20 juni 2020

Woensdag 20 Juni 1945. Oos : Mijnheer is nog niet thuis, en mevrouw heeft het druk: geen dienstbode (vroeger twee!)


Woensdag 20 Juni 1945.
Goed geslapen, helaas niet erg lang. Het ontbijt is weer heerlijk, we genieten met volle teugen. Briefkaarten geschreven. Korte wandeling in Maastricht. Heerlijk, zo’n Hollandse stad. Twee honderd Mark, die ik vergeten had, nog laten registreren. De mensen van het bureau, die gisteren hard gewerkt hebben, tonen vandaag dat ze ambtenaren zijn, ze doen niets en hangen rond. Ik maak een praatje, om vast een idee te krijgen van de stemming hier. Er is veel onderling geharrewar, dat staat wel vast. De heren zijn wel bewust van hun eigen goede organisatie.
Vanmiddag op bed geluierd en brieven geschreven naar Jan E., Klaas en Kees, Barend, Bastiaanse enz.
Na het eten met Jan naar de aannemer Knol. Onderweg ontmoeten we een paar types soldaten, die we critisch bekijken en we zeggen: dat is een Jood, dat kon wel eens een Rus zijn zo loopt hij er bij. De Amerikanen zijn toch minder sympathiek dan de Engelsen, dat staat vast. Als we bij de familie aankomen, staat er voor de deur een Amerikaan, die zich daar thuis gewassen heeft na zijn tocht met een autocolonne uit Leipzig in één ruk. Mevrouw krijgt sigaretten en chocolade voor de kinderen. De jongens zijn zeer sympathiek.
Mijnheer is nog niet thuis, en mevrouw heeft het druk: geen dienstbode (vroeger twee!) We gaan bij de radio zitten in de grote suite, en genieten van de luie stoelen en de muziek. Het is goed vast een beetje te wennen aan de geciviliseerde sfeer. Dan komt mevrouw, een buurvrouw en een jongmens Hille, die juist uit Amsterdam komt met een Rode Kruis auto. Bij Jan de Boer is alles in orde thuis! Maar vader de Boer maakt zich erg ongerust. Begrijpelijk.
Dan komen de verhalen los, we vertellen van de Russen en van het beleg, en het is wel duidelijk dat ze veel nieuws horen. Dan komt mijnheer Knol zelf, en dan krijgen we een regelmatig verslag van de gebeurtenissen, en een beschrijving van de moeilijkheden. Het blijkt dat onze sceptische houding tegenover de regering in Londen wel juist is geweest. De heren daar hebben, toen Nederland bevrijd werd, een tochtje hierheen gemaakt, en alles geïnspecteerd. Als voorbeeld nemen we de O.D. (orde dienst). In plaats van bij de politieautoriteiten te vragen om zoveel betrouwbare personen die dergelijke diensten konden verrichten, werd iedere willekeurige pooier aangenomen en in uniform gestoken. De heren “organiseerden” (vorderden) auto’s van artsen e.d. en reden daarmee naar de café’s in Brussel. De zwarte handelaars wisten dus direct hun slag te slaan, en zaten aan de goede kant: goed betaald, weinig werken, goed eten, en macht over anderen.
Hoewel er langzamerhand veel verbeterd werd, is in hoofdzaak deze wantoestand blijven bestaan. De mijnwerkers krijgen slecht te eten en lage lonen, moeten hard werken en voelen zich dus verneukt. Het gevolg is: minder arbeidsprestatie. De productie daalde tot 1/3 van die onder de moffen, per arbeider daalde de productie tot de helft. De zweep zit er niet meer achter, er is geen kans meer op doodstraf wegens sabotage, en dus werkt men niet meer.
De bevolking van Limburg heeft de hele winter eigenlijk geleefd van de giften van het 9e leger, en de bevolking bevond zich daar best bij: het werken raakte uit de mode. Zwarte handel werd er enorm gedreven, op een schaal die niet te beschrijven is. Goed beschouwd is de toestand dus ernstiger dan toen de moffen de putjesscheppers tot burgemeesters bombardeerden. In plaats van de “burgemeesters cursussen” kan er nu eens een “majoors cursus” voor ongeletterden ingevoerd worden. De meest twijfelachtige figuren krijgen fantastische promoties, en verdwijnen naar het Noorden, omdat hun reputatie hier niet best is. Dit alles leeft op kosten van de bevolking, en oefent macht uit ten koste van de bevolking. We zullen dus wat desillusies meemaken. We bedanken voor de gezellige avond, en hollen naar huis, want om half twaalf sluit de boel.
Er slaapt een jongen bij ons die uit Utrecht komt, en bevestigd dat er niets gebeurd is in de Maliebaan.

Het grote probleem: hoe krijgen we de mensen weer aan het werk? Via de distributie van levensmiddelen is het niet mogelijk. Maar hoe dan? Als je lang nadenkt zie je maar één oplossing, een dictatuur. Daar heb je zes jaar tegen gevochten, en nu moet je er toe overgaan! Een pijnlijke geschiedenis.

Jan : 

...
Ook de militaire instanties, het z.g “Militair gezag“ had een bijzonder slechten naam. Zoo langzaam, in de loop van 10 maanden waren de scherpe kantjes er wat afgesleten, maar in Holland maakten ze op het oogenblik de zelfde chaotische toestanden door. Verder was er een decreet afgekondigd, waarbij aan studenten, die in Duitschland gewerkt hadden, het recht tot studeren ontzegd werd, welk decreet echter later weer in was getrokken. Hoe dan ook, ik had me geen illusies gemaakt over de toestanden hier, maar dit overtreft toch alles, en de controverses, die ik verwacht had, zijn helaas niet uitgebleven. Voor de rest waren de Limburgers vrij sterk gebelgd over het feit dat alle hulpverlening naar het Westen ging (Walcheren, Wieringen), terwijl in Roermond en Venlo de menschen nog in kippenhokken wonen.
...
Zooals ik zei, het was erg gezellig, maar tenslotte werd het een geforceerde marsch door de verlichte straten om voor 11.30, de sluitingstijd, thuis te komen in de Oda School.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...