131
Maandag 8 Januari 1945
Lieve P. M. en L.
Laat ik maar eens gauw weer een
brief schrijven, misschien dat jullie dan ook wat meer gaan schrijven, en dat
zou ik heel erg prettig vinden. Ik kan me voorstellen dat jullie er niet veel
animo meer voor hebt om lange, uitvoerige brieven te schrijven, maar het blijft
altijd prettig ze te ontvangen, al heeft de reis ook zo lang geduurd. Ja, nu
doe ik net of ik ontevreden ben, en ik ben nog wel zo goed bedeeld geweest dit
weekend met twee brieven via Ad den Besten, die jullie met Kerstmis geschreven
hebt. Ik was er, en ben er nog ontzettend blij mee, want je weet maar nooit in
deze tijd, iedere dag kan er wat gebeuren. Ik heb zo’n enorm druk weekend
gehad, dat is me toch een tegenstelling met jullie leventje, je kunt het je
haast niet voorstellen. Zaterdag ben ik direct naar Hertzberge (naar Jan Egberts)
gereisd, om te horen of Hans van Giffer, ook een Holl. stud., soms kaartjes
voor een of ander concert had. En jawel hoor, voor de zelfde middag, met
hardlopen konden we nog juist op tijd komen. Een mooi opera concert, stukken
uit Figaro’s Hochzeit (o.a. die aria van Cherbin die Lily altijd zong) en uit
Don Carlos. Na afloop gauw naar de kapper, en toen snel naar huis, badgoed
halen en naar het badhuis om schoon te worden. Het vervelende is dat je ’s
middags erg lang moet wachten, en ’s avonds, om een uur of zeven, dan heb je
kans dat je helemaal ingezeept door alarm verrast wordt! Na afloop vlug naar
huis, en toen wat eten klaar gemaakt. Jullie brieven gelezen, en er heerlijk
bij gegeten, puree met worst. Is het niet een schande? Zo’n grote
tegenstelling, en dan rustig je buik vol eten? Een jaar geleden had ik dat niet
gekund, maar je went overal aan, zelfs aan het idee dat er thuis honger is. ’s
Avonds hadden we Spreekrans, en ik moest zelf een voordracht houden. Jammer dat
jullie de verslagen niet meer krijgen, dat was zo aardig. Ik hoop dat later de
volledige serie verslagen nog eens uitkomt! Na afloop nog lang gepraat met een
Fransman die uit de brandweer gegooid was. Ze hebben de fabrieksbrandweer die
uit bijna alleen buitenlanders bestaat, willen
ingelijfd bij een andere brandweer, zodat ze van nu af aan practisch soldaten
waren geworden. Enkele hebben toen verder bedankt, ook een Holl. stud. die er
bij was. Ze moeten nu puinruimen.
Zondag weer “vroeg” op, om negen
uur. Oppoetsen, om elf uur een voordrachtsochtend, waar ook moderne muziek werd
gespeeld van Penning en Fortner (pianomuziek). Daarna gegeten en de stad uit
met Jan de Boer. Een prachtige wandeling gemaakt van drie uur, en geconstateerd
dat ik best had kunnen schaatsenrijden. Na een paar dagen dooi was het ijs weer
aardig vast geworden van een paar flinke nachtvorsten. Het ijs is hier geweldig
dik, maar het oppervlak is nu door sneeuw slecht geworden. Na de wandeling op
bezoek bij Frl. Rose, de dominee van Köpenick. Een heel bijzondere avond, er
was een beroepspianist op bezoek. In kleine kring, 7 man totaal, speelt deze
pianist prachtige stukken. Het is er nog een van de oude stempel, die het
liefst Paganini, List en Chopin speelt. Jammer dat de piano niet erg mooi is,
maar desalniettemin hebben we enorm genoten. De man is nu vier jaar onder
dienst, en heeft maar één zorg: zijn “handen niet verliezen”. Iedere dag speelt
hij tot nu toe, ondanks de dienst. Hij heeft zijn huis met alle muziek + piano
verloren, en heeft dus maar één zorg meer: zijn handen. Het is een zeer
tragisch figuur, deze pianist (Hagemann heet hij). Om elf uur ’s avonds kwam ik
thuis, en vanmorgen moest ik er natuurlijk om half zes weer uit. Jullie ziet, mijn
weekend heb ik het weer ouderets druk gehad. Van rust kun je op zulke dagen
niet spreken.
Aan Grand-père heb ik geschreven
via Appenzeller, maar ik heb nog geen antwoord. Ik zal deze week nog eens
schrijven, en vermelden dat jullie de kerstdagen goed doorgekomen zijn, dat is
ten minste een later bericht. Vertellen jullie eens wat er van Utrecht nog
overeind staat, wat onderwater gelopen is e.d. vooral over de toestand in
Ouderkerk en Waverveen zit ik erg in spanning, en ik hoor niets uit jullie
brieven. Het verbaast me dat jullie van de Pegus nog warmte krijgen. Ze deden
beter de kolen te verdelen. Hoe is het met Petertje? Kan Nel nog eten voor haar
krijgen. Vooral nu Maarten niet thuis is zal het moeilijk zijn voor Nel. Sturen
jullie nog eens een recente foto. Ik wist niet dat Paps ook een volkstuin had.
Met de vorst valt het waarschijnlijk wel mee in Holland, ik denk niet dat het
nog zoveel gevroren heeft. En als het goed vriest, dan met de slee er op uit!
Hoe is het, hebben jullie nog een dienstbode? Ik hoor er nooit meer over
spreken. Weten Maarten (e.a. mannen) mijn adres, voor het geval ze naar hier
gestuurd worden? Ik heb nu twee jaar ervaring in dit land, en ik weet zo
ongeveer hoe je hier goed en slecht terecht kunt komen. Bovendien zou ik met
levensmiddelen kunnen helpen, als het er op aan komt. Het adres op de fabriek
is: O. de Bruin, kabelwerk Oberspree, Schöneweide, Abt. CHM/E. Dit adres is
waarschijnlijk stabieler, we worden wel weer eens uit ons huis gegooid
binnenkort. Informeren jullie eens naar het adres van Fischer, na zijn vertrek
heb ik nooit meer iets gehoord. Hebben jullie de appelboom al opgestookt? Of
bewaren jullie die voor volgend jaar? Leeft Chips nog? Hij zal wel niet meer
met biefstukjes thuis komen denk ik! Ik heb prof. Bijvoet een brief geschreven,
die Paps eventueel moet doorgeven. We hebben van Ad een brief gekregen, het
lijkt wel of hij heimwee heeft naar de gezelligheid die hij hier genoten heeft!
Hoe gaat het met Barend? Wageningen is verwoest staat er in de kranten. Brief
van Paps van 6 dec. ontv. 9 Jan.
Zo, dit is ongeveer wat ik te vragen had. Doen jullie vooral
de groeten aan alle bekenden en vrienden? En tot de volgende brief maar weer.
Veel liefs
Oswald
P.S. ingesloten een brief voor Ad den Besten.
P.P.S. gepost op 10 Jan. 1944
OB
Geen opmerkingen:
Een reactie posten