11 Juni 1944
Groenhart op bezoek, een student
die aan de overkant van de Spree woont, en bij Schering werkt. Geschikte vent.
Hij wordt uitgenodigd voor de Spreekrans.
De dag doorgemokkeld met slapen en
eten en met koud water een douche genomen, bij de huidige temperaturen geen
pretje. Toen met Jan naar de “Rosenkavalier” van R. Strauß.
We hebben zeldzaam veel plezier
gehad, het is beslist een geestige opera. Er zijn veel parallellen te trekken,
zowel wat handeling als muziek betreft, met de opera’s van Wagner, en toch zijn
er grote verschillen. Je zou kunnen zeggen dat uit Strauß de Weense
(Oostenrijkse) en uit Wagner de Duitse geest spreekt. In ieder geval was het
erg leuk, het geheel. En natuurlijk zonder één foutje gespeeld.
Paps schrijft in zijn brieven dat
hij teleurgesteld is dat er een invasie is gekomen, die aan een milloen jonge
mannen het leven of de gezondheid zal kosten. Ja, ik moest er aan denken
tijdens de opera. Wat kunnen er toch prachtige dingen gewrocht worden als de
mensen samenwerken. Maar nee, dan maken ze liever alles kapot. De Staatsopera
is eigenlijk het laatste stukje niet aangetast kultuurleven.
Naar huis toe, en snel naar bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten