Woensdag 25 April 1945
5e dag van het beleg
De nacht is lang, het klokje rond,
maar onrustig. Er vallen bommen, één vlak voor de deur. Grote verwoesting.
Natuurlijk liggen er een paar kerels in hun bed, o.a. Paans en Pieter Bos. De
laatste ligt bedolven onder het puin. “Ik laat me liever kapot schieten dan dat
ik uit mijn warme lakens kom” zegt hij later.
Geruchten van gisterenavond:
overeenkomst met de Amerikanen, Berlijn wordt bezet door de Amerikanen en dan
gaat het verder tegen de Russen. De wens is de vader van de gedachten! Velen
vertellen dat de eerste vijandelijkheden al hebben plaats gehad, en hier in
Berlijn onderhandelingen gevoerd worden. Dit volk kent zijn meesters slecht! Er
is geen sprake van dat er iets dergelijks gebeurt. {De werkelijkheid ligt iets anders: de Amerikanen laten Berlijn aan de
Russen! Maar dat weet bijna niemand.}
Vanmorgen weer een koek gegeten,
van meel met koffiesurrogaat. Erg lekker zijn die dingen niet, maar voor
ontbijt zijn ze uitstekend geschikt. We eten nog niet slecht, dankzij de
aardappels en mijn meel. 4
pond is er straks al door!
Onze buren Belgen, van Dalen en Hoornick braken een taaltje uit waarvan je werkelijk
kotst. Die kerels moeten na de oorlog maar putjesschepper worden. Ze lopen op
het ogenblik met gouden ringen rond, de winst van hun zwarte handel.
Er is nu helemaal geen water meer,
we moeten bij de pomp gaan tappen in de Ackerstrasse. Ik waag me nauwelijks uit
de kelder, Jan en Gerrit {de Vries} zijn
veel dapperder. Sinds ik gisteren een granaatje voor me op de grond zag
ontploffen, ben ik voorzichtig.
Nu er geen water meer is vervuil
je meteen, je handen worden haast niet meer schoon.
De morgen was vol activiteit in de
lucht, en regelmatig schieten van de artillerie. Ik waag me haast niet meer
buiten.
Vanmiddag het grote succes van
Paans en Frau Lisureck: ze komen met levensmiddelenbonnen aandragen! Een paar
uur moesten ze er voor sjouwen, onder hevig vuur, maar het is dan toch gelukt.
De stemming is plotseling helemaal veranderd, de gezichten zijn opgeklaard.
Eten is toch wel erg belangrijk. Of liever: de lege magen zijn
belangrijk.
Frau Lisureck komt nog met een
ander, minder prettig nieuws: ze heeft iemand gesproken die een
oude-lieden-huis overgegeven heeft aan de Russen. De propaganda heeft nog niet
kunnen beschrijven wat daar voor beestachtigheden zijn gebeurd, het is
verschrikkelijk. De oude mannen werden door een commissaris aangewezen om
gefusilleerd te worden, de jonge mannen blijven leven. Vrouwen worden verkracht
enz. enz. Even kom je er toch wel van onder den indruk, gelukkig dat we meteen
afgeleid worden door de jacht op eten. In de rij staan voor brood, de rij staat
verscholen in een poortje. 1500
gram brood op mijn bonnen.
De toestand wordt critiek, mijne
heren. Dit is de algemene opinie zo tegen zessen, hoewel de activiteit in het
algemeen zeer gering is geworden. Zo nu en dan een vliegtuig, verder haast
niets. Er zijn wel veel soldaten in de straat. Geschut wordt opgesteld op de
hoek bij de markthallen, maar dan weer direct weggehaald ook. Soldaten met
pantservuisten verschuilen zich in de ruïnes en gaan dan weer weg ook. De
Russen zijn tot aan Gesundbrunnen doorgedrongen, grote zwarte rookpluimen vlak
bij tonen dat dit gerucht waarschijnlijk wel waar is.
Het zal een wonder zijn als we er
goed door komen, dat heb ik wel in de gaten!
Er worden veel buitenlanders
aangehouden, en door de SS naar Spandau gebracht en geconcentreerd. Wat staat
ze daar te wachten? Hoe het ook zij, er is geen gaatje meer waardoor we kunnen
ontsnappen, we zitten in de val. Vanavond onze buik vol gegeten, en nog eens
een goede borrel drinken, dat is het enige wat we doen kunnen, schrale troost.
Volgens de propaganda moet het
heerlijk zijn in een grote tijd te leven, maar dat valt in de practijk lang
niet mee! Het is maar vervelend. We mogen dan later kunnen zeggen dat we het
beleg van Berlijn hebben meegemaakt (voor het geval we het overleven!), maar op
het ogenblik zat ik liever thuis.
Vanavond verkondig ik dat ik met
een half jaar wonen in deze kelder graag mijn behouden thuiskomst zou willen
afkopen. Dit geeft een idee van de stemming.
Een dubbele borrel en heel wat
beschuitjes besluiten deze emotievolle dag.
Jan :
Woensdag 25 April 1945.
Vanmorgen in de vroegte werden we gewekt door
een regelrecht bombardement met zware bommen. Vlak voor het huis is er één op
de straat gevallen met het gevolg dat het lager er weer fraai uitziet. Deuren en
ramen er uit, kalk van de plafonds enz. enz. Overigens heb ik me er niet veel
aan gelegen laten liggen, en ben rustig door geslapen. De Russische bommen hebben
nòch luchtmijn-, nòch brisantwerking, maar zijn in hoofdzaak ingericht op
splinterwerking.
In de loop van de nacht kwam er
nog een bom ergens in de buurt terecht waardoor ik een stuk steen uit het
kelderplafond op mijn voet (gelukkig niet op mijn hoofd) kreeg.
Vanmiddag kregen we dankzij de
bemoeiïngen van Frau Lisurek onze bonnen. “Urlauber” karten, en dus kwamen we er
zelfs nog beter af, dan dat we onze buitenlanderbonnen kregen. Met veel moeite
hebben we ons brood nu geheel binnen. Maar straks kunnen we er mee sjouwen, en
dan moeten we het misschien onderweg weggooien omdat het pak te zwaar is ….
…
Gezien de voorbereidingen, gaat
het spul binnen zeer korte tijd beginnen. Maar we mogen de moed niet verliezen. Komt
tijd, komt raad, en we zullen het er vanavond nog maar eens extra van nemen met
eten. Niettemin zie ik de zaak vrij somber in, en ik wilde dat het maar een
week verder was.
Ik hoop in ieder geval dat aan
Amsterdam een dergelijke tijd bespaard mag blijven. Wij hebben wat voorraad kunnen maken, maar dat konden ze thuis niet doen.
Het weer was prachtig vandaag,
echt voorjaar en daardoor was het in de kelder lang zoo kil niet als de vorige
dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten