Woensdag 20 Juni 1945.
Goed geslapen, helaas niet erg
lang. Het ontbijt is weer heerlijk, we genieten met volle teugen. Briefkaarten
geschreven. Korte wandeling in Maastricht. Heerlijk, zo’n Hollandse stad. Twee
honderd Mark, die ik vergeten had, nog laten registreren. De mensen van het
bureau, die gisteren hard gewerkt hebben, tonen vandaag dat ze ambtenaren zijn,
ze doen niets en hangen rond. Ik maak een praatje, om vast een idee te krijgen
van de stemming hier. Er is veel onderling geharrewar, dat staat wel vast. De
heren zijn wel bewust van hun eigen goede organisatie.
Vanmiddag op bed geluierd en
brieven geschreven naar Jan E., Klaas en Kees, Barend, Bastiaanse enz.
Na het eten met Jan naar de
aannemer Knol. Onderweg ontmoeten we een paar types soldaten, die we critisch
bekijken en we zeggen: dat is een Jood, dat kon wel eens een Rus zijn zo loopt
hij er bij. De Amerikanen zijn toch minder sympathiek dan de Engelsen, dat
staat vast. Als we bij de familie aankomen, staat er voor de deur een
Amerikaan, die zich daar thuis gewassen heeft na zijn tocht met een autocolonne
uit Leipzig in één ruk. Mevrouw krijgt sigaretten en chocolade voor de
kinderen. De jongens zijn zeer sympathiek.
Mijnheer is nog niet thuis, en
mevrouw heeft het druk: geen dienstbode (vroeger twee!) We gaan bij de radio
zitten in de grote suite, en genieten van de luie stoelen en de muziek. Het is
goed vast een beetje te wennen aan de geciviliseerde sfeer. Dan komt mevrouw,
een buurvrouw en een jongmens Hille, die juist uit Amsterdam komt met een Rode
Kruis auto. Bij Jan de Boer is alles in orde thuis! Maar vader de Boer maakt
zich erg ongerust. Begrijpelijk.
Dan komen de verhalen los, we
vertellen van de Russen en van het beleg, en het is wel duidelijk dat ze veel
nieuws horen. Dan komt mijnheer Knol zelf, en dan krijgen we een regelmatig
verslag van de gebeurtenissen, en een beschrijving van de moeilijkheden. Het
blijkt dat onze sceptische houding tegenover de regering in Londen wel juist is
geweest. De heren daar hebben, toen Nederland bevrijd werd, een tochtje
hierheen gemaakt, en alles geïnspecteerd. Als voorbeeld nemen we de O.D. (orde
dienst). In plaats van bij de politieautoriteiten te vragen om zoveel
betrouwbare personen die dergelijke diensten konden verrichten, werd iedere
willekeurige pooier aangenomen en in uniform gestoken. De heren “organiseerden”
(vorderden) auto’s van artsen e.d. en reden daarmee naar de café’s in Brussel.
De zwarte handelaars wisten dus direct hun slag te slaan, en zaten aan de goede
kant: goed betaald, weinig werken, goed eten, en macht over anderen.
Hoewel er langzamerhand veel
verbeterd werd, is in hoofdzaak deze wantoestand blijven bestaan. De
mijnwerkers krijgen slecht te eten en lage lonen, moeten hard werken en voelen
zich dus verneukt. Het gevolg is: minder arbeidsprestatie. De productie daalde
tot 1/3 van die onder de moffen, per arbeider daalde de productie tot de helft.
De zweep zit er niet meer achter, er is geen kans meer op doodstraf wegens
sabotage, en dus werkt men niet meer.
De bevolking van Limburg heeft de
hele winter eigenlijk geleefd van de giften van het 9e leger, en de
bevolking bevond zich daar best bij: het werken raakte uit de mode. Zwarte
handel werd er enorm gedreven, op een schaal die niet te beschrijven is. Goed
beschouwd is de toestand dus ernstiger dan toen de moffen de putjesscheppers
tot burgemeesters bombardeerden. In plaats van de “burgemeesters cursussen” kan
er nu eens een “majoors cursus” voor ongeletterden ingevoerd worden. De meest
twijfelachtige figuren krijgen fantastische promoties, en verdwijnen naar het
Noorden, omdat hun reputatie hier niet best is. Dit alles leeft op kosten van
de bevolking, en oefent macht uit ten koste van de bevolking. We zullen dus wat
desillusies meemaken. We bedanken voor de gezellige avond, en hollen naar huis,
want om half twaalf sluit de boel.
Er slaapt een jongen bij ons die
uit Utrecht komt, en bevestigd dat er niets gebeurd is in de Maliebaan.
Het grote probleem: hoe krijgen we
de mensen weer aan het werk? Via de distributie van levensmiddelen is het niet
mogelijk. Maar hoe dan? Als je lang nadenkt zie je maar één oplossing, een
dictatuur. Daar heb je zes jaar tegen gevochten, en nu moet je er toe overgaan!
Een pijnlijke geschiedenis.
Jan :
...
Ook de militaire instanties, het
z.g “Militair gezag“ had een bijzonder slechten naam. Zoo langzaam, in de loop
van 10 maanden waren de scherpe kantjes er wat afgesleten, maar in Holland
maakten ze op het oogenblik de zelfde chaotische toestanden door. Verder was er
een decreet afgekondigd, waarbij aan studenten, die in Duitschland gewerkt
hadden, het recht tot studeren ontzegd werd, welk decreet echter later weer in
was getrokken. Hoe dan ook, ik had me geen illusies gemaakt over de toestanden
hier, maar dit overtreft toch alles, en de controverses, die ik verwacht had,
zijn helaas niet uitgebleven. Voor de rest waren de Limburgers vrij sterk
gebelgd over het feit dat alle hulpverlening naar het Westen ging (Walcheren,
Wieringen), terwijl in Roermond en Venlo de menschen nog in kippenhokken wonen.
...
Zooals ik zei, het was erg
gezellig, maar tenslotte werd het een geforceerde marsch door de verlichte straten om voor 11.30, de sluitingstijd, thuis te komen in de Oda School.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten