Dinsdag morgen 19-6-1945
Maastricht. Met muziek worden we
gewekt, en dan volgt het Wilhelmus. Mijn pet gaat eerbiedig van het hoofd. Meer
dankbaar dan eerbiedig. Dankbaar dat ik eindelijk in ons goede vaderlandje ben.
Hollandse militairen in uniform, verder padvinders en echte Hollandse
verpleegsters.
We moeten ons opstellen, en worden
dan naar een school getransporteerd met Auto’s. Daar worden we keurig ontvangen,
direct goed ingedeeld en zo. De organisatie is de beste die we tot nu toe
meegemaakt hebben! Een pluimpje voor de Hollanders.
We krijgen goed te eten, we
smullen gewoon van het brood, dat nu eens niet zuur is. Ik koop direct zware
tabak voor ƒ 7.- per 100
gram . Voor vader en mij.
Schoon ziet alles er hier uit! Je
vindt het eigenlijk heel gewoon dat alle opschriften in de Nederlandse taal
gesteld zijn. Je realiseert je nu goed dat je eigenlijk al thuis bent.
De dag wordt verder gebruikt met
ontluizen, pascontrôle en registratie. Met veel moeite blijven wij studenten
bij elkaar. We trekken van school tot school en vragen steeds: hoeveel dagen
nog voor we thuis zijn? Twee à drie … Morgen is Jan Egberts jarig. We schrijven
even een briefje, naar huis gaat van mij een briefkaart met: ben in aantocht …
verder niets!
S.S. en Duitse vrouwen worden er
uit gezeefd. Gelukkig dat de contrôle vrij scherp is.
Als een oude man zit ik op een
bankje van het schoolplein, op mijn sloffen, en schrijf wat in mijn dagboek.
Dan maak ik een korte wandeling, heel langzaam, als een herstellende zieke één
blokje om. Ik ben weer in Holland. Kiplekker voel je je daarbij. Alle ellende
is vergeten, naar huis! Alleen het idee dat thuis best kapot kan zijn, en er
zieken zouden kunnen zijn, werpt een schaduw op de vreugde.
Schone straten, schone en vooral mooie huizen, alles is zoals je het hebben wilt.
Sois juste, bienfaisant,
contraire a tout extrême,
Indulgence pour toi frère,
rigoureux pour toi même,
D’ou tu viens, ou tu vas, renonce
a le savoir,
Et marche vers ta fin, sans
crainte et sans espior.
Voltaire, Sur la loi naturelle
Wees eerlijk, welwillend, in tegenstelling tot alle
extremen,
Verwennerij voor je broer, streng voor jezelf,
Waar je vandaan komt of waar je heen gaat, geef het op,
En loop naar je einde, zonder angst en zonder hoop.
De staat van deze kaart en de overlevering, doen vermoeden dat hij er wel eens heel lang over gedaan kan hebben om in Utrecht aan te komen. Onwaarschijnlijk is dit ook niet, daar de bruggen over de grote rivieren nog lang niet volledig hersteld waren.
Jan :
Dinsdag 19 Juni 1945.
Om ±0.30 vertrokken we. Ik had me
vast voorgenomen, de grensovergang mee te maken, maar plotseling werd ik met
schrik wakker in Valkenburg. Het eerste waaraan ik Nederland herkende, waren de
wit-zwarte waarschuwingsborden langs de rails en de voorseinen. Ik moet eerlijk
bekennen, dat het me een schok gaf, me te realiseren, dat ik op Nederlandschen
bodem aangeland was. alleen spijt het me, dat ik de mijnstreek gemist heb. Maar
volgens Hans was de ONI in volle werking. Om 4.15 waren we in Maastricht, en
werden we daar met het Wilhelmus ontvangen. Dat sneed heelemaal door me heen,
zelden heeft het Wilhelmus me zoo ontroerd. We moesten ons daar opstellen, en
werden met vrachtauto’s naar de Ambachtsschool gevioerd, een eindje van misschien
10 minuten loopen! De Russen hadden ons dat stukje zeer zeker laten wandelen,
maar wij weten wat service is. Trouwens, voor de heele organisatie hier neem ik
mijn pet heel diep af. Het is tot in de kleinste kleinigheden tot in de
perfectie in orde. We werden in de kelder ondergebracht en begonnen met een
paar uut slapen. Om 9 uur kregen we een ontbijt, wat zeer welkom was, want we
rammelden van de honger. Het was een waar koningsmaal: 4 sneden wittebrood,
heerlijk versch en dik gesneden, en niet zuur, belegd met jam en vet. Later
konden we nog brood na krijgen. Verder kergen we koffie en wat biscuits. De
koffie was het minste. Enfin, na dit heerlijke ontbijt gingen we slapen, en
toen we wakker werden was het middageten. Dit bestond uit een goede dikke stamppot
van witte kool, waarbij we drie sigaretten kregen. Deze waren niet bijzonder .
daarna weer een uurtje slapen. We waren doodmoe, wat te begrijpen was,
tenslotte had ik in 8 dagen maar drie dagen in bed geslapen.
Om ca. 2 uur werden we weer in
auto’s afgehaald en naar een groote school aan de andere zijde van de stad
gebracht. Van de stad is practisch niets kapot, wat me heel erg meeviel.
Alleen de Maasbruggen zijn wat beschadigd.
In ons nieuwe verblijf werden we
ontluisd, d.w.z. wij en onze kleeren werden met insectenpoeder bespoten. Daarna
kwam de registratie. Onze personalia werden op een in het Engels gestelde kaart
opgenomen. Vervolgens kwamen we in de “doorlaatpost”, waar we ons geld af
konden geven. Een regeling was nog niet bekend, maar dit zou de eenige manier
zijn, geld gewisseld te krijgen. En toen kwam de vuurproef: we moesten allen
een soort kort kruisverhoor ondergaan of we NSBér waren of niet. Bij sommigen
duurde dat heel lang, maar bij ons studenten was dat gauw klaar. Trouwens, de
studenten werden door de man allen met “U” aangesproken, de anderen niet. De
NSB’ers werden onmiddellijk opgesloten, nadat ze met de ledenlijsten van de NSB
en SS vergeleken waren. Mij vroeg hij alleen of ik de Loyaliteitsverklaring
getekend had, en of ik mijn bloedgroep onder mijn arm getatoueerd had (dat werd
bij de SS namelijk gedaan). Vervolgens was de medische contrôle aan de orde.
Deze begon met een doorlichting. Daarna werd temperatuur rectaal opgenomen (een
mooi gezicht, als je binnenkwam, die bloote billenparade), en bouw, keel en
geslachtsdeel onderzocht. Van Hans en mij werd speciaal genoteerd, dat we
dysenterie gehad hadden. Al met al een zeer bevredigend onderzoek. Heel wat
beter dan de Russische vertooning. Als avondeten kregen we weer vier dikke pillen
brood, met jam en leverpastei. Tot slot werden we naar weer een andere school
gevoerd, waar we voor de nacht ondergebracht werden, op uitstekend stroodekken.
We kregen nogmaals vier sneden brood, zoodat we de buik goed vol hadden.
Werkelijk, de organisatie si buitengewoon. En het aardige is, dat iiedereen zoo
meewerlt om de boel goed te laten slagen. Er valt geen onvertogen woord, zooals
bij de Russen nogal eens het geval was, en niemand kankert.
De W.C. in de kleuterschool is een waren gymnastische oefening om op te
zitten: de pot is ±
Geen opmerkingen:
Een reactie posten