30 juni 2020

Epiloog, 5 / 5 : de Spreekrans

De Spreekrans.
Alle leden van de Spreekrans hebben de oorlog overleefd, en de jongens konden elk voor zich hun studie weer oppakken. Het bleef echter een hechte groep. In december 1945 al werd de eerste reünie georganiseerd op de zolder van de Maliebaan 127. Uiteraard moest er een lezing gehouden worden en de vader van Jan de Boer werd hiertoe bereid gevonden.

Op de zolder van de Maliebaan, december 1945

Het eerste decennium na de oorlog volgden de reünies elkaar jaarlijks op en zagen de mannen elkaar bij promoties en huwelijken, maar toen drukke banen en het gezinsleven meer tijd gingen vragen, en enkelen een betrekking in het buitenland kregen, beperkte dit zich tot reünies bij de lustra. Vooral Oos heeft zich altijd ingespannen om deze bijeenkomsten te organiseren.
De meest memorabele reünies waren die van 1985 en 1995.
Naast een reguliere reünie in Utrecht is er dat in 1985 een reis naar Berlijn gemaakt, 40 jaar na hun vertrek van daar, waarbij de oude adressen werden opgezocht. Probleem hierbij was het ijzeren gordijn. De meeste plaatsen lagen aan de oostkant en afgezien van de argwaan tegenover de westerling was de kwijnende economie in het oosten een obstakel. Met speciale visa kon men wel in Oost Berlijn rondkijken maar niet zonder een vrij groot bedrag van Dollars in Ostmarken te wisselen. Deze moesten dan in het oosten uitgegeven worden, want meenemen naar het westen was verboden. Het viel best tegen al dat geld uit te geven. Een poging om in het AEG-KWO een kijkje te nemen op het oude lab mislukte. Waarschijnlijk bang voor spionage hield men daar de deuren dicht. Wel hing er voor de gevel een enorm bord waarop men opgeroepen werd de grote verworvenheden die 40 jaar communisme hadden gebracht, te vieren!
Het meest opvallende commentaar dat Oos over deze reis had was dat er in West-Berlijn, afgezien van de Gedechtnisskirche, geen ruïnes meer staan. Bijna alles is herbouwd, door al dan niet smaakvolle bebouwing vervangen of in een park omgetoverd. Aan de andere kant van de Berlijnse muur is dat anders. Daar is weinig veranderd, de puinhopen zijn weliswaar geruimd, maar van herbouw of vervanging is er nauwelijks sprake, vele ruïnes staan er nog onaangeroerd maar het stinkt gelukkig niet meer naar nat, half verbrand hout, dood en verderf. Alleen een vlaagje rioollucht frist soms even het geheugen op.
Tien jaar later reisden de heren weer naar Berlijn en toen was dat wel anders: Het "gordijn" was gevallen en de Wiedervereinigung had plaats gehad. Hoewel de rest van Oost Duitsland nog argwanend tegenover het westen stond was men in Berlijn blij met de nieuwe situatie.
Er kon een bezoek aan het KWO gebracht worden. Sterker nog de groep werd met open armen ontvangen; Helga was daar ook bij. In de bedrijfsperiodiek werd er zelfs een artikel van twee bladzijden aan dit bezoek gewijd, dat hoog opgaf over de vriendschappelijke manier waarop dwangarbeiders en Duitsers bij het KWO met elkaar omgingen. Met de dagboeken vers in het geheugen lijkt "vriendschappelijk" ietwat overdreven, maar dat de jongens er bij KWO een stuk beter van afgekomen zijn dan vele andere is zeker correct.

Jan en Oos houden een speciale band, zien elkaar niet zo direct veel maar rond hun beider verjaardagen zijn er elk jaar weer, urenlange telefoongesprekken.
Rond de volgende eeuwwisseling begonnen de heren, ondertussen gepensioneerd, elkaar tussen de lustra weer vaker te zien maar dit was dan bij begrafenissen. Zo dunde de club gestaag uit en begonnen Jan en Oos zich hardop af te vragen “wie het licht uit zou doen”. De nu bejaarde heren spreken af dat hun dagboeken gezamenlijk, door de langst levende naar het NIOD gebracht zullen worden, voor wetenschappelijk onderzoek.
Oos gaat er toe over weer jaarlijks een reünie te organiseren maar elk jaar zijn er weer minder aanwezigen. Op 14 april 2010 heeft de laatste reünie plaats. Bij Oos thuis, waarbij van de vier overgebleven leden alleen Ward, Jan en Oos aanwezig zijn. Het vierde lid was helaas zodanig gedementeerd dat aanwezigheid niet meer tot de mogelijkheden behoorde.

Oswald A. de Bruin 2010


G. Jan W. de Boer 2010


de Hamer

Uiteraard waren voor deze gelegenheid de voorzittershamer en het dodenmasker tevoorschijn gehaald.
In 2011 verschijnt het boekje “Kofferuit Berlijn” dat gebaseerd is op de dagboeken van Nico Groenhart. Oos krijgt daarvan enkele exemplaren aangeboden door de dochter van Nico, de schrijfster van het boek.
Een jaar later, in 2012, overleed Jan. Jans dagboeken zijn door zijn nabestaanden naar Oswald opgestuurd. Naar aanleiding van het doekje “Koffer uit Berlijn”, leest Oos regelmatig, maar vooral zo rond het begin van de maand mei in alle eenzaamheid in zijn eigen en in Jans dagboeken.
In 2013 kwam er, ondanks zijn hoge leeftijd van 94 jaar volledig onverwacht, een einde aan het leven van Oos. Aan het wegbrengen van de dagboeken was hij nog niet toe gekomen.
De houten koffer, die Oos in augustus 1943 opgestuurd had gekregen en die zo keurig door Frau Lisurek was opgestuurd, behoorde nog steeds tot zijn inventaris, met daarin alle verslagen van lezingen en vergaderingen van de Spreekrans in Berlijn, zijn dagboeken, de brieven naar Berlijn en zijn brieven uit Berlijn. Ook van de reünies zijn nog veel toespraken, overwegingen, correspondentie, en verslagen in deze koffer bewaard gebleven.

Men kan het oneerbiedig vinden, en dat is mij ook wel verweten, dat ik, ongevraagd, tot publicatie van deze geschriften overgegaan ben, maar ik denk dat deze informatie ruimer bekend mag zijn dan alleen diep in het archief van het NIOD.
Nu zijn er van alle brieven en dagboeken digitale versies, in JPG- en grotendeels in DOC-format. Daarvan zal ik een kopie behouden en aan het nageslacht van Oswald doorgeven. De originelen gaan als nog naar het NIOD, om aan de wens van de schrijvers te voldoen. Zelf vind ik dat ook de betere bewaarplaats, daar ik anders verdere nazaten van Oos met de verantwoordelijkheid voor het bewaren ervan opzadel.

Gerrit Maarten de Bruin
2020

Morgen nog een toegift.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...