik naar de chemicus, waarbij ik eerst (twee weken vroeger) niet toegelaten
werd. Deze informeerde, en riep toen uit: “Maar dan is het toch wel beter dat U
bij mij komt! We gaan toch niet chemici achter een machine zetten, dat is toch
onzin”. En daarmee was alles afgedaan. Vandaag (3 Mei) (Juni red.) donderdag zit ik nog op het kantoor,
alleen omdat ik niet weggestuurd ben. Werk heb ik niet, ik heb vandaag
gestudeerd in een boekje over kunstharsen, erg interessant. Maar op het Lab.
wordt het waarschijnlijk nog wel beter. Nu nog een kamer, dat gaat nog niet erg
vlot. Maar op het “Lager” is het gezellig, ik wil er eigenlijk niet weg.
Ik heb hier één shirt, en één
overhemd, met drie witte boorden. Ga nu maar na wat ik nog nodig heb, twee
shirts en één overhemd of zoiets. Om een paar katoenen sokken heb ik geloof ik
al gevraagd. De moeilijkheid is hier het stoppen, daar heb ik te weinig spullen
voor, en ook geen knechtje. Misschien wil Paps een afschrift vragen van mijn
kandidaatsbul, en opsturen, ik kan weinig bewijzen hier. Adressen van kennissen
van Hollanders in Berlijn zou ik héél graag hebben, in verband met kamers. Ik
heb geen zin om midden in de stad te gaan wonen, waar we zitten is het best. Ik
wilde verder dat jullie vragen naar het adres van Hazewinkel (thuis J. de
Deckerstraat 10 Utrecht). En het adres van een koopman in Ital. bijen in
Italië, dit adres staat in “Moderne bijenteelt” een bruin boek, boven in mijn
kast. Via een imker hier, waar ik al op bezoek geweest ben, wil ik een moer
naar Holland sturen. (dit zijn maar plannen, ze maken het leven aangenamer al
zijn ze onuitvoerbaar)
Maar laat ik weer eens gezellig
worden. Ik heb vandaag een brief gekregen van Arike, erg gezellig. Vanmorgen op
het kantoor heb ik pas goed gewaardeerd dat jullie me pakjes stuurt. Het was
echt engeltje - tongetje hoor! Roggebrood – dik boter – kaas – boter –
roggebrood, zoiets lekkers dat ik vrees dat alles gouw op is. Vandaag heb ik
wat vet door het eten gedaan, dit was ook verrukkelijk. Aardappels met sla,
gedeeltelijk gestoofd en gedeeltelijk rauw (de sla dan), een beetje vet, en een
beetje boter! En wat leverworst voor de afwisseling. Je eet hier rare
combinaties! De groente is vrijwel altijd sla.
Over de pakjes het volgende: Het
pakje van 21 Mei heb ik gisteren gehaald, (2 Mei) (Juni red.), en de kaas en het roggebrood waren al iets
beschimmeld. De snellere weg via het spoor- en dan expres is dus te verkiezen,
vooral als het warmer wordt. Maar zelfs al was alles beschimmeld, ik zou het
toch opeten, reken daar maar op! Bijzonder zou op het ogenblik in de smaak
vallen alles waar ik pap van kan koken, en peulvruchten. Verder een
theelepeltje, een niet te gekke zomerbroek, en shirt, ik weet niet wat er al
onderweg is.
Nu ik op het lab. kom is één
overhemd natuurlijk te weinig. Het is erg gezellig brieven te krijgen, het
schrijven is echter een hele opoffering van vrije tijd. Vandaag b.v. doe ik
niets anders dan om zes uur opstaan, om 7 uur op mijn kantoor zitten, lezen
enz. enz. tot 5 uur, inkopen doen, eten maken en een brief schrijven! Ik maak
hem niet eens af, dan moet ik weer naar bed. Zeg dus maar aan de nichtjes dat
ik ze collectief met Pa en Moe terug kan schrijven. Het doet me plezier dat ik
van tante Fie goed nieuws hoor. Feliciteer Mies maar vast van me, ze zal wel
slagen denk ik zo. Eergisteravond was Jan hier, we hebben samen een biertje
gedronken op de goede Lab. vooruitzichten, en een fijne sigaar gerookt.
Gisterenavond heb ik een biertje aangeboden aan de kampgenoten ook ter ere van
het nieuws, en verder het pakje afgehaald. Vandaag schrijf ik, zo is er steeds
want als je maar bezig bent gaat de tijd erg snel.
Ik schei er nu mee uit, morgen
schrijf ik de rest, ik ga naar bed.
4 Mei (Juni red.)
Vanmiddag om een uur of een werd
ik plotseling naar de baas geroepen, die me vertelde dat ik nu naar de chemicus
moest gaan, en dat die me tewerk zou stellen. Bij de chef chemicus kreeg ik te
horen dat ik nog vier weken als proef zou doorbrengen in de stand van arbeider,
en dat ik dan later als medewerker aangesteld zou worden. Daarna werd ik
gestuurd naar een klein laboratorium, nog kleiner dan het oude lab. in
Ouderkerk, waar één van de vele chemici zetelt. Deze chemicus is een oude baas,
die alles nog langzaam doet, en ik begreep maar niet dat deze man de analyses die
nodig zijn ook op deze manier zou doen. Het bleek al spoedig dat er ook een
juffrouw thuis hoorde, die echter ziek was. Deze zal het werk wel doen, dan
hoeft de oude baas zich niet te haasten. Ik heb idee dat hij zal proberen me de
analyses te laten doen, als dit dan goed gaat is mijn plaats verzekerd en mijn
kostje gekocht.
Vanavond heb ik een briefkaart van
paps gekregen, die de achtentwintigste verstuurd is, waarvoor hartelijk dank.
Ondertussen heb ik natuurlijk geen hulp meer nodig, ik zit hier nu “chemisch”.
Wel wilde ik dat jullie vragen met de grootste spoed een witte jas te sturen, anders bederf ik hier
mijn kleren. Met van G. en L. express, dat gaat het snelste. Ik vergeet nog te
vragen visitekaartjes te sturen, maar ik ben er niet zeker van dat ze in een
pakje mee mogen. Wees maar voorzichtig en vraag het eerst. Er komen ook pakjes
aan, die gewoon bestaan uit kleren in een kartonnen doos met een stevig touw,
ze komen goed over. Stuur mijn kleren maar apart, niet met het eten. Het is erg
moeilijk het eten te verdelen, de pakjes die ik nu gekregen heb, heb ik, wat
het brood betref, snel op moeten eten. Ik weet natuurlijk nooit wanneer er weer
een volgende te verwachten is. Vanavond heb ik weer wat vet gebruikt, dat maakt
het eten veel smakelijker.
Hoe zit het met de kennissen van
mevrouw Mejer in Berlijn? Ik zou erg graag wat adressen hebben, dat is de enige
manier om aan kamers te komen. De menschen zijn niet erg happig op
buitenlanders, net als bij ons. Ik schrijf maar steeds aan jullie apart, omdat
er niets is om aan allemaal te schrijven. Verder heb ik geen puf meer om te
schrijven, vier velletjes is iets te veel. Bedank alle briefschrijvers, brieven
doen ons erg goed. Ik heb een brief gekregen van Mevr. Van Dam, ik zal haar via
Henk bedanken. Dank je wel voor al dat goede,
Veel liefs
Oswald
P.S. De volgende brief schrijf ik halverwege of einde van de
volgende week, ik zal hem aantekenen. Anders is de correspondentie te veel
gerekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten