13 juni 2020

Woensdag 13 Juni 1945. Jan : Om een uur of vier werd ik met schrik wakker, met de gedachte, dat ze me vergeten hadden.


{Oos schrijft vandaag niet.}

Jan :

Woensdag 13 Juni 1945.
Om een uur of vier werd ik met schrik wakker, met de gedachte, dat ze me vergeten hadden. Maar bij nadere informatie bleek, dat er voorlopig van weggaan geen sprake was, de eerste 24 uur nog niet! Dus zijn we vandaag nog maar rustig thuis gebleven. Ik heb den dag besteed, om mijn rugzak eens heelemaal te revideren.
Met mijn ingewanden is het nog steeds niet voor 100% in orde, mijn stoelgang is nog dun. Maar dat hebben we allen. Dus zal het wel aan het eten liggen. als er op het ogenblik iemand een mooie, korte, knallende wind laat, wordt er niet gevraagd: “Wie doet dat?”, maar “Wie kan dat?”.’s Avonds een heel merkwaardig, nogal hoog gaand gesprek gehad. De aanleiding was de komst van een aantal geëvacueerden uit Koningsbergen, die nu vanuit hun onderkomen is Saksen weer teruggingen. Ze moesten in de stal bij de waterkraan slapen. En daar er kinderen bij waren wilde Berto ze een plaats in de waschkeuken (waar ik overigens sliep) aanbieden. Het hierop volgend debat draaide om bovengenoemd punt. Voorstander was alleen Brto, en tegenstanders waren Gerrit, Piet en ik. De rest daasde wat in de ruimte over menschelijkheid boven politiek enz. enz. Ons standpunt was: volkomen negeeren, want we zijn twee jaar lang als “Ausländer” behandeld, en bovendien heeft dat volk onze ouders en familieleden in Holland zes maanden laten verrekken van den honger, zonder ook maar één vinger uit te steken. Het heeft ons land vernield, onze toekomst ondersteboven gegooid enz. enz. Berto heeft niet het recht, in deze dingen een oordeel te vellen, hij heeft altijd zijn heerenleventje in het ziekenhuis geleefd, en is nooit in andere lagers wezen kijken, omdat hij daarvoor geen interesse had. Hij weet niet, hoe de menschen bij Mauser, Borsig en Knorr behandeld zijn, en, god zij dank, weet ik dat wèl. En ik ben er blij om, dat ik het weet, want ik heb leeren zien dat er ook nog een ander Duitschland bestaat, dan dat Duitschland, dat ons betrekkelijk redelijk behandelde. Maar hij heeft angstvallig in zijn ivoren torentje geleefd, om vooral maar niet met de rotzooi in aanraking te komen.
In ieder geval, zooals te voorzien was, is het debat niet tot een eind gekomen, maar de moffen hebben in de stal bij de waterkraan geslapen. Toch werd ons ons standpunt nogal kwalijk genomen. Ze moeten maar doen. Ik ben nooit haatdragend geweest, maar in Duitschland ben ik het geworden, door wat ik gezien heb, wat Fred meegemaakt heeft, in de eerste plaats, door mijn eigen ervaring pas in de tweede plaats.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...