Vrijdag 27 April 7e
dag Een week belegering
We worden uit bed gejaagd door de
artillerie. Salvengeschütze schijnen het te zijn, die raketprojectielen het
vervelende ervan is dat er een stuk of 20 projectielen tegelijk neerkomen, je
hebt geen tijd dekking te zoeken. Het beste is dus: in de kelder blijven. Het
komt zo dichtbij, dat we ons maar gaan aankleden.
Ontbijt met een stuk koek, en een
beschuitje kaas. Gerrit is een gezellige vent om mee te kamperen, rustig en
vlijtig. Echt een goede aanvulling bij ons. Jan v.d. Braak is wat lastig, die
loopt altijd precies waar je hem niet wilt hebben, erg onhandig. Overigens gaat
het best zo met zijn vieren, als we niet steeds dat geschreeuw van die Belgen
naast ons hadden zou het zelfs gezellig zijn.
Frau Lisureck heeft een lang
gesprek met Jan, over Paans en Heijkens. Heijkens is volkomen naar de bliksem
geholpen door Paans. Het is een dood goede jongen, maar tegen Paans is hij niet
opgewassen. Dit is overigens onze eigen opvatting ook. Toen Heijkens weg ging
had hij Frau L. bedankt, en gezegd: U heeft me weer een beetje mens gemaakt.
Om een uur of twaalf liggen we
weer zwaar onder vuur. Verschillende treffers in de straat, gelukkig niet in
huis. We eten bruine bonen met spek, het vlees dat met levensgevaar gehaald is,
zo goed aten we voor de oorlog thuis nauwelijks!
In een kamer is een huls van een
Salvengeschütz neer gekomen. Dunne staalwand, de springstof is kennelijk niet
volledig gedetonneerd. Zoiets op je hoofd en je bent wel weg ook. En die
overvallen komen veel te vlug om nog een kelder op te zoeken.
Rook en as, hoe zal het ons nog
gaan met dit huis. Het brandt overal maar we hebben hier het voordeel dat we
middenin de puinhopen staan.
Er komen voorbijgangers de kelder
in vluchten, die vertellen dat de Russen alle mannen doodschieten, als je het
wilt geloven. Deze verhalen imponeren ons niet meer, we trekken ons nergens wat
van aan. Het is haast niet mogelijk, vermoedelijk is zoiets gebeurd na
weerstand, plaatselijk, de SS maakt per slot van rekening ook geen gevangenen,
waarom de Russen dan wel?
Het grote nieuws van vandaag: het
Wehrmachtsbericht van gisteren: Görlitzer station, Schleninder Bahnhof enz.
(ingenomen?) Verder: aftreden van Göring. Of dit nog politieke gevolgen heeft,
ik vrees van niet. De boel is wel aan het gisten, maar instorten zal het niet.
Gezien de fronten kunnen we ieder ogenblik de Russen verwachten.
De hele middag ben ik haast niet
buiten geweest, de stad ligt stevig onder het vuur.
Vrijdag 27 April 1945.
Een onrustigen dag. Voortdurend liggen
we onder beschieting. Een stel granaten is voor en achter het huis ingeslagen. Vlak
in de omgeving brandt het hevig. Als het hier gaat branden is er niets meer aan
te doen, want er is geen water en alles is kurkdroog. Bovendien tocht het
overal vanwege de kapotte deuren. En ik vermoed dat in de naaste toekomst dit
huis ook wel in brand zal raken. Gunstig voor ons zijn de puinhopen om ons
heen.
…
En zoo scharrel je maar rond tusschen
eerste verdieping en kelder. Je denkt aan eten dat je zult doen als er weer
eens vrede is, en aan lekkere tabak die er dan zonder meer weer eens te krijgen
zal zijn. Verder aan lichte luchtige Hollandsche huizen en schoone, goed
onderhouden steden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten