26 april 2020

Donderdag 26 April 1945. Oos : Overigens lagen er weer doden in het zand, voor de ingang een dode vrouw.

Geen alarm, geen vliegtuigen, wel artillerievuur (6e dag); de hele dag af en aan.

26 April 1945 6e dag van het beleg.
Zesde dag dat ik niet uit de kelder ben. Vuil en vies, niets aan te doen.
Frau Lisureck was gisterenavond in een merkwaardige stemming, zoals ik haar nog niet ken: ze had een borrel op. Met Paans en Moens in het kamertje boven was het een vrolijke stemming. Na zonsondergang zag het er overigens merkwaardig uit, ontzettende zwarte rookwolken, niet ver weg. Dan onverwacht weer schieten van artillerie.
De kastanjes staan in bloei. Wat betekenden dat vroeger wel voor me, met mijn bijen, en veel vrije tijd. Op het ogenblik zie ik ze bloeien, tegen een pikzwarte achtergrond van een brandende, ondergaande stad, in de schaarse ogenblikken dat ik me naar buiten waag omdat het moet voor de inkopen. Op het ogenblik zou ik graag afstand doen van mijn vroegere aspiraties, en als schoenmaker of landwerkman …
Jan v.d. Braak komt puffend en blazend de kelder binnen. Hij was in de markthallen toen de granaten er weer eens in vlogen. Er was een man die direct van de gelegenheid gebruik maakte om te plunderen, terwijl een derde dat weer verhinderde. Overigens lagen er weer doden in het zand, voor de ingang een dode vrouw, en een hand op een paar meter afstand.
Bijna de hele dag zit ik binnen, maar om een uur of vier ga ik er even uit, naar de hallen. De dode vrouw was bedekt met een matras, het bloed en een stuk arm staken er nog uit. In de hallen ligt overal bloed. In de kelder wordt vlees verkocht, prachtig vlees, zoals we het jaren niet gezien hebben. Allemaal ingevroren, de koelhuizen worden leeg verkocht.
Prachtig zomerweer het wordt warm … Dat belooft wat, als het erg warm wordt zonder water.
De zesde dag dat ik niet uit de kleren ben. Morgen gaan we water halen om ons helemaal te wassen. Vandaag heb ik in het afvalwater van Witteveen mijn voeten gewassen. Dank zij de uitstekend schoenen die ik heb, valt de viezigheid nogal mee.
’s Avonds wordt het weer rustig. De lucht is grauw maar niet zo onheilspellend als gisteren. “Men” verwacht dat de Russen bij de “Millionenbrücke” (Gesundbrunnen) teruggeslagen zijn. Inderdaad wordt het rustiger.
Twee opgewonden vrouwen komen langs, rood aangelopen. “zijn hier al Russen?” “nee, nog niet.“ zie je wel, verderop vertelden ze ons al dat het Stettinnerbahnhof al bezet was, en dat de Russen al verder waren.
We hebben ons twee maal door de linies geslagen, twee maal zijn we door de Russen bezet geweest. We komen uit Wittenau. Pas op, zegt de andere, anders worden we nog opgehangen, omdat we vertellen dat de Russen ons doorgelaten hebben! Bij ons hangen de mannen al aan de bomen.
De stemming is vanavond vrij goed, we eten als gekken. Vanmiddag heeft Jan bij Besader met en kaars als geschenk een goede oogst gehad: een paar pond suiker en wat kaas. We bakken meteen een heerlijke taart van goed meel met heel veel suiker. Het ding smaakt voortreffelijk. Verder brood met leverpastei van Arnberg. Smaakt prima. Onze dagelijkse borrel, vergezeld van beschuitjes besluit het feest. Vroeg naar bed.
’s Avonds ben je al weer vergeten dat ’s middags de doden en verminkten in de straat lagen. Je denkt alleen maar aan eten. Om een uur of zes gaat het gerucht dat er groente te krijgen is. Er is bij het station een barak waar groente ligt te bederven. Gerrit en ik willen er heen, maar daar beginnen ze natuurlijk weer met de artillerie te schieten. Ook weer vliegtuigen in de lucht. We wachten dus even.
Op het terrein van de plundering, (want meer is het niet!), een barak van de keuken van de Reichsbahn. De uien en wortels zijn al weg een hoopje rot spul ligt er nog en stinkt ontzettend. We zoeken nog wat goede koolrabi op, en als we aan het zoeken zijn komt er een eskader vliegtuigen over. Als je maar iets te doen hebt ben je niet bang, je zoekt rustig door.
Een aangrenzend gebouwtje wordt ook geplunderd, meel, erwten, bonen enz. alles wordt er ook uit gehaald. Zelfs borden! De Belgen zijn de eersten die met het direct gestolen spul komen aanzetten, en het ook direct weer verhandelen. Bob tikt voor 20 cigaretten een baal van 5 pond bakpoeder op de kop, waar hij heerlijke pap van kan koken.
Mooi is het, als die twee super cultuurindividualisten, de “vrienden” van v. Dalen en Hoornik, de lange Fernandel en de kleine pooier, ruzie krijgen omdat de één vindt dat de ander een derde niet genoeg afgezet heeft voor een ruil. Een half brood voor een half pond boter, inderdaad was v.d. Braak met de boter goed af! Maar toen die scheldpartij van v. Dalen! Dat sappige Vlaams, uit Hottentottenkelen, rauw en onbeschaafd, het is de moeite waard om een grammofoonopname van te maken!
Rustige nacht.

Jan : 

Donderdag 26 April 1945.

Het was vandaag een drukken dag na een onverwacht rustige nacht. Eerst water halen en toen op boodschappen uit. Vooral de boodschappen is een ware obsessie voor me aan het worden, daar we nog alle mogelijke dingen moeten hebben. De margarine heb ik alleen nog niet kunnen krijgen, en dat is jammer want het vertegenwoordigt een hoeveelheid van anderhalf pond voor ons drieën.
Twee maal, terwijl ik in de hallen was hebben ze er een paar granaten ingeschoten, maar beide keeren ben ik er goed afgekomen. Maar beide keren zijn er dooden gevallen. Het is dan ook bijna onverantwoord om op straat te loopen. Maar het moet nu eenmaal, en omdat de anderen er nu eenmaal niets voor voelen om over straat te gaan, komt alles op mij neer. Ik heb dan ook nog nooit zoo vaak dat eindje naar de Markthallen gesjouwd als vandaag.
Overigens heb ik een bijzonder goede ruil gedaan: twee kaarsen tegen:
5 blikjes gecondenseerde melk
90 gr margarine
2½ pond suiker
1 pond meel
¾ pond griesmeel
½ pond volle melkpoeder
180 gr kaas
De moeite waard dus. Maar daarmee hebben we onze margarine nog niet.

Nadat ik dit geschreven had, hebben we tot onze groote verbazing toch nog succes gehad, en ons heele anderhalve pond margarine geïnd. Met veel moeite heb ik zelfs Oswald bewogen even mee te gaan, om even een frissche neus te halen. Maar natuurlijk begonnen ze uitgerekend net weer te schieten toen we buiten kwamen.
Verder worden hier en daar al voorraden bonloos uitverkocht. Helaas was de groote run net voorbij, toen we er aankwamen. Maar toch kregen we er nog een paar kilo koolrabi te pakken.
Die groente mee te nemen kun je altijd nog verdedigen omdat de boel lag te rotten, maar om aan de plunderingen mee te doen, daarvoor ben ik nog steeds wat huiverig; straks is “Ausländer dit en Ausländer dat”
...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...