Berlin Hirschgarten 18 juni 43
XIV
Lieve
Lily
Ik hoop niet dat je naar houtgas
gaat ruiken, zus van de autobus. Met al die Fransche lessen zal het wel mee
vallen.
Vandaag heb ik weer eens drie
brieven tegelijk gekregen, van Mams (aangetekend) van 11 juni, van Maarten van
4 juni, en van Co Broeder. Het is jammer dat al die brieven tegelijk komen,
iedere dag wat zou veel aangenamer zijn. Ik heb nog steeds geen uitsluitsel
over mijn kamer, dat komt nu weer maandag. Het is dus afwachten. Vannacht heb
ik een onprettige ontmoeting gehad met ongedierte dat ik niet thuis kon
brengen. Toen midden in de nacht plotseling het licht op ging liep er een vies
plat beest over mijn arm. Vermoedelijk een wandluis. Ik wil dus graag op
kamers. Heeft Elsbeth geen familie in Berlijn? Dat mams maar niets schrijft?
Nu zal ik eerst maar eens
antwoorden op je brief. Blikjes heb ik alleen voor de inhoud nodig. Er komen
hier pakketten vol met erwten en zo aan, Mams moet maar met v G e L gemaakt sturen, dat gaat wel goed. We
krijgen wel kaas zo nu en dan hoor, al is het niet veel, en soms wat quark. Utrecht is
altijd een asyl geweest hoor!
Over mijn bijen nog steeds geen
ander nieuws dan dat ze op de acacia geen honing gehaald hebben. Ik wordt hier
aardig om de tuin geleid met mijn bijen, gisteren kreeg ik van Bod Bleker
(Groningen) een boterham met honing aangeboden, onder algemene
hilariteit, dat begrijp je. Het enige wat ik tot nu toe gepresteerd heb, is wat
kunsthoning. Bob kreeg een jampotje vol gestuurd. Jan is morgen jarig, we gaan zijn
verjaardag natuurlijk vieren in de stad. Fred de Rooy ken ik niet, nooit van
gehoord hier in het lager, niemand kent hem. Wat je vertelt van de Miliï
verwondert me. Maarten schreef dat de photo’s van Petertje prachtig waren,
gelukkig maar, want die heb ik met het toestel van oom Albert gemaakt heb zijn
allemaal mislukt. En dan zouden jullie denken dat ik niet photograferen kan.
19-6-43
19-6-43
Het is een ramp dat ik nooit eens
een brief achter elkaar af schrijven kan. Gisteren avond stelde iemand voor wat
te gaan wandelen, en het was al half tien, zonder dat ik het lager verlaten
had.
Mijn snor Lily, is zo prachtig,
daar heb je geen idee van, echt een mooie eersteklas snor. Er komt van voren
al een scheiding in. Ik laat hem groeien tot ik er puntjes aan kan draaien, en
dan kom ik zo thuis!
Voor ik het vergeet: wil mams me
ook nog een colbertjas sturen, een bruin katoenen ding, dat vorig jaar met de
blauwe broek droeg? Anders heb ik weinig aan de bruine broek die ze gestuurd
heeft, Bruin is anders een gevaarlijke kleur hier, want met mijn naam hebben ze
hier heel wat moeite, ik laat me maar Braun noemen. Een mooi geval maakte hier
een jongen mee, die, ik ben de echte naam vergeten, zo ongeveer Boender heette.
Zo iemand heet hier natuurlijk Boo-en-der. Toen hij zei, neen, Boender, werd de
man achter het loket boos, en schreeuwde: “Dann schreiben sie das Falch, hier steht Boo-en-der!”. Waarop
algemene hilariteit onder de Hollanders voor het loket, zodat de man ten slotte
uit woede het loket sloot.
Gelijk met deze brief gaat weer
een briefkaart naar Grandpère, ik zal hem aantekenen. Ik heb van Grandpère nog
geen bericht.
Het is jammer Lily, dat deze brief,
die ik voor jou speciaal bedoeld was, een beetje algemeen is geworden. Speciaal
als je drie dagen over een brief doet, verandert je stemming, en je
mededelingsdrang wat. Op het ogenblik weet ik b.v. echt niet meer wat te
schrijven, ik kan alleen nog aandringen op voedsel dat houdbaar is en gedroogde
spullen.
Een
zoen voor allem jullie samen
Oswald
P.S. Vanmiddag 19-6-43 brief van
Tante Anna ontvangen, waarvoor hartelijk dank, en de groeten terug. Maar Tante
leest zeker mijn brieven ook wel, verwacht ik, zodat ik niet speciaal hoef
terug te schrijven?
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten