Zaterdag 2 Juni
Even een poging de toestand en de
stemming in het kamp te beschrijven. Gisteren lagen we met drie man met koorts
te bed, terwijl Jan net weg was, vandaag zijn we weer koortsvrij. De stemming
is al weer een stuk beter, we voelen ons allemaal in staat te vertrekken, en
dat is al veel. Jan heeft anderhalve dag in een stinkhok moeten zitten met
steunende en kreunende mede zieken, en is nu naar Mahlsdorf getransporteerd. In
het kamp zie je geregeld wagens rijden met zieken, allemaal dysenterie. Het is
ook geen wonder. Alle hoeken en gaten worden gebruikt om te poepen, het hele
kamp stinkt als een open beerput. Voor een paar dagen is dit niet zo erg,
verblijf in de open lucht, of in slechte barakken, maar als het weken gaat
duren komen de ziektes. Als het een dag regent en het windstil is, dan moet je
het kamp ontvluchten van de stank.
Verder is het leven ook
onhygiënisch, omdat je alles op de grond doet, er zijn geen tafels en stoelen
zodat brood en pannen, dekens en kussens, koffers en alles op de grond ligt,
terwijl je met je schoenen de vuiligheid van buiten naar binnen sleept. Velen
nemen niet eens de moeite sloffen uit te trekken als ze op de dekens lopen en
met die dekens zit je aan je mond … Met de schoenen loop je boven de volle
etensborden. Onmogelijk om hierin veel verbetering te brengen.
Vandaag koortsvrij, dankzij
Albaziet, een Bayer preparaat.
Jan :
Zaterdag 2 Juni 1945.
Alle 8 man van onze groep liggen voor
lijk, ofwel met hooge koorts, ofwel met diarrhee.
De nacht was zeer onrustig. Doorlopend
holden menschen hun bed uit - we liggen nu met zeven man op dit kamertje – en proberen
onder de meest oorverdovende geluiden nog wat diarrhee kwijt te raken of over
te geven, wat meeviel, daar ze reeds volledig leeg waren. Waarvoor dat gekerm
erbij noodig is, begrijp ik niet, de anderen hebben genoeg met zichzelf te
stellen, en die slapen worden er maar wakker van. bovendien helpt het je niets
en is het zuiver burengerucht.
Ikzelf begin alweer wat op te
knappen. Vanmorgen lag ik me zelfs te vervelen. De koorts is weg, en ook de diarrhee
mindert, het bloed is er uit, alleen de hoofdpijn blijft en ik ben ontzettend
slap. Toen ik wakker werd had ik echt trek in een ontbijt, bestaande uit twee
dunne sneedjes wittebrood met wat boter, op één waarvan sinaasappelmarmelade
van Oma de Boer, een zacht gekookt eitje en een kop geurige thee.
...
’s Middags was het met drie man aantreden
voor het ziekenhuis, 3 Hollanders: van Oorde, Essen en ik. Gelukkig waren Bob
en Edzard net aanwezig, en konden die mijn bagage dus in de “ambulance” sjouwen.
Als ambulance werd een oude Ford gebruikt, die ik er soms van verdacht geen
veren te bezitten. Na een kwartiertje hotsen over de ideale Kaulsdorfse wegen
waardoor we doodmisselijk werden, kwamen we dan eindelijk ter bestemde plaatse;
in de buurt van het station Kaulsdorf hadden de Russen een villawijk in beslag
genomen, en vóór een van de huizen werden we afgeladen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten