14 Juni 1945 Donderdag
Verneukt voelen we ons, gewoon
eten halen, net als altijd. Het middageten ga ik halen, en dat duurt weer erg
lang. De groep moet weer van de zolder weg, en zoekt een goed heenkomen,
onderkomen liever, in volle barakken. Het wachten wordt aangenaam gekort door
een demonstratie van de potentie van een hengst. Drie maal wordt achter elkaar
een merrie gedekt, een prestatie. De Rus staat er met zichtbaar genoegen naar
te kijken. Bij de keuken wordt er weer iets gezegd van “Marsch Verpflegung” om
een uur of zes. Als ik ten slotte met mijn eten naar huis toe wandel zie ik de
autocolonne aankomen: C 80, de colonne waar we op gewacht hebben. Er komt een
koortsachtige beweging in het kamp, net als in een open gemaakte bijenkast.
Iedereen begint te sjouwen. Thuisgekomen eet ik eerst even en pak dan in. Als
ik nog even ga pissen en rondkijk, of niets vergeten is, dan kan ik later ons
wagentje niet meer inhalen! Edzard heeft er een wilde spurt in gezet, en met
verhitte hoofden zwoegen ze verder door de modderstraat. Op het veld aangekomen
is het een wilde boel, de auto’s zijn bestormd, Fransen en Hollanders door
elkaar. Wij zijn verneukt, een deel van de groep zit al door andere groepen
heen op auto’s. Dan moet alles weer afgeladen worden, we worden tien keer heen
en weer gestuurd en moeten dan wachten. We krijgen eten, en dan begint het nog
even lekker te regenen. Wachten, wachten, en de volle auto’s vertrekken.
Geruchten over 40 auto’s die nog komen moeten ten slotte: weggestuurd naar de
barakken. De auto’s zijn onderweg maar komen misschien wel laat. We gaan naar
de barakken – verneukt!
We hebben weer een staaltje
Russische organisatie meegemaakt. Niemand weet er iets, tot plotseling de
auto’s er staan. En dan kan weer niet alles er op!
Jan :
Donderdag 14 Juni 1945.
Vanmiddag onder het eten (±4 uur)
plotseling de kreet: “de auto’s rijden langs!” en inderdaad, er reden een heele
serie transportauto’s met het nummer C-80 … langs. Als in een wilde vlucht
hebben we onze spulletjes op de wagen gepakt, en waren in een kwartier tijd
klaar. Op de weg was het een enorme herrie van wagentjes met koffers, en er
tusschen transportauto’s met vloekende Russen. Enfin, in een enorme reur kwamen
we op het veld waar een stel vrachtwagens stonden. Van onze groep was
natuurlijk niets te ontdekken. We renden dus met bagage naar een wagen toe, en
waren juist aan het opladen, toen een groote Rus woedend op de wagen klom en
hevig vloekend onze bagage weer naar beneden smeet. Later bleek dat wij plaats
moesten maken voor Franschen. Na ettelijke keeren opgesteld te zijn op het
veld kregen we onze reisproviand: brood en een busch vleesch in vet. Voor het
gemak heb ik dat meteen geconsumeerd. Onderdehand was een ijskoude wind
opgestoken en regende het dat het goot.
De resterende leege wagens werden
opgeladen, maar wij kwamen niet aan bod. Tot slot kwamen er nog twee auto’s
aanrijden, die ook gevuld werden, maar toen was het ook uit. En wij hadden met
ca. 800 man het nakijken. Voor de regen zijn we toen maar in de steenen
barakken gevlucht, waar we nog een vrij goede plaats kregen. Fred verkeerde in
precies hetzelfde geval: ook teruggestuurd. Waarschijnlijk gaan we morgen vroeg
weg. In ieder geval begin ik zoo langzamerhand de humor van de zaak in te zien.
Het is nu nog slechts een kwestie van dagen dat we wegkomen.
Een mooi gezicht was het
hartroerende afscheid van de Duitsche vrouwen, die niet mee mochten. De Hollanders,
die hier met Duitschen getrouwd zijn, mogen hun vrouwen niet meenemen, die
moeten drie maanden hier wachten, en dan worden hun aangelegenheden door de
consuls in orde gemaakt. Nu staan al die meiden te snikken op het veld, als hun
liefjes vertrekken. Er zijn er veel te veel naar mijn zin, wat moeten we met al
dat tuig in Holland beginnen?
We lagen net een uurtje in bed, om
half twaalf, toen wederom de kreet: ”de auto’s!!” weerklonk. Inderdaad waren er
40 auto’s op het veld verschenen. We hadden geluk, dat we ’s middags niet
weggekomen waren, want het stortregende, en deze wagens waren in tegenstelling
tot de wagens van ’s middags, overkapt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten